Home > EMAK > Lawn Mower > EMAK Lawn Mower 91-93 Instructions Manual

EMAK Lawn Mower 91-93 Instructions Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual EMAK Lawn Mower 91-93 Instructions Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 8 EMAK manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							INHOUDSOPGAVE
    1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN............................................................................ 3
    Bevat de voorschriften om de machine op een veilige manier
    te kunnen gebruiken
    2.  IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN ............................. 7
    Beschrijft hoe de machine en de voornaamste onderdelen waar
    zij uit bestaat geïdentificeerd kunnen worden.
    3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN ........................................................................ 9
    Legt uit hoe de verpakking verwijderd en hoe de losse onderdelen
    gemonteerd dienen te worden
    4. BEDIENINGSELEMENTEN................................................................................... 12
    Geeft een overzicht van de plaats waar de bedieningselementen
    zich bevinden en hoe hun werking is
    5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 17
    Bevat alle aanwijzingen om op een correcte en veilige manier
    te kunnen werken
    5.1Veiligheidsaanbevelingen ................................................................................. 17
    5.2Toepassingen voor de tussenkomst van de beveiligingssystemen   ................ 17
    5.3Werkzaamheden vóór de ingebruikname  ........................................................ 18  
    5.4Gebruik van de machine   ................................................................................. 20
    5.5Gebruik op hellende terreinen  ......................................................................... 27
    5.6Transport .......................................................................................................... 28
    5.7Een aantal tips om altijd een mooi gazon te hebben   ...................................... 29
    6. ONDERHOUD........................................................................................................ 30
    Bevat alle aanwijzingen om de machine in een goede staat te houden
    6.1Veiligheidsaanbevelingen ................................................................................. 30
    6.2Geprogrammeerd onderhoud  .......................................................................... 30
    6.3Controles en afstellingen  ................................................................................. 33
    6.4Demontage en vervangingen  ........................................................................... 34
    6.5Informatie voor de Assistentiecentra   .............................................................. 36
    7. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN........................................ 38
    Stellen u in staat om eventuele problemen tijdens het gebruik
    snel zelf te verhelpen
    8. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES.................................................... 40
    De verkrijgbare accessoires worden geïllustreerd met het oog op
    de bijzondere eisen die aan de machine gesteld worden
    9. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ....................................................................... 41
    Geeft een overzicht van de belangrijkste eigenschappen van uw machine
    INHOUDSOPGAVE2NL 
    						
    							1.1 HOE DE HANDLEIDING LEZEN
    In de tekst van de handleiding worden enkele hoofdstukken, die gegevens van bijzon-
    der belang bevatten met betrekking tot de veiligheid of de werking, gekenmerkt door
    diverse symbolen die de volgende betekenis hebben:
    of    Verstrekt nadere gegevens of andere ele-
    menten ter aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voorkomen dat de
    machine beschadigd wordt of er schade veroorzaakt wordt.
    Gevaar van persoonlijk letsel of letsel aan anderen in geval
    van niet inachtneming.
    Kans op ernstig persoonlijk letsel of ernstig letsel aan ande-
    ren met gevaar voor dodelijke ongelukken, in geval van niet inachtneming.
    In de handleiding zijn verschillende versies van de machine beschreven, die hoofdza-
    kelijk uit de volgende verschillen kunnen bestaan:
    – type overbrenging: met mechanische versnelling of met continue hydrostatische
    regeling van de snelheid. De modellen met hydrostatische overbrenging kunnen her-
    kend worden aan het opschrift HYDRO geplaatst op het identificatie-etiket
    (☛ 2.1);
    – de aanwezigheid van componenten of onderdelen die niet altijd voorradig zijn in de
    verschillende regio’s;
    – speciale uitrustingen.
    Het symbool  geeft elk verschil aan met betrekking tot het gebruik, gevolgd door de
    indicatie van de versie waar het betrekking op heeft.
    Het symbool  “ ☛” verwijst, voor verdere uitleg of informatie, naar een ander punt in
    de handleiding.
    De aanwijzingen “voor”, “achter”, “rechts” en
    “links” hebben betrekking op de zithouding van de gebruiker.
    Voor alle gebruiks- en onderhoudswerkzaamhe-
    den met betrekking tot de motor en de accu die niet beschreven
    zijn in deze handleiding, dienen de specifieke handleidingen, die
    een aanvullend deel op de geleverde documentatie zijn, te worden
    geraadpleegd.
    BELANGRIJK
    OPMERKING
    ➤
    !GEVAAR!
    !LET OP!
    BELANGRIJKOPMERKING
    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN3NL
    1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 
    						
    							1.2 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
    Lees de aanwijzin-gen aandachtig alvorens de machinete gebruiken.
    A) VOORBEREIDING
    1)Lees de gebruiksaanwijzingen aan-dachtig door.Zorg dat u vertrouwd raaktmet de bedieningsknoppen en in staatbent de machine op de juiste wijze tegebruiken.2) Laat nooit toe dat de machine gebruiktwordt door kinderen of door personen dieniet vertrouwd zijn met deze aanwijzin-gen. De leeftijd van de gebruiker kan lan-delijk gereglementeerd zijn.3)Gebruik de machine nooit als er per-sonen, met name kinderen, of dieren inde buurt zijn.4) Denk eraan dat de persoon die demachine bedient of de gebruiker aanspra-kelijk is voor ongevallen en onvoorzienegebeurtenissen die personen of huneigendommen kunnen overkomen .  5) Vervoer geen passagiers.6) De bestuurder dient goed geoefend tezijn met betrekking tot het rijden en dient,in het bijzonder, het volgende in acht tenemen:– het is nodig om alle aandacht bij hetwerk te houden;– denk eraan dat een machine die vaneen helling afglijdt niet hersteld kan wor-den door de rem te gebruiken. De voor-naamste oorzaken waardoor de machtover het stuur kwijt geraakt kan wordenzijn:– e wielen hebben niet voldoende grip;– een te hoge snelheid;– ongepast remmen;– de machine is niet geschikt voor hetdoel waarvoor zij gebruikt wordt;– gebrek aan kennis van de gevolgendie de toestand waarin het terrein zichbevindt kan hebben en hellingen inhet bijzonder;– de aanhanger is niet goed aangekop-peld en de last is niet goed verdeeld.
    B) VOORBEREIDING
    1)Draag, tijdens het maaien altijd ste-
    !LET OP!
    vige schoenen en een lange broek.Bedien de machine niet met blote voetenof met open sandalen.  2) Controleer grondig het gehele werkter-rein en verwijder alles wat door de machi-ne kan worden uitgestoten.3)GEVAAR! Benzine is bijzonderbrandbaar:– bewaar de brandstof in speciale tanks;– giet de brandstof alleen in de openlucht in de tank met behulp van eentrechter en rook niet tijdens het vullen;–giet de brandstof in de tank vóórdatde motor aangezet wordt; geen benzi-ne toevoegen of de dop van de benzi-netank eraf draaien terwijl de motoraanstaat of warm is;– als er benzine gelekt is mag de motorniet gestart worden maar dient de machi-ne uit de buurt van de plek waar de ben-zine gelekt heeft te worden gebracht enmoet er voorkomen worden dat er brandontstaat. Wacht totdat de benzinedampenopgelost zijn;– draai de doppen altijd weer goed op debenzinetank en op het benzineblik.4) Vervang de geluiddempers als dezedefect zijn5)Vóór het gebruik dient er een alge-mene controle verricht te worden op slij-tage of beschadiging van de messen, debouten en de snijgroep. Vervang debeschadigde of versleten messen en bou-ten en bloc om ervoor te zorgen dat hetmaaidek in balans blijft.6) Let op dat als er één mes ronddraaitook het andere mes ronddraait.
    C) HET GEBRUIK
    1) Start de motor niet in gesloten ruimtenwaar zich gevaarlijke koolstofmonoxydekan ontwikkelen.2) Werk alleen bij daglicht of bij goedkunstlicht. 3) Vóór het starten van de motor startdienen de messen te worden losgekop-peld en de versnelling in de vrije standgezet te worden.4)Maai geen gazons die een hellingvan meer dan 10° (17%) hebben.5)Denk eraan dat er geen “veilige”hellingen bestaan.Let bijzonder goed op
    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN4NL 
    						
    							bij hellingen. Om het over de kop slaanmet de machine te voorkomen, adviserenwij om:– niet plotseling te stoppen of weg te rij-den bij het op- of afrijden van een helling;– de koppeling altijd langzaam aan in teschakelen en altijd de versnelling inge-schakeld te houden, vooral bij het afrijdenvan een helling;– de snelheid op hellingen en in smallebochten laag te houden;– goed op bobbels, goten en verborgengevaren te letten;–het gazon in geen geval te maaien inde dwarsrichting ten opzichte van dehelling.6) Let op bij het trekken van lasten ofzware gereedschappen:– gebruik voor de trekstangen alleen degoedgekeurde bevestigingspunten;– leg alleen gemakkelijk controleerbarelasten op;– neem geen scherpe bochten; Let op bijhet achteruit rijden;– gebruik tegengewichten of gewichtenop de wielen wanneer dit wordt aangera-den in de gebruiksaanwijzing.7) Ontkoppel de messen bij gedeeltenwaar zich geen gras bevindt.8)Gebruik de machine nooit als debeveiligingen beschadigd zijn, of als deveiligheidssystemen er niet op beves-tigd zijn. 9)Wijzig de afstelling van de motorniet en laat het toerental van de motorniet buitengewoon hoog oplopen.Hetgebruik van de motor met een buitenspo-rig hoge snelheid verhoogt de kans oppersoonlijk letsel.  10) óórdat de bestuurdersstoel verlatenwordt moet het volgende worden uitge-voerd:– koppel de messen los en zet het maai-dek in de laagste stand;– zet de versnelling in de vrije stand entrek de handrem aan;– schakel de motor uit en neem de con-tactsleutel eruit.11)Koppel de messen los, schakel demotor uit en neem de contactsleuteleruit:– vóór het reinigen of vrijmaken van hetwindkanaal;– vóórdat u de machine controleert,
    schoonmaakt of eraan werkt;– nadat er op een vreemd voorwerpgestoten is. Controleer de machine opeventuele beschadigingen en voer denodige reparaties uit alvorens de motoraan te zetten en de machine opnieuw tegebruiken;– als de machine op een ongebruikelijkemanier begint te trillen (probeer onmiddel-lijk de oorzaak van het trillen te vinden).  12) Koppel de messen tijdens het vervoerlos en doe dit elke keer dat deze niet wor-den gebruikt.  13)Schakel de motor uit en koppel demessen los:– alvorens brandstof bij te vullen;– alvorens de opvangbak te verwijderenof opnieuw te bevestigen.14) Neem gas terug alvorens de motor uitte schakelen en als de motor voorzien isvan een kraan dient de brandstoftoevoerna het werk dichtgedraaid te worden.
    D) ONDERHOUD EN OPSLAG
    1) Laat bouten en schroeven vastge-draaid zitten om er zeker van te zijn datde machine altijd op een veilige maniergebruiksklaar is.2) Zet de machine niet met benzine in detank in een ruimte waar de benzinedam-pen met vlammen of vonken in aanrakingzouden kunnen komen.3) Laat de motor eerst afkoelen vóór hetopbergen van de machine in elke wille-keurige ruimte.4) Om brandgevaar zoveel mogelijk tebeperken dienen de motor, de geluiddem-per van de uitlaat, de accubak en de ben-zinetank vrij gehouden te worden vangras, bladeren of teveel vet.5) Controleer de grasopvangbak regel-matig op slijtage or beschadigingen.  6)Uit veiligheidsoverwegingen moetenbeschadigde of versleten onderdelenverwisseld worden.7) Het legen van de tank dient in de openlucht uitgevoerd te worden.8) Let op dat als er één mes ronddraaitook het andere mes ronddraait9) Als de machine opgeborgen of onbe-heerd achtergelaten moet worden, dienthet maaidek omlaag gezet te worden.
    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN5NL 
    						
    							VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN6NL
    1.3 VEILIGHEIDSSTICKERS
    Uw machine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt. Om daaraan herinnerd te
    worden bevinden zich op de machine een aantal stickers die door middel van afbeel-
    dingen op de belangrijkste voorzorgsmaatregelen wijzen. Deze afbeeldingen worden
    als een aanvullend deel van de machine beschouwd.
    Als een sticker loslaat of onleesbaar wordt, dient er contact met de leverancier te wor-
    den opgenomen voor vervanging. Hun betekenis is hieronder weergegeven.
    1.4 VOORSCHRIFTEN VOOR DE TREKSET
    Op aanvraag is er een set leverbaar waarmee het mogelijk is
    een kleine aanhanger voort te trekken; dit accessoire dient
    volgens de desbetreffende aanwijzingen gemonteerd te wor-
    den. Bij gebruik van de trekset mag het laadvermogen, dat op
    de sticker staat vermeld, niet worden overschreden en dienen
    de veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden, 
    (☛1.2, C-6).
    Let op:Lees de aanwijzingenalvorens de machine te gebruiken.
    Let op: Haal de sleutel uit hetcontact en lees de instructies vóórhet uitvoeren van elke willekeurigeonderhouds- of reparatie-ingreep.
    Gevaar! Wegschietende voor-werpen: Niet werken zonder desteenbeschermkap of de opvang-zak erop bevestigd te hebben.
    Gevaar! Wegschietende voor-werpen: Houd personen op eenafstand.
    Gevaar! Omkantelen van demachine: Gebruik deze machineniet op hellingen van meer dan10°.
    Gevaar! Verminking:Zorg ervoor dat kinderen op eenafstand van de machine blijven als de motor aanstaat.
    Gevaar voor snijwonden.Messen in beweging. Steek uwhand of voeten niet in de maaikast.
    7
    6
    5
    4
    3
    2
    1
    max 245 N (25 kg)
    max 980 N (100 kg)
    12
    56
    7
    34 
    						
    							2.1 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE
    De identificatiesticker die zich nabij de accu-
    ruimte bevindt bevat de belangrijke gegevens
    van iedere machine.
    1.Niveau van de geluidssterkte vol-
    gens richtlijn 2000/14/EG
    2.EG-merkteken volgens richtlijn
    98/37/EEG  
    3.Bouwjaar
    4.Bedrijfstoerental van de motor in
    omw./min. (indien aangeduid)
    5.Machinetype
    6.Serienummer
    7.Gewicht in kg
    8.Naam en adres van de fabrikant
    9.Type overbrenging (indien aangeduid)
    2.2 IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN
    De machine bestaat uit een serie hoofdcomponenten die de volgende werking hebben:
    11. Maaidek:dit is de carter die de draaiende messen bevat.
    12. Messen: dit zijn de elementen die
    ervoor dienen om het gras te maaien;
    de windvleugels die aan de uiteinden
    zitten bevorderen de afvoer van het
    gemaaid gras naar het uitwerpkanaal.
    13. Uitwerpkanaal:dit is het verbindings-
    element tussen het maaidek en de
    opvangzak.  
    14. Opvangzak: dient niet alleen om het
    IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN7NL
    2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN
    161719181514
    111213
    LWA
    dB
    kg
    S/N
    min-1
    8547
    39621Vul hier het serienummervan de machine (6)
    ✍ 
    						
    							gemaaide gras op te vangen, maar
    vormt bovendien een veiligheidselement,
    daar het voorkomt dat eventuele voor-
    werpen, die door de messen meegeno-
    men worden, ver van de machine weg
    kunnen schieten.
    15. Steenbeschermkap of steenbeveili-
    ging (op aanvraag leverbaar):deze
    wordt in plaats van de grasopvangzak
    gemonteerd en voorkomt dat eventuele
    voorwerpen, die door de messen mee-
    genomen worden, ver van de machine weg kunnen schieten.
    16. Motor: brengt de beweging naar zowel de messen als de wielaandrijving over; de
    kenmerken en gebruiksvoorschriften van de motor staan in een specifieke handlei-
    ding aangegeven.
    17. Accu:levert de energie om de motor te kunnen starten; de kenmerken en
    gebruiksvoorschriften staan in een specifieke handleiding aangegeven.
    18. Bestuurdersstoel:dit is de werkplaats van de bestuurder, uitgerust met een sen-
    sor die de aanwezigheid van de bestuurder waarneemt met het oog op de werking
    van de beveiligingssystemen.
    19. Stickers met aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften:wijzen op de belangrijk-
    ste maatregelen die getroffen moeten worden om veilig te kunnen werken. Hun
    betekenis wordt uitgelegd in hoofdstuk 1.
    IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN8NL
    161719181514
    111213 
    						
    							Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van machine niet direct
    in de fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd te worden aan de
    hand van de volgende instructies.
    De machine wordt zonder motorolie en benzine geleverd. Vóórdat
    de motor in werking wordt gesteld dient er dan ook olie en benzine bijgevuld te wor-
    den aan de hand van de voorschriften die in de handleiding van de motor aangege-
    ven zijn.
    3.1 HET UITPAKKEN
    Bij het verwijderen van de verpakking dient erop gelet te worden dat de losse onderde-
    len en de uitrustingen niet zoekraken. Zorg er voor het maaidek niet te beschadigen op
    het moment dat de machine van de pallet wordt afgereden.
    De verpakking bevat:
    – de machine;
    – het stuurwiel;
    – de stoel;
    – de voorbumper (indien aanwezig);
    – de accu;
    – de opvangzak (met de relatieve instructies);
    – een mapje met:
    – de verschillende gebruikershandleidingen en de documenten,
    – de schroeven en moeren die bij de levering zijn inbegrepen en de stift voor het
    blokkeren van het stuurwiel,
    – 2 startsleutels en een reservezekering van 10 A.
    Zet het maaidek in de hoogste stand om beschadiging ervan te
    voorkomen en let zeer goed op als de machine van de pallet wordt afgereden.
    Bij de modellen met hydrostatische overbrenging, om het dalen van het pallet en
    de verplaatsing van de machine te vergemakkelijken, brengt u de blokkeerhendel van
    de overbrenging in de stand  «B» (☛4.33).
    3.2 MONTAGE VAN HET STUURWIEL
    Plaats de machine op een vlakke onder-
    grond en zorg er voor dat de voorwielen uit-
    gelijnd zijn.
    Schuif het stuurwiel (1) over de stuurkolom
    (2) en zorg er voor dat de spaken in de rich-
    ting van de stoel staan.
    Zorg er voor dat de opening van het stuur-
    ➤
    OPMERKING
    BELANGRIJK
    HET UITPAKKEN EN MONTEREN9NL
    3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN
    1
    3
    2 
    						
    							wiel en de opening van de stuurkolom tegenover elkaar komen te ziten en sla er met
    een hamer de bijgeleverde stift (3) doorheen. Draag er zorg voor dat het uiteinde van
    de stift er aan de andere kant helemaal uitkomt.
    Om te voorkomen het stuurwiel met de hamer te beschadigen,
    dient de stift er met behulp van een slagpen of een schroevendraaier, met een
    geschikte diameter, doorheen geslagen te worden.
    3.3 MONTAGE VAN DE STOEL
    Monteer de stoel (1) op de plaat (2) met
    behulp van de schroeven (3).
    3.4 MONTAGE VAN DE VOORBUMPER
    (indien aanwezig)
    Monteer de voorbumper (1) aan de onderkant
    van het frame (2) met behulp van de vier
    schroeven (3).
    3.5 MONTEREN EN DE ACCU AANSLUITEN
    De accu (1) bevindt zich in de
    motorruimte, bedekt door een
    bescherming (2) en wordt op zijn
    plaats gehouden door een band-
    je (3).
    Om de accu te verwijderen moet
    de moer (4) losgedraaid worden,
    de bescherming (2) gedemon-
    OPMERKING
    HET UITPAKKEN EN MONTEREN10NL
    1
    2
    33
    13
    2
    1
    1
    2
    4 
    						
    							teerd en het bandje (3) losgemaakt worden door het binnenste lipje met behulp van
    een kleine schroevendraaier in te drukken.
    Sluit eerst de rode draad (8) aan op de posi-
    tieve klem (+) en da de zwarte draad (9) op
    de negatieve klem (–) met behulp van de bij-
    geleverde schroeven, zoals aangeduid.  
    Besmeer de klemmen met siliconevet en let
    op de correcte positie van de beschermdop
    van de rode draad (8). 
    Plaats de accu weer in zijn behuizing met de
    twee polen naar het midden van de machine
    gericht, maak het bandje (3) goed vast en
    monteer de beveiliging (2) weer.
    Zorg er altijd voor de accu volledig op te laden en volg hierbij de
    aanwijzingen die in het instructieboekje van de accu staan aangegeven.
    Om te voorkomen dat het beveiligingssysteem van de elektroni-
    sche kaart in werking treedt, dient het starten van de motor absoluut vermeden te
    worden vóórdat de accu volledig opgeladen is!
    Gebruik de machine niet zonder de bescherming (2) of als de
    accu niet goed in zijn behuizing bevestigd is.
    !LET OP!
    BELANGRIJK
    BELANGRIJK
    HET UITPAKKEN EN MONTEREN11NL
    1
    3
    9
    8 
    						
    All EMAK manuals Comments (0)