GGP Italy SPA Chainsaw 171501053 Operators Manual
Have a look at the manual GGP Italy SPA Chainsaw 171501053 Operators Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
NLPRESENTATIE1 Geachte Klant, wij danken u voor het feit dat u de voorkeur hebt gegeven aan onze producten en wij hopen dat het gebruik van deze machine u zeer tevreden zal stellen en dat zij volledig aan uw verwachtingen zal vol- doen. Deze handleiding is geschreven om u vertrouwd te maken met uw machine en om u in staat te stellen haar op de beste en de meest veilige manier te gebruiken: vergeet niet dat deze handleiding een integrerend deel van de machine is, bewaar deze binnen handbereik zodat u haar op elk gewenst moment kunt raadplegen en zorg ervoor dat ze de machine altijd vergezelt ook als u de machine ver- koopt of uitleent. Deze nieuwe machine is ontworpen en gemaakt in overeenstemming met de geldende voorschriften en is volkomen veilig en betrouwbaar indien zij wordt gebruikt overeenkomstig de aanwijzingen in deze handleiding (voorzien gebruik); het gebruik voor andere doeleinden of het niet in acht nemen van de aangegeven veiligheids-, gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften wordt als “oneigenlijk gebruik” beschouwd en brengt verval van, zowel de garantie, als de aansprakelijkheid van de fabrikant teweeg waardoor de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor schade of letsel die hijzelf of anderen oplopen. Mocht u verschillen tegenkomen tussen wat beschreven is en de machine die u bezit, denk er dan aan dat, aangezien het product continu verbeterd wordt, de in deze handleiding opgenomen gegevens zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat de fabrikant verplicht is de handleiding te updaten gewijzigd kunnen worden, waarbij de essentiële kenmerken met het oog op de veiligheid en de wer- king evenwel onveranderd blijven. Neem ingeval van twijfel contact op met uw Verkoper. Wij wensen u een prettig gebruik van de machine toe! INHOUD 1. Identificatie van de hoofdcomponenten ...................................... 22.Symbolen ..................................................................................... 33.Veiligheidsvoorschriften................................................................ 44.Montage van de machine ........................................................... 65.Voorbereiding ............................................................................... 76.Starten - Gebruik – Uitschakelen motor ...................................... 87.Gebruik van de machine ............................................................ 108.Onderhoud en opslag ................................................................ 129.Opsporen van defecten .............................................................. 15
NL BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 1. Motor 2. Pal 3. Voorste handbescherming 4. Voorste handgreep 5. Achterste handgreep 6. Pin vergrendeling ketting 7. Blad 8. Ketting 9. Bladbescherming 10. Typeplaatje BEDIENINGEN EN BIJVULLEN VAN BRANDSTOF 11. Stopschakelaar motor 12. Versnellingsknop 13. Vergrendeling versnelling 14. Startknop 15. Chokeknop (Starter) (indien aanwe- zig) 16. Knop voorinspuiting (Primer) (indien aanwezig) 17. Decompressor (indien aanwezig) 21. Dop brandstofreservoir 22. Dop oliereservoir ketting 2 IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN 1. IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN TYPEPLAATJE 10.1)Conformiteitsmerk volgens de richtlijn 98/37/EEG 10.2) Naam en adres van de fabrikant 10.3) Akoestische vermogen LWA volgens de richtlijn 2000/14/EG 10.4) Referentiemodel van de fabrikant 10.5) Machinemodel 10.6) Serienummer 10.7) Bouwjaar10.1 LWA dB 10.2 10.610.410.510.7 10.3 P 45(x) - P 46(x) P 50(x) - P 51(x) P 36(x) - P 37(x) P 39(x) - P 41(x) P 43(x) - P 44(x) P 47(x) - P 48(x) 1513 222111121416 1513 212211121714 1513 221612111421 1 2 8 34 5 6 79 10 5
NL 1)Let op! Gevaar. Een niet correct gebruik van deze machine kan gevaarlijk zijn voor zichzelf en de anderen. 2)Gevaar voor terugslag (kickback)! De terug- slag veroorzaakt de bruuske en ongecontroleer- de beweging van de kettingzaag naar de bedie- ner toe. Ga altijd op veilige wijze te werk. Gebruik kettingen voorzien van veiligheidsscha- kels die eventuele terugslagen beperken. 3)Neem de machine nooit met een enkele hand vast! Neem de machine stevig met beide handen vast, om een betere controle te hebben over de 11)Brandstofreservoir 12)Oliereservoir ketting en regelaar oliepomp 13)Regelingen van de carburator L= regeling brandstof lage snelheid H= regeling brandstof hoge snelheid T - IDLE - MIN = regeling van het mini- mumtoerental 14)Chokeknop (Starter) 15)Knop voorinspuiting (Primer) 16)Rem ketting (de witte pijl geeft de richting aan waarin de rem vrijgegeven wordt) 17)Montagerichting ketting machine en het risico voor terugslag te beper- ken. 4)Voordat u deze machine in gebruik neemt, eerst de handleiding lezen. 5)De persoon die deze machine dagelijks in normale omstandigheden gebruikt kan blootge- steld zijn aan een geluidsniveau van 85 dB (A) of hoger. Gebruik een oorbescherming en draag een veiligheidshelm. 6)Draag werkhandschoenen en veiligheids- schoeisel! SYMBOLEN3 TOELICHTENDE SYMBOLEN OP DE MACHINE (indien aanwezig) 2. SYMBOLEN 5 123 46 11 12 13 14 15 16 17
NL A) VERTROUWD RAKEN 1)Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en in staat bent de machine op de juiste wijze te gebruiken. Leer de motor snel af te zetten. 2) Gebruik de machine alleen voor het doel waartoe het bestemd is, m.a.w. “het vellen, het verzagen en snoeien van bomen met afmetingen in verhouding tot de lengte van het kettingblad” of houten voorwer- pen met gelijkaardige eigenschappen. Elk ander doel waarvoor de machine wordt gebruikt kan gevaarlijk zijn en zou de machine kunnen beschadigen. 3) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan lan- delijk gereglementeerd zijn. 4) De machine dient niet door meer dan één persoon gebruikt te worden. 5) Gebruik de machine in geen geval: –als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in de buurt zijn; –indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of geneesmiddelen, drugs, alcohol of schadelijke stof- fen ingenomen heeft die zijn reactievermogen en aandacht kunnen verminderen; –indien de gebruiker niet in staat is om de machine stevig vast te houden met beide handen en/of tijdens het werk niet in evenwicht en stevig op beide voeten kan staan. 6) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigen- dommen kunnen overkomen. B) VÓÓR HET GEBRUIK 1)Tijdens het werken moet gepaste kledij gedra- gen worden die de gebruiker niet hindert in zijn bewegingen . –Draag aansluitende en beschermende kledij die bestand is tegen sneden. –Draag een helm, werkhandschoenen, een veilig- heidsbril, een stofmaskertje en veiligheidsschoeisel met een antislipzool. –Gebruik de oorbeschermers. –Draag geen sjaal, hemd, halsketting of andere han- gende of ruime accessoires die gegrepen kunnen worden door de machine of voorwerpen en materiaal aanwezig op de werkplaats. –Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden. 2) PGELET: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar: –bewaar de brandstof in gepaste recipiënten die geschikt zijn voor dit gebruik; –rook niet wanneer de brandstof gehanteerd wordt; –open de dop van het reservoir langzaam om de inter- ne druk geleidelijk aan af te laten; –vul benzine alleen bij in de open lucht en gebruik hiervoor een trechter;–giet de brandstof in het reservoir vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen brandstof toevoegen of de dop van de ben- zinetank afdraaien ; –als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet star- ten maar dient u de machine uit de buurt van de plek waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voor- komen dat er brand ontstaat. U dient te wachten tot- dat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn; –reinig onmiddellijk elk spoor van benzine gemorst op de machine of op de grond; –start de machine niet op de plaats waar de brandstof bijgevuld werd; –vermijd dat de brandstof in contact komt met de kle- dij en, mocht dit toch gebeuren, trek dan andere kle- dij aan vooraleer de motor te starten; –draai de dop altijd weer goed op het reservoir van de machine en het benzinerecipiënt. 4) Vervang defecte of beschadigde geluidsdempers. 5) Ga vóór het gebruikover tot een algemene contro- le van de machine, in het bijzonder: –de versnellingshendel en de veiligheidshendel moe- ten vrij kunnen bewegen, zonder geforceerd te wor- den, en bij het loslaten moeten ze automatisch en snel terug in de neutrale stand komen; –de versnellingshendel moet geblokkeerd blijven indien niet op de veiligheidshendel geduwd wordt; –de stopschakelaar van de motor moet makkelijk van de ene stand in de andere gebracht kunnen worden; –de elektrische kabels en in het bijzonder de kabel van de bougie moeten onbeschadigd zijn om te voorko- men dat vonken ontstaan; de kap moet correct op de bougie gemonteerd zijn; –de handgrepen en beschermingen van de machine moeten schoon, droog, en stevig bevestigd zijn op de machine; –de rem van de ketting moet perfect werken en doel- treffend zijn; –lhet blad en de ketting moeten correct gemonteerd zijn; –de ketting moet correct gespannen zijn. 6) Vóór het werk te beginnen, controleer of alle beschermingen correct gemonteerd zijn. C) TIJDENS HET GEBRUIK 1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke koolmonoxide kan ontwikkelen. 2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 3) Blijf stil en stabiel staan:–vermijd zoveel mogelijk te werken op een natte of glibberige grond, of in ieder geval op te oneffen of steile terreinen die de stabiliteit van de gebruiken tij- dens het werken niet kunnen garanderen; –vermijd het gebruik van ladders en onstabiele plat- formen; –ga niet te werk met de machine boven de schouder- lijn; –loop niet maar ga normaal en let op oneffenheden 4VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
van het terrein en de aanwezigheid van eventuele hindernissen. –ga best niet alleen of te geïsoleerd te werk, om in geval van een ongeluk makkelijker hulp te roepen. 4) Start de motor terwijl de machine stevig vastgehou- den wordt: –start de motor op een afstand van minstens 3 meter van de plaats waar de brandstof bijgevuld werd; –controleer of er zich andere personen in de draag- wijdte van de machine bevinden; –richt de geluidsdemper en dus de uitlaatgassen nooit naar ontvlambare materialen: –let op het mogelijk wegspringen van materiaal ver- oorzaakt door de beweging van de ketting, vooral wanneer de ketting in contact komt met hindernissen of vreemde lichamen. 5) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen. 6) Overbelast de machine niet en gebruik geen kleine machine om zware werken te verrichten; het gebruik van een machine met aangepaste afmetingen zal de risico’s beperken en de kwaliteit van het werk verbete- ren. 7) Controleer of het laagste toerental van de machine de ketting niet in beweging brengt en of de motor na een plotse versnelling snel terugvalt tot het laagste toe- rental. 8) Let erop dat het blad niet hevig botst met vreemde lichamen en let op eventueel wegspringend materiaal veroorzaakt door het draaien van de ketting. 9) Schakel de motor uit: –telkens wanneer u de machine onbeheerd achterlaat; –vóórdat u benzine bijtankt. 10) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los: –voordat u de machine controleert, schoonmaakt of eraan werkt; –nadat er op een vreemd lichaam gestoten is. Controleer de machine op eventuele beschadigingen en voer de nodige reparaties uit alvorens de machine opnieuw te gebruiken; –indien de machine op abnormale wijze begint te tril- len: onmiddellijk de oorzaak nagaan en het probleem verhelpen; –wanneer de machine niet gebruikt wordt. D) ONDERHOUD EN OPSLAG 1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een vei- lige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onder- houd aan de heggenschaar pleegt zal de werking van ervan veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven . 2) Zet de machine niet met benzine in het reservoir in een ruimte waar de benzinedampen met vlammen, von- ken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen. 3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opbergen van de machine in elke willekeurige ruimte. 4) Om het risico voor brand te beperken, worden de motor, de geluidsdemper van de uitlaat en de opslag- zone van de benzine vrij gehouden van zaagsel, takjes,bladeren of overtollig vet; laat geen recipiënten met snijafval in de ruimte achter. 5) Als u het reservoir moet ledigen, dient u dit in de open lucht te doen en wanneer de motor koud is. 6) Draai werkhandschoenen voor elke ingreep aan de snij-inrichting. 7)Zorg ervoor dat de ketting altijd scherp is. Alle handelingen die betrekking hebben op de ketting en het blad vergen een specifieke vaardigheid, naast het gebruik van speciaal gereedschap om deze handelin- gen volgens de regels van de kunst uit te voeren; uit veiligheidsoverwegingen, neemt u altijd het best con- tact op met uw Verkoper. 8) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegin- gen, nooit met onderdelen die versleten of bescha- digd zijn. De beschadigde onderdelen moeten ver- nieuwd en niet gerepareerd worden. Gebruik uitslui- tend originele reserveonderdelen. Onderdelen van een andere kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker. 9) Vooraleer de machine op te bergen, de sleutels of het gereedschap gebruikt voor het onderhoud wegne- men. 10) Bewaar de machine buiten het bereik van kinderen! E) TRANSPORT EN VERPLAATSING 1) Telkens wanneer de machine verplaatst of vervoerd moet worden, is het noodzakelijk: –de motor uit te schakelen, te wachten tot de ketting tot stilstand gekomen is en de bougiekap los te kop- pelen; –de bladbescherming aan te brengen; –de machine alleen vast te nemen aan de handgrepen en het blad in de richting tegenover de loop- of rij- richting te houden. 2) Wanneer de machine vervoerd wordt met een voer- tuig, moet het op dusdanige wijze geplaatst worden dat er voor niemand gevaar ontstaat en stevig geblokkeerd worden om te voorkomen dat de machine omvalt en beschadigd wordt of dat brandstof lekt. F) HOE DE HANDLEIDING TE LEZEN In de tekst van de handleiding worden enkele paragra- fen, die gegevens van bijzonder belang bevatten, gekenmerkt door diverse symbolen die de volgende betekenis hebben: of Verstrekt nadere gegevens of andere elementen ter aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voorkomen dat de machine bescha- digd wordt of dat er schade veroorzaakt wordt. Gevaar voor persoonlijk letsel of letsel aan anderen in geval van niet-inachtne- ming. Kans op ernstig persoonlijk letsel of ernstig letsel aan anderen met gevaar van dodelijke ongelukken, in geval van niet-inachtne- ming. !GEVAAR! !LET OP! BELANGRIJK OPMERKING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN5NL
De machine wordt geleverd met gedemonteerde blad en ketting, en met lege brandstof- en oliereservoirs. Draag altijd sterke werk- handschoenen om het blad en de ketting te hanteren. Ga bijzonder voorzichtig te werk voor de montage van het blad en de ketting, om de veiligheid en efficiëntie van de machi- ne niet in het gedrang te brengen; neem bij twijfels contact op met uw Verkoper. De montage kan plaatsvin- den op verschillende manieren, naargelang het bevestigingssysteem van het blad en de span- ning van de ketting.. Vooraleer het blad te monteren, controleer of de rem van de ketting niet ingeschakeld is; dit wordt bekomen door de voorste handbescherming vol- ledig naar achter te trekken, naar het machine- huis toe. 1a. MACHINES MET STANDAARDKETTING- SPANNER –Draai de moeren los en verwijder de carter van de koppeling om toegang te hebben tot het sleepwiel en de zitting van het blad (Fig. 1). –Monteer het blad (2) door de stiften in de gleuf van het blad te brengen en het blad naar de achterkant van het machinehuis te duwen (Fig. 2) –Leg de ketting rond het sleepwiel en langs de geleiders van het blad. Let hierbij op de draai- richting (Fig. 3); indien de punt van het blad voorzien is van een haakse overbrenging, zorg er dan voor dat de sleepschakels van de ket- ting correct in deze overbrenging passen. –Controleer of de pin van de kettingspanner (3) correct in de relatieve opening van het blad zit (Fig. 4); als dit niet zo is, ga dan met een schroevendraaier te werk op de schroef (4) van de kettingspanner, tot de pin volledig in de opening zit (Fig. 5). –Hermonteer de carter, zonder de moeren vast te draaien. Voor de modellen P 36(x) - P 37(x) - P 39(x) - P 41(x)wordt gecontroleerd of de pin (1 - Fig.1) goed op zijn plaats zit. OPMERKING !LET OP! BELANGRIJK–Draai aan de schroef van de kettingspanner (4) tot de gepaste spanning bekomen wordt (Fig. 5). De modellen P 44(x) en P 48(x)zijn uitge- rust met een extra spanner tussen de moeren van de carter (5 - Fig. 5). –Houd het blad omhoog en draai de moeren van de carter volledig vast met behulp van de meegeleverde sleutel (Fig. 6). 1b. MACHINES MET SNELLE KETTINGSPAN- NER “Q-TENS” –Draai de knop (1) los en verwijder de carter van de koppeling, om toegang te krijgen tot het sleepwiel en de zitting van het blad (Fig. 7). –Duw het blokje van de kettingspanner (2) vol- ledig naar voor op het blad (Fig. 8). –Monteer de ketting op het blad en respecteer hierbij de draairichting (Fig. 8); indien de punt van het bald voorzien is van een haakse over- brenging, zorg er dan voor dat de sleepscha- kels van de ketting correct in deze overbren- ging passen. –Breng het blad (3) aan en leg de ketting rond het sleepwiel (Fig. 8). –Draai aan de buitenste ring (4) van de carter tot beide referenties op de ring en de carter overeenkomen (Fig. 9). –Hermonteer de carter door de knop vast te draaien (1), maar niet volledig (Fig. 10). –Span de ketting door de buitenste ring (4) in wijzerzin te draaien (Fig. 10). –Houd het blad omhoog en draai de knop (1) volledig vast (Fig. 10). 2. CONTROLES NA DE MONTAGE VAN HET BLAD EN DE KETTING –Controleer de spanning van de ketting. Om te controleren of de spanning correct is, mogen de sleepschakels niet uit hun geleider komen wanneer de ketting halverwege het blad vast- genomen wordt (Fig. 11). –Laat de ketting met behulp van een schroe- vendraaier langs de geleiders glijden, om er zeker van te zijn dat deze beweging zonder overmatige belasting gebeurt. 6 MONTAGE VAN DE MACHINENL 4. MONTAGE VAN DE MACHINE
VOORBEREIDING7NL CONTROLE VAN DE MACHINE Alvorens de machine te gebruiken, is het nood- zakelijk: –te controleren of er geen schroeven loszitten aan de machine of het blad; –te controleren of de ketting scherp is en niet beschadigd is; –te controleren of de luchtfilter schoon is; –te controleren of de beschermingen goed vastzitten en efficiënt zijn; –te controleren of de handgrepen goed bevestigd zijn; –de efficiëntie van de kettingrem te controleren. BEREIDING VAN HET BRANDSTOFMENGSEL Deze machine is uitgerust met een tweetaktmo- tor waarvoor een mengsel van benzine en smeerolie gebruikt moet worden. Het gebruik van alleen benzi- ne beschadigd de motor en doet de garantie ver- vallen. Gebruik alleen brandstof en smeermiddelen van goede kwaliteit, om de prestaties in stand te houden en borg te staan voor de levensduur van de mechanische compo- nenten. •Eigenschappen van de benzine Gebruik alleen loodvrije benzine (groen) met een octaangehalte van minstens 90 N.O. Groene benzine zorgt altijd voor wat afzettingen in het recipiënt indien het langer dan 2 maanden bewaard wordt. Gebruik altijd verse benzine! •Eigenschappen van de olie Gebruik alleen synthetische olie van uitstekende kwaliteit, specifiek voor tweetaktmotoren. Bij uw Verkoper zijn oliën beschikbaar die speci- aal bestudeerd werden voor dit type van motor en in staat zijn om voor een hoge bescherming te zorgen. Het gebruik van deze oliën leidt tot een mengsel bij 2%, d.w.z. 1 deel olie voor 50 delen benzine. BELANGRIJK BELANGRIJK BELANGRIJK Indien geen specifieke olie voorhanden is, kunt u ook een minerale smeerolie voor motoren gebruiken (klasse FA of FB), en een mengsel bij 4% creëren, d.w.z. 1 deel olie voor 25 delen ben- zine. •Bereiding en bewaring van het mengsel De benzine en het mengsel zijn ontvlambaar! –Bewaar de benzine en het mengsel in spe- ciale recipiënten voor brandstof, op een veilige plaats, uit de buurt van warmte- bronnen of naakte vlammen. –De recipiënten moeten buiten het bereik van kinderen bewaard worden. –Niet roken tijdens de bereiding van het mengsel en de benzinedampen niet inade- men. De tabel geeft de hoeveelheden benzine en olie weer te gebruiken voor de bereiding van het mengsel naargelang het aangewend type van olie. Voor de bereiding van het mengsel: –Doe ongeveer de helft van de benzine in een geschikte tank. –Voeg er alle olie aan toe, volgens de tabel. –Voeg de rest van de benzine toe. –Sluit de dop en schud krachtig. Het mengsel is onderhevig aan veroudering. Bereid niet te veel mengsel, om afzettingen te voorkomen. Zorg ervoor dat de recipiën- ten van de benzine en het mengsel goed van elkaar onderscheiden worden, om geen vergis- sing te begaan op het moment van het gebruik. BELANGRIJK BELANGRIJK !GEVAAR! 5. VOORBEREIDING Benzine Synthetische olie Minerale olie 2-Takt Klasse FA - FB liter liter cm3liter cm3 10,02 2,0 0,04 40 20,04 40 0,08 80 30,06 60 0,12 120 50,10 100 0,20 200 10 0,20 200 0,40 400
NL Reinig de recipiënten van de benzine en het mengsel periodiek, om eventuele afzettingen te verwijderen. BIJVULLEN VAN BRANDSTOF Niet roken tijdens het bij- vullen en de benzinedampen niet inademen. Open de dop van de tank voorzichtig omdat er druk ontstaan kan zijn aan de binnenkant. Vooraleer bij te vullen: –Schud de tank van het mengsel krachtig. –Plaats de machine effen en stabiel, met de vuldop van het reservoir naar boven. –Maak de dop van het reservoir en de zone rond de dop schoon om te voorkomen dat tij- dens het bijvullen onzuiverheden terechtko- men in het mengsel. –Open de dop van het reservoir voorzichtig om de druk geleidelijk aan af te laten. Vul bij gebruik makend van een trechter en vul het reservoir niet tot aan de rand. De dop van het reservoir moet altijd stevig weer vastgedraaid worden.!LET OP! !LET OP! !GEVAAR! BELANGRIJKReinig onmiddellijk elk spoor van mengsel dat eventueel gemorst werd op de machine of op de grond en start de motor pas wanneer de benzinedampen voleldig opgelost zijn. SMEERMIDDEL KETTING Gebruik alleen olie met vis- cositeit SAE 30, specifiek voor de smering van kettingen. Gebruik geen olie die onzuiverheden bevat, om de filter van het reservoir niet te ver- stoppen en de oliepomp niet onherroepelijk te beschadigen. Het gebruik van een olie van goede kwaliteit is van fundamenteel belang voor een efficiënte smering van de snij-inrichtingen; een vuile olie of olie van slechte kwaliteit zal de smering in het gedrang brengen en de levensduur van de ket- ting en het blad verkorten. Het is altijd raadzaam het oliereservoir volledig te vullen (met behulp van een trechter) telkens wanneer brandstof bijgevuld wordt; aangezien de inhoud van het oliereservoir dusdanig bere- kend is dat de brandstof eerder dan de olie opgebruikt wordt, wordt voorkomen dat de machine zonder smeermiddel kan werken. BELANGRIJK !LET OP! wordt bedoeld een start na minstens 5 minuten dat de motor uitgeschakeld is of na het bijvullen van brandstof. Om de motor te starten (Fig. 12): 1. Controleer of de remketting ingeschakeld is (voorste handbescherming vooruit). 2. Breng de schakelaar (1) in de stand «START». 3. Voor de modellen die hiermee uitgerust zijn, druk op de knop van de decompressor. 4. Schakel de starter (2) in. 5. Voor de modellen die hiermee uitgerust zijn, druk 3-4 keer op de knop van de voorin- spuiting (primer) (3) om de aanvoer van de carburator te bevorderen. 6. Houd de machine stevig tegen de grond, met een hand op de handgreep en een voet in de achterste handgreep, om tijdens de start niet de controle te verliezen over de machine (Fig. 13). STARTEN VAN DE MOTOR De motor wordt gestart op een afstand van minstens 3 meter van de plaats waar de brandstof bijgevuld werd. Alvorens de motor te starten: –Zet de machine stabiel op de grond. –Verwijder de bladbescherming. –Zorg ervoor dat het blad niet in aanraking komt met het terrein of met andere voorwer- pen. •Start met koude motor Met start bij koude motorOPMERKING !LET OP! 8VOORBEREIDING / STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR 6. STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR
NLSTARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR9 Indien machine niet stevig vastgehouden wordt, kan de gebruiker door de duwkracht van de motor het evenwicht verliezen of zou het blad tegen een hindernis of de gebruiker zelf gericht kunnen worden. 7. Draai langzaam de startknop 10-15 cm tot u een zekere weerstand gewaarwordt. Geef dan enkele keren een stevige ruk tot de machine in gang schiet. Om te voorkomen dat het touw breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan getrokken. Laat het touw niet langs de rand van de opening van de touwgeleider schuren en laat de knop geleidelijk aan los, om te voorkomen dat het touw op ongecontroleerde wijze naar binnen schiet. 8. Trek opnieuw aan de startknop tot de motor normaal in gang komt. 9. Zodra de motor loopt, de versnelling kort- stondig bedienen om de starter uit te schake- len en de motor weer tot het minimumtoeren- tal te brengen. Vermijd de motor aan een hoog toerental te laten draaien met de rem van de ketting ingeschakeld; dit kan een oververhit- ting en beschadiging van de koppeling veroorza- ken. 10. Laat de motor minstens 1 minuut op het minimumtoerental draaien vooraleer de machine te gebruiken. Indien de knop van het start- touw herhaaldelijk bediend wordt met de starter ingeschakeld, kan de motor vastlopen en de start bemoeilijkt worden. Indien de motor vastloopt, de bougie demonte- ren en voorzichtig aan de knop van het starttouw trekken om de overtollige brandstof te verwijde- ren; vervolgens de elektrodes van de bougie afdrogen en de bougie weer monteren op de motor. •Start bij warme motor Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na de uitschakeling van de motor), volg de punten 1 - 2 - 6 - 7 - 8 van de vorige werkwijze. BELANGRIJK BELANGRIJK BELANGRIJK !LET OP!GEBRUIK VAN DE MOTOR (Fig. 14) De snelheid van de ketting wordt geregeld met de versnellingshendel (1) op de achterste hand- greep (2). De versnelling kan alleen ingeschakeld worden wanneer gelijktijdig op de vergrendeling (3) geduwd wordt. De beweging wordt van de motor overgedragen op de ketting door middel van een koppeling met centrifugaalgewichten die de beweging van de ketting verhindert wanneer de motor op het laagste toerental draait. Gebruik de machine niet indien de ketting op het laagste toerental van de motor draait (zie hoofdstuk 8) en indien het probleem aanhoudt, dient u contact op te nemen met uw Verkoper. De correcte werksnelheid wordt bekomen door de versnellingsknop (1) volledig in te duwen. Gedurende de eerste 6-8 werkuren van de machine, wordt vermeden de hoogste toerentallen te gebruiken UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (Fig. 14) Om de motor uit te schakelen: –Laat de versnellingsknop los (1) en laat de motor enkele seconden draaien op het laagste toerental –Breng de schakelaar (4) in de stand “ STOP”. Nadat de versnelling in de minimumstand gezet werd, moet enkele seconden gewacht worden vooraleer de ket- ting tot stilstand komt.!LET OP! BELANGRIJK !LET OP!
NL Uit respect voor de anderen en het milieu: – Wees geen storend element. – Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van het snijafval. – Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van olie, benzine, beschadig- de onderdelen of om het even welk element dat niet milieuvriendelijk is. Draag tijdens het werk gepaste kledij. Uw Verkoper zal u alle nodige informatie geven over de meest geschikte veiligheidskledij, met het oog op een veilig gebruik van de machine. Het gebruik van de machi- ne voor het zagen en snoeien vergt een spe- cifieke opleiding. REM KETTING Deze machine is voorzien van een automati- sche rem die de ketting stillegt in geval van een terugslag tijdens het zagen. Deze rem kan ook handmatig ingeschakeld worden, door de voorste bescherming naar voor te duwen. Om de rem vrij te geven, trek de voorste bescherming naar de handgreep tot u een klik gewaarwordt. De machine niet gebruiken indien de remketting niet correct werkt. Neem voor de nodige controles contact op met uw Verkoper. CONTROLE SPANNING KETTING Tijdens het werk ondergaat de ketting een pro- gressieve verlenging. De spanning moet dus regelmatig gecontroleerd worden. . Werk niet met een ketting die te los zit, om geen gevaarlijke situaties te creëren wanneer de ketting uit de geleiders komt. CONTROLE OLIETOEVOER De machine niet gebruikenBELANGRIJK !LET OP! !LET OP! !LET OP! !LET OP! zonder smering! Het oliereservoir kan bijna volle- dig leeg zijn telkens wanneer de brandstof opraakt. Zorg ervoor dat het oliereservoir aange- vuld wordt telkens wanneer brandstof bijgevuld wordt. Zorg ervoor dat het blad en de ketting goed op hun paats zitten wanneer de olietoevoer gecontroleerd wordt. Start de motor, houd het toerental niet te hoog en controleer of de olie van de ketting verspreid wordt zoals aangegeven in de figuur (Fig. 15). Voor de modellen P 44(x) en P 48(x),kan de oliestroom van de ketting geregeld worden door met een schroevendraaier de regelschroef (1) van de pomp te draaien, onderaan de machine (Fig. 15). GEBRUIKSWIJZEN EN SNIJTECHNIEKEN Vooraleer de machine voor de eerste keer te gebruiken voor het vellen of snoeien van een boom, oefent u best op houtblokken op de grond of bevestigd op een steun, om voldoende vertrouwd te raken met de machine en de meest geschikte snijtechnieken. Tijdens het werk moet de machine altijd stevig vastgehouden worden met beide handen. Leg de motor onmiddellijk stil wanneer de ketting zich tijdens het werk blokkeert. Let altijd op voor mogelijke terug- slagen (kickback) wanneer het blad in con- tact komt met een hindernis. De terugslag doet zich voor wanneer het uit- einde van de ketting in contact komt met een voorwerp of wanneer het hout krimpt en de ketting in de snede vasthoudt. Dit contact aan het uiteinde van de ketting kan aanleiding geven tot een uiterst snelle stoot in de tegenovergestelde richting, waar- bij het blad naar boven en naar de bediener toe geduwd wordt. Dit geldt ook wanneer de ketting geblokkeerd wordt aan de bovenkant van het blad. In beide gevallen kan de bedie- ner door de terugslag de controle verliezen over de kettingzaag, met mogelijke bijzonder ernstige gevolgen. !LET OP! !LET OP! !LET OP! 10GEBRUIK VAN DE MACHINE 7. GEBRUIK VAN DE MACHINE