Home > AEG > Fridge freezer > AEG S 75267 Kg1 User Manual

AEG S 75267 Kg1 User Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual AEG S 75267 Kg1 User Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 513 AEG manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							51
    Klimaatklassevoor een omgevingstemperatuur van
    SN+10 tot +32 °C
    N+16 tot +32 °C
    ST+16 tot +38 °C
    T+16 tot +43 °C
    Opstellen
    Opstelplaats
    Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
    De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
    Het apparaat daarom
    – niet aan directe straling van de zon blootstellen;
    – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
    – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur over-
    eenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen.
    De klimaatklassees staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant
    van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgeving-
    stemperatuur bij welke klimaatklasse behoort:
    Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
    aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
    – tot elektrische fornuizen 3 cm;
    – tot olie- en kolenfornuizen 30 cm.
    Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isoleren-
    deplaat tussen fornuis en koelapparaat aan te bevelen.
    Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
    afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
    vormt aan de buitenkant van de apparaten.
     
    						
    							52
    Voor ingebruikname
     Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
    eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
    Elektrische aansluiting
    Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde
    contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden
    geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
    De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
    Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk
    is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
    apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings-
    schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed-
    te van minimaal 3 mm).
     Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of
    de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het
    lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
    Bijv.: AC  230 ... 240 V 50 Hz of
    230 ... 240 V~ 50 Hz
    (d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
    Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
     
    						
    							53
    Bedienings- en kontroleinrichting
    Wijnkoeler
    
     
    
    	
       
    A. netcontrole-indicatie (groen)
    B. toets ON/OFF van de koelkast
    C. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
    D. temperatuurindicatie 
    E. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
    Toetsen voor temperatuurinstelling
    De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „C“ en „E“. De toetsen staan
    in verbinding met de temperatuurindicatie.
     Door te drukken op één van de twee toetsen  „C“ of „E“ wordt de tempera-
    tuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie
    brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert)
    omgeschakeld. 
     Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE tem-
    peratuur 1 °C verder gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen 24 uur
    te worden bereikt.
    Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte
    tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
    GEWENSTE temperatuur betekent: 
    De temperatuur die in de koelruimte moet heersen. De GEWENSTE tempe-
    ratuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
    WERKELIJKE temperatuur betekent: 
    De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
    werkelijk in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met
    brandende cijfers aangegeven.
     
    						
    							54
    Temperatuurindicatie
    De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
     Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat moment
    in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur). 
     Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat moment inge-
    stelde koelruimte temperatuur aangegeven (GEWENSTE temperatuur). 
    In gebruik nemen - temperatuur instellen
    1. Stekker in stopcontact steken. 
    2. Als u knop (B) indrukt, kan het koelgedeelte afzonderlijk van het vriesge-
    deelte functioneren. Dit kan alleen als het apparaat aan staat Het groene
    lichtnetlampje gaat branden. 
    3. Druk op de toetsen „C“ of „E“. De temperatuurindicatie schakelt om en geeft
    knipperend de op dat moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
    4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen  „C“ en  „E“ instellen
    (zie hoofdstuk Toetsen voor temperatuurinstelling). De temperatuurindi-
    catie geeft direct de gewijzigde instelling aan. Met elke druk op de toets
    wordt de temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
    Uit voedingswetenschappelijk standpunt is +5 °C voor de koelruimte koud
    genoeg als bewaartemperatuur.
    5. Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer worden inge-
    drukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 seconden) om en
    geeft weer de WERKELIJKE temperatuur aan die op dat moment in de koel-
    ruimte heerst. 
    Aanwijzing:als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet
    direct als op dat ogenblik automatisch wordt ontdooid. Omdat de bewaar-
    temperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt, kunt u direct na het
    inschakelen levensmiddelen in de koelruimte leggen. 
    Wijnkoeler uitschakelen
    Als de drankopslag niet werkzaam is, dient de deur gesloten te zijn
    zodat de vriezer goed functioneert.
    In deze stand, functioneert de elektronische controle van het appa-
    raat automatisch en circuleert met interval lucht om nare luchtjes
    en vochtigheid te voorkomen.
     
    						
    							55
    Rangschikking van de wijn
    De temperatuur kan ingesteld worden tussen +12 en + 18°C. Dit vak is
    ideaal voor het bewaren en verfijnen van rode of witte wijnen voor lan-
    gere periodes.
    De temperaturen in dit vak zijn geschikt voor het bewaren van gerijp-
    te en volle wijnen.
    Leg de flessenzo neer dat de kurken niet uitdrogen.
    Bewaar de wijn in het donker. De deur van de koelkast is vervaardigd
    van dubbelverduisterings- en anti-UV-glas om de wijn te beschermen
    tegen licht, in het geval dat de koelkast in een goed verlichte ruimte
    staat.
    Ga zorgvuldig om met de flessenzodat de wijn niet geschud wordt.
    Let op de aanbevelingen en de adviezen die u bij aanschaf heeft
    gekregen of die vermeld zijn in de documentatie over de kwaliteit, de
    duurzaamheid en de optimale bewaartemperatuur van de wijn.
    Luchtcirculatie
    Bedek de platen niet met dekkend materiaal zoals papier, karton of
    plastic, aangezien dit de luchtcirculatie erdoor belemmert.
    Plaats geen flessen tegen de achterwand, aangezien dit de luchtcircu-
    latie belemmert.
    Normaal bedrijfsgeluid
    U kunt vage gorgel/borrelgeluiden horen wanneer het koelmiddel door
    de leidingen aan de achterkant, naar de verdamper of naar de vriezer
    wordt gepompt.
    Als de compressor aan staat, wordt het koelmiddel rondgepompt, en
    hoort u een suizend of pulserend geluid van de compressor.
     
    						
    							56
    Verwijderbare platen
    De platen kunnen tussen de geleiden
    geklemd worden; let op dat de kleinste pin-
    nen goed vastzitten in de bovenste geleide
    en de voorkant van de plaat rust op de
    voorste geleide.
    Pas de houten platen als volgt aan:
    De korte plaat kan geplaatst worden in de
    twee korte geleiden aan de bovenkant.
    De lange plaat kan geplaatst worden in de
    drie lange geleiden in het midden en
    geklemd worden tussen de laatste kleine
    geleide aan de onderkant en de plaatsteun.
    De plaatsteun dient geplaatst te worden op
    de onderkant van het compartement.
    Belangrijk:Alleen de lange platen kunnen
    in de plaatsteun geplaatst worden.
     
    						
    							57
    Bedienings- en kontroleinrichting
    Apparaat/Vriesruimte
    
     
    	
    
    
    
    
    	
    
    
    F. netcontrole-indicatie (groen)
    G. toets ON/OFF apparaat
    H. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
    I. temperatuurindicatie  van de diepvriezer
    J. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
    K. indicatie voor ingeschakelde FROSTMATIC-functie (geel)
    L. Toets  FROSTMATIC
    M. Alarmcontrolelampje
    N. Toets om het alarm uit te schakelen
    Toetsen voor temperatuurinstelling
    De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „H en „J“. De toetsen staan
    in verbinding met de temperatuurindicatie.
     Door te drukken op één van de twee toetsen  „H“ of „J“ wordt de tempera-
    tuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie
    brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert)
    omgeschakeld. 
     Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE tem-
    peratuur 1 °C verder gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen 24 uur
    te worden bereikt.
    Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte
    tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
    GEWENSTE temperatuur betekent: 
    De temperatuur die in de diepvriezer moet heersen. De GEWENSTE tempe-
    ratuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
    WERKELIJKE temperatuur betekent: 
    De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
    werkelijk in de diepvriezer heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met
    brandende cijfers aangegeven.
     
    						
    							58
    Temperatuurindicatie
    De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
     Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat moment
    in de diepvriezer heerst (WERKELIJKE temperatuur). 
     Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat moment inge-
    stelde diepvriezer temperatuur aangegeven (GEWENSTE temperatuur). 
    In gebruik nemen - temperatuur instellen
    1. Stekker in stopcontact steken. 
    2. Als u knop (G) indrukt, functioneert het apparaat in zijn geheel. Het groene
    lichtnetlampje gaat branden. Het alarmcontrolelampje (M) knippert zodra
    de ingestelde temperatuur bereikt worden. Het geluidsalarm wordt inge-
    schakeld.
    3. Druk op de toest “N” om het geluidsalarm uit te schakelen.
    4. Druk op de toetsen „H“ of „J“ .De temperatuurindicatie schakelt om en geeft
    knipperend de op dat moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
    5. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen  „H“ en „J“ instellen
    (zie hoofdstuk Toetsen voor temperatuurinstelling). De temperatuurindi-
    catie geeft direct de gewijzigde instelling aan. Met elke druk op de toets
    wordt de temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
    Uit voedingswetenschappelijk standpunt is -18 °C voor de diepvriezer koud
    genoeg als bewaartemperatuur.
    6. Het alarmcontrolelampje wordt uitgeschakeld zodra de ingestelde tempera-
    tuur bereikt worden. Druk op de alarmtoers om het geluidsalarm uit te
    schakelen.
    Koude-accu’s
    In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s.
    Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-
    accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
    De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
    ste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-
    accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
     
    						
    							59
    FROSTMATIC
    De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van verse levensmiddelen en
    beschermt tegelijkertijd de reeds ingevroren waren tegen ongewenste
    verwarming.
    1. Door te drukken op de FROSTMATIC toets wordt de FROSTMATIC-functie
    ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
    Als de FROSTMATIC-functie niet handmatig beëindigd wordt, schakelt de
    elektronica van het apparaat de FROSTMATIC-functie na 52 uur uit. Het gele
    lampje gaat uit.
    2. De FROSTMATIC toets te drukken kan de FROSTMATIC-functie te allen tijde
    handmatig beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
    Toets om het alarm uit te schakelen
    Een abnormale verhoging van de temperatuur in de diepvries (bijv. uitval-
    len van de elektriciteit) wordt aangeduid door het knipperen van het con-
    trolelampje (M) en door een geluidsignaal.
    Wanneer de normale omstandigheden hersteld worden, gaat het geluidsa-
    larm uit, terwijl het alarmcontrolelampje blijft knipperen.
    Door op alarmtoets (N) te drukken, verschijnt op de aanduiding (K) gedu-
    rende enkele seconden de hoogste temperatuur die in de diepvriezer ont-
    staan is.
    Apparaat uitschakelen
    Het Wijnkoelerkan afzonderlijk van het vriesgedeelte worden uitge-
    schakeld.
    Door het uitgaan van het vriesgedeelte, gaat ook het Wijnkoele
    ruit.
    Om de koelkast uit te zetten, drukt u de AAN/UIT toets (B) van de Wijnkoe-
    ler ca. 5 seconden in.Om uit te schakelen toets  AAN/UIT ca. 5 seconden
    ingedrukt houden. In de temperatuurindicatie begint een count down,
    daarbij wordt van 3 naar 1 teruggeteld. Bij bereiken van 1 schakelt de
    koelruimte uit. De temperatuurindicatie gaat uit.
    Aanwijzing:
    De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden, als de stekker uit
    het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen elektriciteit aanwezig
    is. Na aansluiting op het elektriciteitsnet start het apparaat weer op de stand
    waar het voor de stroomonderbreking op stond.
    Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
    1. Apparaat uitschakelen door toets ON/OFF in te drukken tot de indicatie uit-
    gaat (zie boven).
    2. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
     
    						
    							60
    Invriezen en diepgevroren bewaren
    In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
    middelen zelf invriezen.
    Attentie!
     Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
    ruimte –18 °C of lager te zijn.
     Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
    mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
    vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
    ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
    gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
    snel tot in de kern bevriezen.
     Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
    tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
     Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich besli-
    st aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
     Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
    den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
     Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
    de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
    bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
    stekers etc. in het vriesapparaat.
     Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
    de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
    nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
    zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
    vriesruimte gelegd worden.
     Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
    niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
    diepvriesproducten overgebracht wordt.
    Voorzichtig!Diepvriesartikelen niet
    met natte handen aanraken. De han-
    den kunnen daaraan vast vriezen. 3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk Reiniging
    en onderhoud).
    4. Daarna de deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen. 
     
    						
    All AEG manuals Comments (0)

    Related Manuals for AEG S 75267 Kg1 User Manual