Indesit Pwe 81472 S Instructions For Use
Have a look at the manual Indesit Pwe 81472 S Instructions For Use online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 260 Indesit manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
![](/img/blank.gif)
41 NLDisplay B C A Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de centrifugesnelheid en van de temperatuur die de wasautomaat kan uitvoeren bij het geselecteerde programma of voor de laatstgekozen waarden indien deze voor het gekozen programma kunnen worden gebruikt. Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma en het gekozen -niveau. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool “wateruurwerk” aan en wordt de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve resterende tijd weer uit. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”: Wassen Spoelen Centrifugeren Waterafvoer In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Uitgestelde start” aangegeven. De streepjes “temperatuur” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan wor den. De streepjes “centrifuge” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden. Indien het symbool “UITGESTELDE START” verlicht is, geeft dit aan dat op de display de waarde van de ingestelde “Uitgestelde start” wordt weergegeven.
![](/img/blank.gif)
42 NL Het uitvoeren van een wascyclus 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets ; het controlelampje START/PAUSE wordt blauw en gaat langzaam knipperen 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Een uitgestelde start instellen Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. De kenmerken van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit. ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. N.B.: als de -optie ingesteld is, kunnen andere niet compatibele opties niet geactiveerd worden. ! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een blauw licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
![](/img/blank.gif)
43 NL Programma’s en opties Programmatabel Programma’s Beschrijving van het ProgrammaMax. Temp. (°C) Max. snelheid (toeren per minuut) Wasmiddel en wasversterkers Max. lading (kg) Duur cyclus Voorwas Wassen Bleek- middel Wasver- zachter Programma’s voor iedere dag U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 1Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. 90°1400 - 8 2 Wit katoen: zeer vuile witte was. 90°1400 - 8 2 Wit katoen (1-2): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60°1400 - 8 2 Wit katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40°1400 - 8 3 Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60°1400 - 8 4 Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. 40°1400 - 8 5 Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 60°800 - 3,5 5 Synthetisch energetische (4): niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40°800 - 3,5 6 Spijkergoed 40°800 - - 4 7 Overhemden 40°600 - 2 8 Mix-Cool 30’: Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Water- afvoer 800 - - 3 Speciale wassen 9 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40°800 - - 2 10 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30°0 - - 2 11 Dons: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30°1000 - - 3 12 Outwear 30°400 - - -2,5 13 Sport Shoes 30°600 - - Max. 2 paar. Gedeeltelijke wassen Spoelen -1400 -- 8 Centrifugeren -1400 --- -8 Waterafvoer -0 --- -8 Wasopties De “PRIME”-technologie zorgt op basis van de kleding die daadwerkelijk in de wasmachine gedaan wordt voor een optimaal gebruik van energie, water en tijd. Daarnaast kan men door op toets te drukken de volgende opties kiezen: - Water (Water) : maakt het mogelijk om het waterverbruik te verminderen terwijl excellente wasresultaten behouden worden (aanbevolen voor zeer vuile was). - Energy (Energie) : optie die automatisch door “PRIME” ingesteld wordt: vermindert het energieverbruik (aanbevolen voor normaal vuil wasgoed). - Time (Tijd) : hiermee kan de wastijd verkort worden (aanbevolen voor weinig vuil wasgoed). ! Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5 (alle drie de niveaus) en 6, 7, 8 (niveaus - Energy en - Time). Extra Spoeling Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Kan niet ingesteld worden op programma’s 8, , . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma 10-12 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampje van de functies GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Kan niet ingesteld worden bij programma’s 8, 9, 13, , . Antivlekken D e z e f u n c t i e i s g e s c h i k t voor het verwijderen van de hardnekkigste vlekken. Plaats het bijgeleverde bakje 4 in vak 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, aangegeven op de centrale spil, te overschrijden (zie figuur). Om uitsluitend te bleken giet u het bleekmiddel in het extra bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” in, en activeert u de optie “Antivlekken” . Om te bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de optie “Antivlekken” . Het gebruik van het extra bakje 4 sluit de voorwas uit. ! Kan niet worden geactiveerd met programma’s 1, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , . 4 2 3 14 2 1 3 Voor alle Test Institutes:1) Controleprogramma volgens de norm 2010/1061: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C en 40°C.2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.4) Synthetische Programma samen: selecteer het programma 5 met een temperatuur van 40°C. De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan varië-ren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer , de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
![](/img/blank.gif)
44 NLWasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het aanvullende bakje 4 er niet in zit. Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. Extra bakje 4: Bleekmiddel Extra bakje 5: het wordt aangeraden om dit bakje voor vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 8 kg Synthetische stoffen: max 3.5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 2 kg Zijde: max 2 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 6. Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/ blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Mix-Cool 30’: is ontwikkeld om niet zo vuile was in weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma 8 kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg. Wol: met het programma 9 kan in de wasmachine al het wolwasgoed gelasse worden, ook kledingstukken met het etiket “alleen handwas” . Gebruik voor de beste resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet meer dan 2 kg wollen goed in de machine. Zijde: gebruik het speciale programma 10 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 10. Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan 3 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 11 “Dons” We raden u aan de jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Outwear (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van waterafstotende materialen en regenjassen (bv. goretex, polyester en nylon). Om optimale resultaten te bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel die voldoet voor een halve lading. U dient manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen wasverzachter of wasmiddelen waar wasverzachter in zit. Met dit programma kunt u geen donzen ski-jacks wassen. Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Wasmiddelen en wasgoed 1 2 35 4
![](/img/blank.gif)
45 NL Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk warm kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid.
![](/img/blank.gif)
46 NL Onderhoud en verzorging 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel a a n d e v o o r z i j d e v a n d e wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 2 1 1 23
![](/img/blank.gif)
47 NL Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: De wasautomaat gaat niet aan. De wascyclus start niet. De wasmachine ontvangt geen water (Op de display knippert de tekst “H2O”). De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. De wasautomaat lekt. De controlelampjes van de “Opties” en het controlelampje START/PAUSE gaan snel knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. Mogelijke oorzaken / Oplossing: • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. • De deur zit niet goed dicht. • De ON/OFF toets is niet ingedrukt. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De waterkraan is niet open. • Er is een uitgestelde start ingesteld. • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. • De buis is gebogen. • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine handmatig te worden ingesteld. • De optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en opties). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
![](/img/blank.gif)
48 NL Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasautomaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet.
![](/img/blank.gif)
ES 49 Español ES LAVADORA Sumario Instalación, 50-51 Desembalaje y nivelación Conexiones hidráulicas y eléctricas Primer ciclo de lavado Datos técnicos Descripción de la lavadora, 52-53 Panel de control Pantalla Cómo efectuar un ciclo de lavado, 54 Programas y opciones, 55 Tabla de programas Opciones de lavado Detergentes y ropa, 56 Contenedor de detergentes Preparar la ropa Programas particulares Precauciones y consejos, 57 Seguridad general Eliminación Mantenimiento y cuidados, 58 Interrumpir el agua y la corriente eléctrica Limpiar la lavadora Limpiar el contenedor de detergentes Cuidar la puerta y el cesto Limpiar la bomba Controlar el tubo de alimentación de agua Anomalías y soluciones, 59 Asistencia Técnica, 60 PWE 81472 S Manual de instrucciones
![](/img/blank.gif)
50 ES Instalación ! Es importante conservar este manual para poder consultarlo en cualquier momento. En caso de venta, de cesión o de traslado, verifique que permanezca junto con la lavadora para informar al nuevo propietario sobre el funcionamiento y brindar las correspondientes advertencias. ! Lea atentamente las instrucciones: ellas contienen importante información sobre la instalación, el uso y la seguridad. Desembalaje y nivelación Desembalaje 1. Desembale la lavadora. 2. Controle que la lavadora no haya sufrido daños durante el transporte. Si estuviera dañada no la conecte y llame al revendedor. 3. Quite los 4 tornillos de protección para el transporte y la arandela de goma con el correspondiente distanciador ubicados en la parte posterior (ver la figura). 4. Cubra los orificios con los tapones de plástico suministrados con el aparato. 5. Conserve todas las piezas: cuando la lavadora deba ser transportada nuevamente, deberán volver a colocarse. ! Los embalajes no son juguetes para los niños. Nivelación 1. Instale la lavadora sobre un piso plano y rígido, sin apoyarla en las paredes, muebles ni en ningún otro aparato. 2. Si el piso no está perfectamente horizontal, compense las irregularidades desenroscando o enroscando las patas delanteras (ver la figura); el ángulo de inclinación medido sobre la superficie de trabajo, no debe superar los 2º. Una cuidadosa nivelación brinda estabilidad a la máquina y evita vibraciones, ruidos y desplazamientos durante el funcionamiento. Cuando se instala sobre moquetas o alfombras, regule los pies para conservar debajo de la lavadora un espacio suficiente para la ventilación. Conexiones hidráulicas y eléctricas Conexión del tubo de alimentación de agua 1. Conectar el tubo de tubo enroscándolo a un grifo de agua fría con la boca roscada de 3/4 gas (ver la figura). Antes de conectarlo, haga correr el agua hasta que esté límpida. 2. Conecte el tubo de alimentación a la lavadora enroscándolo en la toma de agua correspondiente ubicada en la parte posterior derecha (arriba) (ver la figura). 3. Controle que en el tubo no hayan pliegues ni estrangulaciones. ! La presión de agua del grifo debe estar comprendida dentro de los valores contenidos en la tabla de Datos técnicos (ver la página correspondiente). ! Si la longitud del tubo de alimentación no es la suficiente, diríjase a un negocio especializado o a un técnico autorizado. ! No utilice nunca tubos ya usados. ! Utilice los suministrados con la máquina.