Home > Belkin > Router > Belkin Router F5D8231-4 User Manual

Belkin Router F5D8231-4 User Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Belkin Router F5D8231-4 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 19 Belkin manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    Page
    of 623
    							
    Gebruik  uw  Internetbrowser  om  toegang  te  krijgen  tot  de  geavanceerde 
    web-based  gebruikersinterface  van  de  router.  Typ  in  uw  browser  het 
    getal  “192.168.2.1”  (zonder  aanhalingstekens  en  niet  iets  anders  als 
    “http://”  of  “www”  ervoor)  en  druk  vervolgens  op  de  entertoets.
     
    In  uw  browservenster  verschijnt  nu  de  homepage  van  de  router.
    LAN-instellingen  bekijken 
    Als  u  klikt  op  de  header  van  de  LAN-tab 
    (1)  gaat  u  naar  die  pagina  van 
    de  LAN-tab.  Hier  vindt  u  een  beknopte  beschrijving  van  de  functies.  Om 
    de  instellingen  te  bekijken  of  één  van  de  LAN-instellingen  te  wijzigen, 
    klikt  u  op  “LAN  Settings”  (LAN-instellingen) 
    (2)  of  als  u  een  lijst  wilt 
    bekijken  van  de  aangesloten  computers,  klikt  u  op  “DHCP  Client  List” 
    (3).
     
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based 
    H o o f d s t u k
    2
    1
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    38
    (1)
    (2)
    (3) 
    						
    							
    4039
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    4039
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    LAN-instellingen  wijzigen 
    Hier  kunt  u  alle  instellingen  van  de  interne  LAN-setup  van  de  router 
    bekijken  en  aanpassen.
     
    1.  IP-adres 
    Het  IP-adres  is  het  interne  IP-adres  van  de  router.  Het  standaard 
    IP-adres  is  “192.168.2.1”.  Om  de  geavanceerde  installatie-interface 
    te  openen,  moet  u  dit  adres  in  de  adresbalk  van  uw  browser  typen. 
    U  kunt  dit  adres  indien  nodig  wijzigen.  Om  het  IP-adres  te  wijzigen, 
    typt  u  het  nieuwe  IP-adres  in  en  klikt  u  op  “Apply  Changes” 
    (Wijzigingen  aanbrengen).  Het  IP-adres  dat  u  kiest,  moet  een  niet-
    routeerbaar  IP  zijn.  Hieronder  ziet  u  een  paar  voorbeelden  van  een 
    niet-routeerbaar  IP:
    192.168.x.x  (waarbij  x  elke  waarde  kan  hebben  tussen  0  en  255)
    10.x.x.x  (waarbij  x  elke  waarde  kan  hebben  tussen  0  en  255)
    2.  Subnetmasker 
    Het  subnetmasker  hoeft  niet  te  worden  veranderd.  Dit  is  een  unieke, 
    geavanceerde  eigenschap  van  uw  router  van  Belkin.  Weliswaar  kunt 
    u  het  subnetmasker  indien  nodig  wijzigen  maar  wij  raden  u  aan  niets 
    aan  het  masker  te  veranderen  tenzij  u  daarvoor  een  goede  reden 
    hebt.  De  standaardinstelling  is  “255.255.255.0”.
    (1)
    (2)
    (4)
    (5)
    (6)
    (3) 
    						
    							
    40
    
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    40
    H o o f d s t u k
    2
    1
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    
    3.  DHCP Server 
    De  DHCP-serverfunctie  maakt  de  setup  van  een  netwerk  bijzonder 
    makkelijk  omdat  aan  elke  computer  in  het  netwerk  automatisch 
    een  IP-adres  wordt  toegekend.  De  standaardinstelling  is  “On” 
    (Ingeschakeld).  Indien  nodig  kan  de  DHCP-server  worden 
    uitgeschakeld,  maar  om  dit  te  doen  moet  u  voor  iedere  computer 
    in  uw  netwerk  handmatig  een  statisch  IP-adres  instellen.  Om  de 
    DHCP-server  uit  te  schakelen,  selecteert  u  “Off”  (Uitgeschakeld)  en 
    klikt  u  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen).
    4.  IP Pool 
    Dit  is  een  voorraad  IP-adressen  die  u  in  reserve  houdt  voor 
    dynamische  toewijzing  aan  de  computers  in  uw  netwerk.  De 
    standaardwaarde  is  2-100  (99  computers).  Als  u  dit  aantal  wilt 
    veranderen,  voert  u  een  nieuw  begin-  en  eind-IP-adres  in  en  klikt 
    u  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen).  De  DHCP-server 
    kan  honderd  IP-adressen  automatisch  toewijzen.  Dit  betekent  wel 
    dat  u  geen  IP-adressenpool  kunt  specificeren  die  groter  is  dan 
    honderd  computers.  Als  u  bijvoorbeeld  bij  50  begint,  betekent  dit 
    dat  u  bij  150  of  lager  moet  eindigen  om  de  limiet  van  100  cliënten 
    niet  te  overschrijden.  Het  start-IP-adres  moet  altijd  een  lagere 
    waarde  hebben  dan  het  eind-IP-adres.
    5.  Lease Time 
    De  tijd  dat  de  DHCP-server  het  IP-adres  voor  elke  computer 
    bewaart.  Het  is  beter  dat  de  leasetijd  ingesteld  blijft  op 
    “Forever”  (Altijd).  Ook  de  standaard-instelling  is  “Forever” 
    (Altijd).  Dit  betekent  dat  het  door  de  DHCP-server  aan  een 
    computer  toegewezen  IP-adres  voor  die  bepaalde  computer 
    nooit  verandert.  Door  het  instellen  van  kortere  leasetijden  zoals 
    een  dag  of  een  uur  komen  IP-adressen  na  de  gespecificeerde 
    tijdsduur  vrij.  Dit  betekent  ook  dat  het  IP-adres  van  een  bepaalde 
    computer  na  verloop  van  tijd  zou  kunnen  veranderen.  Als  u 
    één  van  de  andere  geavanceerde  functies  van  de  router  heeft 
    ingesteld  zoals  DMZ  of  client  IP-filters,  dan  zijn  deze  afhankelijk 
    van  het  IP-adres.  Daarom  is  het  niet  waarschijnlijk  dat  u  het  IP-
    adres  wilt  wijzigen.
    6.  Lokale domeinnaam 
    De  standaard  instelling  is  “Belkin”.  U  kunt  een  lokale 
    domeinnaam  (netwerknaam)  voor  uw  netwerk  instellen.  U  hoeft 
    deze  instelling  niet  te  wijzigen  tenzij  u  daar  een  belangrijke  reden 
    voor  hebt.  U  kunt  het  netwerk  elke  naam  geven  die  u  wilt  zoals 
    “MIJN  NETWERK”. 
    						
    							
    4241
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    4241
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken 
    U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients” 
    (cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres 
    (1) 
    van de computer bekijken, evenals de hostnaam 
    (2) (als de computer er 
    één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres
    (3) van de computer’s 
    netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) 
    (4) 
    indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst 
    bijgewerkt.
     
    Uw draadloze netwerk configureren 
    Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in 
    de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam 
    van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-
    instellingen wijzigen. U kunt de router hier ook configureren voor gebruik als 
    accesspoint.
    (1)(2)(3)
    (4) 
    						
    							
    42
    
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    42
    H o o f d s t u k
    2
    1
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    
    Wijziging van de naam van het draadloze netwerk (SSID) 
    Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die 
    bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw 
    netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin N1 Wireless” 
    gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. Uw netwerknaam zal 
    er ongeveer zo uitzien:
     
    “Belkin_N1_Wireless_123456”. U kunt deze naam veranderen in alles wat 
    u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten. Onthoudt dat als u de naam 
    van uw draadloze netwerk wijzigt, en er andere draadloze netwerken in uw 
    omgeving actief zijn, dat de nieuwe naam van uw netwerk moet afwijken van 
    die andere draadloze netwerken. Als u de SSID wil veranderen, typ dan de 
    SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in
    (1) en klik op “Apply Changes” 
    (Wijzigingen aanbrengen)
    (2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de 
    SSID verandert, moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw 
    worden geconfigureerd om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe 
    netwerknaam. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor 
    meer informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
     
    Let op: Wij raden u aan regelmatig te controleren of er firmware-updates 
    voor de router beschikbaar zijn. Dit kunt u doen via de pagina “Utilities > 
    Firmware update”. Nieuwere firmware kan bijvoorbeeld bepaalde problemen 
    oplossen, extra functies toevoegen en/of de draadloze prestaties verhogen 
    (zie bladzijde 66).
    (1)
    (2) 
    						
    							
    4443
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    4443
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    Het  draadloze  kanaal  wijzigen 
    U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn er 11 kanalen 
    en in het Verenigd Koninkrijk (en de meeste andere Europese landen) 13 kanalen 
    waaruit u kunt kiezen. Een klein aantal andere landen stelt andere eisen aan het 
    kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn op de juiste kanalen 
    voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. 
    Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een 
    ander kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken.
    Wisselen van draadloze modus
    Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te stellen. Er 
    zijn drie verschillende modi:
    Let op: Bij sommige modi dient u eerst de firmware bij te werken voor ze 
    geactiveerd kunnen worden.
    1)  802.11g only (Uitsluitende 802.11g)
    Als uw router gebruik maakt van deze modus, kunnen uitsluitend 802.11g-
    apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11b-apparaten kunt u 
    dus niet gebruiken.
    2)  802.11g & 802.11b
    Als uw router gebruik maakt van deze modus, kunnen zowel 802.11g- als 
    802.11b-apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk.
    3)   802.11n & 802.11g
    Als uw router gebruik maakt van deze modus, kunnen uitsluitend N1/concept 
    802.11n- en 802.11g-apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk. Tragere 
    802.11b-apparaten kunt u dus niet gebruiken.
    4)  802.11n only (Uitsluitende 802.11n)
    Als uw router gebruik maakt van deze modus, kunnen uitsluitend N1/concept 
    802.11n-apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11g- en 
    802.11b-apparaten kunt u dus niet gebruiken.
    5)   Off (Uit)
    In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld zodat geen 
    draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden opgenomen. Het uitschakelen 
    van de draadloze functie van uw router is een uitstekende manier om uw netwerk 
    te beveiligen als u wat langer van huis bent dan normaal, of als u gedurende een 
    bepaalde periode geen gebruik wilt maken van deze functie.
      
    						
    							
    44
    
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    44
    H o o f d s t u k
    2
    1
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    
    Gebruik  maken  van  de  bandbreedteschakelaar 
    Deze  schakelaar  stelt  u  in  staat  de  bandbreedte-modi  van  de  draadloze 
    router  in  te  stellen.  Er  zijn  verschillende  modi  beschikbaar:
    1)    20MHz  only  (uitsluitend  20  MHz) 
    Als  u  uw  router  op  deze  modus  instelt,  is  alleen  een  20MHz-
    bandbreedte  beschikbaar.  Deze  modus  is  compatibel  met  N1,  draft 
    802.11n-,  802.11g-  en  802.11b-apparaten,  maar  beperkt  halveert  de 
    beschikbare  bandbreedte  voor  N1,  draft  802.11n-apparaten.  Als  u 
    de  bandbreedte  instelt  op  20MHz  only,  kunnen  bepaalde  problemen 
    verholpen  worden.
    2 )    40MHz  only  (uitsluitend  40  MHz) 
    Als  u  uw  router  op  deze  modus  instelt,  is  alleen  een  40MHz-
    bandbreedte  beschikbaar.  Deze  modus  is  uitsluitend  geschikt  voor 
    apparaten  die  compatibel  zijn  met  N1,  draft  802.11n.  802.11b/g-
    apparaten  kunnen  nadelen  ondervinden.  Gebruik  deze  modus 
    uitsluitend  als  u  binnen  uw  netwerk  uitsluitend  gebruik  maakt  van 
    N1,  draft  802.11n-apparaten
    3 )    20MHz/40MHz  Auto 
    Als  u  uw  router  op  deze  modus  instelt,  kan  tussen  een  werking 
    met  20MHz-bandbreedte  en  40MHz-bandbreedte  gekozen 
    worden.  Deze  modus  maakt  40MHz-werking  mogelijk  ten  behoeve 
    van  optimale  snelheden  voor  N1,  draft  802.11n-apparaten  als 
    de  omstandigheden  dat  toelaten.  Bij  aanwezigheid  van  een 
    802.11g  accesspoint  dat  een  nabijgelegen  kanaal  bezet,  zal  de 
    router  automatisch  overschakelen  op  20MHz-werking  om  de 
    compatibiliteit  te  optimaliseren.  Wij  raden  u  aan  deze  modus  als 
    default  modus  in  te  stellen. 
    						
    							
    4645
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    4645
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    Broadcast  SSID-functie  gebruiken
    Let  op:  Deze  geavanceerde  functie  mag  uitsluitend  door  ervaren 
    gebruikers  worden  toegepast.  Om  veiligheidsredenen  kunt  u  ervoor 
    kiezen  de  SSID  van  uw  netwerk  niet  uit  te  zenden.  Daardoor  blijft  de 
    naam  van  uw  netwerk  verborgen  voor  computers  die  de  ether  aftasten 
    naar  de  aanwezigheid  van  draadloze  netwerken.  Om  de  uitzending  van 
    uw  SSID  stil  te  leggen,  maakt  u  het  vakje  naast  “Broadcast  SSID”  (SSID 
    uitzenden)  leeg  en  klikt  u  vervolgens  op  “Apply  changes”  (Wijzigingen 
    aanbrengen).  De  verandering  gaat  onmiddellijk  in.  Elke  computer  moet 
    nu  worden  ingesteld  op  het  maken  van  verbinding  met  uw  specifieke 
    SSID;  een  SSID  in  de  vorm  van  “ANY”  (Elke)  wordt  niet  langer 
    geaccepteerd.  Zie  de  handleiding  van  uw  draadloze  netwerkadapter  voor 
    meer  informatie  over  hoe  u  deze  verandering  moet  aanbrengen.
    Protected  Mode-schakelaar
    De  Protected-modus  zorgt  voor  een  goede  werking  van  de  N1,  draft 
    802.11n-apparaten  binnen  uw  draadloze  netwerk  wanneer  er  ook 
    802.11g-  of  802.11b-apparaten  aanwezig  zijn,  of  wanneer  er  in  de 
    bedrijfsomgeving  sprake  is  van  veel  802.11g-  of  802.11b-verkeer. 
    Maak  gebruik  van  de  Protected-modus  als  uw  netwerk  bestaat  uit  een 
    combinatie  van  draadloze  N1  kaarten  van  Belkin  en  802.11g  of  802.11b-
    kaarten.  Als  u  zich  in  een  omgeving  bevindt  met  weinig  of  geen  ander 
    draadloos  802.11g  of  802.11b  netwerkverkeer,  zullen  uw  draadloze  N1 
    producten  het  best  presteren  als  de  Protected-modus  is  uitgeschakeld. 
    Als  er  in  een  omgeving  VEEL  802.11g-  of  802.11b-verkeer,  of 
    interferentie,  is,  dan  zullen  de  beste  prestaties  worden  bereikt  als  u  de 
    Protected-modus  hebt  ingeschakeld.  Zo  voorkomt  u  dat  de  prestaties 
    van  uw  draadloze  N1  apparatuur  niet  afnemen.
    De  beveilingsinstellingen  van  uw  draadloze  netwerk  wijzigen 
    Uw  router  is  uitgerust  met  de  nieuwste  beveiligingsstandaard  Wi-Fi 
    Protected  Access  2  (WPA2).  Tevens  wordt  WEP  (Wired  Equivalent 
    Privacy)  beveiliging  ondersteund.  Normaal  is  de  beveiliging  van  een 
    draadloos  netwerk  uitgeschakeld.  Om  beveiliging  mogelijk  te  maken, 
    dient  u  eerst  te  bepalen  welke  standaardinstelling  u  wilt  gebruiken. 
    Om  de  beveiligingsinstellingen  te  wijzigen,  klik  op  “Security” 
    (Beveiliging)  op  het  tabblad  “Wireless”  (Draadloos).
    De  router  maakt  beveiliging  van  uw  netwerk  mogelijk  via  WPA2. 
    WPA2  is  de  tweede  generatie  WPA  die  gebaseerd  is  op  de  802.11i-
    standaard  en  maakt  een  betere  beveiliging  van  uw  draadloze  netwerk 
    mogelijk  doordat  geavanceerde  netwerkauthentificatie  en  een 
    complexere  Advanced  Encryption  Standard  (AES)  encryptietechniek 
    gecombineerd  worden. 
    						
    							
    46
    
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    46
    H o o f d s t u k
    2
    1
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    
    Systeemvereisten voor WPA2
    BELANGRIJK:Om  WPA2-beveiliging  te  kunnen  gebruiken  moeten 
    al  uw  computers  en  netwerkadapters  geüpgradet  zijn  en  beschikken 
    over  stuurprogramma’s  en  software  die  WPA2  ondersteunen.  U  kunt 
    gratis  beveiligingspatches  van  Microsoft
    ®  downloaden.  Deze  patches 
    werkt  alleen  onder  het  Windows  XP-besturingssysteem.  Andere 
    besturingssystemen  worden  op  dit  moment  nog  niet  ondersteund.
    Voor  een  computer  met  Windows  XP  zonder  Service  Pack  2  (SP2) 
    kan  via  http://support.microsoft.com/?kbid=826942  gratis  een 
    bestand  van  Microsoft  genaamd  “Windows  XP  Support  Patch  for 
    Wireless  Protected  Access  (KB  826942)”  gedownload  worden.
    Voor  Windows  XP  met  Service  Pack  2  heeft  Microsoft  een  gratis 
    download  uitgebracht  voor  het  bijwerken  van  uw  draadloze 
    cliëntcomponenten  ter  ondersteuning  van  WPA2  (KB893357).  De 
    update  kunt  u  downloaden  van:  http://support.microsoft.com/
    default.aspx?scid=kb;en-us;893357
    BELANGRIJK:  U  dient  ook  te  controleren  of  al  uw  draadloze 
    netwerkkaarten/adapters  WPA2  ondersteunen  en  dat  u  de  nieuwste 
    stuurprogramma’s  gedownload  en  geïnstalleerd  hebt.  Voor  de  meeste 
    draadloze  netwerkkaarten  van  Belkin  is  er  een  stuurprogramma-
    update  beschikbaar  op  de  website  van  Belkin:  www.belkin.com/
    networking. 
    						
    							
    4847
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    4847
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
    
    WPA/WPA2-Personal(PSK)  instellen
    Net  als  WPA-beveiliging  is  WPA2  beschikbaar  in  WPA2-Personal 
    (PSK)  modus  en  WPA2-Enterprise  (RADIUS)  modus.  WPA2-
    Personal  (PSK)  is  de  modus  die  doorgaans  gebruikt  worddt  in 
    een  woonomgeving  terwijl  WPA2-Enterprise  (RADIUS)  doorgaans 
    wordt  geïmplementeerd  in  werkomgevingen  waarin  een  externe 
    radiusserver  de  netwerksleutel  automatisch  distribueert  naar  alle 
    cliënten.  Deze  handleiding  zal  zich  voornamelijk  richten  op  WPA2-
    Personal  (PSK)  gebruik.  Raadpleeg  deze  handleiding  voor  meer 
    informatie  over  beveiliging  van  draadloze  netwerken  en  verschillende 
    beveiligingsmethoden.
    1. Nadat  u  uw  router  hebt  geïnstalleerd,  gaat  u  naar  de  pagina 
    “Security”  (Beveiliging)  onder  “Wireless”  (Draadloos)  en  selecteert 
    u  “WPA/WPA2-Personal  (PSK)”  in  het  dropdown-menu  “Security 
    Mode”  (Beveiligingsmodus).
    2.  Voor  “Authentication”  (Verificatie),  selecteert  u  “WPA-PSK”, “WPA2-PSK”  of  “WPA-PSK  +  WPA2-PSK”.  Deze  instelling  moet 
    voor  al  uw  draadloze  cliënten  hetzelfde  zijn.  “WPA-PSK  +  WPA2-
    PSK”  modus  stelt  de  router  in  staat  cliënten  te  ondersteunen  die 
    gebruik  maken  van  WPA-  of  WPA2-beveiliging.
    3.   Selecteer  “TKIP”  of  “AES”  als  Encryption  Technique (Encryptietechniek).  Deze  instelling  moet  voor  al  uw  draadloze 
    cliënten  hetzelfde  zijn.
    4.  Voer  uw  “pre-shared  key”  (PSK)  in.  Deze  sleutel  bestaat  uit  8  tot  63  tekens,  dit  kunnen  letters,  cijfers  of  symbolen  zijn.  U  dient  bij 
    al  uw  draadloze  cliënten  dezelfde  sleutel  te  gebruiken.  Uw  PSK 
    kan  er  als  volgt  uitzien:  “Netwerksleutel  familie  Jansen”.  Klik  op 
    “Apply  Changes”  (Wijzigingen  toepassen)  om  te  eindigen.  Ken  nu 
    aan  al  uw  draadloze  cliënten  deze  instellingen  toe. 
    						
    All Belkin manuals Comments (0)

    Related Manuals for Belkin Router F5D8231-4 User Manual