Global Garden Products TransPro 3440 Instruction Manual

111
FRANÇAISFR
5.9 DIRECTION ASSISTÉELa direction assistée transfère la force du circuit 
hydraulique au volant lorsqu’on le tourne. La ma-
chine se conduit donc très aisément lorsque le mo-
teur fonctionne à plein régime. 
La direction assistée s’affaiblit lorsque le moteur 
ralentit.
5.10 CONSEILS DUTILISATIONVérifier le niveau d’huile du moteur, en particulier 
lors d’une utilisation sur terrain en pente. 
Voir « 5.3 ». Redoubler de vigilance sur les terrains 
en pente. Ne pas démarrer ou s’arrêter...

112
FRANÇAISFR
6.2 POINTS DENTRETIEN
6.3 PRÉPARATIFS
Toute intervention dentretien doit se faire après 
immobilisation de la tondeuse et arrêt du moteur.Toujours serrer le frein à main.
Couper le moteur.
Pour éviter tout démarrage intempestif, 
retirer la clé de contact. 
6.4 SÉPARATEUR D’EAULe flotteur du séparateur d’eau (10:L5) est visible 
par transparence. Il doit être dans le bas du sépara-
teur. S’il a monté, nettoyer le séparateur d’eau 
comme suit:
1. Fermer le robinet du séparateur d’eau. Voir...

113
FRANÇAISFR
5. Nettoyer la zone autour du filtre à huile (15:Z) et retirer le filtre à l’aide d’une clé à filtre spé-
ciale.
6. Lubrifier le joint du nouveau filtre et visser ce- lui-ci jusqu’à ce que le joint touche la surface du 
moteur. Serrer le filtre d’un tour supplémentaire 
à l’aide d’une clé spéciale.
7. Installer le bouchon de vidange d’huile. Couple  de serrage: 50 Nm.
8. Remplir d’huile neuve, conformément à 5.3.
9.  Après remplissage, démarrer le moteur et le  laisser tourner au ralenti...

114
FRANÇAISFR
3. Suivre les instructions du manuel pour démarrer le moteur.
4. Laisser le moteur fonctionner en continu pen- dant 4 minutes.
5.  Arrêter le moteur. À présent, la batterie est  complètement chargée.
6.12.2 Charge à l’aide d’un chargeur de  batterie
En cas d’utilisation d’un chargeur de batterie, uti-
liser un modèle à tension constante
Prendre contact avec votre distributeur.
L’utilisation d’un chargeur de type standard 
risque d’endommager la batterie. 
6.12.3 Dépose/Installation Couper...

115
FRANÇAISFR
6.15 SOUPAPESLe réglage et le rodage des soupapes doivent être 
exécutés par un atelier agréé.
6.16 FUSIBLESLes intensités mentionnées dans ce 
chapitre correspondent au calibre max-
imal des fusibles à installer. L’utilisa-
tion d’un fusible surcalibré implique un 
risque d’incendie. 
La machine possède trois boîtes à fusibles.
Celle située au plafond de la cabine contient les fu-
sibles correspondant aux éléments électriques de la 
cabine. Pour y accéder, retirer les vis du panneau 
de...

116
NEDERLANDSNL
1 ALGEMEEN
Dit symbool verwijst naar een 
WAARSCHUWING. Als de instructies 
niet nauwkeurig worden opgevolgd, 
kan dit tot ernstig persoonlijk letsel en/
of materiële schade leiden.
Voordat u deze machine in gebruik 
neemt, moet u de gebruiksaanwijzing 
en de meegeleverde VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN zorgvuldig 
doornemen.
Zorg dat er geen vuilresten in het hy-
draulische systeem of het brandstofcir-
cuit komen, want daardoor kunnen 
onderdelen van de machine ernstig 
worden beschadigd....

117
NEDERLANDSNL
2.2 HYDRAULISCH SYSTEEM - OVERZICHT
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de 
hydraulische uitgangen en hun bedieningselemen-
ten. 
2.2.1 Hydraulische olie
SAE 10W-30 wordt aanbevolen.
Bij gebruik in de winter kan een ISO VG 46-olie 
worden gebruikt. Deze olie kan ook worden ge-
bruikt als vervanging voor SAE 10W-30 bij een 
trage hydraulische respons.
2.3 WERKTUIGENNeem voor werktuigen contact op met een erkende 
dealer en lees de gebruiksinstructies die met het 
accessoire zijn...

118
NEDERLANDSNL
3 BESCHRIJVING
3.1 AANDRIJVINGDe machine heeft vierwielaandrijving. Het motor-
vermogen wordt hydraulisch op de wielen overge-
bracht. De vier wielen hebben afzonderlijke 
hydraulische motoren. De dieselmotor stuurt een 
oliepomp (2:P) aan die olie door de hydraulische 
motoren (2:M) van de wielen pompt. 
De hydraulische motoren worden zoals in afb. 2 
getoond op de hydraulische pomp aangesloten.
Dit betekent dat de voorwielen en achterwielen 
met dezelfde snelheid draaien, maar dat de...

119
NEDERLANDSNL
3.4.1.7 Comfortkoeling (1:A7)Met knop stelt u de cabinetemperatuur in als er 
koeling nodig is.
3.4.2 Bedieningselementen - dak
3.4.2.1 Ruitensproeier (1:B1)Schakelaar voor het activeren van de rui-
tensproeier. 
De ruitenvloeistof bevindt zich in het re-
servoir (1:E).
3.4.2.2 Zwaailicht (1:B2)Het zwaailicht is een optie.Houd u aan de wetgeving voor het ge-
bruik van een zwaailicht.
Schakelaar voor het in- en uitschakelen 
van het zwaailicht. 
3.4.2.3 Werkverlichting (1:B3)
Houd u aan...

120
NEDERLANDSNL
3.4.3.6 Parkeerrem / noodrem (1:C6)Druk nooit het pedaal in tijdens het rij-
den, behalve in een noodgeval. Als u het 
pedaal indrukt tijdens het rijden, wordt 
de levensduur van de parkeerrem ver-
kort en dat leidt tot minder functionali-
teit.Het pedaal heeft de volgende 
functies:
Sti lst aa nd - Parkeerrem.
 Tijdens het gebruik -
Noodrem.
Indicator (1:J3) gaat branden als het pedaal volle-
dig wordt ingedrukt.
3.4.3.7 Vergrendeling, parkeerrem (1:C7)De vergrendeling vergrendelt het...