Belkin Router F5D8231-4 User Manual
Have a look at the manual Belkin Router F5D8231-4 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 19 Belkin manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
48 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 48 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding met de router mogelijk maken. WPA-beveiliging instellen Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, dienen uw netwerkkaarten uitgerust te zijn met software die WPA ondersteunt. Op het tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiliigngs- patch van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt uitsluitend met Windows XP. Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt gebruik van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 39 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in woningen.
5049 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 5049 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WPA-PSK instellen 1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 39 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
50 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 50 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 WEP-encryptie-instellingen bepalen Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase” (meervoudig wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple® AirPort®. Om encryptie te configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte. 1. Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu. 2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale WEP-sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te creëren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. 3. De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van uw draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord worden geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
5251 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 5251 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik maken van een hexadecimale sleutelEen hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een lengte van 26 tekens en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van twee tekens. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te programmeren. Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort- producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64- bits encryptie.
52 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 52 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Gebruik maken van de accesspointmodus Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. De router kan ook zodanig worden geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCP- server niet mogelijk. In de accesspoint-modus moet de router worden geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als het overige netwerk waarmee u een bridge (brug) tot stand wilt brengen. Het standaard IP-adres is 192.168.2.1. 1. Zet de AP-modus aan door “Enable” (Aanzetten) te selecteren op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen gebruiken als accesspoint). Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen. 2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 3. Sluit een kabel aan op de modempoort van de router en verbind deze met uw bestaande netwerk. De router fungeert nu als accesspoint. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router, typt u het door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser in. De encryptie-instellingen, MAC-adressenfiltering, SSID en het kanaal kunt u normaal instellen. (2) (1)
5453 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 5453 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk. Let op: De filterlijst is alleen van toepassing voor draadloze computers. U kunt instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie “Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC- adres van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen.
54 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 54 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang krijgen tot het netwerk 1. Selecteer het keuzerondje voor “Allow” (Toelaten) (1) om een lijst te creëren met computers die u toegang wilt geven tot het draadloze netwerk. 2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres in van de draadloze computer die u toegang tot het draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “Add” (Toevoegen) (4). 3. Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. Een “Deny Access” (Toegang geweigerd) lijst creëren De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers zullen wel toegang krijgen. 1. Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren)(2) om een lijst te creëren met computers die u geen toegang wilt geven tot het draadloze netwerk. 2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3),het Mac- adres in van de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “Add” (Toevoegen) (4). 3. Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. (1) (3) (5) (4)(2)
5655 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 5655 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Configuratie van de firewall Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen uiteenlopende hackeraanvallen zoals: • IP Spoofing • Land Attack Ping of Death (PoD) • Denial of Service (DoS) • IP met lengte nul • Smurf Attack • TCP Null Scan • SYN flood • UDP flooding • Tear Drop Attack • ICMP defect • RIP defect • Fragment flooding De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling verdient de firewall ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de firewall laat uw netwerk niet volledig onbeschermd tegen een aanval van hackers, maar wij raden u toch aan de firewall geactiveerd te houden.
56 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 56 H o o f d s t u k 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 Interne forwarding-instellingen configurerenDe functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe (Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server (Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet bereiken omdat zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van veel voorkomende toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet voorkomt in de lijst, dan moet u contact opnemen met de verkoper van de applicatie om te bepalen welke poortinstellingen u nodig heeft. Applicaties kiezenSelecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen). De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear” (Verwijderen). Instellingen handmatig in de virtuele server invoerenOm instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven), selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. We raden u aan de instellingen uit te schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt.
5857 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 5857 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Cliënt IP-filters instellenDe router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of verschillende computers. Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer invoeren in de IP-velden (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2). Selecteer “Both” (Beide) (3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook “Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer de begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum onderaan (7) en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven IP- adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot het Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone”. (1) (2)(3)(4) (7)(8)(9) (5) (6)