Sony A6000 User Guide
Have a look at the manual Sony A6000 User Guide online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 980 Sony manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
NL 13 NL De accu plaatsen 1Open het deksel. 2Steek de accu erin. Houd de accu-uitwerphendel opzij gedrukt en steek de accu in de camera, zoals afgebeeld. Controleer dat na het plaatsen van de accu de accu-uitwerphendel vergrendelt. Als u het deksel sluit terwijl de accu niet goed is geplaatst, kan de camera beschadigd worden. Accu-uitwerphendel
NL 14 De accu opladen 1Sluit de camera aan op de netspanningsadapter (bijgeleverd), met de micro-USB-kabel (bijgeleverd). 2Sluit de netspanningsadapter aan op een stopcontact.Het oplaadlampje brandt oranje en het opladen start. Zorg ervoor dat tijdens het opladen van de accu de camera is uitgeschakeld. U kunt de accu opladen ondanks dat deze nog gedeeltelijk geladen is. Wanneer het oplaadlampje knippert en het opladen niet klaar is, haalt u de accu eruit en plaatst u deze er weer in. Netsnoer Voor klanten in de VS en Canada Voor klanten in andere landen/gebieden dan de VS en CanadaOplaadlampje Brandt: Opladen Brandt niet: Laden voltooid Knippert: Laadfout of laden tijdelijk gepauzeerd omdat de camera niet binnen het juiste temperatuurbereik is
NL 15 NL Wanneer het oplaadlampje van de camera knippert terwijl de netspanningsadapter is aangesloten op het stopcontact, betekent dit dat het opladen tijdelijk is onderbroken omdat de temperatuur buiten het aanbevolen bereik ligt. Wanneer de temperatuur weer binnen het geschikte bereik komt, wordt het opladen hervat. Het wordt aanbevolen de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 30 °C. Het is mogelijk dat de accu niet effectief wordt opgeladen als de aansluitpunten van de accu vuil zijn. In dat geval veegt u eventueel stof voorzichtig af met behulp van een zachte doek of een wattenstaafje om de aansluitingen van de accu schoon te maken. Sluit de netspanningsadapter (bijgeleverd) aan op een stopcontact in de buurt. In het geval een storing optreedt tijdens het gebruik van de netspanningsadapter, trekt u onmiddellijk de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om de voeding los te koppelen. Nadat het opladen klaar is, trekt u de stekker van het netsnoer van de netspanningsadapter uit het stopcontact. Gebruik uitsluitend een originele accu, micro-USB-kabel (bijgeleverd) en netspanningsadapter (bijgeleverd) van het merk Sony. Wanneer de camera tijdens het opnemen/weergeven met behulp van de bijgeleverde netspanningsadapter is aangesloten op een stopcontact, wordt hij niet voorzien van stroom. Om de camera tijdens het opnemen/weergeven van stroom te voorzien, gebruikt u de netspanningsadapter AC-PW20 (los verkrijgbaar). xOplaadtijd (volledige lading) De oplaadtijd met de netspanningsadapter (bijgeleverd) is ongeveer 310 minuten. Bovenstaande oplaadtijd geldt voor het opladen van een volledig lege accu bij een temperatuur van 25 °C. Het opladen kan langer duren afhankelijk van gebruikscondities en de omstandigheden. Opmerkingen Opmerkingen
NL 16 xOpladen door aansluiting op een computer De accu kan worden opgeladen door de camera met behulp van een micro-USB-kabel aan te sluiten op een computer. Let op de volgende punten bij het opladen via een computer: – Als de camera is aangesloten op een laptop-computer die niet op de stroomvoorziening is aangesloten, daalt de acculading van de laptop. Laad niet langdurig op. – Zet de computer niet aan/uit en start de computer niet opnieuw op, al dan niet uit de energiebesparingsstand, wanneer een USB-verbinding tot stand is gebracht tussen de computer en de camera. Hierdoor kan een storing optreden in de camera. Voordat u de computer uit- of inschakelt, herstart of uit de slaapstand wekt, verbreekt u de USB-verbinding tussen de camera en de computer. – Wanneer een eigengebouwde of gewijzigde computer wordt gebruikt om de accu in de camera op te laden, kan de juiste werking niet worden gegarandeerd. xGebruiksduur van de accu en het aantal beelden dat kan worden opgenomen en weergegeven Het bovenstaande aantal beelden geldt bij een volledig opgeladen accu. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, kan het aantal beelden lager zijn. Opmerkingen Gebruiksduur van de accuAantal beelden Opnemen (stilstaande beelden)Scherm Ong. 180 min. Ong. 360 beelden Zoeker Ong. 155 min. Ong. 310 beelden Typische opname bewegende beeldenScherm Ong. 60 min. — Zoeker Ong. 60 min. — Ononderbroken opnemen van bewegende beeldenScherm Ong. 90 min. — Zoeker Ong. 90 min. — Weergeven (stilstaande beelden) Ong. 275 min. Ong. 5500 beelden Opmerkingen Naar een USB- aansluiting
NL 17 NL Het aantal beelden dat kan worden opgenomen geldt bij opnemen onder de volgende omstandigheden: – Met een Sony Memory Stick PRO Duo™ (Mark2) (los verkrijgbaar). – Wanneer een E PZ 16 – 50 mm F3.5 – 5.6 OSS-lens is bevestigd. – De accu wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 25 °C. – [Helderheid zoeker]: [Handmatig] [±0] – [Monitor-helderheid]: [Handmatig] [±0] Het aantal van Opnemen (stilstaande beelden) is gebaseerd op de CIPA-norm, en geldt bij opnemen onder de volgende omstandigheden: (CIPA: Camera & Imaging Products Association) – DISP is ingesteld op [Alle info weerg.]. – [Scherpstelfunctie]: [Automatische AF] – Iedere 30 seconden wordt een beeld opgenomen. – De flitser wordt iedere twee keer eenmaal gebruikt. – De camera wordt na elke tien opnamen uit- en ingeschakeld. Het aantal minuten voor het opnemen van bewegende beelden is gebaseerd op de CIPA-norm, en geldt voor opnemen onder de volgende omstandigheden: – [ Opname-instell.]: 60i 17M(FH)/50i 17M(FH). – Typische opname bewegende beelden: Gebruiksduur van de accu gebaseerd op herhaaldelijk starten/stoppen van de opname, zoomen, in-/uitschakelen, enz. – Ononderbroken opnemen van bewegende beelden: Gebruiksduur van de accu gebaseerd op non-stop opnemen tot de limiet (29 minuten) is bereikt, en daarna doorgaan door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Overige functies, zoals zoomen, worden niet gebruikt.
NL 18 xGeheugenkaarten die kunnen worden gebruikt In deze gebruiksaanwijzing worden de producten in de tabel gezamenlijk als volgt genoemd: A: Memory Stick PRO Duo B: SD-kaart Een geheugenkaart plaatsen (los verkrijgbaar) 1Open het deksel (pagina 13). 2Plaats de geheugenkaart (los verkrijgbaar). Met de afgeschuinde hoek gericht zoals aangegeven in de afbeelding, steekt u de geheugenkaart in de gleuf tot hij op zijn plaats vastklikt. 3Sluit het deksel. GeheugenkaartVoor stilstaande beeldenVoor bewegende beelden AMemory Stick XC-HG Duo™ Memory Stick PRO Duo™ (alleen Mark2) Memory Stick PRO-HG Duo™ BSD-geheugenkaart (klasse 4 of sneller) SDHC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller) SDXC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller) Let erop dat de afgeschuinde hoek in de juiste richting wijst.
NL 19 NL xDe geheugenkaart of accu uit de camera halen Geheugenkaart: Duw de geheugenkaart kort erin om de geheugenkaart uit te werpen. Accu: Verschuif de accu-uitwerphendel. Zorg ervoor dat u de accu niet laat vallen. De geheugenkaart of accu nooit uit de camera halen wanneer de toegangslamp (pagina 11) brandt. Hierdoor kunnen de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken. Zet de ON/OFF(Aan/Uit)-schakelaar van de camera op OFF voordat u de lens bevestigt of verwijdert. Opmerkingen De lens bevestigen/verwijderen 1Als de lensdop of verpakkingsdop is bevestigd, haalt u deze van de camera of de lens af. Wissel de lens snel en doe dit op een stofvrije plaats om te voorkomen dat stof of vuil in de camera kan komen. 2Bevestig de lens door de witte merktekens op de lens en op de camera met elkaar uit te lijnen. Houd de camera omlaag gericht om te voorkomen dat stof binnendringt in de camera. 3Terwijl u de lens licht tegen de camera aan duwt, draait u de lens rechtsom totdat deze in de vergrendelde positie klikt. Het is belangrijk dat u de lens recht op de camera zet.
NL 20 Bij het bevestigen van de lens, mag u de lensontgrendelingsknop niet indrukken. Oefen bij het bevestigen van de lens geen buitensporige kracht uit. De vattingadapter (los verkrijgbaar) is vereist om een lens met A-vatting (los verkrijgbaar) te kunnen gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de vattingadapter. Bij gebruik van een lens voorzien van een statiefaansluiting, bevestigt u het statief aan de lens voor een goede balans. xDe lens van het apparaat halen Als tijdens het wisselen van de lens stof of vuil in de camera binnendringt en zich hecht aan het oppervlak van de beeldsensor (het onderdeel dat de lichtbron omzet in een digitaal signaal), kan dit als donkere vlekken op het beeld worden afgebeeld, afhankelijk van de opnameomgeving. De camera trilt licht wanneer hij wordt uitgeschakeld als gevolg van de stofpreventiefunctie om te voorkomen dat stof zich vastzet op de beeldsensor. Maar toch is het goed om de lens snel te bevestigen of te verwijderen op plaatsen waar geen stof is. Als op de beeldsensor vreemde materie zit, stoft u hem af met een blaasbalg. Laat de camera niet liggen zonder lens. Als u een lensvattingdop of achterlensdop wilt gebruiken, schaft u ALC-B1EM (lensvattingdop) of ALC-R1EM (achterlensdop) aan (los verkrijgbaar). Wanneer u een elektrisch bediende zoomlens gebruikt, zet u de ON/OFF(Aan/ Uit)-schakelaar van de camera in de stand OFF en controleert u of de lens volledig ingeschoven is voordat u de lens verwisselt. Als de lens niet ingeschoven is, mag u de lens niet met kracht proberen in te schuiven. Opmerkingen 1Druk de lensontgrendelingsknop helemaal in en draai de lens linksom tot aan de aanslag. Opmerkingen Lensontgrendelingsknop
NL 21 NL Wanneer u de camera op een statief bevestigt, let u erop de zoom-/scherpstelring niet per ongeluk aan te raken. De klok instellen 1Zet de ON/OFF (Aan/Uit)-schakelaar op ON.Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt de instelling voor datum en tijd afgebeeld. Het kan enige tijd duren eerdat de camera wordt ingeschakeld en bediening mogelijk is. 2Controleer of [Enter] is geselecteerd op het scherm, en druk daarna op z op het besturingswiel. 3Selecteer een gewenste geografische locatie aan de hand van de aanwijzingen op het scherm, en druk daarna op z. 4Stel [Zomertijd], [Datum/Tijd] en [Datumindeling] in, en druk daarna op z. Bij het instellen van [Datum/Tijd], is middernacht 12:00 AM, en is 12 uur s middags 12:00 PM. 5Controleer of [Enter] is geselecteerd, en druk daarna op z. Besturingswiel ON/OFF (aan/uit) Onderdelen selecteren: v/V/b/B// Instellen: z
NL 22 Stilstaande beelden opnemen Bewegende beelden opnemen Stilstaande/bewegende beelden opnemen 1Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen. Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de z of indicator afgebeeld. 2Druk de ontspanknop helemaal in om een beeld op te nemen. 1Druk op de MOVIE (bewegende beelden)-knop om te beginnen met opnemen. Bij gebruik van een lens met een zoomknop: Bedien de zoomknop. Bij gebruik van een lens met een zoomring: Draai de zoomring. 2Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen. Ontspanknop MOVIE