Home > Indesit > Washing Machine > Indesit Iwd 7125 B Instructions For Use

Indesit Iwd 7125 B Instructions For Use

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Indesit Iwd 7125 B Instructions For Use online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 260 Indesit manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							61
    NL
    Nederlands
    Inhoud
    Installatie, 62-63
    Uitpakken en waterpas zetten
    Hydraulische en elektrische aansluitingen
    Eerste wascyclus
    Technische gegevens
    Beschrijving van de wasautomaat en 
    starten van een programma, 64-65
    Bedieningspaneel
    Controlelampjes
    Een programma starten
    Programma’s, 66
    Programmatabel
    Persoonlijke instellingen, 67
    Instellen van de temperatuur
    Instellen van de centrifuge
    Functies
    Wasmiddelen en wasgoed, 68
    Wasmiddelbakje
    Bleekcyclus
    Voorbereiden van het wasgoed
    Bijzondere kledingstukken
    Balanceersysteem van de lading
    Voorzorgsmaatregelen en advies, 69
    Algemene veiligheid
    Afvalverwijdering
    Onderhoud en verzorging, 70
    Afsluiten van water en stroom
    Reinigen van de wasautomaat
    Reinigen van het wasmiddelbakje
    Onderhoud van deur en trommel
    Reinigen van de pomp
    Controleren van de buis van de watertoevoer
    Storingen en oplossingen, 71
    Service, 72
    NL
    IWC 7125 S
    Gebruiksaanwijzing
    WASAUTOMAAT
       
    						
    							62
    NL
    Installatie
    ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere 
    raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u 
    verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat 
    de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevin-
    gen kan doornemen.
    ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrij-
    ke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
    Uitpakken en waterpas zetten
    Uitpakken
    1. De wasautomaat uitpakken.
    2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft gele-
    den gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet 
    hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen 
    met de handelaar.
    3. Verwijder de 4 schroeven 
    die het apparaat bescher-
    men tijdens het vervoer 
    en de rubberen ring met 
    bijbehorende afstandsleider 
    die zich aan de achterkant 
    bevinden (zie afbeelding).
    4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen.
    5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit wor-
    den vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
    ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
    Waterpas zetten
    1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige 
    vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of 
    dergelijke.
    2. Als de vloer niet volledig 
    horizontaal is kunt u de 
    onregelmatigheid opheffen 
    door de stelvoetjes aan de 
    voorkant losser of vaster te 
    schroeven (zie afbeelding); 
    de inclinatiehoek, geme-
    ten ten opzichte van het 
    werkvlak, mag de 2° niet 
    overschrijden.
    Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en 
    voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de 
    automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedek-
    king of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder 
    de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
    Hydraulische en elektrische aansluitin-
    gen
    Aansluiting van de watertoevoerbuis
    1. Sluit de toevoerbuis aan 
    op de koudwaterkraan met 
    een mondstuk met schro-
    efdraad van 3/4 gas (zie 
    afbeelding). 
    Voordat u de wasautomaat 
    aansluit moet u het water 
    laten lopen totdat het helder 
    is.
    2. Verbind de watertoevo-
    erbuis aan de wasautomaat 
    door hem op de betreffende 
    watertoevoer te schroeven, 
    rechtsboven aan de achter-
    kant 
    (zie afbeelding).
    3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis 
    zijn.
    ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden 
    van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde 
    hiernaast).
    ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich 
    wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde 
    installateur.
    ! Gebruik nooit tweedehands buizen.
    ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
      
    						
    							63
    NL
    65 - 100 cm
    Aansluiting van de afvoerbuis
     
    Verbind de buis, zonder 
    hem te buigen, aan een 
    afvoerleiding of aan een 
    afvoer in de muur tussen de 
    65 en 100 cm van de grond 
    af of hang hem aan de 
    rand van een wasbak of 
    badkuip, en bind de bijge-
    leverde steun aan de kraan 
    (zie afbeelding). Het uitein-
    de van de afvoerslang mag 
    niet onder water hangen.
    ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet 
    te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede 
    hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer 
    zijn dan 150 cm.
    Elektrische aansluiting
    Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich 
    ervan verzekeren dat: 
    • het stopcontact geaard is en voldoet aan de    
     geldende normen;
    • het stopcontact het maximum vermogen van de    
     wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de  
     tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
    • de spanning zich bevindt tussen de waarden die    
     zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens  
     (zie hiernaast);
    • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de  
     wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker  
     of het stopcontact vervangen worden.
    ! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden    
      geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,        
    aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en     
      onweer bloot te stellen.
    ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcon-
    tact gemakkelijk te bereiken zijn.
    ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
    ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
    ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
    lateur worden vervangen.
    Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
    steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
    Eerste wascyclus
    Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, 
    dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zon-
    der wasgoed, op het programma 2.
    Technische gegevens
    Model
    IWC 7125 S
    Afmetingen breedte cm 59,5
    hoogte cm 85
    diepte cm 53,5
    Vermogen van 1 tot 7 kg 
    Elektrische 
    aansluitingen zie het typeplaatje met de technische 
    eigenschappen dat op het apparaat is 
    bevestigd
    Aansluiting 
    waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar)
    min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
    Inhoud trommel 52 liters
    Snelheid 
    centrifuge tot 1200 toeren per minuu
    Controleprogramma’s 
    volgens de 
    richtlijnen 1061/2010 
    en 1015/2010 Programma 2: temperatuur 60°C en 
    40°C
    Deze apparatuur voldoet aan de volgen-
    de EEC voorschriften:
    - 2004/108/CE (Elektromagnetische 
    compatiabiliteit)
    - 2002/96/CE
    - 2006/95/CE (Laagspanning)
       
    						
    							64
    NL
    Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers 
    (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
    Toets AAN/UIT: voor het in- en uitschakelen van de wa-
    sautomaat.
    PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
    ma’s. Gedurende het  programma blijft de knop stilstaan.
    Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
    ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van 
    de gekozen functie zal aanblijven.
    CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van 
    de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
    TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempe-
    ratuur of koud wassen  
    (zie “Persoonlijke Instellingen”).
    Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTEL-
    DE START: voor het volgen van het verloop van het 
    wasprogramma.
    Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
    Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de 
    lampjes de tijd die resteert tot het starten van het program-
    ma (zie pagina hiernaast).
    Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de 
    deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
    Toets met controlelampje START/PAUZE: om program-
    ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
    N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op 
    deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
    lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
    de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje 
    DEUR GEBLOKKEERD  uit is, kunt u het deurtje openen.
    Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze 
    toets.
    Stand- by modus
    Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de 
    nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over 
    een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten 
    uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk 
    kort op de AAN/UIT toets en wacht tot de wasautomaat 
    weer aangaat.
    Gebruik in off-mode: 1W
    Gebruik in Left-on: 1W
    Beschrijving van de wasautomaat 
    en starten van een programma
    Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTELDE START
    Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
    Toets met controlelampje START/PAUZE
    Bedieningspaneel
    TEMPERATUUR KNOP Wasmiddelbakje
    Toetsen met controlelampjesFUNCTIE AAN/UIT toets 
     CENTRIFUGEKNOP PROGRAMMAKNOP
      
    						
    							65
    NLControlelampjes
    De controlelampjes geven belangrijke informatie.
    Ze geven informatie over:
    Uitgestelde start
    Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd 
    (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is 
    gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort 
    gaan knipperen:
    Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd 
    getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
    lampje:
    Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het inge-
    stelde programma van start gaan.
    Controlelampjes lopende fase
    Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en 
    gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te 
    tonen op welk punt de cyclus is:
    Functietoetsen en betreffende controlelampjes
    Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
    lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het 
    ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje 
    knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de 
    geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die 
    daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder 
    geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de twe-
    ede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de 
    geactiveerde functie zal aangaan.
     Controlelampje deur geblokkeerd: 
    Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is 
    geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt 
    geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot 
    het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de 
    deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop 
    START/PAUZE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKE-
    ERD uit is, kunt u het deurtje openen.
    Een programma starten
    1. Schakel de wasautomaat in met de AAN/UIT toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan weer 
    uit en het controlelampje START/PAUZE knippert.
    2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
    3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
    4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
    5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
    6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
    7. Selecteer de gewenste functies.
    8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht 
    vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUZE toets te druk-
    ken en een nieuwe cyclus te kiezen.
    9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje  aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD  
    uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. 
    Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets.
    Hoofdwas
    Spoelen
    Centrifuge
    Waterafvoer
    Einde hoofdwas
       
    						
    							66
    NL
    Speciale programma’s
    Express (programma 10) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespa-
    art dus elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve 
    zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg.
    Sport Intensive (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, 
    enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die 
    staat aangegeven in de “Programmatabel”.
    Sport Light (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbr oeken, 
    enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die 
    staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die 
    voldoende is voor een halve lading.
    Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer 
    dan 2 paar tegelijk te wassen.
    Programma’s
    Programmatabel
    Voor alle Test Institutes:1) Controleprogramma volgens de norm 2010/1061: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C en 40°C.Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de ef ficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C en 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastempera-tuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.4) Synthetische Programma samen: selecteer het programma 5 met een temperatuur van 40°C.
    De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standa-ard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer , de kamertem-peratuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
    Programma’s
    Beschrijving van het ProgrammaMaxi-
    male 
    Temp   (°C) Maximaal 
    toerental  (toeren  per 
    minuut) Wasmiddel
    Maximale 
    lading (kg)
    Overgebleven 
    vochtigheid %
    Energieverbruik  kWh
    Totaal water lt
    Duur 
    cyclus
    Voor- was Was-
    sen Bleek-
    middel Wasver-
    zachter Nor-
    maal Eco 
    Time Nor-
    maal Eco 
    Time
    Dagelijkse was
    1 Katoen met voorwas:  Zeer vuile witte was.
    90°1200 
    
    - 7
    -532,21 78172 -
    2 Katoen intensief wit:  Zeer vuile witte was.
    90°1200 -
     7 -532,16 72159 -
    2 Katoen intensief wit (1-2):  Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
    60°1200 -
     7-531,316 58197 -
    2 Katoen intensief wit (2):  Zeer vuile witte en bonte fijne was.
    40°1200 -
     7-531,003 72192 -
    3 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
    60° 1200 -
     73,5 ---134 82
    4 Katoen bont delicaat (3):  Niet zo vuile witte en bonte was.
    40°1200 -
     73,5530,66 5492 82
    5 Synthetisch:  zeer vuile kleurvaste bonte was.
    60°800 -
     32440,93 47110 68
    5 Synthetisch (4):  zeer vuile kleurvaste bonte was.
    40°800 -
     32440,57 4695 68
    6 Synthetisch delicat: niet zo vuile kleurvaste bonte was.
    40° 800 -
     32---72 68
    Speciale was
    7 Wol: voor wol, kasjmier, etc.
    40°  800 -
    - 1,5
    ----72 -
    8 Zijde/Gordijnen:  voor zijde, viscose, lingerie.
    30° 0-
    - 1
    ----55 -
    9 Jeans
    40° 800 -
    - 3
    ----70 -
    10 Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
    (niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
    30° 
    800 -
    - 1,5
    -710,19 3115 -
    Sport
    11 Sport Intensive
    30° 600 -
    - 
    3----83 -
    12 Sport Light
    30° 600 -
    - 
    3----62 -
    13 Special Shoes
    30° 600 -
    - Max. 2 
    Paar. -
    ---60 -
    Delprogramma’s
    Spoelen- 1200 -- 
    7----36 -
    Centrifugeren- 1200 -- - -7----16 -
    Afpompen- 0 -- - -7----2 -
      
    						
    							67
    NLInstellen van de temperatuur
    Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
    De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ().
    De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
    Instellen van de centrifuge
    Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. 
    De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
    Programma’s Maximum snelheid
    Katoen   1200 toeren per minuut
    Synthetisch 800 toeren per minuut
    Wol   800 toeren per minuut
    Zijde    alleen waterafvoer
    U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool .
    De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat 
    programma.
    Functies
    De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
    Voor het activeren van de functies:
    1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
    2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
    N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde 
    programma.
    Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseer d worden voor een 
    beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “” kunt u wassen in 
    een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die 
    voldoet voor een halve lading. 
    ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , .
     Bleken
    Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde 
    bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”).
    ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , . 
     Extra Spoelen
    Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze 
    optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
    ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , .
     Uitgestelde Start
    Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit.
    Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op 
    de toets wordt de functie uitgeschakeld.
    N.B.:  Als  de  START/PAUZE  knop  eenmaal  is  ingedrukt  kan  de  vertraging  alleen  verminderd  worden  voor  u  het  ingestelde 
    programma van start doet gaan.
    ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
    Persoonlijke instellingen
       
    						
    							68
    NL
    Wasmiddelen en wasgoed
    Wasmiddelbakje
    Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis 
    wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
    ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
    tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
    ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die 
    te veel schuim vormen.
    ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de 
    voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer 
    dan 60°C.
    ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
    Trek het laatje naar voren 
    en giet het wasmiddel of de 
    wasversterker er als volgt in:
    bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
    Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of 
    het bakje 4 is verwijderd.
    bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas  
    (poeder of vloeibaar)
    Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het 
    bakje worden gegoten.
    bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
    De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
    extra bakje 4: Bleekmiddel
    Bleekcyclus
    ! Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit 
    wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmid-
    del geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen 
    en wol.
    Plaats het bijgeleverde 
    extra bakje 4 in bakje 1.
    Let er bij het gieten van het 
    bleekwater op dat het nive-
    au “max”, aangegeven op 
    de centrale pin, niet wordt 
    overschreden (zie afb.).
    Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra 
    bakje 4, stelt u het programma “Spoelen”  en activeert u 
    de functie “Bleken” (.
    12 3
    4
    Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en 
    de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste 
    programma in en activeert u de functie “Bleken” (.
    Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.
    Voorbereiden van het wasgoed
    • 
    Verdeel het wasgoed volgens:
    - het soort stof / het symbool op het etiket.
    - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
    • Leeg de zakken en controleer de knopen.
    • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor 
    droog wasgoed, nooit:
     Kleurechte stoffen: max 7 kg
     Synthetische stoffen: max 3 kg
     Fijne stoffen: max 2 kg
     Wol: max 1,5 kg 
    Zijde: max 1 kg
    Hoeveel weegt wasgoed?
     1 laken 400-500 g.
     1 sloop 150-200 g.
     1 tafelkleed 400-500 g.
     1 badjas 900-1200 g.
     1 handdoek 150-250 g.
    Bijzondere kledingstukken
    Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen 
    kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met 
    het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten 
    dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 
    1,5 kg wasgoed te overschrijden.
    Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden 
    kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal 
    wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
    Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
    de zak. Gebruik het programma 8.
    Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u 
    ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het 
    programma 9.
    Balanceersysteem van de lading
    Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat 
    de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige 
    manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op 
    een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na 
    herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is 
    gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een 
    lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de 
    lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling 
    uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere 
    distributie van de waslading en een juiste balancering te 
    bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te 
    mengen.
      
    						
    							69
    NL
    Voorzorgsmaatregelen 
    en advies
    ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens 
    de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn 
    voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig 
    worden doorgenomen.
    Algemene veiligheid
    • Het apparaat mag niet worden gebruikt door perso-
    nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, 
    sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende 
    ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder 
    het toezicht of volgens de instructies van een persoon 
    die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen 
    moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren 
    dat ze niet met het apparaat spelen.
    • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk 
    niet-professioneel gebruik.
    • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met 
    natte of vochtige handen of voeten.
    • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het 
    snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te 
    pakken. 
    • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in 
    werking is.
    • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet 
    kan zijn. 
    • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat 
    een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
    schadigd worden.
    • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
    chanismen van de wasautomaat te repareren.
    • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
    ne komen als deze in werking is.
    • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
    • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met 
    twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit 
    nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
    • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u 
    controleren of hij leeg is.
     Afvalverwijdering
    • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan 
    de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt 
    kan worden.
    • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van 
    Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude 
    huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernie-
    tigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude 
    apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het 
    hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren 
    en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu 
    te reduceren.
     Het symbool op het product van de “afvalcontainer 
    met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, 
    dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat 
    apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten 
    contact opnemen met de locale autoriteiten voor infor-
    matie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude 
    apparaat. 
       
    						
    							70
    NL
    Onderhoud en verzorging 
    Afsluiten van water en stroom
    • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt 
    u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en 
    voorkomt u lekkage.
    • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat 
    gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkza-
    amheden.
    Reinigen van de wasautomaat
    De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een 
    spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik 
    nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
    Reinigen van het wasmiddelbakje
    Verwijder het bakje door het 
    op te lichten en naar voren 
    te trekken (zie afbeelding).
    Was het onder stromend 
    water. Dit moet u regelmatig 
    doen.
    Onderhoud van deur en trommel
    • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te 
    vermijden.
    Reinigen van de pomp
    De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp 
    en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter 
    gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het 
    voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder-
    kant ervan bevindt, terechtkomen.
     
    ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de 
    stekker uit het stopcontact.
    Toegang tot het voorvakje:
    1.  verwijder het afdekpa-
    neel aan de voorkant van 
    de wasautomaat met 
    behulp van een schroeven-
    draaier  
    (zie afbeelding);
    2. draai het deksel eraf, 
    tegen de klok in  
    (zie afbeelding): het is 
    normaal dat er een beetje 
    water uit komt;
    3. maak de binnenkant goed schoon;
    4. schroef het deksel er weer op;
    5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
    stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de 
    machine aandrukt.
    Controleren van de buis van de water-
    toevoer
    Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de 
    watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij 
    vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge 
    waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
    ! Gebruik nooit tweedehands buizen.
      
    						
    All Indesit manuals Comments (0)

    Related Manuals for Indesit Iwd 7125 B Instructions For Use