GGP Italy SPA Chainsaw 171501053 Operators Manual
Have a look at the manual GGP Italy SPA Chainsaw 171501053 Operators Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
•Een boom snoeien (Fig. 16) Zorg ervoor dat de zone waarin de takken zullen vallen vrij is. 1. Ga aan de zijde tegenover de af te zagen tak staan. 2. Begin met de laagste takken en werk zo naar de hogere takken toe. 3. Zaag van boven naar beneden, om te voor- komen dat het blad vastraakt. • Een boom vellen (Fig. 17) Op hellingen wordt altijd gewerkt stroomopwaarts van de boom. Zorg ervoor dat de gevelde stam geen schade kan veroorzaken bij het naar beneden rollen. 1. Bepaal de valrichting van de boom rekenig houdend met de wind, de helling van de plant, de positie van de zwaarste takken, het gemakkelijk werken na het vellen, enz. 2. Maak de zone rond de boom vrij en zorg voor een goede steunplaats voor de voeten. 3. Voorzie gepaste vluchtwegen, vrij van hinder- nissen; de vluchtwegen moeten zich op ongeveer 45° in de richting tegenover de val- richting van de boom bevinden en een snelle vlucht van de bediener naar een veilige plaats mogelijk maken. Deze veilige plaats moet op een afstand liggen die 2,5 keer de hoogte van de te vellen boom bedraagt. 4. Breng aan de valzijde een inkeping aan met een diepte gelijk aan een derde van de door- snede van de stam. 5. Zaag de stam aan de tegenoverliggende zijde, iets boven de punt van de inkeping en laat een “scharnier” (1) van ongeveer 5-10 cm vrij. 6. Zonder het blad te verwijderen, wordt de breedte van de scharnier geleidelijk aan klei- ner gemaakt, tot de boom omvalt. 7. In bijzondere situaties of bij een schaarse sta- biliteit, kan het vellen voltooid worden door twee wiggen (2) aan de zijde tegenover de valzijde aan te brengen en met een hamer op de wiggen te kloppen tot de boom omvalt. !LET OP! !LET OP! •Snoeien na het vellen (Fig. 18) Let op de steunpunten van de tak op de grond, aan de mogelijkheid dat die in spanning staat, aan de richting die de tak kan aannemen tijdens het zagen en aan de mogelijke instabiliteit van de boom na het afzagen van de tak. 1. Neem de richting waar waarin de tak in de stam zit. 2. Begin te zagen aan de plooizijde en maak het werk af aan de tegenoverliggende zijde. • Een stam doorzagen (Fig. 19) Het doorzagen van een stam wordt vergemakke- lijkt door het gebruik van de pal. 1. Steek de pal in de stam, voer een hefboom- kracht uit op de pal en laat de kettingzaag een boogvormige beweging maken zodat het blad in het hout kan dringen. 2. Herhaal de handeling meerdere keren indien nodig, door het steunpunt van de pal te ver- plaatsen. • Een stam doorzagen op de grond (Fig. 20) Zaag tot ongeveer halverwege de diameter, rol de stam en maak het werk af aan de tegenover- liggende zijde. • Een opgetilde stam doorzagen (Fig. 21) 1.Indien het zagen na de steunpunten (A) plaatsvindt, zaag dan tot een derde van de diameter onderaan en maak het werk af bovenaan. 2. Indien gezaagd wordt tussen twee steunpun- ten (B), zaag dan tot een derde van de dia- meter bovenaan en maak het werk af langs onder. NA HET WERKEN Na het werken: –Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven (Hoofdstuk 6). –Wacht tot de ketting tot stilstand gekomen zijn en monteer de bladbescherming. !LET OP! GEBRUIK VAN DE MACHINE 11NL
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd de oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksvei- ligheid van de machine in stand te houden. Tijdens het onderhoud: –Haal de kap van de bougie. –Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is. –Gebruik werkhandschoenen voor het han- teren van het blad en de ketting. –Houd de bladbeschermingen op hun plaats, tenzij aan het blad zelf of aan de ketting gewerkt moet worden. –De olie, benzine of andere vervuilende materialen niet in het milieu gooien. CILINDER EN GELUIDSDEMPER Om brandgevaar te beperken, worden de vleu- gels van de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en wordt de zone van de geluidsdem- per vrijgemaakt van zaagsel, takjes, bladeren of ander afval. STARTGROEP Om oververhitting en schade aan de motor te voorkomen, moeten de roosters voor de aanzui- ging van de koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn . Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste tekenen van slijtage. KOPPELINGSGROEP Houd het deksel van de koppeling vrij van zaag- sel en vuil. Ongeveer elke 30 uren moet het intern lager gesmeerd worden bij uw Verkoper. REM KETTING Controleer regelmatig de efficiëntie van de ket- tingrem en of de metalen band die het deksel van de koppeling omgeeft niet beschadigd is. De band moet vervangen worden wanneer de dikte aan de contactpunten met het deksel van de koppeling ongeveer de helft geworden is ten opzichte van de twee uiteinden, die niet onder- hevig zijn aan wrijving. !LET OP!KETTINGWIEL (Fig. 22) Controleer regelmatig de staat van het ketting- wiel en vervang het wanneer het meer dan 0,5 mm versleten is. Monteer geen nieuwe ketting op een versleten wiel en omgekeerd. PIN VERGRENDELING KETTING Deze pin is heel belangrijk voor de veiligheid, omdat hij voorkomt dat de ketting ongecontro- leerde bewegingen maakt in geval van een breuk of loszittende ketting. Controleer regelmatig de staat van de pin en ver- vang hem indien hij beschadigd is. BEVESTIGINGEN Controleer regelmatig of alle schroeven en moe- ren goed aangezet zijn en of de handgrepen ste- vig vastzitten. REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Fig. 23) Het is essentieel dat de luchtfilter gereinigd wordt, voor de goede wer- king en de levensduur van de machine. Werk nooit zonder filter of met een beschadigde filter, om geen onherroepelijke schade toe te brengen aan de motor. De reiniging wordt uitgevoerd elke 8-10 werku- ren. Om de filter te reinigen: –Verwijder het deksel (1), en het filterelement (2). –Klop voorzichtig op het filterelement (2) om het vuil te verwijderen en reinig zo nodig met pers- lucht bij lage druk. Het filterelement (2) mag nooit gewassen worden en wordt vervangen wanneer het te vuil of beschadigd is. –Hermonteer het filterelement (2) en het deksel (1). – Voor de modellen P43(x) - P44(x) - P47(x) - P48(x), moet eerst het filterelement (2a) aan- BELANGRIJK BELANGRIJK 12ONDERHOUD EN OPSLAGNL 8. ONDERHOUD EN OPSLAG
gebracht worden op het deksel (1a) en worden daarna beide componenten samen op de machine gemonteerd. CONTROLE VAN DE BOUGIE (Fig. 24) Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en gereinigd, door eventuele restjes te verwijderen met een metalen borsteltje. Controleer en herstel de correcte afstand tussen de elektrodes Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast met de bijgeleverde sleutel. De bougie moet ingeval van doorgebrande elektroden of een beschadigde isolatie, en ieder geval elke 100 werkuren, vervangen worden door een bougie met analoge karakteristieken. REGELING VAN DE CARBURATOR De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog op de beste prestaties in alle omstan- digheden, met een minimale uitstoot van scha- delijke gassen, overeenkomstig de geldende normen. Ingeval van slechte prestaties, controleer eerst of de ketting vrij beweegt en of de sporen van het blad niet vervormd zijn. Wend u tot uw Verkoper voor een controle van de carburator en de motor. • Regeling van het minimumtoerental Het minimumtoerental wordt alleen geregeld wanneer de ketting beweegt met de motor op het laagste toeren- tal. De snelheid kan verminderd worden door de schroef aangeduid met een “T” of “MIN - IDLE” tegen de wijzers van de klok in te draaien tot de ketting stilvalt, met een voldoende regelmatige werking van de motor. Indien de motor op het minimumtoerental een onregelmatige werking vertoont, draai dan de schroef in wijzerzin om de snelheid te verhogen. De ketting mag niet bewe- gen met de motor op het minimumtoerental; contacteer uw Verkoper indien u er niet in slaagt een bevredigende regeling uit te voe- ren.!LET OP! !LET OP!DE KETTING SLIJPEN Om redenen van veiligheid en efficiëntie, is het heel belangrijk dat de snij-inrichtingen goed scherp zijn. Er moet geslepen worden wanneer: •Het zaagsel te veel op stof gelijkt. •Er meer kracht nodig is om te zagen.. •De snede niet rechtlijning is. •Er meer trillingen zijn. •Er meer brandstof verbruikt wordt. Indien het slijpen toevertrouwd wordt aan een gespecialiseerd centrum, kan dit uitgevoerd worden met speciale apparatuur die zorgt voor een minimale verwijdering van materiaal en een constante slijping van alle snijdende elementen. De ketting wordt “eigenhandig” geslepen met behulp van daartoe bestemde vijlen met ronde doorsnede en een diameter die specifiek is voor elk type van ketting (zie “Tabel Onderhoud Ketting”). Het slijpen vergt een goede handigheid en ervaring, om de snijdende elementen niet te beschadigen. Om de ketting te slijpen (Fig. 25): –Zet de motor af, geef de kettingrem vrij en blokkeer het blad stevig met de ketting gemonteerd. Zorg ervoor dat de ketting vrij kan bewegen. –Span de ketting indien die te los zit. –MPlaats de vijl in de geleider en breng de vijl in de uitsparing van de tand, waarbij een con- stante helling wordt behouden naargelang het profiel van het snijdend element. –Voer slechts enkele passages met de vijl uit en uitsluitend vooruit. Herhaal de handeling op alle snijdende elementen, met dezelfde rich- ting (naar rechts of naar links). –Keer de positie van het blad om in de klem en herhaal de handeling op de overige elemen- ten. –Controleer of de begrenzende tand niet voor- bij het controle-instrument steekt en vijl het eventueel overtollig materiaal weg met een platte vijl, door het profiel ronder te maken. –Na het vijlen worden alle vijlsporen en het vijl- stof verwijderd. Smeer de ketting in een olie- bad. De ketting wordt vervangen wanneer: –De lengte van het snijdend element 5 mm of minder bedraagt; –de speling van de schakels op de klinknagels te groot geworden is. !LET OP! ONDERHOUD EN OPSLAG 13NL
ONDERHOUD VAN HET BLAD (Fig. 26) Om een assymetrische slijtage van het blad te voorkomen, moet deze regelmatig omgedraaid worden. Om de efficiëntie van het blad in stand te hou- den, is het noodzakelijk: –De lagers van de overbrenging (indien aanwe- zig) te smeren met een daartoe bestemde spuit. –De inkeping van het blad te reinigen met een schraapstaal. –De smeeropeningen te reinigen. –Met een vlatte vijl de braam van de zijkanten te verwijderen en eventuele niveauverschillen tussen de geleiders te compenseren. Het blad wordt vervangen wanneer: –de diepte van de inkeping kleiner blijkt dan de hoogte van de sleepschakels (die nooit de bodem mogen raken); –de binnenwand van de geleider zodanig ver- sleten is dat de ketting lateraal gaat overhel- len. BUITENGEWONE HANDELINGEN Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in deze handleiding dient alleen door uw Verkoper uitgevoerd te worden. Handelingen die uitgevoerd werden in nietgeschikte structuren of door onbekwame perso- nen doen de garantie vervallen. OPSLAG Na het werken, wordt de machine zorgvuldig vrij- gemaakt van stof en vuil en worden de defecte onderdelen gerepareerd of vervangen. De machine moet bewaard worden op een droge plaats, beschermd tegen de weersomstandighe- den en met de bladbescherming gemonteerd. LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT Indien men van plan is de machine langer dan 2 – 3 maanden niet te gebruiken, moeten een aantal voorzorgsmaatre- gelen getroffen worden om problemen te vermij- den bij het hervatten van het werk of om perma- nente schade aan de motor te voorkomen. •Opberging Alvorens de machine te op te bergen: –Ledig de brandstoftank. –Start de motor en laat hem op het laagste toe- rental draaien tot de stilstand, zodat alle in het BELANGRIJK 14ONDERHOUD EN OPSLAGNL Tabel onderhoud ketting De kenmerkende gegevens van de ketting en het blad gehomologeerd voor deze machine zijn weergegeven in de “EG-Konformiteitsverklaring” die met de machine wordt geleverd. Om veiligheidsredenen, geen andere types van ketting of blad gebruiken. De tabel geeft de slijpgegevens voor de verschillende types van kettingen weer, zonder de mogelijkheid om andere kettingen dan de gehomologeerde types te gebruiken.!LET OP! Steek ketting Niveau begrenzertand (a) Diameter vijl (d) duim mm duim mm duim mm 3/8 Mini9,32 0,018 0,45 5/32 4,0 0,3258,25 0,026 0,65 3/16 4,8 3/89,32 0,026 0,65 13/64 5,2 0,40410,26 0,031 0,80 7/32 5,6 ad
reservoir overgebleven brandstof opgebruikt wordt. –Laat de motor afkoelen en demonteer de bou- gie. –Giet in de opening van de bougie een lepel (verse) olie voor tweetaktmotoren. –Trek verschillende keren aan de startknop om de olie goed te verdelen in de cilinder. –Hermonteer de bougie met de zuiger aan het bovenste dood punt (zichtbaar vanuit het gat van de bougie wanneer de zuiger aan de eind- aanslag gekomen is).•Hervatten van de activiteit Wanneer de machine weer gestart wordt: –Verwijder de bougie. –Trek enkele keren aan de startknop om de overtollige olie te verwijderen. –Controler de bougie zoals beschreven in het hoofdstuk “Controle van de bougie”. –Bereid de machine voor zoals aangegeven in het hoofdstuk “Vóór het gebruik”. ONDERHOUD EN OPSLAG / OPSPOREN VAN DEFECTEN15NL 9. OPSPOREN VAN DEFECTEN 1)De motor start niet of blijft niet draaien 2)De motor start maar heeft weinig vermogen 3)De motor werkt onregelmatig of heeft geen vermogen bij belasting 4)De motor geeft teveel rook af–De startprocedure is niet correct –De bougie is vuil of de afstand tus- sen de elektroden is niet gepast –Verstopte luchtfilter –Brandstofproblemen –Verstopte luchtfilter –Brandstofproblemen –De bougie is vuil of de afstand tus- sen de elektroden is niet gepast –Brandstofproblemen –Verkeerde samenstelling van het mengsel –Brandstofproblemen–Volg de aanwijzingen (zie hoofd- stuk 6) –Controleer de bougie (zie hoofd- stuk 8) –Reinig en/of vervang de filter (zie hoofdstuk 8) –Contacteer uw Verkoper –Reinig en/of vervang de filter (zie hoofdstuk 8) –Contacteer uw Verkoper –Controleer de bougie (zie hoofd- stuk 8) –Contacteer uw Verkoper –Bereid het mengsel volgens de aanwijzingen (zie hoofdstuk 5) –Contacteer uw Verkoper PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
171501053/0Realizzazione: EDIPROM / bergamo GGP ITALY SPA Via del Lavoro, 6 I-31033 Castelfranco Veneto (TV) ITALY