Home > Belkin > Router > Belkin Router F5D8633-4 User Manual

Belkin Router F5D8633-4 User Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Belkin Router F5D8633-4 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 19 Belkin manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    Page
    of 606
    							
    3736
    Alternatieve  installatiemethode
    
    3736
    
    Setting your ISP Connection Type to PPPoE or PPPoA 
    PPPoE  (Point-to-Point  Protocol  over  Ethernet)  is  the  standard  method 
    of  connecting  networked  devices.  Een  gebruikersnaam  en  wachtwoord 
    zijn  vereist  om  toegang  tot  het  netwerk  van  uw  ISP  te  verkrijgen  en  om 
    een  verbinding  met  Internet  tot  stand  te  kunnen  brengen.  PPPoA  (PPP 
    over  ATM)  is  vergelijkbaar  met  PPPoE,  maar  wordt  voornamelijk  in  het 
    Verenigd  Koninkrijk  gebruikt.  Selecteer  PPPoE  of  PPPoA  en  klik  op 
    “Next”  (Volgende).  Voer  vervolgens  de  informatie  in  die  u  van  uw  ISP 
    gekregen  hebt  en  klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om 
    de  instellingen  te  activeren.
    1.  Gebruikersnaam  -  Voer  de  gebruikersnaam  in.  (Toegekend  door  uw 
    Internet  Service  Provider  (ISP).
    2.  Wachtwoord  -  Voer  uw  wachtwoord  in.  (Toegekend  door  uw  ISP.
    3.  Typ het wachtwoord opnieuw in  -  Bevestig  het  wachtwoord. 
    (Toegekend  door  uw  ISP.
    4.  VPI/VCI  -  Voer  de  parameters  voor  de  Virtual  Path  Identifier  (VPI)  en 
    de  Virtual  Circuit  Identifier  (VCI)  in.  (Toegekend  door  uw  ISP).
    5.  Encapsulatie  -  Selecteer  het  encapsulatietype  (verstrekt  door  uw 
    ISP)  om  aan  te  geven  hoe  meerdere  protocollen  verwerkt  moeten 
    worden  bij  de  ATM-transportlaag.
      VC-MUX:   PPPoA  Virtual  Circuit  Multiplexer  (null  encapsulation)  laat 
    slechts  een  protocol  per  virtual  circuit  toe,  met  minder  overheads.
      LLC:   PPPoA  Logical  Link  Control  staat  meerdere  protocollen  toe  op 
    een  virtueel  circuit  (meer  overhead).
    (1)(2)(3)
    (4)(5)(6)
    (7) 
    						
    							
    3736
    3736
    Alternatieve  installatiemethode
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    6.  MTU  - Voer de MTU-waarde (Maximum Transmission Unit) in voor uw ISP.
    7.  Uitschakelen na x minuten zonder activiteit  -  Selecteer  het  vakje en 
    geef het aantal minuten op waarna de modem/router de verbinding moet 
    verbreken als er gedurende die periode geen activiteit is geweest. Nadat 
    deze tijd is verstreken, zal de verbinding verbroken worden.
      Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw instellingen 
    op te slaan en te activeren. Om vóór het opslaan naar de oorspronkelijke 
    instellingen terug te gaan, klikt u op “Clear Changes” (Wijzigingen ongedaan 
    maken). Voor andere opties kunt u ook op de snelnavigatiekoppelingen 
    klikken. Uw nieuwe instellingen worden niet opgeslagen tenzij u op “Apply 
    Changes”  (Wijzigingen aanbrengen) klikt
    .
    Uw type internetverbinding instellen op Dynamic IP (1483 Bridged 
    (overbrugd)) 
    Deze verbindingsmethode verbindt uw netwerk met dat van uw provider. Aan de 
    router zal automatisch een IP-adres worden toegekend door de DHCP-server van 
    uw provider.
     
    Voor gebruik van een Dynamisch IP:
    1.  VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de 
    Virtual Circuit Identifier (VCI) in. Deze gegevens worden door uw provider 
    verstrekt.2.  Encapsulatie  -  Selecteer  LLC  of  VC  MUX  afhankelijk  van  wat  uw  ISP 
    gebruikt.
     Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw instellingen op 
    te slaan en te activeren. Om de oorspronkelijke instellingen te herstellen, 
    voordat u opslaat, klikt u op “Clear Changes” (Wijzigingen wissen). U kunt 
    ook op een van de snelnavigatiekoppelingen klikken voor meer opties. 
    Uw nieuwe instellingen zullen niet  worden opgeslagen, tenzij u op “Apply 
    Changes”    (Wijzigingen  aanbrengen)  klikt.
    (1)(2)(3)(4)(5)(6)
    (7) 
    						
    							
    3938
    Alternatieve  installatiemethode
    
    3938
    
     
    Voor gebruik van een Dynamisch IP:
    1.  IP toegekend door ISP
      -  Selecteer  “No”  (Nee)  indien  uw  ISP  wil 
    dat  u  een  vast  IP  gebruikt.
    2.   IP-adres  -  Voer  het  IP-adres  in  dat  u  van  uw  ISP  gekregen  hebt 
    voor  de  WAN-interface  van  de  router.
    3.  Subnetmasker  -  Vul  het  door  uw  ISP  verstrekte  subnetmasker  in.
    4.   Standaard gateway  -  Voer  het  standaard  gateway  IP-adres  in  dat 
    u  van  uw  ISP  hebt  gekregen.
    5.  VPI/VCI  -  Voer  de  parameters  voor  de  Virtual  Path  Identifier  (VPI) 
    en  de  Virtual  Circuit  Identifier  (VCI)  in.  Deze  gegevens  worden 
    door  uw  provider  verstrekt.
    6.  Encapsulatie  -  Selecteer  LLC  of  VC  MUX,  afhankelijk  van  wat  uw 
    ISP  gebruikt.
     Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  uw 
    instellingen  op  te  slaan  en  te  activeren.  Om  vóór  het  opslaan  naar 
    de  oorspronkelijke  instellingen  terug  te  gaan,  klikt  u  op  “Clear 
    Changes”  (Wijzigingen  ongedaan  maken).  Voor  andere  opties 
    kunt  u  ook  op  de  snelnavigatiekoppelingen  klikken.  Uw  nieuwe 
    instellingen  zullen  niet  worden  opgeslagen,  tenzij  u  op  “Apply 
    Changes”    (Wijzigingen  aanbrengen)  klikt.
    (3)
    (5)
    (1)(2)
    (4)
    (6) 
    						
    							
    3938
    3938
    Alternatieve  installatiemethode
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    Het verbindingstype van uw provider instellen op Static IP (IPoA) 
    (Statisch IP (IPoA)). 
    Dit  type  verbinding  wordt  ook  wel  “Classical  IP  over  ATM”  of 
    “CLIP”  genoemd.  Hierbij  voorziet  uw  ISP  u  van  een  vast  IP  voor  de 
    verbinding  van  uw  router  met  het  Internet.
    1.  WAN IP-adres  -  Voer  het  IP-adres  in  dat  u  van  uw  provider 
    gekregen  hebt  voor  de  WAN-interface  van  de  router.
    2.  Subnet Mask  -  Vul  het  door  uw  ISP  verstrekte  subnetmasker  in.
    3.   Gebruik het standaard gateway-adres  -  Voer  een  standaard 
    gateway  IP-adres  in.  Indien  de  router  binnen  het  lokale  netwerk 
    geen  bestemmingsadres  kan  vinden,  zal  hij  de  pakketten 
    doorsturen  naar  de  standaard  gateway  die  uw  ISP  heeft 
    toegekend.
    4.  VPI/VCI  -  Voer  de  parameters  voor  de  Virtual  Path  Identifier  (VPI) 
    en  de  Virtual  Circuit  Identifier  (VCI)  in.  Deze  gegevens  worden 
    door  uw  provider  verstrekt.
    5.  Encapsulatie  -  Selecteer  LLC  of  VC  MUX  afhankelijk  van  wat  uw 
    ISP  gebruikt.
      Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  uw  instellingen  op  te  slaan  en  te  activeren.  Om  vóór  het  opslaan  naar 
    de  oorspronkelijke  instellingen  terug  te  gaan,  klikt  u  op  “Clear 
    Changes”  (Wijzigingen  ongedaan  maken).  Voor  andere  opties 
    kunt  u  ook  op  de  snelnavigatiekoppelingen  klikken.  Uw  nieuwe 
    instellingen  zullen  niet  worden  opgeslagen,  tenzij  u  op  “Apply 
    Changes”    (Wijzigingen  aanbrengen)  klikt.
    (1)(2)
    (3)(4)(5) 
    						
    							
    4140
    Alternatieve  installatiemethode
    
    4140
    
    Het verbindingstype instellen op Modem Only  
    (Disable Internet Sharing) (Modem alleen (Internet delen deactiveren)) 
    In  deze  modus  fungeert  de  router  uitsluitend  als  brug  voor  de  overdracht  van 
    pakketten  via  de  DSL-poort.  Om  een  verbinding  met  het  Internet  tot  stand 
    te  kunnen  brengen,  moet  echter  wel  extra  software  op  uw  computer  worden 
    geïnstalleerd.
    1.  Enable Bridge Service (Bridge (Brug) service activeren)  -  Selecteer  deze 
    optie  als  u  de  bridge  service  wilt  activeren.
    2.  VPI/VCI  -  Voer  de  parameters  voor  de  Virtual  Path  Identifier  (VPI)  en  de 
    Virtual  Circuit  Identifier  (VCI)  in.  (Toegekend  door  uw  ISP.)
    3.  Encapsulatie  -  Selecteer  LLC  of  VC  MUX,  afhankelijk  van  wat  uw  ISP 
    gebruikt.
      Klik  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen)  om  uw  instellingen  op  te  slaan  en  te  activeren.  Om  vóór  het  opslaan  naar  de 
    oorspronkelijke  instellingen  terug  te  gaan,  klikt  u  op  “Clear  Changes” 
    (Wijzigingen  ongedaan  maken).  Voor  andere  opties  kunt  u  ook  op 
    de  snelnavigatiekoppelingen  klikken.  Uw  nieuwe  instellingen  zullen 
    niet  worden  opgeslagen,  tenzij  u  op  “Apply  Changes”    (Wijzigingen 
    aanbrengen)  klikt.
    (2)(3) 
    						
    							
    4140
    4140
    Alternatieve  installatiemethode
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen 
    Een  Domain  Name  Server  is  een  server  op  het  internet  die  URL’s 
    (Universal  Resource  Locaters)  als  “www.belkin.com”  in  IP-adressen 
    vertaalt.  De  meeste  providers  verlangen  niet  van  u  dat  u  deze 
    informatie  in  de  router  invoert.  Het  vakje  “Automatic  from  ISP” 
    (Automatisch  van  provider) 
    (1)  moet  zijn  aangevinkt  als  uw  provider 
    u  geen  specifiek  DNS-adres  heeft  gegeven.  Als  u  een  statisch  IP 
    gebruikt,  moet  u  waarschijnlijk  een  specifiek  DNS-adres  en  een 
    secundair  DNS-adres  invullen  om  ervoor  te  zorgen  dat  uw  verbinding 
    correct  functioneert.  Als  u  een  dynamische  verbinding  of  PPPoE 
    gebruikt,  hoeft  u  waarschijnlijk  geen  DNS-adres  in  te  vullen.  Laat 
    het  vakje  behorend  bij  “Automatic  from  ISP”  (Automatisch  van 
    ISP)  aangevinkt.  Om  de  gegevens  van  het  DNS-adres  in  te  voeren, 
    verwijdert  u  het  vinkje  voor  de  optie  “Automatic  from  ISP”  en  vult  u 
    uw  DNS-gegevens  in  de  daarvoor  bestemde  ruimte  in.  Klik  op  “Apply 
    Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen) 
    (2)  om  de  instellingen  op  te 
    slaan.
    (1)
    (2) 
    						
    							
    4342
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    4342
    
    Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface  
    Gebruik  uw  Internetbrowser  om  toegang  te  krijgen  tot  de  geavanceerde 
    web-based  gebruikersinterface  van  de  router.  Typ  in  uw  browser  het  getal 
    “192.168.2.1”  (zonder  aanhalingstekens  en  niet  iets  anders  als  “http://”  of 
    “www”  ervoor)  en  druk  vervolgens  op  de  entertoets.
    In  uw  browservenster  verschijnt  nu  de  homepage  van  de  router.
    LAN-instellingen bekijken 
    Als  u  klikt  op  de  header  van  de  LAN-tab 
    (1)  gaat  u  naar  die  pagina  van  de  LAN-
    tab.  Hier  vindt  u  een  beknopte  beschrijving  van  de  functies.  Om  de  instellingen 
    te  bekijken  of  één  van  de  LAN-instellingen  te  wijzigen,  klikt  u  op  “LAN  Settings” 
    (LAN-instellingen) 
    (2)  of  als  u  een  lijst  wilt  bekijken  van  de  aangesloten 
    computers,  klikt  u  op  “DHCP  Client  List” 
    (3).
    (1)
    (2)
    (3) 
    						
    							
    4342
    4342
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    LAN-instellingen wijzigen 
    Hier  kunt  u  alle  instellingen  van  de  interne  LAN-configuratie  van  de 
    router  bekijken  en  aanpassen.
    1.  IP-adres 
    Het  IP-adres  is  het  interne  IP-adres  van  de  router.  Het  standaard 
    IP-adres  is  “192.168.2.1”.  Om  de  geavanceerde  installatie-interface 
    te  openen,  moet  u  dit  adres  in  de  adresbalk  van  uw  browser  typen. 
    U  kunt  dit  adres  indien  nodig  wijzigen.  Om  het  IP-adres  te  wijzigen, 
    typt  u  het  nieuwe  IP-adres  in  en  klikt  u  op  “Apply  Changes” 
    (Wijzigingen  aanbrengen).  Het  IP-adres  dat  u  kiest,  moet  een  niet-
    routeerbaar  IP  zijn.  Hieronder  ziet  u  een  paar  voorbeelden  van  een 
    niet-routeerbaar  IP:
    192.168.x.x  (waarbij  x  elke  waarde  kan  hebben  tussen  0  en  255)
    10.x.x.x  (waarbij  x  elke  waarde  kan  hebben  tussen  0  en  255)
    2.  Subnetmasker 
    Het  subnetmasker  hoeft  niet  te  worden  veranderd.  Dit  is  een  unieke, 
    geavanceerde  eigenschap  van  uw  router  van  Belkin.  Weliswaar  kunt 
    u  het  subnetmasker  indien  nodig  wijzigen  maar  wij  raden  u  aan  niets 
    aan  het  masker  te  veranderen  tenzij  u  daarvoor  een  goede  reden 
    hebt.  De  standaardinstelling  is  “255.255.255.0”.
    (1)
    (2)
    (4)
    (5)
    (6)
    (3) 
    						
    							
    4544
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    
    4544
    
    3.  DHCP Server 
    De  DHCP-serverfunctie  maakt  de  setup  van  een  netwerk  bijzonder 
    makkelijk  omdat  aan  elke  computer  in  het  netwerk  automatisch  een  IP-
    adres  wordt  toegekend.  De  standaardinstelling  is  “On”  (Ingeschakeld). 
    Indien  nodig  kan  de  DHCP-server  worden  uitgeschakeld,  maar  om  dit  te 
    doen  moet  u  voor  iedere  computer  in  uw  netwerk  handmatig  een  statisch 
    IP-adres  instellen.  Om  de  DHCP-server  uit  te  schakelen,  selecteert  u  “Off” 
    (Uitgeschakeld)  en  klikt  u  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen  aanbrengen).
    4.  IP Pool 
    Dit  is  een  voorraad  IP-adressen  die  u  in  reserve  houdt  voor  dynamische 
    toewijzing  aan  de  computers  in  uw  netwerk.  De  standaardwaarde  is  2-
    100  (99  computers).  Als  u  dit  aantal  wilt  veranderen,  voert  u  een  nieuw 
    begin-  en  eind-IP-adres  in  en  klikt  u  op  “Apply  Changes”  (Wijzigingen 
    aanbrengen).  De  DHCP-server  kan  honderd  IP-adressen  automatisch 
    toewijzen.  Dit  betekent  wel  dat  u  geen  IP-adressenpool  kunt 
    specificeren  die  groter  is  dan  honderd  computers.  Als  u  bijvoorbeeld  bij 
    50  begint,  betekent  dit  dat  u  bij  150  of  lager  moet  eindigen  om  de  limiet 
    van  100  cliënten  niet  te  overschrijden.  Het  start-IP-adres  moet  altijd  een 
    lagere  waarde  hebben  dan  het  eind-IP-adres.
    5.  Lease Time 
    De  tijd  dat  de  DHCP-server  het  IP-adres  voor  elke  computer  bewaart. 
    Het  is  beter  dat  de  leasetijd  ingesteld  blijft  op  “Forever”  (Altijd).  Ook  de 
    standaard-instelling  is  “Forever”  (Altijd).  Dit  betekent  dat  het  door  de 
    DHCP-server  aan  een  computer  toegewezen  IP-adres  voor  die  bepaalde 
    computer  nooit  verandert.  Door  het  instellen  van  kortere  leasetijden 
    zoals  een  dag  of  een  uur  komen  IP-adressen  na  de  gespecificeerde 
    tijdsduur  vrij.  Dit  betekent  ook  dat  het  IP-adres  van  een  bepaalde 
    computer  na  verloop  van  tijd  zou  kunnen  veranderen.  Als  u  één  van  de 
    andere  geavanceerde  functies  van  de  router  heeft  ingesteld  zoals  DMZ 
    of  client  IP-filters,  dan  zijn  deze  afhankelijk  van  het  IP-adres.  Daarom  is 
    het  niet  waarschijnlijk  dat  u  het  IP-adres  wilt  wijzigen.
    6.  Lokale domeinnaam 
    De  standaard  instelling  is  “Belkin”.  U  kunt  een  lokale  domeinnaam 
    (netwerknaam)  voor  uw  netwerk  instellen.  U  hoeft  deze  instelling  niet 
    te  wijzigen  tenzij  u  daar  een  belangrijke  reden  voor  hebt.  U  kunt  het 
    netwerk  elke  naam  geven  die  u  wilt  zoals  “MIJN  NETWERK”. 
    						
    							
    4544
    4544
    Gebruik maken van de geavanceerde web-
    based gebruikersinterface
    H o o f d s t u k
    1
    9
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    10
    
    De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken 
    U  kunt  een  overzicht  bekijken  van  de  computers  (bekend  als  “clients” 
    (cliënten))  die  zijn  aangesloten  op  uw  netwerk.  U  kunt  het  IP-adres 
    (1) 
    van  de  computer  bekijken,  evenals  de  hostnaam 
    (2)  (als  de  computer 
    er  één  heeft  toegewezen  gekregen)  en  het  MAC-adres
    (3)  van  de 
    computer’s  netwerkinterfacekaart  (NIC).  Wanneer  u  de  knop  “Refresh” 
    (Vernieuwen) 
    (4)  indrukt,  wordt  de  lijst  bijgewerkt.  Als  er  dingen  zijn 
    gewijzigd,  wordt  de  lijst  bijgewerkt.
    Uw draadloze netwerk configureren 
    Op  het  tabblad  “Wireless”  (Draadloos)  kunt  u  veranderingen 
    aanbrengen  in  de  instellingen  van  het  draadloze  netwerk.  Op  dit 
    tabblad  kunt  u  de  naam  van  het  draadloze  netwerk  (SSID),  het 
    gebruikte  kanaal  en  de  encryptie-instellingen  wijzigen.  U  kunt  de 
    router  hier  ook  voor  gebruik  als  accesspoint  configureren.
    (1)(2)(3)
    (4) 
    						
    All Belkin manuals Comments (0)

    Related Manuals for Belkin Router F5D8633-4 User Manual