Home > Dolmar > Lawn Mower > Dolmar Lawn Mower Rm 72 13 H German Version Manual

Dolmar Lawn Mower Rm 72 13 H German Version Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Dolmar Lawn Mower Rm 72 13 H German Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 69 Dolmar manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							6) Vervoer geen andere personen dan uzelf.
    7) De bestuurder van de machine dient de aanwijzingen voor het besturen van de machine stipt op te
    volgen en wel:
    –de bestuurder mag niet afgeleid worden en dient alle aandacht bij zijn werk te houden;
    –de bestuurder dient eraan te denken dat het verlies van de macht over het stuur van de machine,
    terwijl hij van een helling afglijdt, niet hersteld kan worden door de rem te gebruiken. De voornaamste
    oorzaken waardoor u de macht over het stuur kwijt kunt raken zijn de volgende:
    –de wielen hebben niet voldoende grip;
    –te hoge snelheid;
    –niet goed remmen;
    –de machine is niet geschikt voor het doel waarvoor hij wordt gebruikt;
    –gebrek aan kennis ten aanzien van de gevolgen die de toestand waarin het terrein zich verkeerd
    kunnen hebben, in het bijzonder op hellingen.
    8) De machine is van een aantal microschakelaars en veiligheidsinrichtingen voorzien. U mag deze
    voorzieningen in geen geval beschadigen of verwijderen, op straffe van verval van de garantie en de
    fabrikant kan hier dan niet voor aansprakelijk gesteld worden.
    B)  VOOR HET GEBRUIK
    1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de
    machine niet met blote voeten of met open sandalen.
    2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat de machine zou kun-
    nen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).
    3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar.
    –bewaar de brandstof in speciale tanks;
    –giet de brandstof, met behulp van een trechter, alleen in de open lucht in de tank en als u dit doet
    mag u hierbij, en ook niet tijdens het hanteren van de brandstof, niet roken;
    – giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u
    geen benzine toevoegen of niet de dop van de benzinetank erafdraaien;
    –als u benzine gelekt heeft mag u de motor niet starten maar dient u de machine uit de buurt van de
    plek waar u de benzine gelekt heeft te brengen en te voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te
    wachten totdat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn;
    –draai de doppen van de benzinetank van de machine en van het benzineblik altijd goed dicht.
    4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn.
    5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten, met name de toestand van het mes,
    en dient u te controleren of de bouten en het mes niet versleten of beschadigd zijn. Vervang het
    beschadigde of versleten mes en/of de bouten en bloc om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans
    blijft.
    6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de beschermingen op het windkanaal te monteren
    (opvangbak en steenbeschermkap).
    C) TIJDENS HET GEBRUIK
    1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ophopen.
    2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
    3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is.
    4) Voordat u de motor start dient u het mes los te koppelen, de versnelling 
    ( bij modellen met
    mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar ( bij modellen met hydrostatische aandrijving)
    in de “vrije” stand te zetten en de machine op de handrem te zetten.
    5) Maai geen gazons die een helling van meer dan 10° hebben (17%).
    6) Denk eraan dat er geen “veilige” hellingen bestaan. U dient bijzonder goed op te letten als u zich
    op een helling begeeft. Om te voorkomen dat u over de kop slaat, adviseren wij u:
    –een tegengewicht op de voorzijde van de machine te monteren (verkrijgbaar op aanvaag);
    –niet plotseling te stoppen of weg te rijden als u een helling op– of afrijdt;
    –de koppeling altijd voorzichtig laat opkomen en altijd een versnelling ingeschakeld te houden  
    ( bij modellen met mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar ( bij modellen met hydrostati-
    sche aandrijving) geleidelijk naar een hogere stand te schuiven;
    –de snelheid op de hellingen en in scherpe bochten laag te houden;
    –let op bobbels, taluds en op verborgen gevaren;
    –maai het gazon in geen geval in de dwarsrichting ten opzichte van de helling.➤➤
    ➤➤
    NL 4VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 
    						
    							7) Koppel het mes los als u over gedeelten rijdt waar geen gras ligt en zet het maaidek in de hoogste
    stand.
    8) Gebruik de machine nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn en ook nooit
    zonder de grasopvangbak of zonder de steenbeschermkap.
    9) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog
    oplopen.
    10) Vóórdat u de bestuurdersstoel verlaat dient u:
    –het mes los te koppelen;
    –de versnelling in zijn vrij te zetten 
    ( bij modellen met mechanische aandrijving) of de snelheids-
    regelaar in de vrije stand terug te zetten ( bij modellen met hydrostatische aandrijving) en de
    machine op de handrem te zetten.
    –de motor uit te schakelen en de contactsleutel eruit te nemen.
    11) Koppel het mes los, schakel de motor uit en neem de contactsleutel eruit:
    –vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u het windkanaal leegt;
    –vóórdat u de machine controleert, schoonmaakt of ermee werkt;
    –nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent. Controleer of de machine beschadigd is en voer
    de nodige reparaties uit vóórdat u de machine opnieuw gebruikt;
    –als de machine op een ongebruikelijke manier begint te trillen (probeer onmiddellijk de oorzaak
    van het trillen te vinden en probeer de oorzaak te verhelpen).
    12) Koppel het mes tijdens het vervoer los en doe dit telkens als u het mes niet gebruikt. Koppel het
    mes los en wacht totdat het stilstaat telkens als u de opvangbak leegt.
    13) Schakel de motor uit en koppel het mes los:
    –vóórdat u benzine bijvult;
    –iedere keer als u de opvangbak verwijdert of opnieuw aanbrengt.
    14) Neem gas terug voordat u de motor uitschakelt. Draai, na voltooiing van het maaien, de benzine-
    kraan dicht, waarbij u de in het boekje vermelde aanwijzingen dient na te leven.
    15) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de roterende gedeelten. Blijf altijd uit
    de buurt van de uitwerpopening.
    D) ONDERHOUD EN OPSLAG
    1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd
    op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de machine pleegt zal de
    werking van de machine veilig blijven en zal het prestatieniveau gelijk blijven.
    2) Zet de machine nooit met benzine in de tank in een ruimte waar de benzinedampen met vlammen,
    vonken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen.
    3) Laat de motor eerst afkoelen vóórdat u de machine opbergt.
    4) Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dient u de motor, de geluiddemper van het uit-
    werpmechanisme, de accubak en de benzinetank vrij te houden van gras, bladeren of teveel vet. Leeg
    de opvangbak altijd en laat geen zakken of bakken met gemaaid gras in de opslagruimte achter.
    5) Controleer de steenbeschermkap, de opvangbak en het afzuigrooster regelmatig op slijtage of
    beschadiging. In geval van beschadiging dienen deze vernieuwd te worden.
    6) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met versleten of beschadigde onderdelen.
    Deze onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden. Gebruik altijd originele onderdelen
    (het mes moet altijd gemerkt zijn met dit teken   ). Onderdelen van een andere kwaliteit kunnen de
    machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker.
    7) Als u de tank moet legen, dient u dit in de open lucht te doen terwijl de motor koud is.
    8) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw monteert.
    9) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het mes geslepen is.
    10) Als de machine opgeborgen of onbeheerd achtergelaten moet worden, dient u het maaidek
    omlaag te zetten.
    11) Laat de sleutels nooit in het contact zitten of binnen het bereik van kinderen of personen die de
    machine niet mogen gebruiken. Haal de sleutel altijd uit het contakt vóórdat u onderhoudswerkzaam-
    heden aan de machine verricht.
    E) VERVOER
    1) Als de machine vervoerd wordt met een vrachtwagen of op een oplegger, dient u het maaidek
    omlaag te zetten, de handrem aan te trekken en dient u er zeker van te zijn dat de machine goed vast-
    zit aan het vervoermiddel met behulp van touwen, kabels of kettingen.➤➤
    NL 5 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 
    						
    							NL 6VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
    VEILIGHEIDSSTICKERS
    Gebruik uw machine met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is
    uw machine voorzien van een aantal stickers welke u door middel van pictogrammen wij-
    zen op de belangrijkste voorzorgsmaatregelen. Deze stickers worden beschouwd als een
    aanvullend deel van de machine.
    Als een sticker loslaat of onleesbaar wordt, dient u zich tot de leverancier te wenden voor
    vervanging. Hun betekenis is hieronder weergegeven.
    Let op:Lees de gebruikers-
    handleiding voordat u deze machine
    gebruikt.
    Let op:Neem de sleutel uit het con-
    tact en lees de instructies voordat u
    onderhoud verricht of reparaties uit-
    voert.
    Gevaar! Wegschietende  voorwer-
    pen:Werk niet zonder de steenbe-
    schermkap of de grasopvangbak.
    Gevaar! Verminking:Let
    erop dat kinderen uit de buurt
    van de machine blijven als de
    motor draait. Gevaar! Wegschietende  voorwer-
    pen:Houd personen op een
    afstand.Gevaar! De machine kan
    omkiepen:Gebruik deze
    machine niet op hellingen
    van meer dan 10°.
    U dient enig letsel, veroorzaakt door
    het meeslepen van de riemen, te
    vermijden:Bedien de machine niet
    zonder de gemonteerde beschermin-
    gen. Blijf op afstand van de riemen.
    Risico voor snijwonden.Lemmer in beweging. Geen handen of voeten aan
    de binnenkant van de zitting van het lemmer plaatsen.
    Let op:niet
    knoeien met de
    microschakelaar  
    						
    							2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN
    IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE
    De sticker die zich onder de bestuurdersstoel
    bevindt bevat essentiële gegevens en het
    serienummer van iedere machine (7).
    Dit nummer heeft u altijd nodig als u techni-
    sche hulp inroept of als u losse onderdelen
    bestelt.
    1.Niveau van de geluidssterke volgens de
    richtlijn 2000/14/CE
    2.EEG-merkteken volgens de richtlijn
    98/37/EEG
    3.Bouwjaar
    4.
    Nominaal vermogen (indien aangeduid)
    5.Bedrijfstoerental in omw./min.
    6.Machinetype
    7.Serienummer
    8.Gewicht in kg
    9.Naam en adres van de fabrikant
    IDENTIFICATIE VAN  DE VOORNAAMSTE  COMPONENTEN
    Op de machine kunt u enkele belangrijke componenten herkennen die de volgende wer-
    king hebben:
    11. Maaidek:dit is de beschermkap waar het ronddraaiende mes onder zit.
    12. Mes:dit is het element om het gras te maaien; de windvleugels die aan de uiteinden
    zitten bevorderen het overbrengen van het gemaaide gras naar het windkanaal.
    13. Windkanaal:dit is het verbindingselement tussen het maaidek en de grasopvangbak.
    NL 7 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 
    Vul hier het serienummer van de
    machine in:
    ✍
    3471
    69582 
    						
    							14. Grasopvangbak:dient niet alleen om het gemaaide gras op te vangen maar vormt
    bovendien een veiligheidselement omdat het namelijk voorkomt dat eventuele voor-
    werpen, die door het mes meegenomen worden, van de machine weg kunnen schie-
    ten.
    15. Steenbeschermkap of steenbeveiliging:deze wordt in plaats van de grasopvang-
    bak gemonteerd en voorkomt dat eventuele voorwerpen die door het mes meegeno-
    men worden van de machine weg kunnen schieten.
    16. Motor:brengt de beweging naar zowel het mes als de wielaandrijving over; de ken-
    merken van de motor staan in een specifiek instructieboekje vermeld.
    17. Accu:levert de nodige stroomvoorziening om de motor te kunnen starten; de kenmer-
    ken van de accu staan in een specifiek instructieboekje vermeld.
    18. Bestuurdersstoel:dit is de plek waarop de bestuurder plaats moet nemen om met de
    machine te kunnen werken; de stoel is uitgerust met een sensor die de aanwezigheid
    van de bestuurder waarneemt met het oog op de werking van de veiligheidsinrichtin-
    gen.
    19. Stickers met instructies en veiligheidsvoorschriften:attenderen u op de belang-
    rijkste maatregelen die getroffen moeten worden om op een veilige manier met de
    machine te kunnen werken; de betekenis ervan wordt in hoofdstuk 1 uitgelegd.
    20. Toegangsdeurtje:om de bougie, de benzinekraan en de moer van de motorkap
    gemakkelijk te kunnen bereiken.
    21. Afzuigrooster:bevordert de luchttoevoer binnen het maaidek en voorkomt het weg-
    schieten van eventuele voorwerpen aan de voorkant.
    NL 8IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 
    161817
    131211
    141920
    21
    15 
    						
    							3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN 
    Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van de machine niet in de
    fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd te worden. De voltooing dient
    uitgevoerd te worden aan de hand van de volgende, eenvoudige instrukties.
    Om vervoersredenen wordt de machine  zonder motorolie en benzi-
    ne geleverd. Voordat u de motor in werking stelt moet u er dan ook eerst olie en benzine
    in doen waarbij u de voorschriften die in het instructieboekje van de motor staan in acht
    moet nemen.
    DE MACHINE UITPAKKEN
    Bij het uitpakken van de machine moet u oppassen dat u geen losse onderdelen, die bij de
    levering inbegrepen zijn, kwijtraakt en dat het maaidek niet beschadigd wordt op het
    moment dat de machine van de transportpallet afgereden wordt.
    De standaardverpakking bevat:
    –de machine;
    –het stuurwiel;
    –de stoel;
    –de onderdelen van de opvangbak;
    –een mapje met de gebruikershandleiding, de overige documenten en de bij de levering
    inbegrepen schroeven, inclusief 2 startsleuteltjes, 1 stalen stift voor het blokkeren van
    het stuurwiel en een reservezekering van 6,3 Ampere.
    HET STUURWIEL MONTEREN
    Zet de machine op een vlakke ondergrond en
    zorg ervoor dat de voorwielen uitgelijnd zijn.
    Schuif het stuurwiel (1) over de stuurkolom (2)
    en zorg ervoor dat de verstevigingsspaken
    naar de stoel toe gedraaid zijn.
    Zorg ervoor dat de opening van het stuurwiel
    en de opening van de stuurkolom tegenover
    elkaar komen te zitten en doe de meegelever-
    de stalen stift (3) erin.
    BELANGRIJK
    NL 9 HET UITPAKKEN EN MONTEREN 
    132 
    						
    							Sla de stalen stift er met behulp van een hamer door heen en controleer of de stift er aan
    de andere kant uit komt.
    Om te vermijden dat het stuurwiel met de hamer beschadigd wordt,
    moet u de stift er met behulp van een slagpen of een schroevedraaier, waarvan de dia-
    meter geschikt moet zijn, door heen slaan.
    DE STOEL MONTEREN
    Monteer de stoel (1) op de plaat (2) met
    behulp van de schroeven (3).
    DE ACCU AANSLUITEN
    De accu (1) bevindt zich onder het stuur en is
    bereikbaar door het plastic deksel (2), die met
    twee schroeven (3) is vastgedraaid, er af te
    halen.
    Sluit de twee rode draden (4) aan op de plus-
    pool (+) en de drie zwarte draden (5) op de
    minpool (–) en maak daarbij gebruik van de
    meegeleverde schroeven en houd de aange-
    geven volgorde aan.
    Laad de accu op waarbij u de aanwijzingen
    van de fabrikant van de accu in acht moet
    nemen.
    OPMERKING
    NL 10HET UITPAKKEN EN MONTEREN 
    1
    2
    33
    23
    1
    54 
    						
    							Om te vermijden dat het beveiligingssysteem van de elektronische
    installatie in werking treedt mag u de motor absoluut niet starten voordat de accu volle-
    dig opgeladen is!
    Neem de aanwijzingen van de fabrikant van de accu in acht met
    betrekking tot de veiligheid bij het hanteren en het lozen van de accu.
    DE GRASOPVANGBAK MONTEREN
    Monteer allereerst het frame, door het bovenste deel (1) inclusief de opening aan het
    onderste deel (2) te bevestigen, maak daarbij gebruik van de meegeleverde schroeven en
    moeren (3). Houd daarbij de aangegeven volgorde aan.
    Plaats de hoekplaten (4) en (5) en houd daarbij de betreffende aanduiding rechts (R) en
    links (L), aan. Maak ze daarna met behulp van de vier zelftappende schroeven (6) aan
    het frame vast.
    Doe het op die manier gevormde frame in de zak, waarbij u erop moet letten dat de onder-
    !LET OP!
    BELANGRIJK
    NL 11 HET UITPAKKEN EN MONTEREN 
    5
    L
    6
    4 - 5
    2
    1312
    12
    3
    R
    4
    3212
    16
    6
    898101011
    13 
    						
    							kant rondom op de juiste plaats zit. Haak de
    kunststof profielen met behulp van een
    schroevedraaier (7) vast aan het frame.
    Schuif het handvat (8) in de gaatjes van het
    deksel (9) en bevestig dit door middel van de
    bouten (10) aan het frame. Dit volgens de aan-
    gegeven volgorde. Completeer de montage
    met behulp van de vier zelftappende schroe-
    ven (11) die zich aan de voor- en achterkant
    bevinden.
    Als laatste bevestigt u onderaan het frame de dwarsversteviging (12) met de vlakke zijde
    naar de bak toe. Schroef deze met behulp van de meegeleverde schroeven en moeren
    (13) vast. Houd daarbij de aangegeven volgorde aan.
    NL 12HET UITPAKKEN EN MONTEREN 
    CLAK
    7
     3 (x 2) 6 (x 4) 10 (x 2) 11 (x 4) 13 (x 2) 
    						
    							4. BEDIENINGSELEMENTEN 
    1. STUURWIEL
    Hiermee kunt u de voorwielen besturen.
    2. V
    ERSNELLINGSPOOK
    Hiermee kunt u het toerental van de motor bepalen. De diverse standen staan aangeven
    op het plaatje waar de volgende symbolen op staan:
    «CHOKE» stand om de motor te starten
    «LANGZAAM» stand  stemt overeen met het laagste toerental
    «SNEL» stand  stemt overeen met het hoogste toerental
    NL 13 BEDIENINGSELEMENTEN 
    1
    2
    A
    B3B
    A
    6
    1234567
    7
    54 
    						
    All Dolmar manuals Comments (0)

    Related Manuals for Dolmar Lawn Mower Rm 72 13 H German Version Manual