Mountfield Lawn Mower 2125M - 2135H Instructions Manual

							41
NEDERLANDSNL
2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgassen kunnen worden afgevoerd.
3. Start de motor volgens  de instructies in de 
handleiding.
4. Laat de motor 45 minuten lopen.
5. Zet de motor af. De accu is nu volledig  opgeladen.
7.7.2 Accu opladen met oplader
Als de accu wordt opgeladen met een oplader, 
dient deze een constante spanning te hebben.
Neem contact op met uw  leverancier voor een 
dergelijke oplader.
De accu kan beschadi gd raken als er een 
standaard oplader wordt gebruikt. 
7.7.3 Verwijderen/Plaatsen
De accu zit onder de motorkap. Zie afbeelding 17.
Bij het verwijdere n of plaatsen van de accu dient u 
rekening te houden met het volgende:
• Bij het verwijderen. Maak  eerst de zwarte kabel 
los van de negatieve acc uklem (-). Maak daarna 
de rode kabel los van de  positieve accuklem (+).
• Bij het plaatsen. Sluit ee rst de rode kabel aan op 
de positieve accuklem (+). Sluit dan de zwarte 
kabel aan op de negatieve accuklem (-).
Als u de kabels niet in de goede 
volgorde aansluit of losmaakt, kan er 
kortsluiting ontstaan en kan de accu 
beschadigd raken.
Als u de kabels verwisselt, raken de 
dynamo en de accu beschadigd.
Zet de kabels stevig vast. Losse kabels 
kunnen brand veroorzaken.
De accu moet altijd  aangesloten zijn als 
u de motor wilt laten lopen. Anders 
kunnen de dynamo en het elektrische 
systeem beschadigd raken.
7.7.4 Reiniging
Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze 
schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met 
een staalborstel en smeer ze in met vet.
7.8 LUCHTFILTER
Het is van groot belang dat het 
luchtfilter intact is  en goed geplaatst is. 
Start de motor nooit zonder luchtfilter 
of met een beschadigd luchtfilter. 
7.8.1 Luchtfilter (2125M)
Het hoofdfilter (schuimplast ic filter) (16:G) moet 
elke 25 bedrijfsuren worden gereinigd/vervangen.
Het voorfilter (papierfilte r) (16:F) moet elke 100 
bedrijfsuren worden gereinigd/vervangen.
LET OP! Indien de machine in een stoffige 
omgeving wordt gebruikt , dient u het luchtfilter 
vaker te reinigen/vervangen. Verwijder/installeer he
t luchtfilter als volgt.
1.  Maak voorzichtig de omgeving van het  luchtfilterhuis (15:E) schoon.
2. Verwijder de luchtfilterkap door de twee  klemmen aan de achterkant van de kap los te 
maken. 
3.  Verwijder de filters.  Het hoofdfilter bevindt 
zich ver naar binnen bij de motor. Let erop dat 
de carburateur niet vuil wordt. Reinig het 
luchtfilterhuis.
4. Reinig het papierfilter door er zachtjes mee  tegen een plat oppervlak te  tikken. Als het filter 
erg vuil is, moet het worden vervangen.
5. Reinig het hoofdfilter. Als het filter erg vuil is,  moet het worden vervangen.
6. Monteer alles in de  omgekeerde volgorde.
Gebruik geen perslucht of op petroleum 
gebaseerde oplosmiddelen zoals kerosine om het 
papierfilter te reinigen.  Hierdoor zal het filter 
beschadigd raken.
Het papierfilter mag niet met olie worden 
ingesmeerd. 
7.8.2 Luchtfilter (2135H)
Het voorfilter (schuimplast ic filter) moet na 25 
werkuren worden gereinigd/vervangen.
Het luchtfilter (papierfil ter) moet na 100 werkuren 
worden gereinigd/vervangen.
LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien 
de machine in stoffige  omstandigheden moet 
werken.
Verwijder/installeer de  luchtfilters als volgt:
1.  Maak voorzichtig schoon rond de  luchtfilterkap.
2. Demonteer de luchtfilterkap (14:R) door de  twee klemmen te  verwijderen. 
3.  Demonteer het filter (14:S). Het voorfilter  wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor 
dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de 
behuizing van het luchtfilter schoon.
4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes  mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien 
het filter erg vuil is, moet het worden 
vervangen.
5. Reinig het voorfilter. Indi en het filter erg vuil is, 
moet het worden vervangen.
6. Monteer alles weer in  omgekeerde volgorde.
Bij het schoonmaken van de behuizing van het 
papierfilter mogen geen perslucht of 
oplosmiddelen op basis van petroleum worden 
gebruikt. Hierdoor raakt het filter beschadigd.
Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van 
de behuizing van het papierfilter. Het 
papierfilterhuis mag ni et met olie worden 
ingesmeerd.  
						

							42
NEDERLANDSNL
7.9 BOUGIE
De bougie(s) moet(en) na elke 200 werkuren 
worden vervangen (=bij elke tweede basic 
service).
Gebruik de meegeleverde bougie. 
Maak schoon rond de bevestiging van de bougie 
voordat u deze losmaakt.
Bougie
: Champion RC12YC  of gelijkwaardig.
Afstand elektroden
: 0,75 mm.
7.10 LUCHTINLAAT (10, 11:P)
De motor is luchtgekoe ld. Door een verstopt 
koelsysteem kan de mo tor beschadigd raken. 
Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 
werkuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic 
service nauwkeurig gereinigd.
7.11 SMEREN
Alle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na 
elke 25 werkuren en na  elke wasbeurt worden 
gesmeerd.
7.12 ZEKERINGEN
Als een van de onderstaande problemen optreedt, 
moet u de betreffende  zekering vervangen. De 
zekering(en) en de accu bevinden zich onder de 
motorkap.
8 OCTROOI - 
ONTWERPREGISTRATIE
Deze machine of onderdelen van deze machine 
valt/vallen onder de volgende octrooi- en 
ontwerpregistratie:
9900627-2 (SE), SE00/00250 (PCT), 9901091-0 
(SE), SE00/00577 (PCT), 9901730-3 (SE), SE00/
00895 (PCT), 9401745-6 (SE), SE95/00525 
(PCT), 595 7497 (US), 95920332.4 (EPC).
99 1095 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734 
(IT), 577 251-253 (FR), 115325 (US).
9 REPARATIES
Bevoegde servicewerkplaatsen voeren reparaties 
en garantiewerkzaamhede n uit. Ze gebruiken 
originele reserveonderdelen.
Originele GGP-onderdelen en accessoires zijn 
speciaal ontworpen voor GGP-machines. 
Niet-originele onderdelen  en accessoires zijn 
niet gecontroleerd of goedgekeurd door GGP. 
Het gebruik van dergelijke onderdelen 
kan de werking en veiligheid van de 
machine aantasten. GGP is niet 
verantwoordelijk voor schade of 
verwondingen die  zijn veroorzaakt 
door dergelijke producten.
Originele reserveonderdelen worden geleverd 
door servicewerkplaatsen en een groot aantal 
dealers.
Wij raden u aan de machine  eens per jaar naar een 
bevoegde servicewerkplaats te brengen voor 
service, onderhoud en controle van de 
veiligheidsmechanismen.
10 AANKOOPVOORWAARDEN
Fabricagefouten en materiaaldefecten vallen 
volledig onder de garantie. De gebruiker dient de 
instructies in de bijgeleverde documentatie 
zorgvuldig op te volgen.
Garantieperiode
Gebruik consument: twee  jaar na aankoopdatum.
Accus: 6 maanden.
Uitzonderingen
De garantie geldt niet  in de volgende gevallen:
- nalatigheid van de ge bruiker zich op de hoogte 
te stellen van de bijg eleverde documentatie
- onachtzaamheid 
- onjuist en ongeoorloofd gebruik of onjuiste en  ongeoorloofde montage
- het gebruik van niet-originele  reserveonderdelen
Onderdeel Actie Afb.
Wiellager 3 smeernippels.
Gebruik een smeerpistool met 
universeel vet.  18
Stuurka-
bels Reinig de kabelen met een staal-
borstel.
Smeer de kettingen met univer-
sele kettingspray. -
Spannings-
armen Smeer de lagerpunten met een 
oliehouder terwijl 
alle regelaars 
zijn geactiveerd. 
Dit werkt het beste met twee per-
sonen. 21
Bedie-
ningska-
bels Smeer de uiteinden van de kabels 
met een oliehouder terwijl alle 
regelaars zijn geactiveerd. 
Dit moet worden gedaan door 
twee personen. 21
Smeer de smeerpunten van de 
maaidekophanging met een 
smeerpistool tot er vet langs de 
as naar buiten komt. 20 
						

							43
NEDERLANDSNL
- het gebruik van accessoires die niet door GGP zijn geleverd of goedgekeurd
De garantie geldt ook niet voor:
- aan slijtage onderhev ige onderdelen zoals 
bladen, riemen, wielen en kabels
- normale slijtage
- motor en versnellingsbak. Dergelijke zaken  vallen onder de garantie van de bijbehorende 
fabrikant met aparte voorwaarden.
Op alle aankopen is de na tionale wetgeving in het 
land van de koper van toepassing. De rechten die 
de koper aan de nationale wetgeving in zijn land 
kan ontlenen worden niet beperkt door deze 
garantie.
11  M I L I E U
Om milieutechnische re denen bevelen wij u aan 
specifieke aandacht te besteden aan de volgende 
punten:
• Gebruik altijd alcylaatbenzine  (“milieuvriendelijke benzine“).
• Gebruik altijd een trecht er en/of een benzinekan 
met overloopbeveiliging om te voorkomen dat 
u morst wanneer u de machine met benzine 
vult. 
• Vul de benzinetank niet  helemaal tot aan de 
rand. 
• Voeg niet te veel motor- en/of transmissieolie  toe (zie de gebruikersinstructies voor de juiste 
hoeveelheid). 
• Vang alle olie op tijd ens het olie verversen. 
Zorg dat u geen olie mors t. Lever de olie in bij 
een recyclingstation. 
• Gooi vervangen oliefilter s niet bij het normale 
afval. Lever ze in bij een recyclingstation. 
• Gooi vervangen loodaccus niet bij het normale  afval. Lever de accu in bij een accu-
inzamelingspunt voor recycling.
• Vervang de demper wanner deze defect is.  Gebruik altijd oorspronkelijke 
reserveonderdelen wanneer u reparaties 
uitvoert. 
• Wanneer de machine oorspronkelijk was  voorzien van een katalysator en deze defect is 
geraakt, moet u de oude katalysator verwijderen 
en een nieuwe installeren. 
• Laat de carburator indien nodig altijd door een  specialist afstellen. 
• Reinig het luchtfilter volge ns de instructies (zie 
gebruikersinstructies). 
12 PRODUCTIDENTITEIT
De identiteit van het  product wordt bepaald door 
twee onderdelen:
1. De artikel- en serie nummers op de machine:
2. Het model-, type- en  serienummer van de 
motor.
Gebruik deze identificatietermen tijdens al het 
contact met de servicewerkplaatsen en bij de 
aankoop van reserveonderdelen.
Schrijf zo snel mogelijk na aanschaf van de 
machine het bovenstaande nummer op de laatste 
pagina van deze uitgave. 
GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf-
gaande aankondiging wijzigingen in het product 
aan te brengen.  
						

							44
DEUTSCHDE
1 ALLGEMEINES
Dieses Symbol kennzeichnet eine 
WARNUNG. Ein Nichtbefolgen der 
Anweisungen kann schwerwiegende 
Personen- und bzw. oder Sachschäden 
nach sich ziehen.
Vor dem Start sind diese 
Bedienungsanleitung sowie die 
beigefügte Broschüre 
“SICHERHEITSVORSCHRIFTEN 
aufmerksam durchzulesen.
1.1 SYMBOLE
Am Gerät befinden sich folgende Symbole, um 
den Bediener darauf hinzuweisen, dass bei 
Benutzung und Wartung des Geräts Vorsicht und 
Aufmerksamkeit geboten sind.
Bedeutung der Symbole:
Warnung!
Lesen Sie vor der Benutzung des Geräts 
die Bedienungsanleitung und 
Sicherheitsvorschriften.
Warnung!
Achten Sie auf herausgeschleuderte 
Gegenstände. Stellen Si e sicher, dass sich 
niemand im Gefahrenbereich des Mähers 
aufhält.
Warnung!
Beim Mähen immer einen Gehörschutz 
tragen.
Warnung!
Dieses Gerät ist nicht für das Befahren 
öffentlicher Straßen bestimmt.
Warnung!
Geräte dürfen unabhängig von der 
Richtung nur über Gefälle bis zu einem 
Neigungswinkel von maximal 10° 
gefahren werden.
Warnung!
Verbrennungsgefahr! Den Schalldämpfer/
Katalysator nicht berühren. 
1.2 HINWEISE
1.2.1 Abbildungen
Die Abbildungen in dieser Bedienungsanleitung 
sind mit 1, 2, 3 usw. nummeriert. 
Die Komponenten in den Abbildungen sind mit A, 
B, C usw. bezeichnet.
Ein Verweis auf Komponente C in Abbildung 2 
wird wie folgt angegeben:
”Siehe Abb. 2:C” oder kurz ”(2:C)”. 1.2.2 Überschriften
Die Überschriften in dieser Bedienungsanleitung 
sind gemäß folgendem Beispiel nummeriert.
“1.3.1 Allgemeine Sicher
heitskontrolle” ist eine 
Zwischenüberschrift zu  “1.3 Sicherheitskontrolle” 
und ist ihr untergeordnet.
Bei einem Hinweis auf Überschriften wird häufig 
lediglich die Nummer der  Überschrift angegeben: 
z.B. “Siehe 1.3.1”.
2 SICHERHEITS-
VORSCHRIFTEN
2.1 ALLGEMEINES
• Bitte lesen Sie die Anleitungen sorgfältig  durch. Machen Sie sich mit allen 
Bedienungselementen  und der korrekten 
Benutzung der Maschine vertraut.
• Vor der Benutzung der Maschine müssen alle  Fahrer eine praktische Ausbildung in der 
Bedienung der Maschine  erhalten. Besonders 
wichtig ist hierbei:
a. Die Bedienung eines Au fsitzmähers erfordert 
Vorsicht und Konzentration. 
b. Wenn ein Aufsitzmäher  an einem Abhang ins 
Rutschen gerät, erhält man durch Bremsen 
keine Kontrolle über die Maschine. Die 
Hauptursachen für einen Verlust der Kontrolle 
über die Maschine sind ungenügende 
Bodenhaftung, zu hohe Geschwindigkeit, 
unzureichendes Bremsen, Untauglichkeit der 
Maschine für die Aufgabe, mangelhafte 
Aufmerksamkeit auf die Bodenbeschaffenheit 
oder falsche Nutzung als Zugmaschine.
• Kinder oder Personen, di e diese Vorschriften 
nicht kennen, dürfen die Maschine nicht 
bedienen. Das Mindestalter des Fahrers kann 
durch örtliche gesetzliche Bestimmungen 
festgelegt sein.
• Die Maschine nicht benu tzen, wenn sich andere 
Personen, insbesondere  Kinder oder Tiere in 
der Nähe befinden.
• Bitte bedenken Sie, dass der Fahrer für  Personen- oder Sachschäde n verantwortlich ist, 
die er verursacht. 
• Es ist verboten, Kinder oder andere Personen  auf dem Aufsitzmäher als Passagiere 
mitzunehmen. Sie können herunterfallen und 
sich schwer verletzen  beziehungsweise eine 
sichere Bedienung der Maschine 
beeinträchtigen.
• Die Maschine darf nich t unter dem Einfluss von 
Alkohol, Drogen oder Medikamenten bedient 
werden. Auch wenn Sie müde oder krank sind, 
sollten Sie die Maschine nicht fahren. 
						

							45
DEUTSCHDE
2.2 VORBEREITUNG
• Bei der Bedienung der Maschine sollten Sie 
stabile Schuhe und lange Hosen tragen. Der 
Aufsitzmäher darf nicht barfuß oder mit 
Sandalen gefahren werden.
• Eine angemessene Kleidung wird empfohlen.  Keine lose hängenden Kleidungsstücke, 
Schmuck, Schals, Krawatten etc. tragen, die 
sich in rotierenden Teilen der Maschine 
verfangen können. Lange Haare am Kopf 
feststecken. 
• Den zu mähenden bzw. vom Schnee zu  räumenden Bereich vorher sorgfältig 
inspizieren. Lose Steine, Pfosten, Stahldraht 
und andere störende Gege nstände entfernen, die 
die Maschine auswerfen könnte.
• ACHTUNG! Benzin ist  sehr feuergefährlich.
a. Kraftstoff nur in speziell zugelassenen 
Kraftstoffbehältern aufbewahren. 
b. Benzin nur im Freien einfüllen und dabei 
nicht rauchen. 
c. Benzin vor dem Starte n des Motors einfüllen. 
Den Tankverschluss nicht abnehmen und kein 
Benzin einfüllen, wenn der Motor in Betrieb 
oder noch warm ist.
d. Wenn Benzin verschüttet wurde, den Motor 
nicht an dieser Stelle starten, sondern die 
Maschine an einen anderen Ort bringen und 
dort starten. Funkenbildungen vermeiden, bis 
sämtliche Benzindämpfe verdunstet sind. 
e. Nach dem Einfüllen von Benzin den 
Tankverschluss und den Deckel des 
Kraftstoffbehälters wieder sorgfältig 
verschließen. 
• Schadhafte Schalldämpfer austauschen.
• Vor dem Betrieb kontrollie ren, dass die Messer 
und deren Befestigung nicht abgenutzt oder 
beschädigt sind. Verschli ssene oder beschädigte 
Teile immer im ganzen  Satz austauschen, damit 
keine Unwucht entsteht. 
• Die Batterie (bei Maschinen mit Elektrostarter)  kann explosive Gase fr eisetzen. Daher Funken, 
offenes Feuer und Zigaretten fernhalten. Beim 
Laden der Batterie auf gute Belüftung achten.
• Die Batterie enthält  gesundheitsschädliche 
Materialien. Das Gehäus e der Batterie daher 
nicht beschädigen. Wenn das Gehäuse 
beschädigt wurde, Kontakt mit dem Inhalt der 
Batterie vermeiden.
• Alte, defekte Batterien gehören nicht in den  Hausmüll. Bei den örtlichen 
Entsorgungsunternehmen erfahren Sie, wo Sie 
die Batterie umweltge recht entsorgen können.
• Die Batterie nicht  kurzschließen. Dabei 
entstehen Funken, die ei nen Brand verursachen 
können. 
2.3 FAHRBETRIEB
• Den Motor gemäß der Betriebsanleitung  starten. Die Füße von den Messern fernhalten. 
• Den Motor nicht in engen oder geschlossenen  Räumen betreiben, in denen sich gefährliche 
Kohlendioxidgase sammeln können. 
• Die Maschine nur bei Tageslicht oder guter  Beleuchtung verwenden.
• Immer einen Ohrenschutz tragen.
• Besonders vorsichtig in der Nähe von  Hindernissen arbeiten, die die Sicht 
beeinträchtigen.
• Kinder aus dem Gefahre nbereich der Maschine 
fernhalten. Eine ande re erwachsene Person 
sollte die Kinder beaufsichtigen.
• Vorsicht beim Zurück setzen. Vor und während 
des Zurücksetzens nach hinten sehen und auf 
eventuelle Hindernisse achten. Auf Kleinkinder 
achten.
• Das oder die Messer vor dem Starten des  Motors vom Antrieb lösen und die Kupplung 
auskuppeln. 
• Hände und Füße niemals  in die Nähe oder unter 
rotierende Teile halten. Vorsicht vor den 
Messern. Nicht genau vor der Auswurföffnung 
stehen. 
• Die Maschine möglichst nicht auf nassen  Rasenflächen einsetzen. 
• Vorsicht an Abhängen. Ke ine abrupten Starts 
oder Stopps beim Fahren an Abhängen. 
• Das Kupplungspedal langsam kommen lassen.  Immer mit einem eingele gten Gang fahren und 
bei der Fahrt an Abhä ngen nicht die Kupplung 
treten. 
• Niemals quer zum Abhang mähen. Von oben  nach unten und von unten nach oben fahren.
• Speziell in hohem Gras  beim Einkuppeln wenig 
Gas geben.  Reduzieren Sie die 
Geschwindigkeit beim Fahren an Abhängen 
und in Kurven, damit die Maschine nicht 
umkippt oder Sie die  Kontrolle verlieren. 
• Achten Sie auf Löcher im Boden oder andere  versteckte Gefahren.
• Nicht nahe an Gräben oder hohen Kanten  fahren. Die Maschine  kann umkippen, wenn ein 
Rad über die Kante gerät oder die Kante 
wegbricht. 
• Vorsicht beim Abschleppen oder beim Einsatz  von schweren Zusatzaggregaten. 
a. Nur zugelassene Anhängerkupplungen 
verwenden. 
b. Nur Lasten aufnehmen, die sicher 
transportiert werden können. 
c. Keine engen Kurven fahren. Vorsicht beim 
Zurücksetzen. 
						

							46
DEUTSCHDE
d. Radgewichte oder Frontgewichte 
verwenden, wenn dies in der Betriebsanleitung 
empfohlen wird. 
• Vorsicht an Kreuzungen oder bei der Fahrt in  der Nähe von Autostraßen. 
• Das Mähwerk/die Messer  abschalten, wenn Sie 
beim Mähen über andere  Böden als Rasen fahren.
• Bei der Nutzung von Zubehörteilen darauf  achten, dass die Auswurföffnung nicht auf in 
der Nähe stehende Personen gerichtet ist. 
Während des Betriebs darf sich niemand im 
Gefahrenbereich der Maschine aufhalten.
• Die Maschine niemals betreiben, wenn  Schutzvorrichtungen oder 
Sicherheitsausstatt ungen abmontiert sind.
• Die vorhandenen Sich erheitsausstattungen 
dürfen nicht abgeschaltet oder außer Funktion 
gesetzt werden. Vor jeder Inbetriebnahme 
kontrollieren, dass die Sicherheitsausstattungen 
einwandfrei funktionieren.
• Die Motorregler nicht verstellen und den Motor  nicht mit hohen Drehzahlen laufen lassen. 
Wenn der Motor mit zu hohe n Drehzahlen läuft, 
steigt die Gefahr von Personenschäden.
• Keine Motorteile berühren, die durch den  Betrieb heiß geworden sind. Sie könnten sich 
die Haut verbrennen.
• Den Fahrersitz erst verlassen, nachdem: a. Die Kraftübertragung ausgekuppelt und das 
Aggregat abgesenkt wurde.
b. Das Getriebe im Le erlauf steht und die 
Feststellbremse angezogen wurde. 
c. Der Motor zum Stillstand gekommen ist und 
der Zündschlüssel abgezogen wurde.
• Nur vom Hersteller de r Maschine zugelassene 
Zubehörteile verwenden. 
• Die Maschine darf nur  benutzt werden, wenn 
ein Aggregat/Werkzeug in der 
Werkzeughalterung montiert ist. Das Fahren 
ohne Aggregat kann die Stabilität der Maschine 
negativ beeinflussen.
• Vorsicht bei der Verwendung von  Grasfangkörben und anderen Zubehörteilen. 
Diese können die Stabilität der Maschine 
verändern, insbesondere beim Fahren an 
Abhängen oder bei starken Steigungen.
• Vor folgenden Tätigkeiten den Antrieb für das  Aggregat freischalten, den Motor anhalten und 
das Zündkabel von der Zündkerze lösen oder 
den Zündschlüssel abziehen:
a. Zum Entfernen von Zweigen oder 
Verunreinigungen, wenn der Auswurf verstopft 
ist. 
b. Für Kontrolle, Reinigung oder Service der 
Maschine. c. Zur Kontrolle nach der Kollision mit einem 
Fremdkörper um festzu
stellen, ob Schäden 
entstanden sind, die repariert werden müssen, 
bevor man die Maschine erneut starten kann. 
d. Zur Kontrolle der Maschine, wenn diese 
ungewöhnlich stark vibriert. (Sofort 
kontrollieren!)
• Den Antrieb für Zusatzaggregate freischalten,  wenn die Maschine transportiert oder nicht 
benutzt wird.
• In folgenden Situationen den Motor ausschalten  und den Antrieb für Zusatzaggregate 
freischalten:
a. Vor dem Auffüllen von Benzin.
b. Vor Abnehmen des Grasfangkorbs.
c. Vor der Verstellung der Schnitthöhe, soweit 
dies nicht vom Fahrerplatz aus erfolgen kann. 
• Das Gas zurücknehmen, wenn der Motor  gestoppt werden soll. Wenn der Motor mit 
einem Kraftstoffhahn ausgestattet ist, diesen 
nach Beendigung der Arbeit schließen. 
• Besondere Vorsicht ist bei Mähaggregaten mit  mehreren Messern gebot en, da ein rotierendes 
Messer andere Messer in Rotation versetzen kann.
• Maschinen mit montierten Original- Zubehörteilen dürfen unabhängig von der 
Richtung nur über Gefälle bis zu einem 
Neigungswinkel von maximal 10° gefahren 
werden.
• Das/die Original-Messer des Mähwerks darf/ dürfen nicht gegen eine Ausrüstung 
beispielsweise zum Vertikutieren ausgetauscht 
werden, die nicht vom Hers teller zugelassen ist. 
Wenn derartige Teile verwendet werden, 
erlischt die Garantie fü r die Maschine. Darüber 
hinaus besteht die Ge fahr von erheblichen 
Personen- und Sachschäden. 
• Vorsicht beim Auf- und Abladen der Maschine  von einem Anhänger oder LKW.
2.4 WARTUNG UND  AUFBEWAHRUNG
• Alle Schrauben und Muttern anziehen, um ein 
sicheres Arbeiten sicherzustellen. 
• In regelmäßigen Abständen den/die  Messerbolzen des Mähwerks auf festen Sitz 
überprüfen. 
• Die Funktion der Bremsen regelmäßig  kontrollieren. Es ist wichtig, dass die Bremsen 
gewartet und bei Bedarf repariert werden. 
• Die Maschine niemals mit Benzin im Tank in  Gebäuden aufbewahren, in denen die 
Benzindämpfe in Kontakt mit offenem Feuer 
oder Funken kommen können.
• Den Motor abkühlen lassen, bevor die  Maschine in einem Sch uppen o.ä. untergestellt 
wird. 
						

							47
DEUTSCHDE
• Um die Brandgefahr zu reduzieren, Motor, Abgasrohr mit Schalldämpfer, Batterie und 
Benzintank frei von  Gras, Laub und 
überflüssigem Öl halten.
• Den Grasfangkorb regelmäßig auf Verschleiß  und Beschädigungen überprüfen.
• Aus Sicherheitsgründen sollten verschlissene  oder beschädigte Teile sofort ausgetauscht 
werden. 
• Verwenden Sie ausschließlich  Originalersatzteile. Die Verwendung anderer 
Ersatzteile ist mit Risiken verbunden, auch 
wenn die Teile zur Maschine passen.
• Beschädigte Warn- und Hinweisschilder  erneuern.
• Wenn keine mechanische Verriegelung für die  Transportposition vorhanden ist, muss das 
Mähwerk beim Park en, Abstellen oder 
unbeaufsichtigtem Zurücklassen der Maschine 
abgesenkt werden. 
• Den Benzintank nur im Freien entleeren.
• Die Maschine außerh alb der Reichweite von 
Kindern aufbewahren.
• Die Batterie enthält Sä ure. Bei mechanischer 
Beschädigung oder Überladung kann diese 
Säure austreten. 
• Überladen Sie die Batterie niemals. Ein  Überladen kann zur Explosion der Batterie 
führen. Dabei wird in alle Richtungen Säure 
verspritzt.
• Säure, die mit Augen oder Haut in Kontakt  kommt, verursacht schwere Verletzungen. Ist 
ein Körperteil mit Säure in Kontakt geraten, 
sofort mit reichlich Wasser spülen und einen 
Arzt aufsuchen.
• Eingeatmete Säuredämpf e führen zu schweren 
Schäden an Schleimhäute n und anderen inneren 
Organen. Beim Einatmen  von Säuredämpfen ist 
ein Arzt aufzusuchen.
• Säure kann ebenfalls Werkzeuge, Bekleidung  u.a. Materialien schwer beschädigen. Spülen 
Sie die Säure sofort mit Wasser ab.
• Die Batteriepole dürfen  nicht kurzgeschlossen 
werden. Dadurch kann es zu Funkenbildung 
und Bränden kommen. Tragen Sie keinen 
Metallschmuck, der mit  den Batteriepolen in 
Kontakt kommen kann.
• Bei Beschädigungen von Batteriegehäuse,  Abdeckung, Polen oder Eingriffen in die 
Ventilabdeckleisten ist die Batterie zu 
wechseln.2.5 AUFBEWAHRUNG
Benzintank entleeren.  Motor starten und laufen 
lassen, bis er ausgeht. 
Bei warmem Motor das Motoröl wechseln. 
Die Zündkerze entfernen und  einen Esslöffel Öl in 
den Zylinder gießen. Den Motor einige 
Umdrehungen drehen, damit sich das Öl im 
Zylinder verteilt. Die Zündkerze wieder 
einschrauben. 
Die gesamte Maschine  reinigen, insbesondere 
unter dem Mähwerkgehäuse. Lackschäden 
ausbessern, um Rostbildung vorzubeugen. 
Die Maschine im Haus  an einem trockenen Ort 
aufbewahren. 
Maschinen mit Elektrostarter:
Batterie lösen und aufgeladen an einem kühlen Ort 
(zwischen 0° C und +15° C) aufbewahren. 
Bei der richtigen Lagertemperatur sollte die 
Batterie alle vier Monate  neu aufgeladen werden. 
Die Batteriesäure is t stark reizend und 
kann Haut und Kleider verätzen.  
Verwenden Sie daher 
Gummihandschuhe und tragen Sie eine 
Schutzbrille. Die Dämpfe sollten nicht 
eingeatmet werden. 
Die Batterie nicht kippen. Hierdurch 
kann Batteriesäure austreten und auf 
Hände und Kleider gelangen. Falls dies 
doch geschieht, mit viel klarem Wasser 
abwaschen bzw. spülen. 
						

							48
DEUTSCHDE
3 MONTAGE
Um Sach- und Personenschäden 
auszuschließen, darf das Gerät erst 
nach Ausführen aller Maßnahmen in 
dieser Anweisung eingesetzt werden.
3.1 MONTAGETEILE
Der Lieferumfang umfasst Komponenten für die 
Montage. Siehe Abb. 1. 
Im Beutel enthalten:
Pos. Anz. Bezeichnung Abmessungen
A 1 Zugscheibe
B 2 Schraube mit Flansch8 x 20
C 2 Schraube für Batterie
D 2 Mutter für Batterie
E 4 Scheibe 8,4 x 24 x 2,0
F 2 Ansatzscheibe
G 4 Schraube 8 x 20
H 2 Drehknopf
I 2 Zündschlüssel
J 1 Spannstift 6 x 36
V 1 Distanzscheibe 16 x 38 x 0,5
L 1 Distanzscheibe 16 x 38 x 1,0
P 2 Schraube M10 x 35
Q 2 Mutter M10
Im Lieferzustand an den Vorderachsen mon-
tiert:
Pos. Anz. Bezeichnung
M 2 Sicherungsring
N 2 Scheibe mit Innenzapfen
Am Geräteheber montiert:
Pos. Anz. Bezeichnung
O 2 Mähwerkhalterung
3.2 MOTORHAUBE
Für Service- und Wartungsarbeiten an Motor und 
Batterie muss die Motorhaube geöffnet werden.  Der Motor darf nicht in Betrieb sein, 
wenn die Motorhaube geöffnet wird. 
3.2.1 Öffnen:
1. Sicherstellen, dass die  Bedienungshebel in ihrer 
vordersten Position stehen.
2. Die Sitzsperre (2:S)  nach oben führen und den 
Sitz nach vorn klappen. 
3. Die Motorhaube an der  Vorderseite greifen und 
nach oben klappen (Abb. 3). 3.2.2 Schließen:
Die Motorhaube an der Vorderseite greifen und 
nach unten klappen (Abb. 3).
Die Maschine darf nicht benutzt wer-
den, wenn die Motorh aube geöffnet ist. 
Es besteht Verbre nnungs- und Quetsch-
gefahr.
3.3 BATTERIE
Siehe 7.7
3.4 SITZ
Hinweis: Um die Montage am Sitz zu 
vereinfachen, tragen Sie vor dem Anbringen einen 
Tropfen Öl auf die vier Schrauben auf.
Lösen Sie die Sperre (2 :S) und klappen Sie die 
Sitzkonsole hoch.
Montieren Sie die Befestigung wie folgt in den 
hinteren (oberen) Löchern:
1. Bestücken Sie die Sc hrauben (2:G) mit den 
Ansatzscheiben (2:F).
2. Führen Sie die Schrauben durch die Öffnungen  in der Konsole ein. Bringen Sie zwischen Sitz 
und Konsole eine Unterlegscheibe (2:I) an.
3. Ziehen Sie die Schrauben am Sitz fest.  Anzugsdrehmoment: 9 ± 1,7 Nm.
Werden die Schrauben fester als mit 9 ± 
1,7 Nm angezogen, nimmt der Sitz 
Schaden.
4. Vergewissern Sie sich, dass der Sitz leicht in  den Konsolenöffnungen läuft.
Montieren Sie die Befes tigung wie folgt in den 
vorderen (unteren) Löchern:
1. Bestücken Sie die Sc hrauben (2:G) mit den 
Flügelmuttern (2:H).
2. Versehen Sie jede Schraube mit einer  Unterlegscheibe (2:I).
3. Führen Sie die Schrauben durch die Öffnungen  in der Konsole ein und befestigen Sie sie per 
Hand am Sitz.
4. Klappen Sie den Sitz hi nab und bringen Sie ihn 
in die gewünschte Position.
5. Ziehen Sie die Flügelmuttern (2:H) per Hand  fest.
Die Flügelmuttern (H) und der Sitz 
werden beschädigt, wenn zum 
Anziehen ein Werkzeug eingesetzt 
wird.
Der Sitz kann hochgeklappt werden. Wenn die 
Maschine bei Regen im Freien geparkt wird, 
klappen Sie den Sitz nach  vorn, um die Sitzfläche 
vor Nässe zu schützen.
Der Sitz verfügt über eine  Sperre. Um den Sitz 
hoch- oder hinabzuklappen,  muss die Sperre (2:S) 
gelöst werden . 
						

							49
DEUTSCHDE
3.5 LENKRAD
Um das Längsspiel an der Radachse zu 
minimieren, sind die Distanzscheiben (4:K) und 
bzw. oder (4:L) zwischen Lenkrohr und Konsole 
an der Achse zu montieren. Gehen Sie dabei wie 
folgt vor:
1. Bringen Sie das Lenkrohr  an der Achse an und 
befestigen Sie es, indem Sie den Splint (4:J) 
etwa ein Drittel seiner Länge eintreiben.
2. Ziehen Sie Lenkrohr und Achse nach oben.
3. Kontrollieren Sie von außen, ob weder eine  Unterlegscheibe (mit 0,5 oder 1,0 mm Stärke) 
noch beide Unterlegscheiben in den Spalt 
geschoben werden können. Die 
Unterlegscheibe(n) darf  bzw. dürfen nicht mit 
Gewalt in den Spalt geschoben werden. Ein 
geringes Längsspiel muss vorhanden sein.
4. Treiben Sie den Splint hinaus und nehmen Sie  das Lenkrohr ab.
5. Montieren Sie die Unterlegscheibe(n) gemäß  Punkt 3 oben.
6. Bringen Sie das Lenkrohr  an der Achse an und 
befestigen Sie es, indem Sie den Splint 
vollständig eintreiben. Halten Sie auf der 
anderen Seite gegen.
3.6 ANHÄNGERKUPPLUNG
Befestigen Sie die Anhängerkupplung (5:A) an 
den beiden Aussparungen an der Unterseite der 
Hinterachse mithilfe der Schrauben (5:B). Ziehen 
Sie die Schrauben fest an.
Anzugsdrehmoment: 22 Nm.
3.7 MÄHWERKHALTERUNGEN
Hier wird lediglich die Montage an der rechten 
Achse beschrieben. Dieselbe Vorgehensweise gilt 
ebenfalls für die linke Achse.
1. Demontieren Sie Sicherungsring (20:M) und  äußere Scheibe (20:N).
2. Bringen Sie die Mähwer khalterung (20:O) an.
Die Scheibe (20:N) mit dem 
Innenzapfen ist stets zum 
Sicherungsring weisend anzubringen. 
Ansonsten kann sich der 
Sicherungsring lösen.
3. Montieren Sie äußere  Scheibe (20:N) und 
Sicherungsring (20:M).
4. Befüllen Sie die Schmierbüchse der  Mähwerkhalterung mit einer Fettspritze, bis an 
der Achse Fett austritt.
Die Schrauben (1:P) und Mu ttern (1:Q) dienen zur 
Befestigung des Arbeitsgeräts an den 
Mähwerkarmen (20:O).
3.8 REIFENDRUCK
Prüfen Sie den Reifendruck. Korrekte Werte:
Vorn: 0,4 Bar (6 psi)
Hinten: 1,2 bar (17 psi) 
3.9 ZUBEHÖR 
Hinweise zur Zubehörmontage entnehmen Sie 
bitte der gesonderten Montageanleitung, die dem 
jeweiligen Artikel beiliegt.
Anmerkung: Das Mähwerk wird hier als Zubehör 
betrachtet.
4 BESCHREIBUNG
4.1 GETRIEBE
Das Gerät verfügt über einen 
Zweiradvorderantrieb.
Die frontseitig montierten Geräte werden über 
Keilriemen angetrieben.
4.2 LENKUNG
Das Gerät arbeitet mit Hinterradsteuerung. Dank 
der Hinterradsteuerung ka nn das Gerät einfach um 
Bäume und andere Hindernisse gefahren werden. 
Die Steuerung erfolgt per Seilzug.
4.3 SICHERHEITSSYSTEM 
Das Gerät ist mit einem elektrischen 
Sicherheitssystem ausgerüstet. Das 
Sicherheitssystem unterbricht bestimmte 
Vorgänge, die bei Fehlsteuerungen zu 
Gefahrensituationen führen können. 
So kann der Motor z.B. nur gestartet werden, wenn 
das Kupplungs-/Bremspedal betätigt ist.
Vor jedem Einsatz ist die Funktion des 
Sicherheitssystems zu überprüfen.
4.4 BEDIENELEMENTE
4.4.1 Geräteheber, mechanisch (6:P)
Um zwischen Betriebs- und Transportstellung zu 
wechseln:
1. Das Pedal ganz durchtreten. 
2. Das Pedal langsam loslassen.
4.4.2 Bremse/Kupplung/Feststellbremse (6:M) (2125M)
Kombipedal für Bremse und Kupplung. Drei 
Positionen: 1. Ausgangsposition  – Antrieb 
ist eingekuppelt. Wenn ein Gang 
eingelegt ist, fährt die Maschine. 
Die Bremse ist nicht aktiviert.
2. Zur Hälfte niedergetreten – der Antrieb ist 
ausgekuppelt, ein Gang kann eingelegt werden. 
Die Bremse ist nicht aktiviert.
3. Pedal ganz durchgetreten  – der Antrieb ist 
ausgekuppelt. Die Bremse  ist vollständig aktiviert.
Bitte beachten! Die Gesc hwindigkeit nicht durch 
Schleifenlassen der K upplung regulieren. Statt 
dessen den für die gewünschte Geschwindigkeit 
geeigneten Gang einlegen. 
						

							50
DEUTSCHDE
4.4.3 Kupplung-Feststellbremse (6:M) (2135H)
Das Pedal darf niemals während des 
Fahrens betätigt werden. Es besteht 
Überhitzungsgefahr in der 
Kraftübertragung.
Das Pedal verfügt über drei Positionen:
1. Ausgangsposition . Die 
Kupplung ist nicht aktiviert. Die 
Feststellbremse ist nicht 
aktiviert.
2. Zur Hälfte niedergetreten . Der Antrieb ist 
ausgekoppelt. Die Feststellbremse ist nicht 
aktiviert.
3. Pedal ganz durchgetreten . Der Antrieb ist 
ausgekuppelt. Die Feststellbremse ist komplett 
aktiviert, jedoch nicht arretiert. Diese Stellung 
wird ebenfalls zur Notbremsung verwendet.
4.4.4 Sperre, Feststellbremse (6:N)
Die Sperre verri egelt das Kupplung-
Feststellbremse in der niedergetretenen 
Stellung. Diese Funktion wird verwendet, 
um das Gerät an Abhängen, beim 
Transport usw. zu sichern, wenn der 
Motor nicht eingeschaltet ist.
Die Feststellbremse ist während des 
Fahrens stets zu lösen.
Sicherung:
1. Das Pedal (6:M) ganz durchtreten. 
2. Sperre (6:N) nach rechts führen.
3. Das Pedal loslassen.
4. Sperre loslassen.
Abladen:
Das Pedal betätigen und loslassen.
4.4.5 Antrieb-Betriebsb remse (8:O) (2135H)
Wenn die Maschine beim Loslassen des 
Pedals nicht wie erwartet bremst, ist 
das linke Pedal (6:M) als Notbremse zu 
benutzen.
Das Pedal bestimmt das Übersetzungsverhältnis 
zwischen Motor und Antriebsrädern (= 
Geschwindigkeit). Wird  das Pedal losgelassen, 
wird die Betriebsbremse aktiviert.
1. Pedal nach vorn drücken  
– das Gerät bewegt sich nach 
vorn.
2. Pedal unbetätigt  
– das Gerät steht still.
3. Pedal nach hinten drücken  
– das Gerät fährt rückwärts.
4. Druck auf das Pedal verringern  – das Gerät 
beginnt zu bremsen. 4.4.6 Gashebel und 
Choke (7, 8:T) 
Hebel zur Regulierung der Motordrehzahl sowie 
als Choke beim Kaltstart des Motors. 
Wenn der Motor unsauber läuft, wurde 
der Hebel unter Um ständen zu weit 
nach vorn geschoben und hat den 
Choke ausgelöst. Dies schadet dem 
Motor, steigert den Kraftstoff-
verbrauch und ist umweltunfreundlich.
1. Choke  – Starthilfe bei Kaltstarts. Die 
Chokeposition befindet sich ganz vorn in 
der Aussparung. 
Fahren Sie nicht in dieser Stellung, wenn 
der Motor warm ist.
2. Vollgas  – das Gerät sollte stets mit 
Vollgas betrieben werden. 
Die Vollgasposition befindet sich etwa 2 
cm hinter der Chokestellung.
3. Leerlauf .
4.4.7 Zündschloss (7, 8:U)
Das Zündschloss dient zum Anlassen und 
Abstellen des Motors.  Verlassen Sie nicht das Gerät, wenn 
sich der Schlüssel in  Stellung 2 befindet. 
Es besteht Brandgefahr. Der Kraftstoff 
kann über den Vergaser in den Motor 
gelangen. Zudem besteht das Risiko, 
dass sich die Batterie entlädt und 
beschädigt wird.
Drei Stellungen:
1. Stoppstellung  – der Motor ist 
kurzgeschlossen. Der Schlüssel kann 
abgezogen werden.
2. Betriebsstellung.
3. Startstellung  – wenn der Schlüssel in 
die federbelastete Startstellung gedreht 
wird, wird der elektrische Anlasser 
aktiviert. Wenn der Motor angesprungen 
ist, den Schlüssel in Betriebsstellung 2 
zurückgehen lassen.
4.4.8 Schalthebel (7:R) (2125M)
Mit diesem Hebel wird einer der fünf 
Vorwärtsgänge (1-2-3-4-5), die Neutralstellung 
(N) oder der Rückwärtsgang (R) gewählt.
Zum Einlegen eines Ganges muss das 
Kupplungspedal niedergetreten werden.
Bitte beachten! Dafür sorg en, dass die Maschine 
völlig still steht, wenn vom Rückwärtsgang in 
einen Vorwärtsgang oder umgekehrt gewechselt 
werden soll. Wenn sich ein Gang nicht sofort 
einlegen lässt, die Kupplung noch einmal 
freigeben, wieder treten und es noch einmal