Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Tractor 8211 0276 03 Stiga Park Operators Manual

Lawn Tractor 8211 0276 03 Stiga Park Operators Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Tractor 8211 0276 03 Stiga Park Operators Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							81
    NEDERLANDSNL
    - een schakelaar in de zitting (Senator, President) 
    of in de zittingconsole (andere modellen).
    - een schakelaar bij de inschakelhendel van de 
    krachtafnemer. 
    Om de machine te kunnen starten moet: 
    - de versnellingspook in de neutrale stand (geldt 
    voor de Senator) staan.
    - het rempedaal zijn ingetrapt. 
    - de bestuurder op zijn plek zitten. 
    - de inschakelhendel van de krachtafnemer in de 
    voorste stand staan (= de krachtafnemer is uit-
    geschakeld).
    Controleer voor gebruik altijd de werk-
    ing van het veiligheidssysteem!
    Doe dit op de volgende wijze (de motor loopt en de 
    bestuurder zit op de stoel): 
    - schakel in een versnelling, til uw lichaam even 
    op van de stoel - de motor moet stoppen (geldt 
    voor de Senator). 
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine 
    gaat rijden, laat het aandrijfpedaal los - de ma-
    chine moet stoppen (geldt voor de President, 
    Royal, Pro16, Pro20). 
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine 
    gaat rijden, schakel de cruise control in, til uw 
    lichaam even op van de stoel - de machine moet 
    stoppen (geldt voor de Royal, Pro16, Pro20).
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine 
    gaat rijden, schakel de cruise control in, trap op 
    het rempedaal - de machine moet stoppen (geldt 
    voor de Royal, Pro16, Pro20). 
    - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam 
    even op van de stoel - de motor moet stoppen 
    (geldt voor de Senator, President, Royal, 
    Pro16).
    - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam 
    even op van de stoel - de krachtafnemer moet 
    worden uitgeschakeld (geldt voor de Pro20).
    Als het veiligheidssysteem niet werkt, 
    mag de machine niet worden gebruikt! 
    Breng de machine voor controle naar 
    een servicewerkplaats. 
    MOTOR STARTEN
    1. Open de benzinekraan (afb. 16).
    2. Controleer of de bougiekabel op zijn plaats zit.
    3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld is. 
    4a. Senator:
    Zet de versnellingspook in de neutrale stand.4b. (President - Royal - Pro16 - Pro20):
    Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal. 
    5a. Senator-President:
    Starten van een koude motor - zet de gashendel 
    helemaal in de chokestand. Warme start - zet de 
    gashendel op vol gas (ca. 1 cm achter de choke-
    stand).
    5b. Royal-Pro1-Pro20:
    Zet de gashendel op vol gas. Starten van een koude 
    motor - trek de chokehendel volledig uit. Starten 
    van een warme motor - raak de chokehendel niet 
    aan.
    6. Trap het rempedaal volledig in.
    7. Draai de contactsleutel om en start de motor.
    8a. Senator-President:
    Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashendel 
    geleidelijk naar vol gas als u de choke gebruikt 
    heeft. 
    8b. Royal-Pro16-Pro20:
    Wanneer de motor is gestart, duwt u de chokehen-
    del geleidelijk in als u deze gebruikt heeft. 
    9. Start de machine bij een koude motor niet on-
    middellijk na het starten, maar laat de motor een 
    paar minuten draaien. Op die manier kan de olie 
    opwarmen. 
    Laat de motor altijd op vol gas draaien, wanneer 
    hij in gebruik is.
    STOPPEN
    Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem 
    aan. 
    Laat de motor 1 - 2 minuten stationair draaien. Zet 
    de motor af door de contactsleutel om te draaien.
    Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als 
    de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet 
    worden.
    Als u de machine zonder toezicht acht-
    erlaat, moet u de bougiekabel losmaken 
    van de bougie. Trek ook de sleutel uit 
    het contactslot.
    Direct na gebruik kan de motor bij-
    zonder heet zijn. Raak de demper, de 
    cilinder of de koelribben niet aan.  Dit 
    kan ernstige brandwonden veroorzak-
    en. 
    						
    							82
    NEDERLANDSNL
    KATALYSATOR (Pro20 Cat)
    De katalysator wordt tijdens het rijden bijzonder 
    heet. Ook na het afzetten van de motor blijft de 
    motor nog een flinke tijd warm. Denk aan het 
    brandgevaar.
    Niet in de omgeving van brandbare 
    voorwerpen parkeren. De machine niet 
    afdekken voordat de katalysator is af-
    gekoeld.
    STUURBEKRACHTIGING (Pro20)
    Ingebouwde functie om het sturen te verge-
    makkelijken. De bestuurder hoeft minder kracht te 
    gebruiken om het stuur te draaien. De extra kracht 
    wordt gegenereerd door een hydraulische kop-
    pelomvormer.
    In tegenstelling tot een gewone stuurbekrachtiging 
    (bijv. in een auto) heeft deze stuurbekrachtiging 
    een beperkte capaciteit. Dat betekent dat hij 
    bepaalde eigenschappen heeft die als negatief er-
    varen kunnen worden:
    - bij lage toerentallen of in situaties waar extra
    stuurkracht nodig is, kan de besturing als hor-
    tend worden ervaren.
    - de machine moet altijd in beweging zijn wan-
    neer de stuurbekrachtiging
    wordt gebruikt. Draai liever niet aan het stuur, 
    wanneer de machine helemaal stilstaat en het 
    accessoire zich in werkstand (beneden) bevindt.
    Het effect van de stuurbekrachtiging is maximaal 
    bij een normale werksnelheid. Dit levert extra 
    voordelen op.
    De stuurbekrachtiging functioneert ook wanneer 
    de motor niet draait. Draaien is in dit geval echter 
    wel lastiger als de machine handmatig moet 
    worden verplaatst.
    TIPS BIJ HET RIJDEN
    Zorg er voor dat bij rijden op hellingen de juiste 
    hoeveelheid olie in de motor aanwezig is (oliepeil 
    op FULL). 
    Wees voorzichtig op hellingen. Start of 
    stop niet plotseling wanneer u een hell-
    ing op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over 
    een helling. Rijd van boven naar bene-
    den, en van beneden naar boven. 
    Deze machine mag, met daarop origi-
    nele accessoires gemonteerd, op een 
    helling met een hoek van maximaal 10° 
    rijden.Neem gas terug op hellingen en wan-
    neer u scherpe bochten maakt, om te 
    voorkomen dat de machine kantelt of u 
    de controle over de machine verliest.
    Draai bij rijden in de hoogste versnel-
    ling en bij vol gas het stuur niet volledig 
    naar een kant. De machine kan dan 
    kantelen.
    Blijf met uw handen uit de buurt van de 
    middensturing en de zittinghouder. U 
    kunt dan bekneld raken! Rijd nooit 
    zonder motorkap.
    SERVICE EN ONDERHOUD
    SERVICEPROGRAMMA
    Om de machine voortdurend in goede staat te 
    houden en zo de betrouwbaarheid te bevorderen, 
    alsmede vanuit het oogpunt van zorg voor het mi-
    lieu, moet het onderhoudsprogramma van STIGA 
    worden gevolgd.
    De inhoud van dit programma vindt u in het bij-
    gevoegde serviceboekje.
    Wij raden u aan de reparaties te laten uitvoeren 
    door een erkende servicewerkplaats. Dit garan-
    deert dat de werkzaamheden worden verricht door 
    bekwaam personeel en dat originele reserveonder-
    delen worden gebruikt.
    Bij elke reparatie krijgt u een stempel in uw servi-
    ceboekje. Een boekje dat volgestempeld is, 
    wordt een waardevol document dat de tweede-
    handswaarde van de machine verhoogt.
    VOORBEREIDING
    Tenzij anders aangegeven moet alle service en 
    onderhoud worden uitgevoerd als de machine stil 
    staat en de motor niet draait.
    Zorg dat de machine niet kan wegroll-
    en. Gebruik daarom altijd de parkeer-
    rem.
    Voorkom dat de motor onbedoeld start 
    door altijd de motor uit te zetten, de 
    bougiekabel los te koppelen van de 
    bougie en deze te aarden. Maak de 
    minkabel los van de accu.  
    						
    							83
    NEDERLANDSNL
    SCHOONMAKEN
    Om het brandgevaar te verkleinen mo-
    tor, geluiddemper/katalysator, accu en 
    brandstoftank vrijhouden van gras, 
    bladeren en olie.
    Om het brandgevaar te verkleinen 
    regelmatig controleren of er sprake is 
    van olie- en/of brandstoflekkage. 
    Als u de machine met een hogedrukreiniger rein-
    igt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de ver-
    snellingsbak.
    Richt geen waterstralen rechtstreeks op de motor. 
    Gebruik een borstel of perslucht om hem schoon te 
    maken. 
    MOTOROLIE (President - Royal - 
    Pro16 - Pro20)
    Ververs de motorolie de eerste keer na 8 draaiuren 
    (bij de Senator en de President na 5 uur), en daarna 
    om de 50 draaiuren of één keer per seizoen. 
    Ververs de olie wanneer de motor warm is.
    Gebruik olie van goede kwaliteit (serviceklasse 
    SF, SG of SH).
    Ververs de olie vaker, om de 25 draaiuren of min-
    stens één keer per seizoen, als de motor extra hard 
    of bij hoge omgevingstemperaturen moet werken.
    Direct na het stoppen van de machine 
    kan de motorolie erg heet zijn. Laat de 
    motor daarom een paar minuten afko-
    elen voordat u de olie aftapt.
    1. Olieaftapleiding (metaal):
    Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de 
    leiding los. 
    Vang alle olie op in een vat. Breng dit vervol-
    gens naar een recyclingstation. Mors geen olie 
    op de V-snaren.
    2. Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de ve-
    zelpakking en de ring in de plug onbeschadigd zijn 
    en op hun plaats zitten.
    3. Neem de oliepeilstok weg en vul de machine 
    met nieuwe olie.
    Hoeveelheid olie:
    Senator, President - 1,4 liter
    Pro16, Pro20 - 1,7 liter (incl. oliefilter)
    Olietype zomer (> 4 ºC): SAE-30
    (U kunt ook SAE 10W-30 gebruiken. Het oliever-bruik kan iets toenemen als u 10W-30 gebruikt. 
    Controleer het oliepeil vaker als u dit type olie ge-
    bruikt.)
    Olietype winter (< 4 ºC): SAE 5W-30
    (indien niet verkrijgbaar, neem dan SAE 10W-30).
    Gebruik olie zonder toevoegingen.
    Doe er niet te veel olie in. Dit kan tot oververhit-
    ting van de motor leiden. 
    Na het bijvullen van olie, start u de motor en laat 
    deze 30 seconden stationair draaien. Zet de motor 
    af. Wacht 30 seconden en controleer dan het 
    oliepeil. 
    Controleer of er een olielek is. Indien nodig de olie 
    bijvullen tot aan de aanduiding FULL.
    MOTOROLIE (Royal)
    Ververs de olie voor de eerste keer na 20 werkuren 
    (of tijdens de eerste maand) en dan na 100 
    werkuren of na elke 6 maanden. 
    Ververs de olie wanneer de motor warm is. Ge-
    bruik olie van goede kwaliteit (serviceklasse SF, 
    SG of SH). 
    Direct na het stoppen van de machine 
    kan de motorolie erg heet zijn. Laat de 
    motor daarom een paar minuten afko-
    elen voordat u de olie aftapt.
    Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de 
    leiding los. 
    Vang alle olie op in een vat. Breng die olie ver-
    volgens naar een milieustraat. Mors geen olie 
    op de V-snaren.
    Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de vezel-
    pakking en de ring in de plug onbeschadigd zijn en 
    op hun plaats zitten.
    Verwijder de oliepeilstok en vul met olie bij tot aan 
    de aanduiding UPPER.
    Hoeveelheid olie:
    Royal - 0,9 liter (= hoeveelheid olie kan variëren; 
    de totale inhoud bedraagt 1,15 liter).
    Olietype voor alle seizoenen: SAE 10W-40. 
    Voor extreem lage temperaturen (< -20 °C): SAE 
    5W-30.
    Gebruik olie zonder toevoegingen.
    Doe er niet te veel olie in. Dit kan tot oververhit-
    ting van de motor leiden.  
    						
    							84
    NEDERLANDSNL
    OLIEFILTER – MOTOR (Pro16 - 
    Pro20)
    Vervang het oliefilter om de 100 werkuren of één 
    keer per seizoen.
    Voordat u het nieuwe filter vastschroeft, moet de 
    filterpakking ingesmeerd worden met motorolie. 
    Schroef het filter met de hand vast tot de filterpak-
    king de filterbevestiging raakt. Nog ½ tot ¾ slag 
    verder vastdraaien (afb. 18).
    Start de motor en laat deze 30 seconden stationair 
    draaien om te zien of er een lek is. Zet de motor af. 
    Controleer het oliepeil. Indien nodig de olie bij-
    vullen tot aan de aanduiding FULL.
    LUCHTFILTER - MOTOR
    (Senator - President - Pro16 - Pro20):
    Reinig het voorfilter (= schuimplastic) om de 3 
    maanden of om de 25 werkuren, afhankelijk van 
    wat het eerst van toepassing is.
    Reinig het papierfilter jaarlijks of om de 100 
    werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toe-
    passing is.
    Royal:
    Reinig het luchtfilter om de 3 maanden of om de 
    50 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toe-
    passing is.
    Reinig het papierfilter jaarlijks of om de 200 
    werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toe-
    passing is.
    Alle modellen:
     Opmerking! Reinig beide filters vaker indien de 
    machine in stoffige omstandigheden moet werken.
    1. Draai de vleugelmoer onder de benzinetank los 
    en verplaats deze naar achteren (afb. 16). Maak 
    ook de accu los om makkelijker bij het luchtfilter 
    te kunnen (geldt voor de Pro16-Pro20). 
    2. Neem de luchtfilterkap weg (afb. 19-21). 
    3. Demonteer het papierfilter en het voorfilter (= 
    schuimplastic filter). Zorg ervoor dat de carbura-
    teur niet vuil wordt. Maak het luchtfilterhuis 
    schoon.
    4. Reinig het voorfilter in vloeibaar afwasmiddel 
    en water. Wring het filter uit tot het droog is. Giet 
    een beetje olie op het filter en knijp de olie erin.
    5. Maak het papierfilter als volgt schoon: klop het 
    lichtjes tegen een vlak oppervlak. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervangen.
    6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
    Bij het schoonmaken van het papierfilter mogen 
    geen oplosmiddelen op basis van petroleum 
    worden gebruikt. Deze oplosmiddelen beschadi-
    gen het filter onherstelbaar. 
    Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van 
    het papierfilter. Het papierfilter mag niet met olie 
    worden ingesmeerd. 
    LUCHTFILTER – KATALYSATOR 
    (Pro20 Cat)
    Reinig het luchtfilter van de katalysator om de 3 
    maanden of om de 25 werkuren, afhankelijk van 
    wat het eerst van toepassing is.
    1. Verwijder het deksel door met een beitel of iets 
    dergelijks een borgknop in te drukken (afb.
    2. Verwijder het schuimplastic filter en reinig het 
    met vloeibaar afwasmiddel en water. Wring het fil-
    ter uit tot het droog is. Het filter niet oliën.
    3. Zet het filter terug en maak het deksel vast.
    BOUGIE
    Gebruik uitsluitend een Briggs & Stratton ontstek-
    ingstester om de vonk bij de bougie/bougies te 
    controleren (afb. 23).
    Vervang de bougie om de 100 werkuren of een-
    maal per seizoen. Voor het vervangen van bougies 
    zit in de accessoirezak bougiebus A en draaipen B.
    De motorfabrikant raadt het volgende aan:
    Senator-President: Champion J19LM
    Royal: NGK BPR5ES of DENSO W16EPR-U
    Pro16-Pro20: Champion RC12YC
    Elektrodenafstand: 0,75 mm.
    KOELLUCHTINLAAT - MOTOR
    De motor is luchtgekoeld. Door een verstopt koel-
    systeem raakt de motor beschadigd. De motor 
    moet om de 100 werkuren of ten minste eenmaal 
    per jaar schoongemaakt worden.
    Maak de ventilatorkap los. Maak de koelribben 
    van de cilinder, de ventilator en het draaiende 
    rooster schoon (afb. 24-25). Vaker schoonmaken 
    als u droog gras maait. 
    ACCU
    De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft  
    						
    							85
    NEDERLANDSNL
    een uitgangsspanning van 12 V. De accu is onder-
    houdsvrij.  U hoeft het electrolytniveau niet te con-
    troleren of bij te stellen.
    U vindt de accu bij aflevering in de doos met ac-
    cessoires.
    De accu moet volledig zijn opgeladen 
    voordat u deze voor de eerste keer gaat 
    gebruiken. De accu moet altijd volledig 
    opgeladen worden bewaard. Als de 
    accu langer dan 10 dagen onopgeladen 
    wordt bewaard, kan deze beschadigd 
    raken. 
    Als de machine voor langere tijd (meer dan 1 
    maand) niet wordt gebruikt, moet de accu worden 
    opgeladen, worden verwijderd en dan worden be-
    waard op een koele, droge en veilige plaats. Laad 
    de accu helemaal op voordat u hem terug plaatst.
    De accu kan op 2 manieren worden opgeladen:
    1. Met een acculader (aanbevolen). De oplader 
    moet een constante spanning hebben. De accu 
    kan beschadigd raken als er een standaard op-
    lader (voor zure accus) wordt gebruikt. 
    Stiga raadt de acculader met artikelnummer 
    1136-0602-01 aan, die u kunt bestellen bij een 
    erkende leverancier.
    2. U kunt de accu ook via de motor opladen. In dit 
    geval is het heel belangrijk dat wanneer u de 
    machine voor de eerste keer start en wanneer hij 
    lange tijd niet gebruikt werd, de motor tenmin-
    ste 45 minuten ononderbroken loopt.
     Zorg dat de accu geen kortsluiting 
    maakt. Dan kunnen er vonken en brand 
    ontstaan. Zorg dat metalen sieraden 
    niet in contact kunnen komen met de 
    contactpunten van de accu.
    Als er schade is ontstaan aan de behuiz-
    ing, het deksel of de contactpunten van 
    de accu of als er interferentie optreedt 
    bij de strip die over de kleppen ligt, 
    moet de accu vervangen worden.
    Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze 
    schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met 
    een staalborstel en smeer ze in met vet.
    SMEREN - CHASSIS
    Het gelede midden van de machine heeft vier 
    smeernippels die om de 25 werkuren gesmeerd 
    moeten worden met universeel vet 
     (afb. 26). Opmerking: De vierde smeernippel is niet zicht-
    baar op de afbeelding. Deze zit aan de onderzijde, 
    bij de voorste onderlegring van de rotatie-as.
    Senator-President-Royal:
    Smeer de stuurkabels en de stuurketting een paar 
    keer per seizoen met universeel vet.
    Pro16-Pro20:
    Smeer de stuurkettingen een paar keer per seizoen 
    met universeel vet. Indien de stuurkettingen erg 
    vuil zijn moet u de kettingen demonteren, wassen 
    en vervolgens opnieuw smeren.
    Alle kunststoflagers moeten een paar keer per 
    seizoen gesmeerd worden met universeel vet. 
    De verbindingen van de spanarm moeten een paar 
    keer per seizoen gesmeerd worden met motorolie.
    Druppel meermaals per seizoen een beetje motor-
    olie in beide einden van de bedieningskabels.
    Senator:
    De versnellingsbak is bij aflevering van de fabriek 
    gevuld met olie (SAE 80W-90). Als hij niet 
    geopend wordt (mag uitsluitend door een vakman 
    gebeuren), hoeft men in de regel geen olie bij te 
    vullen. 
    STUURKABELS (Senator - President 
    - Royal)
    Stel de stuurkabels de eerste keer na 2 - 3 uur rijden 
    bij, vervolgens om de 25 werkuren.
    Zet de machine in de recht vooruit-stand.
    Span de stuurkabels door de moeren aan de onder-
    kant van het gelede midden (afb. 27) aan te 
    draaien. De schroefuiteinden van de stuurkabels 
    moeten tijdens het bijstellen worden vastge-
    houden, zodat de kabels niet draaien. Pak de 
    schroefuiteinden beet met een tang of iets 
    dergelijks. Span aan tot er geen speling meer is.
    Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand 
    van het stuur niet verandert. 
    Als het bijstellen klaar is, draai dan het stuur in 
    beide richtingen zover u kunt. Let erop dat de ket-
    ting niet in de kabelwielen loopt en dat de kabels 
    niet in de stuuraandrijving lopen. 
    Span de stuurkabels niet te strak. Daarmee wordt 
    het sturen zwaarder, terwijl de slijtage van de ka-
    bels toeneemt. 
    						
    							86
    NEDERLANDSNL
    STUURKETTINGEN (Pro16 - Pro20)
    Stel de stuurkettingen om de 50 werkuren bij.
    Zet de machine in de recht vooruit-stand.
    Span de stuurkettingen door de moeren aan de 
    onderkant van het gelede midden (afb. 27). Span 
    aan tot er geen speling meer is. 
    Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand 
    van het stuur niet verandert.
    Span de stuurkettingen niet te strak. Daarmee 
    wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van 
    de kabels toe.
    OCTROOI - ONTWERPREGIS-
    TRATIE
    Deze machine of onderdelen van deze machine 
    valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer-
    pregistratie:
    9900627-2 (SE), SE00/00250 (PCT), 9901091-0 
    (SE), SE00/00577 (PCT), 9901730-3 (SE), SE00/
    00895 (PCT), 9401745-6 (SE), SE95/00525 
    (PCT), 595 7497 (US), 95920332.4 (EPC).
    99 1095 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734 
    (IT), 577 251-253 (FR), 115325 (US).
    STIGA behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande 
    aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen.  
    						
    							87
    ITALIANOIT
    GENERALITÀ
    Questo simbolo indica AVVERTENZA. 
    In caso di inosservanza delle istruzioni 
    fornite, è possibile che ne derivino lesio-
    ni a persone e/o danni a cose.
    Prima di mettere in moto leggere atten-
    tamente queste istruzioni per l’uso e le 
    “NORME DI SICUREZZA“.
    SIMBOLI
    I seguenti simboli vengono utilizzati sulla macchi-
    na per ricordare l’attenzione con cui la si deve uti-
    lizzare.
    Significato dei simboli:
    Avvertenza!
    Prima di utilizzare la macchina leggere at-
    tentamente il manuale di istruzioni e il 
    manuale della sicurezza.
    Avvertenza!
    Fare attenzione a eventuali oggetti sparsi. 
    Fare attenzione a eventuali persone pre-
    senti sul posto.
    Avvertenza!
    Usare sempre cuffie protettive.
    Attenzione
    Questa macchina non è destinata al traffi-
    co sulla pubblica via.
    Avvertenza!
    Questa macchina, con accessori originali 
    installati, può procedere con un’inclinazi-
    one massima di 10°, a prescindere dalla 
    direzione.
    Avvertenza!
    Vi è il rischio di lesioni da schiacciamen-
    to. Tenere mani e piedi lontani dal giunto 
    articolato dello sterzo.
    Avvertenza!
    Vi è il rischio di ustionarsi. Non toccare il 
    silenziatore /marmitta catalitica. 
    COMANDI E STRUMENTI
    Punti 1 - 20, vedere figg. 1 - 9.
    1. SOLLEVATORE ATTREZZI
    (Senator - President - Royal - Pro16)
    Pedale per il sollevamento in posizione di trasporto 
    dell’attrezzo montato frontalmente. 
    Per il sollevamento dell’attrezzo, premere comple-
    tamente il pedale. Rilasciare quindi il pedale. Il 
    sollevatore attrezzi è ora bloccato in posizione 
    sollevata.
    Per abbassare l’attrezzo, premere completamente 
    il pedale in modo da disinserire il fermo. Ab-
    bassare il sollevatore attrezzi in posizione di lavoro 
    premendo leggermente il pedale.
    2. SOLLEVATORE IDRAULICO 
    (Pro20)
    Sollevatore attrezzi idraulico per il sollevamento 
    in posizione di trasporto dell’attrezzo montato 
    frontalmente. 
    Per sollevare l’attrezzo, premere la 
    parte posteriore dell’interruttore. 
    Rilasciare l’interruttore quando viene 
    raggiunta la posizione desiderata.
    Per abbassare l’accessorio, premere 
    la parte anteriore dell’interruttore. 
    L’interruttore rimane in posizione ab-
    bassata e il sollevatore attrezzi viene 
    abbassato fino a raggiungere una po-
    sizione oscillante. Ciò significa che 
    l’attrezzo può seguire la conformazi-
    one del terreno.
    Per l’utilizzo normale, si raccomanda di mantenere 
    la posizione oscillante, con l’interruttore inclinato 
    in avanti. Per chiudere il sollevatore attrezzi, po-
    sizionare l’interruttore in folle.
    3A. FRENO/FRIZIONE
    (Senator)
    Pedale combinato freno e frizione. Tre posizioni:
    1. Pedale in riposo: la trazione in 
    avanti è inserita. Inserendo una 
    marcia la macchina si muove. Il 
    freno non è inserito.
    2. Pedale premuto a metà: la 
    trazione in avanti è disinserita, è 
    possibile cambiare marcia. Il 
    freno non è inserito.
    3. Pedale completamente pre-
    muto: la trazione in avanti è di-
    sinserita. Il freno è 
    completamente inserito. 
    						
    							88
    ITALIANOIT
    N.B! Non regolare la velocità di marcia agendo sul 
    pedale della frizione e lasciandola slittare. Scalare 
    invece su una marcia più adeguata.
    3B. FRENO
    (President - Royal - Pro16 - Pro20)
    Pedale che aziona l’impianto frenante della 
    macchina. Tre posizioni:
    1. Pedale in riposo; il freno non 
    è inserito.
    2. Pedale premuto a metà; la 
    trazione in avanti è disinserita. Il 
    freno non è inserito.
    3. Pedale completamente pre-
    muto: la trazione in avanti è di-
    sinserita. Il freno è 
    completamente inserito.
    4. FRENO DI STAZIONAMENTO
    Fermo che blocca il pedale del freno in posizione 
    completamente premuta. 
    Premere a fondo il pedale del freno. 
    Spostare il fermo a destra, quindi rilascia-
    re il pedale del freno.
    Il freno di stazionamento si disattiva premendo 
    leggermente il pedale del freno. La molla di ritorno 
    del fermo lo fa tornare in posizione di riposo. 
    Controllare che il freno di stazionamento sia disin-
    serito, prima di ripartire con la macchina. 
    5. PEDALE DELLA TRASMISSIONE 
    (President - Royal - Pro16 - Pro20)
    Il pedale agisce sulla trasmissione idrostatica.
    1. Premendo il pedale con la 
    punta del piede la macchina si 
    sposta in avanti.
    2. Pedale in posizione di riposo: 
    la macchina è ferma.
    3. Premendo il pedale con il tal-
    lone la macchina retrocede.
    Questo pedale regola anche la velocità della 
    macchina. Più forte viene premuto il pedale, mag-
    giore è la velocità.
    6. VOLANTE REGOLABILE (Presi-
    dent - Royal - Pro16 - Pro20)
    Il volante può essere regolato in altezza in 5 posiz-ioni. Inserire il fermo sul piantone dello sterzo per 
    sollevare o abbassare il volante nella posizione de-
    siderata.
    Non regolare il volante durante la marcia.
    7. COMANDO DEL GAS/ARIA
    Comando per la regolazione del regime del motore 
    e per chiudere l’aria in caso di partenze a freddo. 
    (Non vale su Pro16-Pro20, che hanno un comando 
    dell’aria separato, vedere punto 8). 
    1. Aria - per l’avviamento a freddo del 
    motore. Comando posto in alto nella 
    scanalatura (non su Pro16-Pro20). Evitare 
    di guidare la macchina in questa posizione 
    e ricordarsi di spostare il comando su pi-
    eno gas (vedi sotto) quando il motore è 
    caldo.
    2. Pieno gas - da utilizzare sempre durante 
    l’impiego della macchina.
    3. Minimo.
    8. COMANDO DELL’ARIA (Pro16 - 
    Pro20)
    Comando per chiudere l’aria in caso di partenze a 
    freddo.
    1. Comando completamente in fuori - ch-
    iusa la farfalla dell’aria nel carburatore. 
    Per avviamento a freddo.
    2. Comando spinto in dentro - aperta la 
    farfalla. Per partenze a caldo e durante la 
    guida. 
    Quando il motore è caldo, non procedere con 
    l’aria chiusa.
    9. BLOCCHETTO DI ACCENSIONE/
    INTERRUTTORE DEI FARI
    Blocchetto di accensione per l’avviamento e l’ar-
    resto del motore. Contiene anche l’interruttore dei 
    fari (Senator non ha i fari). Quattro posizioni:
    1. Posizione di arresto - il motore è corto-
    circuitato. La chiave può essere estratta.
    2. Posizione di marcia - fari accesi. 
    						
    							89
    ITALIANOIT
    3. Posizione di marcia - fari spenti.
    4. Posizione di avviamento - girando ulte-
    riormente la chiave parte il motorino di 
    avviamento. Quando il motore è in moto, 
    rilasciare la chiave, che torna in posizione 
    di marcia 3.
    Per accendere i fari, portare la chiave in posizione 
    di marcia 2.
    N.B! Girando la chiave dalla posizione di arres-
    to alla posizione di marcia 2, si accendono i fari. 
    In questa posizione si utilizza la batteria. Non 
    lasciare la macchina con la chiave in posizione 2 
    (indicazioni valide per Pro16-Pro20).
    10. LEVA DEL CAMBIO (Senator)
    Leva per selezionare una delle cinque marce (1-2-
    3-4-5), folle (N) e retromarcia (R).
    Per il cambio di marcia, premere a fondo il pedale 
    della frizione.
    N.B! Prima di passare dalla retromarcia ad una 
    marcia avanti e viceversa, assicurarsi che la 
    macchina sia ferma. Se la marcia non vuole en-
    trare, rilasciare il pedale della frizione, premere di 
    nuovo il pedale e riprovare. Non forzare mai il 
    cambio.
    11. PRESA DI FORZA (Senator - 
    President - Royal - Pro16)
    Leva per l’inserimento e l’esclusione della presa di 
    forza per azionare accessori montati frontalmente. 
    Due posizioni:
    1. Leva in avanti - presa di forza disinseri-
    ta.
    2. Leva all’indietro - presa di forza inseri-
    ta. 
    12. PRESA DI FORZA (Pro20)
    Interruttore per l’inserimento e l’esclusione della 
    presa di forza elettromagnetica per l’azionamento 
    degli accessori montati frontalmente. Due posizio-
    ni:1. Premere la parte anteriore dell’interrut-
    tore - si inserisce la presa di forza. Il sim-
    bolo si illumina.
    2. Premere la parte posteriore dell’inter-
    ruttore - si disinserisce la presa di forza. 
    13. BLOCCO DEL DIFFERENZIALE 
    (Pro16 - Pro20)
    Leva per l’inserimento del blocco del differen-
    ziale. Migliora la tenuta di strada bloccando le 
    ruote posteriori, in modo che entrambe le ruote 
    girino allo stesso numero di giri. Due posizioni:
    1. Posizione in avanti - il blocco del differ-
    enziale non è inserito. Per marcia normale.
    2. Leva all’indietro – il blocco del differ-
    enziale è inserito. Funziona sia in marcia 
    avanti che in retromarcia.
    Il blocco del differenziale risulta particolarmente 
    vantaggioso quando le ruote posteriori sono cari-
    cate in modo non omogeneo. Ad esempio, quando 
    si procede lungo un pendio, la ruota posteriore più 
    in alto è sottoposta ad un carico minore oppure 
    quando si effettua una curva stretta, la ruota poste-
    riore interna è sottoposta ad un carico minore.
    Anche in inverno, durante la marcia su terreni 
    sdrucciolevoli, questa funzione migliora l’aderen-
    za al terreno se non sono state montate catene da 
    neve.
    Quando è inserito il blocco del differenziale, lo 
    sterzo è più duro da girare. Non girare il volan-
    te.
    14. CONTAORE (President - Royal - 
    Pro16 - Pro20)
    Indica le ore di guida effettuate. È attivo soltanto a 
    motore in moto.
    15. ACCELERATORE A MANO (Roy-
    al - Pro16 - Pro20)
    Interruttore per attivare l’acceleratore a mano. Con 
    l’acceleratore a mano è possibile bloccare il pedale 
    della trasmissione (5) nella posizione desiderata. 
    In tal caso non è necessario usare il piede destro. 
    						
    							90
    ITALIANOIT
    1. Premere il pedale della trasmissione 
    fino a raggiungere la velocità desiderata. 
    Premere poi la parte anteriore dell’inter-
    ruttore per attivare l’acceleratore a mano. 
    Il simbolo si illumina.
    2. Escludere l’acceleratore a mano pre-
    mendo la parte posteriore dell’interrut-
    tore. 
    16. REGOLAZIONE DELL’ALTEZZA 
    DI TAGLIO (Royal - Pro16 - Pro20)
    La macchina è predisposta per l’utilizzo del piano 
    di taglio con regolatore elettrico dell’altezza di 
    taglio (accessorio opzionale).
    L’interruttore permette la regolazione 
    continua dell’altezza di taglio. 
    Il contatto per collegare il piano di taglio è ubicato 
    sul lato destro, davanti alla ruota anteriore (fig. 2).
    17. RASTRELLO POSTERIORE 
    (Pro20)
    La macchina è predisposta per l’utilizzo di un ras-
    trello posteriore a sollevamento ed abbassamento 
    elettrico (accessorio opzionale). 
    L’interruttore permette di sollevare ed ab-
    bassare il rastrello.
    I cavi per collegare il rastrello posteriore alla 
    macchina sono ubicati sul retro della macchina, sul 
    lato superiore del paraurti a sinistra.  (Pro16 è pre-
    disposto per il rastrello posteriore).
    18. SPANDISABBIA (Pro20)
    La macchina è predisposta per l’utilizzo di uno 
    spandisabbia elettrico (accessorio opzionale). 
    Questo interruttore si utilizza per inserire 
    e disinserire lo spandisabbia.
    Il contatto per collegare lo spandisabbia alla 
    macchina è ubicato sul retro della macchina, sul 
    lato superiore del paraurti a sinistra.  (Pro16 è pre-
    disposto per lo spandisabbia).
    19. LEVA DI ESCLUSIONE (President 
    - Royal - Pro16 - Pro20)
    Leva che esclude la trasmissione idrostatica. Per-
    mette di spostare la macchina senza mettere in mo-
    to. Due posizioni:1. Leva all’indietro - trasmis-
    sione inserita per l’uso normale.
    2. Leva in avanti - trasmissione 
    esclusa. La macchina può essere 
    spostata a mano.
    Evitare di trainare la macchina 
    su lunghe distanze o ad alte velocità. La trasmis-
    sione potrebbe risultare danneggiata. 
    20. INDICATORE DELLA BENZINA/
    TAPPO DEL CARBURANTE
    Tappo del carburante con indicatore della 
    benzina incorporato che mostra la quantità 
    di benzina presente nel serbatoio (Royal-
    Pro16-Pro20).
    Senator e President sono dotati di tappo del car-
    burante senza indicatore della benzina.
    Il serbatoio del carburante ha una capacità di circa 
    11,5 litri.
    SETTORI DI APPLICAZIONE
    La macchina può essere impiegata esclusivamente 
    per i seguenti lavori, utilizzando gli accessori STI-
    GA indicati:
    1. Tosatura di prati
    Con piatto di taglio 13-2939 (92M), 13-2927/
    13-2935 (107M), 13-2917 (110S), 13-2915/13-
    2921 (121M) oppure tosaerba a zappette 13-
    1977.
    2. Pulitura
    Con rullo spazzola 13-1933 oppure rullo spaz-
    zola con funzione di raccolta 13-1939. Si racco-
    manda di dotare il primo di parapolvere 13-
    1936.
    3. Spalatura di neve
    Con pala da neve 13-0918 oppure spazzaneve 
    13-1948. Si raccomandano le catene da neve 
    13-1956 (16“)/13-0902 (17“) e i contrappesi per 
    le ruote 13-0923.
    4. Raccolta di erba e foglie
    Con raccoglierba a rimorchio 13-1978 (30“) o 
    13-1950 (42“).
    5. Trasporto di erba e foglie
    Con carrello 13-1979 (Standard), 13-1988 
    (Maxi) o 13-1992 (Combi).
    12V 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Tractor 8211 0276 03 Stiga Park Operators Manual