Belkin Router F5D8231-4 User Manual
Have a look at the manual Belkin Router F5D8231-4 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 19 Belkin manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
68 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 68 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Firmware van de router bijwerken 1. Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren. 2. Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam. 3. Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken, gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de router bijwerken”.
7069 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 7069 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. Het “Update Firmware”-vakje (Firmware bijwerken) toont nu de locatie en de naam van het firmwarebestand dat u zojuist hebt geselecteerd. Klik op “Update” (Bijwerken). 4. U krijgt de vraag te zien of u zeker weet dat u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”. 6. Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser.
70 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 70 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Systeeminstellingen wijzigen Op de pagina “Systems Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw beheerderswachtwoord invoeren, de tijdzone instellen, extern beheer inschakelen en de NAT-functie van de router aan en uit zetten. Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken. De inlog-timeoutinstelling wijzigenMet de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-Interface.
7271 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 7271 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Tijd en tijdzone instellenDe tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om de klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTP-server in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling. Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen. Beheer op afstand mogelijk maken Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt, DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet invoeren. De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor het op afstand beheren van de router. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers.
72 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 72 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de “Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De standaard toegangspoort is poort 80. NAT (Network Address Translation) inschakelen/ uitschakelen Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD , voordat u deze functie activeert. Network Address Translation (NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen van het enkele IP-adres dat uw ISP heeft toegekend met de andere computers binnen uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden gebruikt als uw provider u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als u slechts een enkel IP-adres heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de computers binnen uw netwerk geen gebruik kunnen maken van het Internet. Andere problemen kunnen ook voorkomen. Door het uitschakelen van NAT worden uw firewallfuncties niet aangetast.
UPnP inschakelen/uitschakelenUPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan. Automatische software-update inschakelen/uitschakelenDeze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen de nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee bezig was. 7473 Gebruik maken van de geavanceerde web- based gebruikersinterface
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor aansluiting op het Internet. Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Mac OS (tot 9.x) 1. Open het “Apple”-menu. Selecteer “Control Panels” (Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”. 2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown- menu “Connect via:” (Verbinding maken via) (1). 3. Naast “Configure” (Configureren) (2), als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. 4. Als dit niet al bij “Configure:” is ingesteld, kiest u “Using DHCP Server” (Gebruikt DHCP-server). Hierdoor geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen. 5. Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan). Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik met de router. (1) (2) 74 Handmatig netwerkinstellingen configureren H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10
7675 Handmatig netwerkinstellingen configureren 7675 Handmatig netwerkinstellingen configureren Netwerkadapters handmatig configureren onder Mac OS X 1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 2. Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show” (Tonen) in het netwerkmenu. (1) (2) (3) (4) (5)
76 Handmatig netwerkinstellingen configureren 76 Handmatig netwerkinstellingen configureren H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Handmatig netwerkinstellingen configureren 4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord. 5. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze gegevens in de router in te voeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure” (Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen). Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
7877 Handmatig netwerkinstellingen configureren 7877 Handmatig netwerkinstellingen configureren Netwerkinstellingen onder Windows 2000, NT of XP handmatig configureren 1. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel” (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk) (Windows XP). 3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer “Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu. 4. In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop “Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm: 5. Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IP-verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server address automatically” (DNS-serveradres automatisch ophalen) (3). Klik op “OK”. Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. (1) (2) (3)