Home
>
GGP Italy SPA
>
Lawn Mower
>
GGP Italy SPA Lawn Tractor 71505176 0 Operators Manual Dutch Version
GGP Italy SPA Lawn Tractor 71505176 0 Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual GGP Italy SPA Lawn Tractor 71505176 0 Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
Beweeg de voorwielen tot de as (2) en het stuurwiel (1) een kwarttoer draaien, zodat de opening (3) van de stuurkolom bereikbaar wordt. Zorg er voor dat de opening van het stuurwiel (4) en de opening van de stuurkolom (3) tegenover elkaar komen te zitten en sla er met een hamer de bijgeleverde stift (5) doorheen. Draag er zorg voor dat het uiteinde van de stift er aan de andere kant helemaal uitkomt. Om te voorkomen het stuurwiel met de hamer te beschadigen, dient de stift er met behulp van een slagpen of een schroevendraaier, met een geschikte dia- meter, doorheen geslagen te worden. 3.3 BEVESTIGEN VAN DE STOEL Trek de afstellingshendel (3) naar boven en schuif de stoel (1) in zijn geleider (2) aan de kant van het stuurwiel, totdat de stoel zich in één van zijn zes standen koppelt. De stoel is nu stevig verankerd en kan alléén verwijderd worden door op de hendel (4) te drukken, waardoor de stoel vrijkomt. 3.4 MONTEREN EN DE ACCU AANSLUI- TEN Plaats de accu (1) in zijn zitting onder de stoel. Sluit de rode draad (2) aan op de pluspool (+) en de zwarte draad (3) op de minpool (-), daarbij gebruik makend van de bijgeleverde schroeven en de aangegeven volgorde aan- houdend. Monteer de veer (4) om de accu tegen te hou- OPMERKING NL 10HET UITPAKKEN EN MONTEREN 4 213 1 42 3 1 2 34 5
den en let erop dat de kabels goed voor de accu geschikt worden zodat ze niet gekneld raken in de veer (4). Zorg er altijd voor de accu volledig op te laden en volg hierbij de aanwijzingen die in het instructieboekje van de accu staan aangegeven ( ☛6.2.5). Om te voorkomen dat het beveiligingssysteem van de electronische kaart in werking treedt, dient het starten van de motor absoluut vermeden te worden vóórdat de accu volledig opgeladen is! Neem de aanwijzingen van de fabrikant van de accu in acht met betrekking tot de veiligheid bij het hanteren en het lozen van de accu. 3.5 MONTAGE VAN DE OPVANGZAK A)Het bovenste deel van het frame (1) aan het voorste element (2) bevestigen door middel van de schroeven en moeren (3), zoals aan- gegeven. Breng de twee rubberen doppen (4) in de openingen van de buis van voorste frame (2). B)Breng de twee rubberen doppen (4) in de openingen van de buis van het onderste frame (5) en monteer hem op het voorste element (2) met behulp van de schroeven en moeren (6). C)Positioneer de hoekplaten (7) en (8). Let hierbij op de richting !LET OP! BELANGRIJK BELANGRIJK NL 11 HET UITPAKKEN EN MONTEREN 14 R L 1 2 5 7 8 16 17 19 20 21 26 2425 282931 2 56 6 1 2 3 3 A4 4B C 7 - 8 9 1 59
rechts (R) en links (L) en bevestig ze aan het frame met behulp van de schroeven en moeren (9). Modellen met elek- trische heffing: D)Monteer beide rol- len (10) op de steun- pinnen (11) en let erop dat de boord naar de steun gericht is. Bevestig ze met behulp van de elasti- sche ringen(12). Monteer vervolgens de steunen op het voorste frame (2) met behulp van de schroeven en moeren (13). E)Laat het frame zakken in de stoffen zak (14) en zorg ervoor dat de bodem evenredig ver- deeld is. Haak de kunststof profielen met behulp van een schroevendraaier (15) aan de buizen van het frame. F)Voer het plaatje (16) tussen de stof en het onderste deel van het frame (5), waarbij de gaten overeenkomen. Monteer de dwarsver- steviging (17) onder aan het frame met de bouten en moeren (18) en zorg ervoor dat de vlakke kant naar de stof toe staat. G)Met de plastic afdekking (19) omgekeerd, monteer beide flanken (20) en (21) door de drie bevestigingslipjes vast te klikken. H)Monteer de afdekking (19) door hem vast te maken aan het bovenste deel van het frame (1) met behulp van de vier schroeven (22) en aan het voorste element (2) met behulp van de schroeven en moeren (23). J)Monteer de bescherming (24) van de voorste handgreep door hem vast te klikken aan de afdekking (19). ➤ NL 12HET UITPAKKEN EN MONTEREN 161310 CLAK F 5 17 18 18D 11 12 132 13E15 14 G 19 20-21H 19 19 52222 2 23 J K 24 19 25 - 26 9 9 19 27 27 29 28 - 29 3025 - 26
K)Monteer de twee achterste beschermingen (25) en (26) door eerst de onderste openingen en vervolgens de bovenste openingen in het uitstekend deel van de schroeven (9) te bren- gen. Bevestig met behulp van de vier moeren (27). L)Monteer de zijbeschermingen (28) en (29) van de achterste handgreep door ze vast te klikken en bevestig ervolgens met de vier schroeven (30). M)Schuif de hendel (31) in de zitting en bevestig stopschroef (32) en de bijbehorende moer . Modellen met elektrische heffing: N)Indien men de hendel (31) voor de handmatige start niet wenst te monteren, wordt de opening (19) afgedicht met de dop (33). ➤ NL 13 HET UITPAKKEN EN MONTEREN 32 L MN31 2829 33 28 - 29 30 3 (x 4) 18 (x 2) 23 (x 2) 6 (x 4) 9 (x 4) 13 (x 4) 32 (x 1) 27 (x 4) 22 (x 4) 30 (x 4) 12 (x 2)
3.6 MONTAGE VAN DE OPVANGZAKSTEUNEN Bevestig, zoals aangegeven, de twee steunen (1) aan de achterplaat (2) door middel van de drie schroeven (3) die voor elke steun zijn bij- geleverd, zonder de bijbehorende moeren (4) te blokkeren. Haak de zak vast aan de steunen en zorg ervoor dat hij ten opzichte van de achterplaat (2), in het midden hangt. Stel de positie van de twee steunen (1) ten opzichte van de richel (5) op zo’n manier bij dat, wanneer de zak gedraaid wordt, de pin (6) vanzelf in de zitting (7) valt. Wanneer de correctheid van de draaibewegin- gen zoals hierboven beschreven is gecontro- leerd werd, draai dan de moeren (4) goed aan. 3.7 MONTAGE VAN DE HENDEL OM DE OPVANGZAK TE KANTELEN ( Modellen met elektrische start) Plaats de as van de hendels (1) in de uitspa- ring van beide plaatjes (2) en zet ze vast aan de binnenkant van de zakhouders (3), met behulp van de meegeleverde schroeven en moeren (4) en in de volgorde aangeduid in de figuur. Maak het uiteinde van de stand (5) van de hef- zuiger vast aan de hendel (6) met behulp van de pin (7) en monteer beide elastische ringen (8). Alvorens de opvangzak te monteren op de houders, zorg ervoor dat de hendels voor het kantelen van de opvangzak correct bewegen. ➤ NL 14HET UITPAKKEN EN MONTEREN 1 2 4 5 1 7 6 3 1 2 34 1587 86 8 (x 2) 3444
3.8 HET VERWIJDEREN VAN DE HAAKSTOP De haak (1) die voor het bevestigen van de opvangzak dient is voor het vervoer vastgezet door middel van de stop (2). Deze stop dient, alvorens de steunen van de opvangzak te monteren, verwij- derd te worden en mag daarna niet meer gebruikt worden. NL 15 HET UITPAKKEN EN MONTEREN 2 1
4. BEDIENINGSELEMENTEN 4.1 STUURWIEL Hiermee kunnen de voorwielen bestuurd worden. 4.2 C HOKE( indien voorzien) Veroorzaakt een verrijking van het mengsel en dient alleen gebruikt te worden bij de start met een koude motor. 4.3 G ASHENDEL Hiermee kan het toerental van de motor bepaald worden. De diverse standen staan als ➤ NL 16BEDIENINGSELEMENTEN A B 4.10 4.2 4.5 4.11 4.3 4.4 AB4.7.1 A B 4.7.2 4.6 4.8 abcfed 4.11 4.1
NL 17 BEDIENINGSELEMENTEN volgt aangeven op de sticker: «CHOK»( indien voorzien)bij de start met een koude motor «LANGZAAM» laagste toerental van de motor «SNEL» hoogste toerental van de motor – De «CHOKE» stand ( indien voorzien, in plaats van de choke 4.2)veroorzaakt een verrijking van het mengsel en dient alleen te worden gebruikt bij de start met een koude motor, alléén voor zolang dit minimaal nodig is. – Tijdens het rijden dient er een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL» gekozen te wor- den. – Zet de gashendel tijdens het maaien in de «SNEL» stand. 4.4 C ONTACTSLOT Het contactslot heeft drie verschillende standen: «UIT» alles uit; «DRAAIEN» alle bedieningselementen worden in werking gesteld; «START» schakelt de startmotor aan. Zodra vanuit de «START» stand de sleutel losgelaten wordt, komt deze vanzelf weer in de «DRAAIEN» stand terug. 4.5 H ANDREM De handrem voorkomt dat de machine gaat rijden na het parkeren. De hendel heeft twee standen: «A» = Handrem uitgeschakeld «B» = Handrem ingeschakeld – Om de handrem in te schakelen dient het pedaal (4.21 of 4.31) volledig te worden inge- trapt en de hendel in stand «B» gezet te worden; als de voet van het pedaal gehaald wordt blijft het in deze lage stand staan. – De positie “Handrem ingeschakeld” wordt aangegeven door het controlelampje dat brandt (4.7.b). – Om de handrem weer uit te schakelen dient het pedaal (4.21 of 4.31) weer te worden ingetrapt, waarna de hendel automatisch terug komt in stand «A». ➤ ➤
4.6 VERLICHTINGSSCHAKELAAR Hiermee kunnen de koplampen worden aangezet als de sleutel (4.4) in de »DRAAIEN» stand staat. 4.7 H ENDEL OM DE MESSEN EN DE REM VAN DE MESSEN IN TE SCHAKELEN Modellen met een koppelingshendel De hendel (4.7.1) heeft twee standen die op de sticker staan aangegeven: «A» = Messenontkoppeld «B» = Messeningeschakeld – Als de messen ingeschakeld worden zonder dat de voorgeschreven veiligheidsom- standigheden in acht zijn genomen, slaat de motor af en kan niet meer worden aan- gezet (☛5.2). – De positie “Ingeschakelde messen” wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat brandt. – Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele seconden het draaien van de messen stopt. Modellen met een elektromagnetische koppeling De drukknop (4.7.2) schakelt de messen in door middel van electromagnetische wrij- ving: «A»Uitgetrokken = Messen uitgeschakeld «B»Getrokken = Messen ingeschakeld – Het inschakelen van de messen zonder het in acht nemen van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan van de motor die niet meer kan wor- den aangezet (☛5.2). – De positie “Ingeschakelde messen” wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat brandt. – Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele seconden het draaien van de messen stopt. 4.8 G RASHOOGTE REGELAAR Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7», die op de desbetreffende sticker staan aangegeven en overeenkomen met dezelfde aantal maaihoogtes tussen 3 en 9 cm. – Om van de ene naar de ander stand over te gaan dient er op de ontgrendelknop aan het einde van de hendel gedrukt te worden. ➤ ➤ NL 18BEDIENINGSELEMENTEN
NL 19 BEDIENINGSELEMENTEN 4.9 HENDEL VOOR HET KANTELEN VAN DE OPVANGZAK Modellen met manuele start Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de uittrekbare hendel uitgevoerd (4.9.1). Modellen met elektrische start Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de knop te drukken (4.9.2) tot de bedieningsmotor stilstaat. De opvangzak gaat terug naar de werkpositie met behulp van de knop (4.9.3) die ingedrukt wordt gehouden tot veerhaak vastklikt en de bedieningsmotor stilstaat. 4.10 C ONTROLELAMPJES EN GELUIDSSIGNALERINGSSYSTEEM Wanneer de sleutel in de stand «DRAAIEN» gedraaid wordt, lichten alle controlelamp- jes gedurende een halve seconde op (met een kort akoestisch signaal) om te duiden op de correcte werking. Daarna licht een controlelampje op om aan te geven: a)handrem ingeschakeld; b)afwezigheid van de opvangzak of de steenbeschermkap; c)messen ingeschakeld; d)bestuurder afwezig; e)versnelling in de “vrije” stand. f)continu= probleem bij het opladen van de accu (bij draaiende motor); knipperend vóór de start = de accu kan de motor niet starten en het is bijge- volg noodzakelijk contact op te nemen met een geautoriseerd Servicecen- trum. Het akoestisch signaal is: – ononderbroken:= tussenkomst van het beschermingssysteem van de elektroni- sche kaart; = motor langer dan 30 seconden uitgeschakeld met sleutel in stand «DRAAIEN» – onderbroken= zak vol. ➤ ➤4.9.1 4.9.2 4.9.3 abcdef