Home > Belkin > Router > Belkin Router F5D8633-4 User Manual

Belkin Router F5D8633-4 User Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Belkin Router F5D8633-4 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 19 Belkin manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    Page
    of 606
    							
    4746
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    4746
    
    Wijziging van de naam van het draadloze netwerk (SSID) 
    Om  uw  draadloze  netwerk  te  identificeren,  wordt  een  naam  gebruikt  die 
    bekend  is  als  SSID  (Service  Set  Identifier).  De  SSID  is  de  naam  van  uw 
    netwerk.  De  standaard  netwerknaam  van  de  router  is  “Belkin  N  Wireless” 
    gevolgd  door  zes  getallen  die  uniek  zijn  voor  uw  router.  Uw  netwerknaam 
    ziet  er  ongeveer  als  volgt  uit:  “Belkin_N_Wireless_123456”.  U  kunt  deze 
    naam  veranderen  in  alles  wat  u  maar  wilt  of  u  kunt  hem  onveranderd  laten. 
    Onthoudt  dat  als  u  de  naam  van  uw  draadloze  netwerk  wijzigt,  en  er  andere 
    draadloze  netwerken  in  uw  omgeving  actief  zijn,  dat  de  nieuwe  naam  van  uw 
    netwerk  moet  afwijken  van  die  andere  draadloze  netwerken.  Als  u  de  SSID 
    wil  veranderen,  typ  dan  de  SSID  die  u  wilt  gebruiken  in  het  SSID-veld  in
    (1) 
    en  klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)
    (2).  De  verandering 
    gaat  onmiddellijk  in.  Als  u  de  SSID  verandert,  moeten  ook  uw  draadloos 
    werkende  computers  opnieuw  worden  geconfigureerd  om  verbinding  te 
    kunnen  maken  met  uw  nieuwe  netwerknaam.  Zie  de  handleiding  van  uw 
    draadloze  netwerkadapter  voor  meer  informatie  over  hoe  u  deze  verandering 
    moet  aanbrengen.
    Let  op:   Wij  raden  u  aan  regelmatig  te  controleren  of  er  firmware-updates 
    voor  de  router  beschikbaar  zijn.  Dit  kunt  u  doen  via  de  pagina  “Utilities  > 
    Firmware  update”.  Nieuwere  firmware  kan  bijvoorbeeld  bepaalde  problemen 
    oplossen,  extra  functies  toevoegen  en/of  de  draadloze  prestaties  verhogen 
    (zie  bladzijde  69).
    (1)
    (2) 
    						
    							
    4746
    4746
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    Het  draadloze  kanaal  wijzigen 
    Er  zijn  een  aantal  kanalen  waaruit  u  kunt  kiezen  -  in  totaal  13  in  de  meeste 
    Europese  landen  en  Australië.  In  andere  landen  gelden  andere  normen.  Uw 
    router  is  zo  ingesteld  dat  hij  actief  kan  zijn  op  de  juiste  kanalen  voor  het 
    land  waarin  u  zich  bevindt.  Indien  nodig  kan  dit  adres  worden  gewijzigd. 
    Als  er  meer  draadloze  netwerken  in  uw  gebied  actief  zijn,  moet  uw  netwerk 
    op  een  ander  kanaal  worden  ingesteld  dan  de  andere  draadloze  netwerken.
    Uitbreidingskanaal 
    De  IEEE  802.11n  draft  specificatie  maakt  het  gebruik  van  een  tweede 
    kanaal  mogelijk  om  de  bandbreedte  te  verdubbelen  (zie  “Gebruik  maken 
    van  de  bandbreedteschakelaar”  op  de  volgende  bladzijde).  Er  zal  een 
    uitbreidingskanaal  worden  getoond  bij  gebruik  van  de  40MHz-modus  (zie 
    “Gebruik  maken  van  de  draadloze-modusschakelaar”).  Indien  nodig  kan  dit 
    adres  worden  gewijzigd.
    Gebruik  maken  van  de  schakelaar  voor  draadloze  modi 
    Deze  schakelaar  stelt  u  in  staat  de  draadloze  modus  van  de  router  in  te 
    stellen.  Er  zijn  drie  beveiligingsmodi:
    Opmerking:  Bij  sommige  modi  dient  u  eerst  de  firmware  bij  te  werken  voor 
    ze  geactiveerd  kunnen  worden.
    1)   Off  (Uit) 
    In  deze  modus  wordt  het  accesspoint  van  de  router  uitgeschakeld 
    waardoor  er  geen  draadloze  apparaten  in  het  netwerk  kunnen  worden 
    opgenomen.  Het  uitschakelen  van  de  draadloze  functie  van  uw  router 
    is  een  uitstekende  manier  om  uw  netwerk  te  beveiligen  als  u  wat  langer 
    van  huis  bent  dan  normaal,  of  als  u  gedurende  een  bepaalde  periode 
    geen  gebruik  wilt  maken  van  deze  functie.
    2 )   802.11g 
    Als  uw  router  gebruik  maakt  van  deze  modus,  kunnen  zowel 
    802.11g-  als  802.11b-apparaten  onderdeel  uitmaken  van  het 
    netwerk.  Uitsluitend  N/draft  (concept)  802.11n-apparaten  zullen  met 
    de  snelheden  van  802.11g  werken.
    3 )   802.11b  &  802.11g  &  802.11n 
    Als  u  de  router  op  deze  modus  instelt,  kunnen  voor  N/concept 
    802.11n,  802.11g  en  802.11b  geschikte  apparaten  het  netwerk 
    vinden.
    4 )   802.11n 
    Als  uw  router  gebruik  maakt  van  deze  modus,  dan  zullen  alleen 
    N/draft  802.11n-apparaten  onderdeel  kunnen  uitmaken  van  het 
    netwerk.  802.11g-  en  802.11b-apparaten  kunnen  dan  niet  in  het 
    netwerk  worden  opgenomen. 
    						
    							
    4948
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    4948
    
    Gebruik  maken  van  de  bandbreedteschakelaar 
    Deze  schakelaar  stelt  u  in  staat  de  bandbreedte-modi  van  de  draadloze  router  in 
    te  stellen.  Er  zijn  verschillende  modi  beschikbaar:
    1)   20MHz/40MHz 
    Als  u  uw  router  op  deze  modus  instelt,  kan  tussen  een  werking  met  20MHz-
    bandbreedte  en  40MHz-bandbreedte  gekozen  worden.  Deze  modus  maakt 
    40MHz-werking  mogelijk  ten  behoeve  van  optimale  snelheden  voor  N,  draft 
    802.11n-apparaten  als  de  omstandigheden  dat  toelaten.  Bij  aanwezigheid 
    van  een  802.11g  accesspoint  dat  een  nabijgelegen  kanaal  bezet,  zal  de 
    router  automatisch  overschakelen  op  20MHz-werking  om  de  compatibiliteit  te 
    optimaliseren.  Zet  de  router  in  deze  modus  voor  hogere  prestaties.
    2 )   20MHz 
    Als  u  uw  router  op  deze  modus  instelt,  is  alleen  een  20MHz-bandbreedte 
    beschikbaar.  Deze  modus  is  geschikt  voor  apparaten  die  voldoen  aan 
    N,  concept  802.11n,  802.11g  en  802.11b  maar  halveert  de  beschikbare 
    bandbreedte  voor  N,  concept  802.11n-apparaten.  Soms  kunt  u  bepaalde 
    draadloze  problemen  oplossen  door  de  bandbreedte  op  “20MHz  only”  in  te 
    stellen.  Dit  is  de  standaard  modus  voor  de  router.
    Gebruik  maken  van  de  Broadcast  SSID-functie 
    Let  op:   Deze  geavanceerde  functie  mag  uitsluitend  door  ervaren  gebruikers 
    worden  toegepast.  Om  veiligheidsredenen  kunt  u  ervoor  kiezen  de  SSID  van  uw 
    netwerk  niet  uit  te  zenden.  Daardoor  blijft  de  naam  van  uw  netwerk  verborgen 
    voor  computers  die  de  ether  aftasten  naar  de  aanwezigheid  van  draadloze 
    netwerken.  Om  de  uitzending  van  uw  SSID  stil  te  leggen,  maakt  u  het  vakje  naast 
    “Broadcast  SSID”  (SSID  uitzenden)  leeg  en  klikt  u  vervolgens  op  “Apply  changes” 
    (Wijzigingen  aanbrengen).  De  verandering  gaat  onmiddellijk  in.  Elke  computer 
    moet  nu  worden  ingesteld  op  het  maken  van  verbinding  met  uw  specifieke  SSID; 
    een  SSID  in  de  vorm  van  “ANY”  (Elke)  wordt  niet  langer  geaccepteerd.  Zie  de 
    handleiding  van  uw  draadloze  netwerkadapter  voor  informatie  over  hoe  u  deze 
    verandering  moet  aanbrengen.
    Protected  Mode-schakelaar 
    De  Protected-modus  zorgt  voor  een  goede  werking  van  de  N,  draft  802.11n-
    apparaten  binnen  uw  draadloze  netwerk  wanneer  er  ook  802.11g-  of  802.11b-
    apparaten  aanwezig  zijn,  of  wanneer  er  in  de  bedrijfsomgeving  sprake  is  van 
    veel  802.11g-  of  802.11b-verkeer.  Maak  gebruik  van  de  Protected-modus  als 
    uw  netwerk  bestaat  uit  een  combinatie  van  draadloze  N  kaarten  van  Belkin  en 
    802.11g  of  802.11b-kaarten.  Als  u  zich  in  een  omgeving  bevindt  met  weinig  of 
    geen  ander  draadloos  802.11g  of  802.11b  netwerkverkeer,  zullen  uw  draadloze  N 
    producten  het  best  presteren  als  de  Protected-modus  is  uitgeschakeld.  Als  er  in 
    een  omgeving  VEEL  802.11g-  of  802.11b-verkeer,  of  interferentie,  is,  dan  zullen 
    de  beste  prestaties  worden  bereikt  als  u  de  Protected-modus  hebt  ingeschakeld. 
    Zo  voorkomt  u  dat  de  prestaties  van  uw  draadloze  N  apparatuur  teruglopen. 
    						
    							
    4948
    4948
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    802.11e/WMM  (Wi-Fi®  Multimedia)  QoS 
    WMM  dat  gebaseerd  is  op  802.11e  QoS  (Quality  of  Service)  geeft  voorrang 
    aan  belangrijke  data  op  uw  netwerk  als  multimediamateriaal  en  voice-over-
    IP  (VoIP)  om  storing  van  deze  data  door  andere  data  die  door  uw  netwerk 
    stromen  te  voorkomen.  U  bereikt  met  deze  functie  de  beste  prestaties 
    als  andere  draadloze  apparaten  als  Wi-Fi-telefoons  en  draadloze  laptops 
    eveneens  WMM  ondersteunen.
    De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen 
    Uw  router  is  uitgerust  met  de  nieuwste  beveiligingsstandaard  Wi-Fi 
    Protected  Access  2  (WPA2).  Tevens  wordt  WEP  (Wired  Equivalent 
    Privacy)  beveiliging  ondersteund.  Normaal  is  de  beveiliging  van  een 
    draadloos  netwerk  uitgeschakeld.  Om  beveiliging  mogelijk  te  maken, 
    dient  u  eerst  te  bepalen  welke  standaardinstelling  u  wilt  gebruiken.  Om 
    de  beveiligingsinstellingen  te  wijzigen,  klik  op  “Security”  (Beveiliging)  op 
    het  tabblad  “Wireless”  (Draadloos).
    De  router  maakt  beveiliging  van  uw  netwerk  mogelijk  via  WPA2.  WPA2  is 
    de  tweede  generatie  WPA  die  gebaseerd  is  op  de  802.11i-standaard  Dit 
    maakt  een  betere  beveiliging  van  uw  draadloze  netwerk  mogelijk  doordat 
    geavanceerde  netwerkauthentificatie  en  extra  krachtige  Advanced 
    Encryption  Standard  (AES)  encryptietechnieken  worden  gecombineerd.
    Systeemvereisten voor WPA2
    BELANGRIJK:Om  WPA2-beveiliging  te  kunnen  gebruiken  moeten  al 
    uw  computers  en  netwerkadapters  geüpgraded  zijn  en  beschikken 
    over  stuurprogramma’s  en  software  die  WPA2  ondersteunen.  U  kunt 
    gratis  beveiligingspatches  van  Microsoft
    ®  downloaden.  Deze  patches 
    werkt  alleen  onder  het  Windows  XP-besturingssysteem.  Andere 
    besturingssystemen  worden  op  dit  moment  nog  niet  ondersteund.
    Voor  een  computer  met  Windows  XP  zonder  Service  Pack  2  (SP2) 
    kan  via  http://support.microsoft.com/kb/826942  gratis  een  bestand 
    van  Microsoft  genaamd  “Windows  XP  Support  Patch  for  Wireless 
    Protected  Access  (KB  826942)”  gedownload  worden.
    Voor  Windows  XP  met  Service  Pack  2  heeft  Microsoft  een  gratis 
    download  uitgebracht  voor  het  bijwerken  van  uw  draadloze 
    cliëntcomponenten  ter  ondersteuning  van  WPA2  (KB971021).  De 
    update  kunt  u  downloaden  van:
     
    http://support.microsoft.com/kb/917021
    BELANGRIJK:  U  dient  ook  te  controleren  of  al  uw  draadloze 
    netwerkkaarten/adapters  WPA2  ondersteunen  en  dat  u  de  nieuwste 
    stuurprogramma’s  gedownload  en  geïnstalleerd  hebt.  Voor  de  meeste 
    draadloze  netwerkkaarten  van  Belkin  is  er  een  stuurprogramma-update 
    beschikbaar  op  de  website  van  Belkin:  www.belkin.com/networking. 
    						
    							
    5150
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    5150
    
    WPA/WPA2-Personal (PSK) instellen
    Net  als  WPA-beveiliging  is  WPA2  beschikbaar  in  WPA2-Personal 
    (PSK)  modus  en  WPA2-Enterprise  (RADIUS)  modus.  WPA2-
    Personal  (PSK)  is  de  modus  die  doorgaans  gebruikt  worddt  in 
    een  woonomgeving  terwijl  WPA2-Enterprise  (RADIUS)  doorgaans 
    wordt  geïmplementeerd  in  werkomgevingen  waarin  een  externe 
    radiusserver  de  netwerksleutel  automatisch  distribueert  naar  alle 
    cliënten.  Deze  handleiding  zal  zich  voornamelijk  richten  op  WPA2-
    Personal  (PSK)  gebruik.  Raadpleeg  deze  handleiding  voor  meer 
    informatie  over  beveiliging  van  draadloze  netwerken  en  verschillende 
    beveiligingsmethoden.
    1. Nadat  u  uw  router  hebt  geïnstalleerd,  gaat  u  naar  de  pagina 
    “Security”  (Beveiliging)  onder  “Wireless”  (Draadloos)  en  selecteert 
    u  “WPA/WPA2-Personal  (PSK)”  in  het  dropdown-menu  “Security 
    Mode”  (Beveiligingsmodus).
    2.  Voor  “Authentication”  (Verificatie),  selecteert  u  “WPA-PSK”, “WPA2-PSK”  of  “WPA-PSK  +  WPA2-PSK”.  Deze  instelling  moet 
    voor  al  uw  draadloze  cliënten  hetzelfde  zijn.  “WPA-PSK  +  WPA2-
    PSK”  modus  stelt  de  router  in  staat  cliënten  te  ondersteunen  die 
    gebruik  maken  van  WPA-  of  WPA2-beveiliging.
    3.   Selecteer  “TKIP”  of  “AES”  als  Encryption  Technique (Encryptietechniek).  Deze  instelling  moet  voor  al  uw  draadloze 
    cliënten  hetzelfde  zijn.
    4.  Voer  uw  “pre-shared  key”  (PSK)  in.  Deze  sleutel  bestaat  uit  8  tot  63  tekens,  dit  kunnen  letters,  cijfers  of  symbolen  zijn.  U  dient  bij 
    al  uw  draadloze  cliënten  dezelfde  sleutel  te  gebruiken.  Uw  PSK 
    kan  er  als  volgt  uitzien:  “Netwerksleutel  familie  Jansen”.  Klik  op 
    “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  te  eindigen.  Ken 
    nu  aan  al  uw  draadloze  cliënten  deze  instellingen  toe. 
    						
    							
    5150
    5150
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    BELANGRIJK:  Zorg  ervoor  dat  uw  draadloze  computers  geüpdatet 
    zijn,  WPA2  ondersteunen  en  voorzien  zijn  van  de  juiste  instellingen  die 
    een  verbinding  met  de  router  mogelijk  maken.
    WPA-beveiliging instellen
    Let  op:  Om  gebruik  te  kunnen  maken  van  WPA-beveiliging,  dienen  uw 
    netwerkkaarten  uitgerust  te  zijn  met  software  die  WPA  ondersteunt.  Op 
    het  tijdstip  van  publicatie  van  deze  handleiding  zal  ook  een  beveiligings-
    patch  van  Microsoft  gratis  gedownload  kunnen  worden.    Deze  patch 
    werkt  uitsluitend  met  Windows  XP.
    Uw  router  ondersteunt  WPA-PSK  (zonder  server).  WPA-PSK  maakt 
    gebruik  van  een  zogenaamde  pre-shared  key  als  beveiligingssleutel. 
    Een  pre-shared  key  is  een  wachtwoord  dat  tussen  de  8  en  39  tekens 
    lang  is.  Dit  wachtwoord  kan  zijn  opgebouwd  uit  een  combinatie 
    van  letters,  cijfers  en  andere  tekens.  Elke  cliënt  maakt  gebruik  van 
    dezelfde  sleutel  om  toegang  te  krijgen  tot  het  netwerk.  Dit  is  de 
    modus  die  doorgaans  gebruikt  wordt  in  woningen. 
    						
    							
    5352
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    5352
    
    WPA-PSK instellen
    1.   Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security 
    Mode” (Beveiligingsmodus).
    2.    Selecteer  “TKIP”  of  “AES”  als  Encryption  Technique 
    (Encryptietechniek).  Deze  instelling  moet  voor  al  uw  cliënten 
    hetzelfde  zijn.
    3.  Voer  uw  Pre-Shared  Key”  in.  Deze  sleutel  bestaat  uit  8  tot  39 tekens,  dit  kunnen  letters,  cijfers  of  symbolen  zijn.  U  dient  bij  al 
    uw  cliënten  dezelfde  sleutel  te  gebruiken.
    4.  Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  te 
    eindigen.  Ken  nu  aan  al  uw  cliënten  deze  instellingen  toe. 
    						
    							
    5352
    5352
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    WEP-encryptie-instellingen bepalen
    Opmerking  voor  Mac-gebruikers:  De  optie  “Passphrase” 
    (meervoudig  wachtwoord)  kan  niet  gebruikt  worden  bij  Apple®  AirPort®. 
    Om  encryptie  te  configureren  voor  uw  Mac-computer,  stelt  u  de 
    encryptie  in  met  behulp  van  de  handmatige  methode  beschreven  in  het 
    volgende  gedeelte.
    1.    Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
    2.    Nadat  u  de  door  u  gewenste  WEP-encryptiemodus  hebt 
    geselecteerd,  kunt  u  de  WEP-sleutel  opgeven  door  de 
    hexadecimale  waarden  handmatig  in  te  typen  op  de  daarvoor 
    bestemde  plaats  of  u  kunt  een  “Passphrase”  (Meervoudig 
    wachtwoord)  intypen  in  het  daarvoor  bestemde  veld  en  klikken 
    op  “Generate”  (Genereren)  om  hieruit  een  WEP-sleutel  te 
    creëren.  Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  te 
    eindigen.  Zorg  er  nu  voor  dat  al  uw  cliënten  op  deze  manier  zijn 
    ingesteld.
    3.   De  encryptie  is  nu  ingesteld  voor  de  router.  Alle  computers  van uw  draadloze  netwerk  moeten  nu  met  hetzelfde  wachtwoord 
    worden  geconfigureerd.  Zie  de  handleiding  van  uw  draadloze 
    netwerkadapter  voor  informatie  over  hoe  u  deze  verandering 
    moet  aanbrengen. 
    						
    							
    5554
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    5554
    
    Gebruik maken van een hexadecimale sleutelEen hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van 
    A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die 
    kunnen worden opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-
    bits sleutels hebben een lengte van 26 karakters en kunnen worden 
    opgedeeld in 13 combinaties van twee tekens.
    Bijvoorbeeld:
    AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
     
    C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7  = 128-bits sleutel
    Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters 
    van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze 
    sleutel om de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze 
    computers te programmeren.
    Opmerking voor Mac-gebruikers:  De oorspronkelijke Apple AirPort-
    producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 
    2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. 
    Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt 
    uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-
    bits encryptie. 
    						
    							
    5554
    5554
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    Gebruik maken van de accesspoint-modus
    Opmerking:   Deze  geavanceerde  functie  mag  uitsluitend  door  ervaren 
    gebruikers  worden  toegepast.  De  router  kan  ook  zodanig  worden 
    geconfigureerd  dat  hij  als  draadloos  accesspoint  fungeert.  In  deze 
    modus  is  het  gebruik  van  de  functie  “NAT  IP-sharing”  en  de  DHCP-
    server  niet  mogelijk.  In  de  accesspoint-modus  moet  de  router  worden 
    geconfigureerd  met  een  IP-adres  dat  zich  in  hetzelfde  subnet  bevindt 
    als  het  overige  netwerk  waarmee  u  een  bridge  (brug)  tot  stand  wilt 
    brengen.  Het  standaard  IP-adres  is  192.168.2.254  en  het  subnetmasker 
    is  255.255.255.0.  Deze  kunnen  naar  behoefte  worden  aangepast.
    1.  Zet  de  AP-modus  aan  door  “Enable”  (Activeren) (1)  te  selecteren 
    op  de  pagina  “Use  as  Access  Point  only”  (Alleen  gebruiken  als 
    accesspoint).  Als  u  deze  optie  kiest  kunt  u  de  IP-instellingen 
    veranderen.
    2.  Stel  uw  IP-instellingen  in  overeenstemming  met  uw  netwerk  in.  Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen) (2).
    3.  Sluit  een  kabel  aan  op  de  modempoort  van  de  router  en  verbind deze  met  uw  bestaande  netwerk.
    De  router  fungeert  nu  als  accesspoint.  Om  toegang  te  krijgen  tot  de 
    geavanceerde  web-based  gebruikersinterface  van  de  router,  typt  u  het 
    door  u  gespecificeerde  IP-adres  in  de  navigatiebalk  van  uw  browser  in. 
    De  encryptie-instellingen,  Mac-adressenfiltering,  de  SSID  en  het  kanaal 
    kunt  u  normaal  instellen.
    (2)
    (1) 
    						
    All Belkin manuals Comments (0)

    Related Manuals for Belkin Router F5D8633-4 User Manual