Yamaha Dtxpress 3 User Manual
Have a look at the manual Yamaha Dtxpress 3 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 255 Yamaha manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
11 Speciale set De trigger-instellingen van de DTXPRESS III moeten worden aangepast aan het soort drums dat u gebruikt (Standaardset/Speciale set/Akoestische drums enz.). Raadpleeg “Selecteren van de trigger setup” op de volgende pagina over het selecteren van de meest geschikte setup. op 1 KICK op 2 SNAREop 3 TOM1 op 4 TOM2 op 5 TOM3op 6 RIDE op 7 CRASH1 op 8 HI HAT HI HAT CONTROLop 9 CRASH2 Installatie * * Bij gebruik van een dubbel voetpedaal raden we u aan de poot aan de linkerkant van de stellage iets te draaien zodat er meer ruimte komt voor het voetpedaal. (Vergeet niet de bouten los te draaien voor u de poot verdraait. Doet u dit niet, dan kan de stellage schade oplopen.)
12 Installatie Selecteren van de trigger setup Via deze instelling kunt u de trigger setup kiezen die het best overeenkomt met de drumset die u gebruikt. Als u het soort drumset dat u gebruikt omschakelt op de DTXPRESS III, dient u de onderstaande procedure te gebruiken om de juiste setup te kiezen. 1. Druk op de [TRIG] toets om het trigger setup display te laten verschijnen. 2. Gebruik de [VALUE–]/[VALUE+] toetsen om de trigger setup te kiezen die het best past bij de drumset die u gebruikt. TRIG __________ 1 STD Med 1 TRIG __________ 1 STD Med 1 Trigger setup lijst 1 STD Med (voor Standaard drumset) Normale instelling 2 STD Dyna (voor Standaard drumset) Groot dynamisch bereik. Deze instelling is geschikt voor reproductie van subtiele uitdrukkingsmogelijkheden over een groot dynamisch bereik. Te veel vibratie kan echter lei- den tot crosstalk (geluidsoverdracht van andere pads). 3 STD Easy (voor Standaard drumset) Beperkt dynamisch bereik voor een stabiele triggerdetectie. Deze instelling is geschikt voor een minder expressieve maar vloeiender en uniformer geluid. 4 SP Med (voor Speciale drumset) Normale instelling 5 SP Dyna (voor Speciale drumset) Groot dynamisch bereik. Deze instelling is geschikt voor reproductie van subtiele uitdrukkingsmogelijkheden over een groot dynamisch bereik. Te veel vibratie kan echter lei- den tot crosstalk (geluidsoverdracht van andere pads). 6 SP Easy (voor Speciale drumset) Beperkt dynamisch bereik voor een stabiele triggerdetectie. Deze instelling is geschikt voor een minder expressieve maar vloeiender en uniformer geluid. 7 DT10/20 (voor de DT10/20) Voor DT10/20 triggersystemen met akoestische drums 8 UserTrig — 11 UserTrig (voor de gebruiker zelf) Hiermee kan de gebruiker zelf de trigger instellingen aan- passen. (Instellingen wijzigen via de modus [Trigger Setup Edit] (Reference Guide: P. 11)) Trigger setup Advies over aansluitingen • De trigger-ingangsaansluitingen van 1 KICK t/m 8 HI HAT zijn alle stereo-aansluitingen. Pads met triggerschakelaars zoals de TP65S, PCY65S, PCY130S enz. kunnen ook met deze aansluitingen worden verbonden. • 3-Zone pads zoals de TP65S kunnen worden aangesloten op de ingangen 2 SNARE, 6 RIDE en 7 CRASH1. • De instellingen voor de ingangsaansluitingen van de DTXPRESS III zijn voorgeprogrammeerd voor pads die overeenkomen met de labels van de ingangsaansluitingen (KICK, SNARE enz.). Als er een ander soort pad wordt aangesloten op een dergelijke in- gang, moet u de daarbij behorende instellingen (gevoeligheid enz.) aanpassen aan deze pad. • Gevoeligheid wordt ingesteld in de modus Trigger Setup Edit [1- 1. Pad Type] (Reference Guide: p. 12). • De invoergevoeligheidsschakelaars (INPUT ATTENUATION) zijn schakelaars die corresponderen met de trigger-aansluitingen 1 KICK-6 RIDE. De L-stand van de schakelaar correspondeert met een lage gevoe- ligheid voor pads als TP, KP, PCY en PB. De H-stand correspon- deert met een hoge gevoeligheid die geschikt is voor bijvoorbeeld de DT20 Drum Trigger. • De HH serie Hi-Hat Controller kan worden gebruikt als voetpedaal (wijzig de instellingen onder [1-1, Pad Type] (Reference Guide: P.12)). • Naast de 1 KICK-aansluiting kan de 9 CRASH2/10-aansluiting worden gebruikt voor het aansluiten van een tweede bassdrum- pedaal om dubbele bassdrums te creëren. • De aansluitingen 9 CRASH2/10 corresponderen met een dubbele trigger-invoer die gebruikmaakt van een stereoaansluiting voor L (9) en R (10). U kunt een conversiekabelplug gebruiken (stereoplug m monoplug x2) voor de invoer van twee afzonderlijke trigger-signalen. Wanneer er een stereokabel wordt gebruikt om de KP65 Kick Pad aan te sluiten, kunt u de ingangsaansluiting van de KP65 ge- bruiken als ingangsaansluiting voor de trigger ingang 10 van de DTXPRESS III (wijzig de instellingen onder [2-3. Input Exchange] (Reference Guide: P. 15).
13 Drumtriggers verwijderen Verwijder bij het vervangen van het slagvel eerst voorzichtig de drumtrigger-sensoren met bijvoorbeeld een mes, voordat u de span- rand losmaakt. * Trek de trigger niet aan het snoer los. Installatie Drumtrigger bevestigen Voer de onderstaande procedure uit om de drumtrigger-sensoren aan de akoestische drums te bevestigen. • Bevestiging aan de bassdrum Bevestig de drumtrigger-sensor op het slag- vel van de bassdrum, tegen de rand aan. * De sensor mag niet in contact komen met de rand. • Bevestiging aan de snaredrum Bevestig de drumtrigger-sensor op het slag- vel van de bassdrum, tegen de rand tegen- over de drummer. * De sensor mag niet in contact komen met de rand. • Bevestiging aan de toms Bevestig de drumtrigger-sensor op de ke- tel, tegen de rand aan. * De sensor mag niet in contact komen met de rand. * Kies voor de trigger zo’n positie dat an- dere instrumenten (drum of percussie) er geen invloed op hebben. Als bijvoorbeeld de optionele Yamaha DT20 Drum Triggers zijn aangesloten op een set akoestische drums, kunnen deze drums worden aangesloten op de DTXPRESS III. Voorbeeld van een installatie met akoestische drums en drumpads Sluit de uitvoerkabels van de pads en de drumtriggers aan op de aansluitingen op het achterpaneel van de DTXPRESS III. Dit wordt in de onder- staande afbeelding geïllustreerd * Als u de drumtriggers gebruikt, moet u de juiste instellingen opgeven in de modus Trigger Setup Edit [1-1. Pad Type] (Reference Guide : p. 12). Installatie met akoestische drums Onderhoud van de drumtriggers • Het oppervlak van het slagvel of de ketel waarop de trigger wordt bevestigd mag niet vuil of vet zijn. Reinig het oppervlak daarom eerst met bijvoorbeeld alcohol. • Bevestig de sensoren en snoeren met tape om te voorkomen dat de snoeren breken als gevolg van de vibratie van de drum- rand. • Ongelijke vibraties en aanhoudende resonans op het slagvel of de ketel kan dubbele triggering veroorzaken. Dit kan worden voorkomen door het slagvel van een demper te voorzien en de vibratie zoveel mogelijk te beperken. Wij adviseren u de Yamaha dempring te gebruiken. • Als u de drumtriggers opnieuw wilt bevestigen, moet u eerst alle gebruikte tape verwijderen en nieuwe tape aanbrengen. Gebruikte tape kan problemen veroorzaken als onvoldoende gevoeligheid, dubbele triggering, enzovoort. op 7 CRASH1 op 3 TOM1 op 6 RIDEop 4 TOM2 op 2 SNARE op 5 TOM3op 8 HI HAT op 1 KICK op 9 CRASH2/109 10
14 Mengpaneel of audioapparatuur aansluiten Door de aansluitingen OUTPUT L/MONO en R aan de achterzijde van de DTXPRESS III te verbinden met een mengpaneel of audioapparatuur, is het mogelijk om via externe luidsprekers audio te reproduceren of uw eigen muziek op te nemen. • Luidsprekers met ingebouwde versterkers. * OUTPUT is een standaardaansluiting die geschikt is voor mono-invoer. Gebruik een kabel met een plug die geschikt is voor het desbetreffende apparaat. * Gebruik de OUTPUT L/MONO-aansluiting op de DTXPRESS III wanneer u een apparaat voor invoer van een monosignaal aansluit. Installatie •Op de DTXPRESS III gemaakte muziek opnemen op een cassettedeck. MIDI-apparaat aansluiten Gegevens die zich in de DTXPRESS III bevinden, kunnen niet alleen wor- den opgeslagen (Bulk Dump) op bijvoorbeeld een Yamaha MIDI Data Filer MDF3, maar ook op een ander MIDI-apparaat. Het is ook mogelijk om de toongenerator van de DTXPRESS III aan te sluiten op een externe sequencer. Bovendien biedt het gebruik van MIDI-functies voor een groot aanbod aan mogelijkheden met de DTXPRESS III. Raadpleeg de sectie [MIDI gebruiken] (p. 27) voor informatie over het gebruik van MIDI-functies. Computer aansluiten De DTXPRESS III is voorzien van een ingebouwde MIDI-interface. Hier- mee kan de DTXPRESS III via de TO HOST-aansluiting rechtstreeks worden verbonden met de seriële poort van de computer. Met sequencersoftware die op de computer is geïnstalleerd, kunnen de keyboardvoices van de DTXPRESS III worden aangestuurd. De sequencegegevens uit de DTXPRESS III kunnen in de computer worden gewijzigd. Raadpleeg de sectie [Computer aansluiten] (p. 28) voor meer informatie. • MIDI-gegevens verzenden Verbind de MIDI OUT-aansluiting op de DTXPRESS III via een MIDI- kabel met de MIDI IN-aansluiting op het externe MIDI-apparaat. Zet de HOST SELECT-schakelaar in de stand “MIDI”. • MIDI-gegevens ontvangen Verbind de MIDI IN-aansluiting op de DTXPRESS III via een MIDI-ka- bel met de MIDI OUT-aansluiting op het externe MIDI-apparaat. Zet de HOST SELECT-schakelaar in de stand “MIDI”. Gebruik altijd een standaard MIDI-kabel voor het aansluiten van apparatuur. De MIDI-kabel mag niet langer zijn dan 15 meter. Een langere kabel kan leiden tot ongelijkmatige werking en an- dere problemen. MIDI-apparaat Instellen op “MIDI” MIDI-gegevens DTXPRESS III MIDI-apparaat Instellen op “MIDI” MIDI-gegevens DTXPRESS III
15 ■ cd-speler, enz. aansluiten (AUX IN-aansluiting) De audio-uitvoer van een cd-speler of cassettedeck die is verbonden met de AUX IN-aansluiting (stereo mini) op het voorpaneel kan worden ge- mengd met het geluid van de DTXPRESS III en via de uitgangen op het achterpaneel worden verzonden. Deze functie komt van pas wanneer u met uw favoriete song wilt meespelen of met vrienden muziek maakt. Het volume van het externe signaal wordt geregeld met de knop AUX IN VOL . ■ Voeding aansluiten Een speciale netvoedingsadapter voorziet de DTXPRESS III van stroom. Zorg ervoor dat het toestel uit staat en sluit de netstroomadapter aan op de DC IN aansluiting op het achterpaneel. Zet het snoer goed vast met behulp van de snoerhaak zodat het niet per ongeluk kan losraken. Installatie ■Hoofdtelefoon aansluiten (PHONES-aansluiting) Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES-aansluiting (stereo standaard) op het voorpaneel om op deze manier naar de DTXPRESS III te luisteren. Het volume voor de hoofdtelefoon wordt geregeld met de knop POWER/ VOL. Denk bij het gebruik van een hoofdtelefoon aan uw gehoor. Stel het volume in op een aanvaardbaar niveau. Gebruik UITSLUITEND een Yamaha PA-3C netstroomadapter (of andere specifiek door Yamaha aan- bevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan leiden tot onherstelbare schade aan zowel de adapter als het instrument. Koppel de adapter los wanneer u de DTXPRESS III lan- gere tijd niet gebruikt. Snoerhaak Voordat u de DTXPRESS III aanzet, moet u het volgende doen: •Draai de knop POWER/VOL helemaal naar links (mi- nimaal volume) voordat u de DTXPRESS III aanzet. Zo voorkomt u beschadiging van de luidsprekers, de hoofdtelefoon en de DTXPRESS III. •Alle externe apparaten die op de DTXPRESS III is aangesloten, moet zijn uitgezet. Zet altijd eerst de DTXPRESS III en vervolgens pas de aangesloten apparaten aan. Regelt het volume van de hoofdtelefoon. Regelt het volume van de AUX IN-aansluiting. %591@#/05.11.16, 2:10 PM Page 15EPCF1BHF.BLFS+11$
16 Overzicht basisfuncties DTXPRESS III (Lijst met basisfuncties) Speel op de DTXPRESS III mee met uw favoriete cd of md! (Sluit de cd- of md-speler hier aan.) Sluit hier een hoofdtelefoon aan om de DTXPRESS III te beluisteren! Druk op de knop om de DTXPRESS III aan te zetten (ON)! Draai de knop om het algemene volume te regelen (wordt naar de OUTPUT- aansluiting gezonden) . Wordt ook gebruikt voor het regelen van het hoofdtelefoonvolume.Regelt het volume van de song-begeleiding! Houd [SHIFT] ingedrukt en draai deze knop om het vo- lume van de snaredrum te regelen!Regelt het volume van de clickvoice van de me- tronoom! Houd [SHIFT] ingedrukt en draai deze knop om het volume van de bassdrum te regelen! Regelt het volume van een cd- of md- speler! Selecteer de drumset.Stel voor alle pads in de drumset een instrumentvoice in en voeg reverb toe. m Geeft toegang tot de modus Drum Kit Voice Edit. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [VOICE] om het geluid dat op dit moment wordt geproduceerd te laten stoppen. Selecteer de song die weergegeven of opgenomen moet worden. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SONG] om de Song Edit modus te openen. Selecteer welke Trigger Setup u wilt gebruiken. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TRIG] om de Trigger Setup Edit modus te openen.Stel de basisinstellingen en de instellingen voor MIDI en de sequencer van de DTXEXPRESS III in. m Geeft toegang tot de modus Utility. Start/stopt de metronoom! Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze toets om de drumpartij van de song uit te schakelen . Start/stop met het afspelen van de song! Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze toets om de opname te starten. Instellingen opslaan in het geheugen van de DTXPRESS III. Tweede functie instellen voor toetsen en knop- pen.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze toets om de instelling van het tempo weer te geven! Bladert door de vensterpagina’s. Verplaatst de cursor (knipperend teken op venster). Wijzigt de parameterwaarde die met de cursor is geselecteerd. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze toets om het venster Groove Check weer te geven.
17 Overzicht basisfuncties DTXPRESS III (Lijst met basisfuncties) TRIG IN= 1 ( 0%) Gain=64 MVel= 32 Geselecteerde song beluisteren 1.Druk op [SONG] om dit venster te openen: 2.Zorg ervoor dat het songnummer op het display knippert. 3.Selecteer de song met [VALUE–]/[VALUE+]. 4.Druk op [>/] om de song af te spelen! Tempo van de song wijzigen 1.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEt] om dit venster te ope- nen: 2.Zorg ervoor dat de tempowaarde op het display knippert. 3.Stel het tempo in met [VALUE–]/[VALUE+]. Metronoom instellen 1.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEt] om dit venster te ope- nen: 2.Selecteer de parameter die u wilt instellen met [SEL]. De geselecteerde parameter gaat knipperen. 3.Stel de waarde in met [VALUE–]/[VALUE+]. Gevoeligheid van de pad wijzigen 1.Houd [SHIFT] ingedrukt, druk op [TRIG] en druk vervolgens op de [PAGEt] toets om dit venster te openen: Ingangsversterking (gevoeligheid) 2.Sla op de pad die u wilt wijzigen (deze pad wordt geselecteerd). 3.Voer de bewerkingen uit met [SEL] en [VALUE–]/ [VALUE+]. Uitgangsgeluidskwaliteit bewerken 1.Druk op [UTIL] om dit venster te openen: Bass Treble UT TG MASTER EQ Lo=+ 6 Hi=+ 0 2.Selecteer “Lo” (bass) of “Hi” (treble) met [SEL]. 3.Voer de bewerkingen uit met [SEL] en [VALUE–]/ [VALUE+]. 2.Zorg ervoor dat het drumsetnummer op het display knippert. 3.Selecteer een drumset met [VALUE–]/[VALUE+]. Voice-volume voor de afzonderlijke pads wijzigen 1.Druk op [VOICE] en vervolgens op de [PAGEt] toets om dit venster te openen: 2.Sla op de pad waarvan u het voice-volume wilt wijzigen (deze pad wordt geselecteerd). 3.Voer de bewerkingen uit met [SEL] en [VALUE–]/ [VALUE+]. Voice van de pad wijzigen 1.Druk op [VOICE] om dit venster te openen: 2.Sla op de pad waarvan u de voice wilt wijzigen (deze pad wordt gese- lecteerd). 3.Selecteer de voice-categorie en het voice-nummer met [SEL] en [VALUE–]/[VALUE+]. Reverb voor de drumvoice wijzigen 1.Selecteer de drumset waaraan u reverb wilt toevoegen. Druk op [VOICE] en vervolgens op [PAGEs]/[PAGEt] om dit venster te openen. Drumset selecteren 1.Druk op [DRUMKIT] om dit venster te openen: 2.Bewerk het reverbniveau met [SEL] en [VALUE–]/ [VALUE+]. Bewerkte instellingen opslaan 1.Druk op [VOICE], of houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TRIG] om het gewenste modusvenster te openen om de instellingen te kunnen bewerken. 2.Druk op [SAVE/ENT]. 3.Gebruik [VALUE–]/[VALUE+] om het adres dat u wilt opslaan in te stellen. Song-nummer Song-naam SONG ƒ=152 4/4 ƒ 1 K-Wave -ß SONG ƒ=152 4/4 ƒ 1 K-Wave -ß Tempo SONG ƒ=152 4/4 ƒ 1 K-Wave -ß Tempo Beat Noot KIT ´´´´´´´´´´ 1 Acoustic Kit Drumsetnummer Drumsetnaam KIT IN=kick V=- Vol= 116 Pan= C Volumeniveau KIT IN=kick V=- =K/017 BDbasc1 Voice-categorie Voice-nummer KIT IN=kick Reverb send= 15 Reverbniveau Store Drumkit =49 User Kit Adres opslaan 4.Druk op [SAVE/ENT] waarna het bevestigingsvenster verschijnt. Druk nogmaals op [SAVE/ENT].
18 De DTXPRESS III is nu aangesloten. Muziek! 4. Wijzig het instrumentvolume voor de afzonder- lijke pads • Houd [SHIFT] ingedrukt en draai aan de knop CLICK VOL om het volume van de bassdrum te regelen. De DTXPRESS III bespelen! 1. Zet het apparaat aan (ON) Controleer of alle apparaten, pads, externe apparaten, enzovoort juist zijn aangesloten en druk op de knop POWER/VOL op het voorpaneel om de stroomvoorziening in te schakelen (ON). De DTXPRESS III is klaar voor gebruik zodra het onderstaande ven- ster voor het selecteren van de drumset verschijnt: * De laatst geselecteerde drumset wordt weergegeven. Zet altijd eerst de DTXPRESS III aan (ON) en dan pas de audioapparatuur, het mengpaneel of de versterker. Zo voorkomt u beschadiging van de luidsprekers. 2. Sla op een pad Sla op een pad en draai de knop POWER/VOL langzaam naar rechts totdat een aangenaam volumeniveau is bereikt. Het volumeniveau wordt hoger wanneer u de knop naar rechts draait en lager wanneer u de knop naar links draait. 3. Kies een andere drumset Beluister de voices van de verschillende drumsets. De drumsetnummers 1-48 bestaan uit 48 standaarddrumsets die speciaal hiervoor zijn geprogrammeerd. m [Preset Drum Kit List] (Reference Guide : p. 44) Druk op [VALUE–]/[VALUE+] om de gewenste drumset te selecte- ren. Probeer de verschillende drumsets en selecteer er één die u bevalt. * Sommige drumsets bevatten padsongs en drumloopvoices die starten wanneer op de bijbehorende pad wordt gesla- gen.• Houd [SHIFT] ingedrukt en draai aan de knop ACCOMP. VOL om het volume van de snaredrum te regelen. * Wanneer het apparaat wordt uitgezet, worden de begin- waarden van de hierboven beschreven volume-instellingen voor de bass- en snaredrum hersteld. • Druk op [VOICE] en vervolgens op de [PAGEt] toets om de vo- lume-instelling van de op dit moment geselecteerde pad (invoerbron) weer te geven. Sla op de pad waarvan u het volume wilt instellen en regel het vo- lume met [VALUE–]/[VALUE+]. * In hetzelfde venster kunt u ook de pan (de positie van de voice binnen het stereospectrum) van de afzonderlijke pads instellen (Reference Guide : p. 18). TipVolgens de instelling in de modus Utility [1-4. Volume Mode] (Reference Guide : p. 29) kan het volume van het bekken, de drums en andere instrumenten worden geregeld met de bovenstaande knoppen. 5. Wijzig de weergavekwaliteit van de monitor Druk op [UTIL]. In het venster dat verschijnt kunt u de weergavekwaliteit instellen van het audiosignaal dat naar de aanslui- tingen OUTPUT en PHONES wordt verzonden. UT TG MASTER EQ Lo=+ 6 Hi=+ 0 Druk op [SEL] om de knipperende cursor op de positie Lo of Hi te plaatsen. Regel vervolgens de weergavekwaliteit met [VALUE–]/ [VALUE+]. TrebleBass KIT ´´´´´´´´´´ 1 Acoustic Kit Drumsetnaam Drumsetnummer KIT ´´´´´´´´´´ 2 New Beat Drumsetnaam Drumsetnummer Volume KIT IN=snare V=- Vol= 116 Pan= C
19 Laat de metronoom meelopen terwijl u de DTXPRESS III bespeelt. Gebruik de functie Groove Check om uw ritmische nauwkeurigheid te controleren. 2. Gebruik Groove Check Tijdens het bespelen van de pads analyseert de functie Groove Check in de DTXPRESS III uw ritmische nauwkeurigheid en toont de resul- taten. Uw timing wordt vergeleken met de click van de metronoom waarna uw nauwkeurigheid wordt weergegeven. 2-1. Stel de metronoom in Voordat u de functie Groove Check kunt gebruiken, moet u het tempo, de beat en de fijnere kwantisering selecteren voor het gewenste ritme. 2-2. Geef Groove Check weer Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SEL>] om de onderstaande functie Groove Check weer te geven. Meespelen met de metronoom 1. Schakel de metronoom in Druk op [CLICK] om de metronoom te starten. Het lampje in de [CLICK] toets licht op bij elke slag van elke maat. Druk nogmaals op [CLICK] om de metronoom te stoppen. Het volume van de clickvoice regelt u met de knop CLICK VOL. 1-1. Stel het tempo van de metronoom in Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEt]. Het instelvenster voor het tempo verschijnt. Druk op [SEL] om de knipperende cursor op de tempo- waarde te plaatsen en stel het gewenste tempo in met [VALUE–]/ [VALUE+]. Het instelbereik van de tempo is q=30-300. 1-2. Stel de beat van de metronoom in Druk in het bovenstaande instelvenster op [SEL>] om de knippe- rende cursor op de beatwaarde te plaatsen. Stel de gewenste beat in met [VALUE–]/[VALUE+]. Het instelbereik van de beat is 1/4-8/4, 1/8-16/8 of 1/16-16/16. 1-3. Stel de nootwaarde van de metronoom in Druk in het bovenstaande instelvenster op [SEL>] om de knippe- rende cursor op de nootwaarde te plaatsen. Stel het tempo van de click (fijnere kwantisering) in met [VALUE–]/[VALUE+]. 1-4. Geef de clickvoice en andere instellingen op De metronoom produceert drie verschillende clickvoices: “hi” aan het begin van de maat, “mid” op elke kwartnoot en “lo” op beats van fijnere kwantisering. U kunt de clickvoices instellen op elke gewenste voice (van een drum- instrument) en toonhoogte. In de volgende sectie [Meespelen met een song] wordt nader uitge- legd hoe u de voices wijzigt. Raadpleeg de sectie over de modus Utility 4. CLK (Click) Group (Reference Guide : p. 34) voor meer informatie.2-3. Bespeel de pad met de metronoom Druk op [CLICK] om de metronoom te starten en sla op de pad van de snaredrum. • Het nummer achter “Groov=” aan de linkerzijde van het venster geeft de nauwkeurigheid weer van elke slag op de pad. De waarde “–” (min) betekent dat uw timing na de clickvoice was (juiste timing) en de waarde “+” (plus) betekent dat uw timing vóór de clickvoice was. • Het nummer achter “Avg=” aan de rechterzijde van het venster is de globale nauwkeurigheid of het gemiddelde van de waarden ach- ter “Groov=”. U kunt de functie Groove Check gebruiken om de nauwkeurigheid te controleren van een volledige drumpartij of song. De functie Groove Check kan niet alleen worden gebruikt bij de snaredrum, maar bij alle pads van de DTXPRESS III. Verder kunt u het patroon van de metronoom wijzigen in zestienden of triolen. Ex- perimenteer eens met een van de andere instellingen. * Houd [SHIFT] ingedrukt en druk tweemaal op [SEL>] om de beginwaarden te herstellen. TempowaardeNootwaarde SONG ƒ=152 4/4 ƒ 1 K-Wave -ß Beatwaarde GRV -----¨----- Groov=+12Avg=+ 6 Gemiddelde nauwkeurigheid Nauwkeurigheid van elke slag
20 U kunt de metronoom (clickvoice) zo instellen dat deze tege- lijk met de song start en stopt (m [4-5. Click Mode] Reference Guide : p. 35). De DTXPRESS III bevat in totaal 95 standaardsongs om uw ritme te oefenen. Probeer mee te spelen met een song. Meespelen met een song 1. Selecteer een song Selecteer een van de songs in de DTXPRESS III en luister deze af. De song-nummers 1 t/m 95 zijn standaardsongs. m [Preset Song List] (Reference Guide : p. 51) Druk op [SONG] om het Song venster te openen.Als de functie Rhythm Mute is geactiveerd, verschijnt een “˚” achter de naam van de song. Druk op [SEL] om de knipperende cursor op het nummer van de song te plaatsen. Selecteer een song met [VALUE–]/[VALUE+]. * Wanneer u een andere song kiest, wordt er overgeschakeld naar de drumset die bij de nieuwe song hoort. 2. Beluister de song Als u op [>/] drukt, wordt de song vanaf het begin afgespeeld. Het lampje in de toets [SONG] zal knipperen op de eerste beat van elke maat. De song stopt automatisch wanneer het einde van de song is bereikt. Tijdens het afspelen kunt u de song stoppen met [>/]. * Sommige songs beginnen weer opnieuw.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEs] om de functie Rhythm Mute te beëindigen. De functie kan worden gebruikt tijdens het afspelen van de song. 4. Regel het song-volume Het volume van de song wordt geregeld met de knop ACCOMP VOL. Regel de balans tussen de song en uw drumpartij met de knoppen ACCOMP VOL en POWER/VOL (algemene volume van de song en pads). 5. Wijzig het tempo van de song Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEt] om de instelling van het tempo weer te geven. Zorg ervoor dat de tempowaarde op het display knippert en druk vervolgens op [VALUE–]/[VALUE+] om het gewenste tempo in te stellen (q=30-300). 6. Speel mee met de clickvoice Als de drumpartij is uitgeschakeld met Mute, kan het moeilijk zijn maat te houden. Gebruik in dat geval de metronoom. Met ondersteu- ning van de clickvoice wordt het meespelen met de song eenvoudiger. Druk op [CLICK] om de metronoom te starten. De metronoom heeft automatisch hetzelfde tempo als de song. Druk op [CLICK] om de metronoom weer te stoppen. Het volume van de clickvoice wordt geregeld met de knop CLICK VOL. U kunt de song vooraf laten gaan door twee maten van de metronoom (m Utility Mode [5-2. Count Switch] Reference Guide : p. 36). 3. Schakel een drumpartij uit met Mute Probeer mee te spelen met de song. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAGEs]. Druk vervolgens op [>/] om de song af te spelen. Een drumpartij in de song wordt nu uitgeschakeld en is dus niet langer hoorbaar (functie Rhythm Mute). Speel de drumpartij. SONG ƒ=152 4/4 ƒ 1 K-Wave -ß SONG ƒ=150 4/4 ƒ 2 BlueSky -ß Song-nummer Song-naam SONG ƒ=150 4/4 ƒ 2 BlueSky˚ -ß Geeft aan dat Rhythm Mute is geactiveerd SONG ƒ= 94 4/4 ƒ 2 BlueSky -ß Tempowaarde