Lawn Mower Stiga Park 4WD, Power French Version Manual

							31
NEDERLANDSNL
Het trekmechanisme mag worden belast met een 
verticale kracht van maximaal 100 N.
De duwkracht van getrokken accessoires op het 
trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N.
LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhan-
ger altijd contact op met uw verzekeringsmaat-
schappij.
LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden 
op de openbare weg.
11 STARTEN EN RIJDEN
De machine alleen gebruiken met geslo-
ten en vergrendelde kap. Anders be-
staat er een kans op brandwonden en 
kunt u bekneld raken.
11.1 Bijvullen met benzine
Gebruik altijd loodvrije benzine. Gebruik nooit 
brandstof voor tweetaktmotoren.
De tank heeft een inhoud  van 12 liter. Door de 
transparante tank is het brandstofniveau makkelijk 
af te lezen.
LET OP! Gewone loodvrije benzine is beperkt 
houdbaar en mag niet lange r dan 30 dagen worden 
bewaard.
U kunt ook milieuvriendelij ke benzine gebruiken, 
d.w.z. gealkyleerde  benzine. Dit type benzine heeft 
een samenstelling die mi nder schadelijk is voor 
mens en milieu. Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar 
brandstof altijd in een speciaal daar-
voor bestemde tank. 
Vul alleen buitenshuis benzine bij en 
rook niet tijdens het bijvullen. Vul de 
tank voordat u de motor start. Verwij-
der nooit de vuldop en vul de machine 
nooit met benzine wanneer de motor 
loopt of nog warm is.
Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. 
Laat een zekere ruimte (ten  minste de gehele vul-
buis plus 1-2 cm bovenin de tank) leeg, zodat de 
benzine, wanneer deze warm wordt, kan uitzetten 
zonder over te stromen. Zie afb. 13.
11.2 Controleer het oliepeil
Het carter is bij afleveri ng altijd gevuld met olie 
SAE 10W-30.
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor-
rect is. De machine moet op een vlakke onder-
grond staan.
Veeg de omgeving va n de peilstok schoon. 
Draai de oliepeilstok los en trek deze om-
hoog. Veeg de oliepeilstok af. 
Duw de oliepeilstok volledig naar beneden en 
schroef deze vast . 
Schroef de peilstok weer los en trek deze weer om-
hoog. Lees het oliepeil af.
Vul olie bij tot de FULL -streep als het oliepeil 
onder deze markering staat. Zie afb. 17.
Het oliepeil mag nooit boven de “FULL”-streep 
komen. Een te hoog oliepeil  kan de motor overver-
hitten. Als het oliepeil boven de “FULL”-streep 
komt, moet de olie worden  afgetapt tot het juiste 
niveau is bereikt.
11.3 Veiligheidscontrole
Controleer of de machine voldoet aan de onder-
staande veiligheidscontrole. 
De veiligheidscontrole moet voor ieder 
gebruik worden uitgevoerd.
Als een van de onderd elen niet door de 
test komt, moet u de machine niet ge-
bruiken! Breng de machine voor repa-
ratie naar een servicewerkplaats!
Gras maaien Maaidekken gebruiken:
95C, 95C El, 105C, 105C El, 110 
Combi Pro, 110 Combi Pro El, 
125 Combi, Pro, 125 Combi Pro 
El en met klepelmaaier.
Vegen Veegmachine of veegmachine 
met opvangbak gebruiken. Voor 
de eerste optie wordt het gebruik 
van een stofbeschermer aanbevo-
len.
Sneeuwruimen Sneeuwschui f of sneeuwfrees ge-
bruiken. Sneeuwkettingen zijn 
aanbevolen.
Gras en bladeren 
vegen Getrokken opvangbak 30 of 42 
gebruiken.
Gras- en bladtrans-
port Transportkar (Pro of Combi) 
gebruiken.
Zand strooien Zandstrooier gebruiken. Kan ook  voor het strooien van zout worden 
gebruikt. Gebruik van sneeuwket-
tingen wordt aanbevolen.
Onkruidbestrijding 
op grindpaden Een aan de voorzijde gemon-
teerde onkruidschoffel gebruiken.
Kanten van gazons 
snijden Kantensnijder gebruiken.
Ontmossen Verticuteermachine gebruiken. 
						

							32
NEDERLANDSNL
11.3.1 Algemene veiligheidscontrole
11.3.2 Elektrische veiligheidscontroleControleer voor elk gebruik of het be-
veiligingssysteem werkt.
11.4 Starten
1.  Open de benzinekraan. Zie 19.
2.  Controleer of the bougiekabel(s) op de bou-gie(s) is/zijn geplaatst.
3.  Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld  is. 
4.  Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal (9:F). 
5. Zet de gashendel op vol gas.  Starten van een koude mo tor - trek de choke-
hendel volledig uit. 
Starten van een warme motor – druk de choke-
hendel volledig in.
6.  Trap het koppelings-/re mpedaal (9:B) volledig 
in.
7.  Draai de contactsleutel om en start de motor. 8 Wanneer de motor is gestart, duwt u de choke-
hendel geleidelijk in als  u deze gebruikt hebt. 
9. Laat de machine na een koude start niet onmid- dellijk belast werken, m aar laat de motor eerst 
een paar minuten warmdraaien. Op die manier 
kan de olie eerst opwarmen. 
Bij gebruik van de machine altijd vol gas geven.
11.5 Bedieningstips
Controleer altijd of de juis te hoeveelheid olie in de 
motor zit. Dit is met name belangrijk bij het wer-
ken op hellingen. Zie 11.2. 
Wees voorzichtig bij  het rijden op hel-
lingen. Start of stop  niet plotseling wan-
neer u een helling op- of afrijdt. Rijd 
nooit dwars over een  helling. Rijd van 
boven naar beneden en van beneden 
naar boven. 
Deze machine mag op een helling van 
maximaal 10° rijden.
Verminder de snelheid op hellingen en 
bij scherpe bochten om controle over de 
machine te houden en het risico op kan-
telen te beperken.
Draai bij rijden in de hoogste versnel-
ling en bij vol gas het stuur niet volledig 
naar één kant. De machine kan dan 
kantelen.
Blijf met uw handen  uit de buurt van de 
middensturing en de zittinghouder. An-
ders kunt u bekneld raken! Rijd nooit 
met de machine als de motorkap open 
is.
11.6 Stoppen
Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem 
aan. 
Laat de motor 1-2 minuten stationair draaien. Zet 
de motor af door de contac tsleutel om te draaien.
Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als 
de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet 
worden.
Als u de machine zonder toezicht ach-
terlaat, moet u de bougiekabel(s) losma-
ken en de contactsleutel verwijderen.
Direct na gebruik kan de motor bijzon-
der heet zijn. Raak de demper, de cilin-
der of de koelribben niet aan. Dit kan 
ernstige brandwonden veroorzaken.
11.7 Reiniging
Om het gevaar op br and te verkleinen 
de motor, de demper, de accu en de 
brandstoftank vrijhouden van gras, 
bladeren en olie.
Onderdeel Resultaat
Brandstofslangen 
en aansluitingen.
Geen lekkages.
Elektrische kabels. Isolatie is intact. Geen mechanische schade.
Uitlaatsysteem. Geen lekkages bij aansluitin- gen.Alle schroeven zijn vastge-
draaid.
Olieleidingen Geen lekkages. Geen schade.
Rijd de machine 
voor- en achteruit 
en laat het pedaal 
van de bedrijfsrem 
omhoog komen. De machine stopt dan.
Testrit Geen abnormale trillingen.
Geen abnormale geluiden.
Status Handeling Resultaat
Het koppelings-/
rempedaal is niet 
ingetrapt.
De krachtafnemer is 
niet ingeschakeld. Probeer te starten. De motor 
start niet.
Het koppelings-/
rempedaal is inge-
trapt.
De krachtafnemer is 
ingeschakeld. De bestuurder gaat 
staan.
De motor 
start niet.
Lopende motor. De 
krachtafnemer is 
ingeschakeld. De bestuurder gaat 
staan.
De motor 
stopt dan.
Lopende motor. Verwijder zekering  10 A.
Zie afb. 18.De motor 
stopt dan. 
						

							33
NEDERLANDSNL
Om het gevaar op brand te verkleinen 
regelmatig controleren of er sprake is 
van olie- en/of brandstoflekkage. 
Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen 
gelden de volgende richtlijnen.
• Als u de machine met  een hogedrukreiniger rei-
nigt, richt de straal dan  niet rechtstreeks op de 
asborging, elektrische  onderdelen of hydrauli-
sche kleppen.
• Sproei nooit rechtstreeks water op de motor. 
• Reinig de motor met een borstel en/of perslucht.
• Reinig de luchtinlaat van de motor (17:W).
12 ONDERHOUD
12.1 Onderhoudsprogramma
Om de machine voortduren d in goede staat te hou-
den en zo de betrouwbaarheid te bevorderen, ook 
in verband met het milieu, moet het onderhouds-
programma van STIGA worden gevolgd.
De inhoud van dit programma  vindt u in het bijge-
voegde serviceboekje.
Basic service
 moet altijd door een erkende service-
werkplaats worden uitgevoerd.
Eerste onderhoud en Intermediate Service
 zou 
door een erkende servic ewerkplaats moeten wor-
den uitgevoerd, maar kan ook door de gebruiker 
worden gedaan. De inhoud van deze programmas 
staat in het serviceboekj e en de handelingen zijn 
beschreven onder“11” en hieronder.
Onderhoud dat door een  erkende servicewerk-
plaats wordt uitgevoerd geeft u de garantie dat uw 
machine professioneel wordt onderhouden met 
originele reserveonderdelen.
Na elke onderhoudsbeurt die  is uitgevoerd bij een 
erkende servicewerkplaats krijgt u een stempel in 
het onderhoudsboekje.  Een serviceboekje waarin 
ieder onderhoud wordt geregi streerd, is een waar-
devol document dat de tw eedehandswaarde van de 
machine verhoogt.
12.2 Voorbereiding
Alle service en onderhoud moet worden uitge-
voerd op een stilstaande machine waarvan de mo-
tor is uitgeschakeld.
Zorg dat de machine niet kan wegrol-
len. Gebruik daarom altijd de parkeer-
rem.
Zet de motor af.
Voorkom dat de motor onbedoeld start 
door de bougiekabel(s) los te maken van 
de bougie(s) en de contactsleutel te ver-
wijderen. 
12.3 Bandenspanning
Pas de bandenspanning op de volgende manier 
aan:
Voorzijde: 0,6 bar (9 psi). 
Achter: 0,4 bar (6 psi). 
12.4 Motorolie, filter vervangen
Dit gedeelte bevat tabell en met de verschillende 
motoren die gebruikt wo rden in de STIGA Pro-
reeks. Markeer de gegeve ns die voor uw machine/
motor van toepassing zijn.
12.4.1 Vervangingsintervals
In de tabel hieronder staan  het aantal bedrijfsuren 
en maanden aangegeven. Voer de betreffende han-
deling uit op het moment dat zich het eerst voor-
doet.
Ververs de olie regelmat iger als de machine onder 
extreme condities of bi j hoge omgevingstempera-
turen wordt gebruikt.
12.4.2 Motorolie
Gebruik olie volgens de onderstaande tabel.
Gebruik olie zond er toevoegingen.
Vul niet te veel olie bij.  Dit kan tot oververhitting 
van de motor leiden. 
Ververs de olie wanneer de motor warm is.
Direct na het stoppen van de machine 
kan de motorolie erg heet zijn. Laat de 
motor daarom een paar minuten afkoe-
len voordat u de olie aftapt.
1.  Zet de klem op de  afvoerslang. Gebruik een 
slangenklem of iets ve rgelijkbaars. Zie afb. 
20:Y.
2.  Verplaats de klem 3 tot 4 cm op de afvoerslang  en trek de bougie los.
3. Vang de olie op in een vat. LET OP! Knoei geen olie op de aandrijfrie-
men.
4. Volg de lokale voorschriften voor het afvoeren  van afgewerkte olie op.
5. Breng de olieaftapplug w eer aan en verplaats de 
klem zodat deze zich boven de plug bevindt.
6. Kijk eerst hieronder als  het oliefilter moet wor-
den vervangen, zie 12.4.3.
1e keer Vervolgens 
met tussen-pozen van 
Bedrijfsuren/maanden
Olie verversen 5 uur50 uur/
12 maanden
Filter vervangen. - 100 uur
Olie SAE 10W-30
Serviceklasse SJ of hoger 
						

							34
NEDERLANDSNL
7.  Verwijder de oliepeilstok en vul de machine met nieuwe olie.
Hoeveelheid olie:
8. Na het bijvullen  van olie start u de motor en laat 
u deze 30 seconden st ationair draaien. 
9. Controleer of er een olielek is.
10.Zet de motor af. Wacht 30 seconden en contro- leer dan of het oliepeil overeenkomt met 11.2.
12.4.3 Oliefilter
Tap eerst de motorolie af en  installeer de olieaftap-
plug zoals hierboven beschreven. Vervang vervol-
gens het oliefilter op de volgende wijze:
1. Maak rond het filter schoon en demonteer het  filter.
2. Bevochtig de pakking va n het nieuwe filter met 
olie.
3. Installeer het filter. Schroef het filter eerst zo  ver vast dat de pakking de motor raakt. Draai 
het filter dan nog 1/2 tot 3/4 slag verder.
4. Ga verder met punt 7 onder 12.4.2 hierboven.
12.5 Benzinefilter
Vervang het benzinefilte r elk seizoen. Zie afb. 
20:Z.
Controleer of er geen be nzinelekkages zijn nadat 
het nieuwe filter is geïnstalleerd.
12.6 Transmissie, oliefilter
De olie in de hydrauli sche krachtoverbrenging 
moeten regelmatig word en gecontroleerd/aange-
past of vervangen zoals aangegeven in onder-
staande tabel.
Type olie: Synthetische olie 5W-50.
Hoeveelheid olie bij verv ersen: ongeveer 3,5 liter.
12.6.1 Controle - aanpassen
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir. Zie afb.  21:P. Het oliepeil moet tot de lijn komen. 
3. Vul indien nodig olie bij. 12.6.2 Aftappen
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten op 
verschillende snelheden  lopen om de transmis-
sieolie op te warmen.
2. Plaats de machine volledig horizontaal.
3. Demonteer beide ontkoppe lingshefbomen zoals 
aangegeven in afb. 11:A, B.
4. Plaats één opvangbak onder  de achteras en één 
onder de vooras.
5. Open het oliereservoir  door de kap te verwijder-
en. 
Gebruik uitsluitend een 3/8” dopsleutel 
voor de olieaftapplug. Het gebruik van 
ander gereedschap beschadigt de plug.
6. Verwijder de olieaftapplug van de achteras.  Reinig de opening en ge bruik een 3/8” dopsleu-
tel. Zie afbeelding 22.
7. Verwijder 2 aftapplugge n uit de vooras. Ge-
bruik hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de olie 
uit de vooras en de le idingen lopen. Zie afb. 24.
8. Controleer of de pakkingen op de 4 aftapplug- gen van de vooras intact  zijn. Zie afb. 23. Plaats 
de pluggen terug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
De olieaftapplug wordt beschadigd als 
hij vaster dan 5 Nm  wordt aangedraaid. 
9.  Controleer of de pakking op de olieaftapplug  van de achteras intact is. Zie afb. 22:V. Plaats 
het in de achteras. Draai  de olieaftapplug aan tot 
5 Nm.
10.Trek de olie uit het onderste deel van het reser- voir met behulp van een  olieafscheider. Zie afb. 
23.
11.Voer de olie volgens lokale voorschriften af.
12.6.3 Vullen
De motor mag nooit draaien als de 
achterste koppelingshendel naar bin-
nen is geduwd en de voorste koppeling-
shendel uitgetrokken is. Dit beschadigt 
de asborging.
1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
Als de motor binnen moet draaien, di-
ent u ervoor te zorgen dat uitlaatgassen 
kunnen worden afgevoerd.
2. Controleer of de koppelingshendel van de  achteras uitgetrokken is.
3. Start de motor. Als de motor is gestart, schuift  de koppelingshendel van de vooras automatisch 
naar binnen.
4. Trek de koppelingshendel van de vooras naar  buiten.
LET OP! De olie wordt zeer snel het systeem 
ingezogen. Zorg dat het reservoir altijd vol 
is. Zorg dat er geen lucht wordt ingezogen.
Hoeveelheid olie (ongeveer)
Filter niet ver- vangen Filter vervan-
gen
1,6 liter 1,7 liter
Actie 1e keer Vervol-
gens met 
tussen-
pozen van 
Werkuren
Niveau controleren - aanpas-
sen.  -50
Olie verversen. 5 200 
						

							35
NEDERLANDSNL
5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door het te blokkeren met een houten  wig. Zie afb. 25. Vul 
het oliereservoir handmatig met nieuwe olie.
6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit  draaien.
7. Verwijder de houten wig en zet het gaspedaal in  de stand achteruit. Ga door met het bijvullen 
van de olie.
8. Laat de motor een minuut in de stand achteruit  draaien.
9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals hi- erboven is aangegeven, en ga door met het bij-
vullen van de olie tot het borrelen in het 
reservoir stopt.
10.Zet de motor uit, plaats het kapje van het ol- iereservoir en sluit de motorkap.
11.Maak een proefritje van enkele minuten en pas  zonodig het olieniveau aan.
12.7 Riemtransmissies
Controleer na 5 werkuren of alle riemen intact en 
onbeschadigd zijn.
12.8 Besturing
De besturing moet na 5  werkuren worden gecon-
troleerd/afgesteld en ver volgens na elke 100 werk-
uren.
12.8.1 Controles
Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen 
speling in de stuurkettingen zitten.
12.8.2 Afstelling
Stel indien nodig de st uurkettingen als volgt af:
1. Zet de machine in de recht vooruit-stand.
2. Stel de stuurkettingen af met de twee moeren  onder het middelpunt. Zie afb. 27.
3. Draai beide moeren evenv eel tot er geen speling 
meer is.
4. Rijd de machine recht v ooruit en controleer of 
het stuur recht staat.
5. Als het stuur verdraai d staat, maakt u de ene 
moer losser en de andere vaster.
Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daardoor 
wordt het sturen zwaarder en  neemt de slijtage van 
de kabels toe.
12.9 Accu
Zie “8.4”.
12.10Luchtfilter, motor
Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25 
werkuren worden gereinigd/vervangen.
Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren 
worden gereinigd/vervangen. LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien 
de machine in stoffige 
omstandigheden moet wer-
ken.
Verwijder/installeer de  luchtfilters als volgt:
1.  Maak voorzichtig schoon rond de luchtfilter- kap.
2. Demonteer de luchtfilterkap (26:A) door de  twee klemmen te  verwijderen. 
3.  Demonteer het filter (26:B). Het voorfilter  wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor 
dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de be-
huizing van het luchtfilter schoon.
4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes  mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien 
het filter erg vuil is, moet het worden vervan-
gen.
5. Reinig het voorfilter. Indi en het filter erg vuil is, 
moet het worden vervangen.
6. Monteer alles weer in  omgekeerde volgorde.
Bij het schoonmaken van de  behuizing van het pa-
pierfilter mogen geen perslucht of oplosmiddelen 
op basis van petroleum worden gebruikt. Hierdoor 
raakt het filter beschadigd.
12.11Bougie
De bougie(s) moet(en) na elke 2000 werkuren 
worden vervangen (=bij elke tweede basic ser-
vice).
Gebruik de meegeleverde bougie. 
Maak schoon rond de beve stiging van de bougie 
voordat u deze losmaakt.
Bougie
: 
Champion RC12YC of gelijkwaardig.
12.12Luchtinlaat
Zie 17:W. De motor is lu chtgekoeld. Door een ver-
stopt koelsysteem kan de motor beschadigd raken. 
Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 
werkuren. Het koelsysteem  wordt bij elke basic 
service nauwkeurig gereinigd.
12.13Smeren
Alle smeerpunten in onders taande tabel moeten na 
elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ge-
smeerd.
Onderdeel Actie Afb.
Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een  smeerpistool met universeel vet. 
Pomp tot het vet eruit komt. 28 
						

							36
NEDERLANDSNL
12.14Zekeringen
Als een van de onderstaande problemen optreedt, 
moet u de betreffende zekering vervangen. Zie afb. 
18.
13 OCTROOI - ONTWERPREGI-
STRATIE
Deze machine of onderdelen van deze machine 
valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwerp-
registratie:
SE9901091-0, SE9901730-3, SE9401745-6, 
US595 7497, FR772384, DE69520215.4, 
GB772384, SE0301072-5, SE04/000239 (PCT), 
SE0401554-1.
GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf-
gaande aankondiging wijzigingen in het product 
aan te brengen. 
Stuurkettin-
gen
Reinig de kettingen met een 
staalborstel.
Smeer de kettingen met univer-
sele kettingspray. -
Spannings-
armen Smeer de lagerpunten met een 
oliehouder terwijl alle regelaars 
zijn geactiveerd. 
Dit werkt het beste met twee per-
sonen. 29
Bedienings-
kabels Smeer de uiteinden van de kabels 
met een oliehouder terwijl alle 
regelaars zijn geactiveerd. 
Dit moet worden gedaan door 
twee personen. 30
Probleem Zekering
De motor start niet of slaat meteen 
weer af. De accu is opgeladen. 10 A
De zandstrooier en elektrische maai-
hoogte-instelling werken niet. 20 A
Geen enkele elektrische functie 
werkt. De accu is opgeladen. 30 A 
						

							37
ČEŠTINACS
1 OBECN
Ě
Tento symbol znamená VÝSTRAHU. 
Nedodržení pokyn ů m ůže vést k 
vážnému zran ění osob nebo k 
poškození majetku.
Než spustíte stroj, př ečtě te si pozorn ě 
tento návod k použití a p řiložený leták 
„BEZPE ČNOSTNÍ POKYNY“.
1.1 Symboly
Na stroji jsou umíst ěny následující symboly. 
Informují vás, kdy je p ři jeho používání a údržb ě 
t ř eba dbát zvýšené opatrnosti.
Symboly mají následující význam:
Výstraha!
Před použitím za řízení si p ře čtě te návod k 
obsluze a bezpe čnostní pokyny.
Výstraha!
Dávejte pozor na odhozené p ředm ěty. 
Pracujte v dostate čné vzdálenosti od 
př ihlížejících lidí.
Výstraha!
Vždy používejte ochranná sluchátka.
Výstraha!
Tento stroj není ur čen k jízd ě po ve řejných 
komunikacích.
Výstraha!
Stroj vybavený jakýmkoliv originálním 
př íslušenstvím nesmí pojížd ět v žádném 
sm ěru po svahu se sklonem v ětším než 10 
°.
Výstraha!
Nebezpe čí vážných poran ění. Ruce a nohy 
m ějte v dostate čné vzdálenosti od kloubu 
hř ídele  řízení.
Výstraha!
Nebezpe čí popálení. Nedotýkejte se 
tlumi če výfuku a katalyzátoru. 
1.2 Odkazy
1.2.1 Obrázky
Obrázky v tomto návodu k použití jsou  číslovány 
1, 2, 3 atd.
Sou části zobrazené na obrázcích jsou ozna čovány 
A, B, C atd.
Odkaz na sou část C na obrázku 2 je uveden jako 
„2:C“.
1.2.2 Nadpisy
Nadpisy v tomto návodu k použití jsou  číslovány 
podle následujícího p říkladu:
„1.3.1 Všeobecná kontrola bezpe čnosti“ je dílč í 
nadpis pod „1.3 Kontrola bezpe čnosti“ a je uveden 
pod tímto nadpisem. P
ři odkazování na nadpisy se normálně  uvádí 
pouze  číslo nadpisu, např . „Viz 1.3.1“.
2 BEZPEČNOSTNÍ POKYNY
2.1 OBECN Ě
•Pročtě te si, prosím, pe člivě  tyto pokyny. 
Seznamte se se všemi ovládacími prvky a 
nau čte se správně  používat zařízení.
•P řed použitím stroje  musí všichni řidi či požádat 
o praktický výcvik jeho ovládání a absolvovat 
jej. Zvláštní d ůraz je třeba klást na následující 
skute čnosti:
a. Obsluha zahradních traktorů vyžaduje 
pozornost a soust řed ění.
b. Na svazích nelze zahradní traktor ovládat 
brzd ěním, jelikož klouže. Hlavními d ůvody 
ztráty kontroly nad traktorem jsou nedostate čný 
záb ěr, nadm ěrná rychlost, nedostateč né 
brzd ění, užívání stroje k nevhodnému ú čelu, 
nedostate čná pozornost v ěnovaná povrchu 
nebo nesprávné používání vle čného vozu. 
• Nikdy nenechávejte stroj obsluhovat d ěti ani 
jiné osoby, které nejsou d ůkladně seznámeny s 
t ě mito pokyny. Místní p ředpisy mohou pro 
obsluhu vyžadovat v ěková omezení.
• Nikdy stroj nepoužívejte, pokud jsou v jeho  blízkosti jiné osoby, zejména d ěti nebo zví řata.
• Nezapomeňte, že obsluha odpovídá za poraně ní 
osob č i poškození majetku zp ůsobené 
provozem stroje.
•

Nedovolte d ětem ani jiným osobám, aby s vámi 
na zahradním traktoru pojížd ěly. Mohly by 
spadnout a vážn ě se zranit nebo bránit jeho 
bezpe čnému ř ízení.
• Nepoužívejte stroj, pokud jste pod vlivem  alkoholu, drog nebo lék ů. Nepoužívejte jej ani 
tehdy, jste-li unaveni nebo se necítíte dob ře.
2.2 P ŘÍPRAVA
•P ři obsluze stroje noste pevné boty a dlouhé 
kalhoty. Ne řiď te naboso nebo v sandálech.
•P ři obsluze stroje používejte vhodné obleč ení. 
Nenoste volné, visící oble čení, šperky, šátky, 
vázanky apod., které by se mohly zachytit do 
rotujících  částí stroje. Dlouhé vlasy si svažte.
•Pe člivě  si prohlédn ěte místo, kde se chystáte 
sekat trávu nebo odklízet sníh. Odstra ňte 
veškeré kameny, klacky, dráty a jiné cizí 
př edm ěty, které by mohl stroj odmrštit.
• Výstraha – benzín je vysoce ho řlavá látka.
a. Palivo vždy skladujte ve zvláštních 
nádobách, které jsou k tomuto ú čelu speciáln ě 
ur čeny. 
						

							38
ČEŠTINA
CS
b. Palivo nalévejte nebo dopl
ňujte pouze venku 
a p ři této práci nikdy neku řte.
c. Palivo nalévejte d říve, než spustíte motor. 
Neodstra ňujte víko nádrže ani nedolévejte 
palivo , pokud je motor v chodu nebo je teplý.
d. Jestliže dojde k roz lití paliva, nepokoušejte 
se nastartovat motor, ale p řesu ňte stroj dál od 
místa, kde došlo k rozl ití, a dokud se benzín 
nevypa ří, dbejte, aby nedocházelo k žádnému 
jisk ření.
e. Po doplně ní paliva nezapome ňte nádrž i 
kanystr uzav řít víkem.
• Vadné tlumi če vym ěňujte.
•P řed použitím stroje vždy zkontrolujte, zda 
nejsou nože  či upínací za řízení opotř ebené nebo 
poškozené. Opot řebené nebo poškozené díly 
vym ěňujte vždy v sad ě, aby bylo zachováno 
správné vyvážení.
• V akumulátoru (u strojů s elektrickým  startérem) vznikají výbušné plyny. S otev řeným 
ohně m, cigaretami a zdroji jisk ření udržujte 
bezpe čnou vzdálenost. P ři nabíjení 
akumulátoru zajist ěte dostate čné vě trání.
• Akumulátor obsahuje toxické materiály.  Nepoškoď te pouzdro akumulát oru. Dojde-li k 
jeho poškození, nedotýkejte se nápln ě 
akumulátoru.
• Staré a vadné akumulátory nevyhazujte  spole čně  s komunálním odpadem. O vhodném 
uložení tohoto odpadu se in formujte u místních 
úř ad ů.
•

Akumulátor nezkratujte. P ři zkratu dochází k 
jisk ření, které by mohlo zp ůsobit vznícení.
2.3 OBSLUHA
• Nastartujte motor podle pokyn ů v uživatelské 
př íru čce. St ůjte v bezpe čné vzdálenosti od 
nož ů.
• Nespoušt ějte motor v malých uzav řených 
prostorech, kde m ůže docházet k hromad ění 
nebezpeč ného oxidu uhelnatého.
• Stroj používejte pouze za denního sv ětla nebo 
na místech s dostateč ným osvětlením.
• Vždy používejte ochranné klapky na uši.
• Dávejte pozor, blížíte-li se k p řekážkám, které 
vám zakrývají výhled.
•D ěti musí být vždy v bezpe čné vzdálenosti od 
pracovní oblasti stroje. Dohledem nad d ětmi 
pověř te další dosp ělou osobu.
•P ři couvání bu ďte opatrní. P řed couváním i 
bě hem n ěj se dívejte za sebe a kontrolujte, zda 
za vámi nejsou žádné p řekážky. Dávejte pozor 
na malé d ěti.
•P řed spušt ěním motoru vypn ěte nože a odpojte 
jejich pohon. • Nikdy nedávejte ruce nebo nohy pod otá
čející 
se sou části ani do jejich bl ízkosti. Dávejte pozor 
na nože.  Nest ůjte přímo př ed otvorem pro 
výstup trávy.
• Stroj nepoužívejte  na mokrém trávníku.
• Na svažitém terénu sekejte opatrn ě. P ři pohybu 
do kopce nebo z kopce se prudce nerozjížd ějte 
ani nezas
 tavujte.
• Pedál spojky poušt ějte pomalu. Pohybujte se 
vždy se za řazenou rychlostí; nikdy nevy řazujte 
př i jízdě  z kopce.
• Nikdy nesekejte šikmo svahem. Na svahu se  pohybujte shora dol ů a zdola nahoru.
•P ři spouště ní pohonu nož ů zařa ď te pomalou 
rychlost, zejména  ve vysoké trávě. Na svahu a v 
ostrých zatá čkách snižte rychlost, aby nedošlo k 
př evrácení stroje nebo abyste neztratili nad 
strojem kontrolu.
• Dávejte pozor na výmoly a ostatní skrytá  nebezpeč í.
•Nejezd ěte p říliš blízko p říkop ů nebo vysokých 
bř eh ů.   P ři p řejížd ění po vyvýšeném bř ehu 
m ůže dojít k p řevrácení stroje nebo ke 
zhroucení b řehu.
•P ři vle čení nebo užívání t ěžkých za řízení bu ďte 
opatrní.
a. Užívejte pouze schválené vle čné za řízení.
b. Omezte hmotnost nákladu, aby jej bylo 
možno bezpe čně  ovládat.
c. Nezatá čejte prudce. P ři couvání bu ďte
  
opatrní.
d. Pokud je to doporu čeno v návodu k obsluze, 
používejte závaží p ředních kol.
•P ři p řejíždě ní silnic nebo v jejich blízkosti 
dávejte pozor na provoz.
• Pokud př i sekání přejíždíte i p řes jiný povrch 
než je tráva, vypínejte nože.
•P ři použití jakéhokoliv p říslušenství nesmí jeho 
výstup sm ěřovat k osobám stojícím vedle 
stroje. Je-li stroj v pohybu, nesmí v jeho 
blízkosti nikdo stát.
• Stroj nikdy nepoužívejte bez dostate čné 
ochrany nebo s odm ontovanými ochrannými 
prvky.
• Stávající ochranné prvky nesmí být  odmontovány ani odpojeny. P řed každým 
použitím stroje zkontrolujte funkci ochranných 
prvk ů.
•Nem ěňte nastavení regulátoru motoru a 
nevytá čejte jej do vysokých otá ček. B ěží-li 
motor ve vysokých otá čkách, zvyšuje se 
nebezpeč í zranění osob.
• Nedotýkejte se sou částí motoru, které se za 
chodu zahř ívají. Hrozí vám nebezpeč í popálení. 
						

							39
ČEŠTINACS
• Než opustíte sedadlo 
řidi če, vždy nejprve:
a. odpojte nahán ěcí h řídel a spusť te 
př íslušenství k zemi,
b. za řa ď te neutrál a aktivu jte parkovací brzdu,
c. zastavte motor a vytáhn ěte klí ček ze 
zapalování.
• Používejte pouze p říslušenství schválené 
výrobcem stroje.
• Stroj se nesmí používat bez p říslušenství  či 
nástroj ů nainstalovaných v  montážních bodech. 
Pojížd ění bez p říslušenství m ůže negativně 
ovlivnit stabilitu stroje.
• Dávejte pozor p ři použití sb ěra če trávy a jiného 
př íslušenství. Toto př íslušenství může změnit 
stabilitu stroje zejmén v zatá čkách.
•P řed provedením t ěchto operací vždy odpojte 
pohon př íslušenství, vypně te motor a odpojte 
kabel sví čky nebo vyjm ěte klí ček ze 
zapalování:
a. odstra ňování klack ů a jiných cizích p ředm ětů 
nebo uvol ňování ucpaného výstupu,
b. kontrola,  čišt ění nebo údržba stroje,
c. kontrola možného poš kození stroje po kolizi 
s

 cizím p ředm ětem, kterou je nutno provést 
př ed jeho op ětovným spušt ěním,
d. kontrola stroje p ři vzniku nadm ěrného chvě ní 
(tuto kontrolu provád ějte okamžit ě).
• Pohon př íslušenství je nutno vypínat př i 
př epravě  stroje nebo tehdy, kdy se stroj 
nepoužívá.
• Vypínejte motor a odpojujte pohon  příslušenství:
a. př ed dopl ňováním paliva,
b. př ed sejmutím sb ěra če trávy,
c. př ed nastavováním výšky, pokud to nelze 
provést z místa obsluhy.
•P řed zastavením motoru snižte rychlost. Je-li 
motor vybaven uzavíracím ventilem p řívodu 
paliva, po skonč ení práce je uzav řete.
• U vícenožových sekacích plošin je nutná  opatrnost, jelikož př i roztočení jednoho nože se 
mohou za čít otáč et i ostatní. 
• Stroj vybavený jakýmkoliv originálním  příslušenstvím nesmí v žádném sm ěru pojížd ět 
po svazích se sklonem v ětším než 10°. 
• Originální nože sekací plošiny nesmí být  nahrazeny neoriginálními nástroji ur čenými 
nap říklad k vytrhávání mechu. P ři použití 
takových nástroj ů záruka ztrácí platnost . 
Zároveň vzniká nebezpe čí vážného poran ění 
osob nebo poškození majetku. 
•B

u ď te opatrní p ři vykládání  či nakládání stroje 
na př ívěs nebo nákladní v ůz.
2.4 ÚDRŽBA A USKLADN ĚNÍ
•Utáhn ěte všechny šrouby a matice, aby byl stroj 
v bezpeč ném provozním stavu.
•Pravideln ě kontrolujte, zda jsou  řádn ě utaženy 
šrouby nož ů sekací plošiny. 
•Pravideln ě kontrolujte funkci brzd. Je d ůležité 
provád ět údržbu a v p řípad ě pot řeby i opravu 
brzd. 
• Stroj, v jehož nádrži je palivo, neskladujte v  budovách, kde se mohou benzínové výpary 
dostat do styku s otevř eným ohněm nebo 
jiskrami.
• Nezáruka stroj ulozáruka íte, nechejte motor 
vychladnout.
• V zájmu snížení nebezpe čí vzniku požáru 
odstra ňte z motoru, tlumi če výfuku, 
akumulátoru a z palivové nádrže trávu, listí a 
př ebyte čný olej.
• Často kontrolujte, zda u sb ěra če trávy nedošlo k 
jakémukoliv opot řebení nebo poškození.
• V zájmu bezpe čnosti vym ěňte opotřebené nebo 
poškození díly.
• Používejte pouze originální  náhradní díly. Jiné 
než originální náhradní díly mohou 
př edstavovat nebezpe čí zran ění i když se ke 
stroji hodí.
•Vym ěňte poškozené výstražné a instruk ční 
nálepky.
• Jestliže neexistuje žádný mechanický uzáv ěr 
pro př epravní pozici stroje, p ři jeho 
zaparkování, skladování nebo ponechání bez 
dozoru je nutno spustit jeho  řezací plošinu k 
zemi. 
•

Pokud je nutno vyprázdnit palivovou nádrž, 
musí se to provést pouze venku.
• Stroj ukládejte mimo dosah d ětí.
• Akumulátor obsahuje kyselinu. V p řípad ě 
mechanického poškození nebo př ebití může 
kyselina vytéci. 
• Nikdy nepř ebíjejte akumulátor. P řebití m ůže 
zp ůsobit výbuch baterie, p ři kterém se kyselina 
rozst říkne do všech stran.
• Pokud se kyselina dostane do kontaktu s oč ima 
nebo kůží, m ůže způsobit vážná zran ění. Pokud 
se jakákoliv  část t ěla dostane do kontaktu s 
kyselinou, okamžit ě ji omyjte spoustou vody a 
co nejd říve vyhledejte léka řskou pomoc.
• Vdechování výpar ů kyseliny může způsobit 
poškození sliznic a dalších vnit řních orgánů. V 
př ípad ě vdechnutí výpar ů kyseliny vyhledejte 
léka řskou pomoc. 
						

							40
ČEŠTINA
CS
• Kyselina vážn
ě poškozuje nástroje, od ěvy a 
další materiály. Rozlitou kyselinu okamžit ě 
opláchně te vodou.
• Nezkratujte vývody akumulátoru. P ři zkratu 
dochází k jisk ření, které by mohlo zp ůsobit 
vznícení. Nenoste kovové ozdoby, které by se 
mohly dotknout vývod ů akumulátoru.
• Pokud dojde k poškození krytu akumulátoru,  jeho víka  či vývod ů nebo k interferenci s 
páskem pokrývajícím ventily, je nutno 
akumulátor vym ěnit.
3 USKLADN ĚNÍ
Vyprázdn ěte palivovou nádrž. Nastartujte motor a 
nechte jej b ěžet, dokud se sám nezastaví.
Dokud je motor teplý, vym ěňte olej. 
Odšroubujte zapalovací sví čku a do válce nalijte 
polévkovou lžíci oleje. Motor n ěkolikrát proto čte, 
aby se olej rozprost řel po celém válci. Našroubujte 
zapalovací sví čku. 
Celý stroj vy čistě te. Zvlášť  důležité je d ůkladně 
vyč istit spodní stranu sekací plošiny. Oprýskaná 
místa nat řete barvou, abyste zabránili korozi.
Stroj uskladn ěte na suchém míst ě pod st řechou.
Stroj s elektrickým startérem:
Vy j m ěte akumulátor. D ůkladně jej nabijte a 
uskladně te na chladném míst ě (0 až +15 °C). 
P ři správné skladovací teplot ě je t řeba akumulátor 
dobíjet jednou za  čty ři m ěsíce.
Kyselina v akumulátoru je vysoce 
agresivní a m ůže zp ůsobit poran ění 
k ůže a poškodit od ěv. Vždy si chra ňte 
ruce gumovými rukavicemi a o či 
ochrannými brýlemi. Nevdechujte 
kyselinové výpary.
Akumulátor p říliš nenaklán ějte, jelikož 
ba vám kyselina mohla vytéci na ruce 
nebo od ěv
. Pokud se tak stane, 
opláchn ěte je velkým množstvím vody.
4 SERVIS
Opravy a záru ční servis provádě jí autorizované 
servisní dílny. Tyto dílny používají originální 
náhradní díly.
Náhradní díly a p říslušenství GGP jsou 
zkonstruovány speciáln ě pro stroje GGP. Mě jte 
na pam ěti, že ”neoriginální” náhradní díly a 
p říslušenství nejsou prověř eny ani schváleny 
společ ností GGP. 
Užívání takových díl ů a p říslušenství 
m ůže negativn ě ovlivnit funkce a 
bezpe čnost stroje. Spole čnost GGP 
neodpovídá za škody  či zran ění 
zp ůsobené takovými produkty. Originální náhradní díly 
dodávají servisní dílny a 
ř ada prodejc ů.
Doporu čujeme, abyste jednou za rok nechali v 
autorizované dílně  provést servis, údržbu a 
kontrolu bezpe čnostních prvk ů stroje.
5 IDENTITA PRODUKTU
Identitu produktu ur čují tyto dva prvky:
1. Kusové a sériové  číslo stroje:
2. Modelové, typové a sériové  číslo motoru:
Tyto identifikač ní prvky používejte p ři 
komunikaci se servisními dílnami a p ři nákupu 
náhradních díl ů.
Co možná nejd říve po zakoupení stroje zapište 
výše uvedená  čísla na poslední stránku této 
př íru čky. 
6 ŽIVOTNÍ PROST ŘEDÍ
Z d ůvodu ochrany životního prost ředí 
doporu čujeme, abyste následujícím bod ům 
vě novali zvláštní pozornost:
• Vždy používejte alkylátový benzín  (“Ekologický benzín”).
• Abyste zabránili vylití paliva p ři pln ění nádrže 
, vždy používejte ná levku nebo kanystr s 
ochranou proti p řelití. 
•Nepl ňte palivovou nádrž až po okraj. 
•Nepl ňte stroj p říliš velkým množstvím 
motorového nebo př evodového oleje 
(informace o správném množství naleznete v 
návodu k obsluze). 
•P ři vým ěně  oleje použitý olej shromaž ďujte. 
Nevylévejte jej. Vyjetý olej odevzdejte v 
recykla ční sb ěrn ě. 
• Použité olejové filtry nevyhazujte spole čně  s 
ostatním odpadem. Odevzdejte je v recykla ční 
sb ěrn ě. 
• Použité olov ěné akumulátory nevyhazujte 
spole čně  s ostatním odpadem. Odevzdejte je do 
sb ěrny akumulátor ů, kde budou recyklovány.