Home
>
GGP Italy SPA
>
Lawn and Garden
>
GGP Italy SPA Riding Mower 71503777 2 Operators Manual Dutch Version
GGP Italy SPA Riding Mower 71503777 2 Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual GGP Italy SPA Riding Mower 71503777 2 Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
FRENITNLTONDEUSE AUTOPORTÉE LAWN-TRACTOR RASENTRAKTOR TRATTORINO RASAERBA ZITMAAIER GEBRUIKERSHANDLEIDING MANUALE DI ISTRUZIONI 71505037/4 GEBRAUCHSANWEISUNG DEOPERATOR’S MANUAL MANUEL D’UTILISATION Realizzazione: EDIPROM / bergamo - PRINTED IN ITALY GGP ITALY SPA • Via del Lavoro, 6 • I-31033 Castelfranco Veneto (TV) ITALY
PRESENTATIE Geachte Klant, wij danken u om de voorkeur te hebben gegeven aan onze producten en hopen dat het gebruik van deze nieuwe machine u zeer tevreden stelt en dat zij volledig aan uw ver- wachtingen voldoet. Deze handleiding is geschreven om u vertrouwd te maken met uw machine en om u in staat te stellen haar op de beste en de meest veilige manier te gebruiken: vergeet niet dat deze handleiding wezenlijk deel uitmaakt van de machine. Houd hem dus binnen handbe- reik voor latere raadplegingen en vergeet niet hem te overhandigen aan de nieuwe eige- naar indien u de machine verkoopt. Deze nieuwe machine is ontworpen en gemaakt in overeenstemming met de geldende voorschriften en is volkomen betrouwbaar indien zij wordt gebruikt voor het maaien van gras en alle aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen (voorzien gebruik); het gebruik voor andere doeleinden of het niet in acht nemen van de aangege- ven veiligheids-, gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften wordt als “oneigenlijk gebruik” beschouwd en brengt verval van zowel de garantie als de aansprakelijkheid van de fabrikant mee, waardoor de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor schade of letsels die hijzelf of anderen oplopen. Mocht u verschillen tegenkomen tussen wat beschreven is en de machine die u bezit, denk er dan aan dat, aangezien het product continu verbeterd wordt, de in deze handlei- ding opgenomen gegevens zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat de fabrikant verplicht is de handleiding te updaten gewijzigd kunnen worden, waarbij de essentiële kenmerken met het oog op de veiligheid en de werking onveranderd blijven. In geval van problemen of vragen kunt u zich gerust tot de leverancier wenden. Wij wensen u een pret- tig gebruik van de machine toe! SERVICE Deze handleiding verstrekt alle gegevens die u nodig hebt om de machine te kunnen gebruiken en om er op de juiste manier eenvoudige onderhoudswerkzaamheden aan te kunnen verrichten, die de gebruiker zelf kan uitvoeren. Voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding beschreven zijn kunt u contact opnemen met de leverancier in uw regio of met een erkend servicecentrum. Indien u het wenst kan de leverancier een persoonlijk onderhoudsprogramma naar uw eisen voor u opstellen: dit stelt u in de gelegenheid om uw nieuwe aankoop altijd in een perfecte conditie te kunnen blijven behouden en zodoende de waarde van uw investering te beschermen. NL 1 PRESENTATIE
INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................................ 3 Bevat de voorschriften om de machine op een veilige manier te kunnen gebruiken 2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN.................................... 7 Beschrijft hoe de machine en de voornaamste onderdelen waar zij uit bestaat geïdentificeerd kunnen worden. 3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN .............................................................................. 9 Legt uit hoe de verpakking verwijderd en hoe de losse onderdelen gemonteerd dienen te worden 4. BEDIENINGSELEMENTEN........................................................................................ 12 Geeft een overzicht van de plaats waar de bedieningselementen zich bevinden en hoe hun werking is 5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN................................................................................... 17 Bevat alle aanwijzingen om op een correcte en veilige manier te kunnen werken 5.1Veiligheidsaanbevelingen ...................................................................................... 17 5.2Toepassingen voor de tussenkomst van de beveiligingssystemen ...................... 17 5.3Uit te voeren werkzaamheden voor de ingebruikname ......................................... 19 5.4Gebruik van de machine ...................................................................................... 21 5.5Gebruik op hellend terrein ................................................................................... 29 5.6Transport ............................................................................................................... 30 5.7Enige wenken voor een mooi maaibeeld ............................................................. 30 6. ONDERHOUD............................................................................................................. 32 Bevat alle aanwijzingen om de machine in een goede staat te houden 6.1Veiligheidsaanbevelingen ...................................................................................... 32 6.2Regelmatig onderhoud ........................................................................................ 33 6.3Controles en afstellingen ..................................................................................... 37 6.4Demontage en vervangingswerkzaamheden ...................................................... 41 7. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN ............................................. 43 Stellen u in staat om eventuele problemen tijdens het gebruik snel zelf te verhelpen 8. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES ........................................................ 46 De verkrijgbare accessoires worden geïllustreerd met het oog op de bijzondere eisen die aan de machine gesteld worden 9. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN.............................................................................. 47 Geeft een overzicht van de belangrijkste eigenschappen van uw machine 10. ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE ...................................................................... 48 Geeft aan waar de informatie zich bevindt NL 2INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1.1 HOE DE HANDLEIDING LEZEN In de tekst van de handleiding worden enkele hoofdstukken, die gegevens van bijzonder belang bevatten met betrekking tot de veiligheid of de werking, gekenmerkt door diverse symbolen die de volgende betekenis hebben: oofwel Verstrekt nadere gegevens of andere elementen ter aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voorkomen dat de machine beschadigd wordt of er schade veroorzaakt wordt. Gevaar van persoonlijk letsel of letsel aan anderen in geval van niet inachtneming. Kans op ernstig persoonlijk letsel of ernstig letsel aan anderen met gevaar voor dodelijke ongelukken, in geval van niet inachtneming. In de handleiding zijn verschillende versies van de machine beschreven, die hoofdzakelijk uit de volgende verschillen kunnen bestaan – type overbrenging: met mechanische versnelling of met continue hydrostatische rege- ling van de snelheid. De modellen met hydrostatische overbrenging kunnen herkend worden aan het opschrift HYDRO geplaatst op het identificatie-etiket (☛ 2.1); – de aanwezigheid van componenten of onderdelen die niet altijd voorradig zijn in de ver- schillende regio’s; – speciale uitrustingen. Het symbool geeft elk verschil aan met betrekking tot het gebruik, gevolgd door de indicatie van de versie waar het betrekking op heeft. Het symbool “ ☛” verwijst, voor verdere uitleg of informatie, naar een ander punt in de handleiding. De aanwijzingen “voor”, “achter”, “rechts” en “links” hebben betrekking op de zithouding van de gebruiker. Voor alle gebruiks- en onderhoudswerkzaamheden met betrekking tot de motor en de accu die niet beschreven zijn in deze handleiding, dienen de speci- fieke handleidingen, die een aanvullend deel op de geleverde documentatie zijn, te wor- den geraadpleegd. BELANGRIJK OPMERKING ➤ !GEVAAR! !LET OP! BELANGRIJKOPMERKING NL 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.2 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (dienen aandachtig gelezen te worden alvorens de machine in gebruik te nemen) A) VOORBEREIDING 1) Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedienings- knoppen en in staat bent de machine op de juiste wijze te gebruiken 2) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn 3) Gebruik de machine nooit als er personen, met name kinderen, of dieren in de buurt zijn 4) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebruiker aansprakelijk is voor ongeval- len en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen 5) Vervoer geen passagiers 6) De bestuurder dient goed geoefend te zijn met betrekking tot het rijden en dient, in het bijzonder, het volgende in acht te nemen: – het is nodig om alle aandacht bij het werk te houden; – denk eraan dat een machine die van een helling afglijdt niet hersteld kan worden door de rem te gebruiken. De voornaamste oorzaken waardoor de macht over het stuur kwijt geraakt kan worden zijn: – de wielen hebben niet voldoende grip; – een te hoge snelheid; – ongepast remmen; – de machine is niet geschikt voor het doel waarvoor zij gebruikt wordt; – gebrek aan kennis van de gevolgen die de toestand waarin het terrein zich bevindt kan hebben en hellingen in het bijzonder; – de aanhanger is niet goed aangekoppeld en de last is niet goed verdeeld. B) VOORBEREIDING 1) Draag, tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een lange broek. Bedien de machine niet met blote voeten of met open sandalen. 2) Controleer grondig het gehele werkterrein en verwijder alles wat door de machine kan worden uit- gestoten. 3) GEVAAR! Benzine is bijzonder brandbaar: – bewaar de brandstof in speciale tanks; – giet de brandstof alleen in de open lucht in de tank met behulp van een trechter en rook niet tij- dens het vullen; – giet de brandstof in de tank vóórdat de motor aangezet wordt: geen benzine toevoegen of de dop van de benzinetank eraf draaien terwijl de motor aanstaat of warm is; – als er benzine gelekt is mag de motor niet gestart worden maar dient de machine uit de buurt van de plek waar de benzine gelekt heeft te worden gebracht en moet er voorkomen worden dat er brand ontstaat. Wacht totdat de benzinedampen opgelost zijn; – draai de doppen altijd weer goed op de benzinetank en op het benzineblik. 4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn 5) Vóór het gebruik dient er een algemene controle verricht te worden op slijtage of beschadiging van de messen, de bouten en de snijgroep. Vervang de beschadigde of versleten messen en bouten en bloc om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans blijft. 6) Let op dat als er één mes ronddraait ook het andere mes ronddraait. C) HET GEBRUIK 1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar zich gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ontwikkelen. NL 4VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 3) Vóór het starten van de motor start dienen de messen te worden losgekoppeld en de versnelling in de vrije stand gezet te worden. 4) Maai geen gazons die een helling van meer dan 10° (17%) hebben. 5) Denk eraan dat er geen “veilige” hellingen bestaan. Let bijzonder goed op bij hellingen. Om het over de kop slaan met de machine te voorkomen, adviseren wij om: – niet plotseling te stoppen of weg te rijden bij het op- of afrijden van een helling; – de koppeling altijd langzaam aan in te schakelen en altijd de versnelling ingeschakeld te houden, vooral bij het afrijden van een helling; – de snelheid op hellingen en in smalle bochten laag te houden; – goed op bobbels, goten en verborgen gevaren te letten; – het gazon in geen geval te maaien in de dwarsrichting ten opzichte van de helling. 6) Let op bij het trekken van lasten of zware gereedschappen: – gebruik voor de trekstangen alleen de goedgekeurde bevestigingspunten; – leg alleen gemakkelijk controleerbare lasten op; – neem geen scherpe bochten en let op bij achteruit rijden; – gebruik tegengewichten of gewichten op de wielen wanneer dit wordt aangeraden in de gebruiks- aanwijzing. 7) Ontkoppel de messen bij gedeelten waar zich geen gras bevindt. 8) Gebruik de machine nooit als de beveiligingen beschadigd zijn, of als de veiligheidssystemen er niet op bevestigd zijn. 9) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen. Het gebruik van de motor met een buitensporig hoge snelheid verhoogt de kans op per- soonlijk letsel. 10) Vóórdat de bestuurdersstoel verlaten wordt moet het volgende worden uitgevoerd: – koppel de messen los en zet het maaidek in de laagste stand; – zet de versnelling in de vrije stand en trek de handrem aan; – schakel de motor uit en neem de contactsleutel eruit. 11) Koppel de messen los, schakel de motor uit en neem de contactsleutel eruit: – vóórdat u de machine controleert, schoonmaakt of eraan werkt; – nadat er op een vreemd voorwerp gestoten is. Controleer de machine op eventuele beschadigin- gen en voer de nodige reparaties uit alvorens de motor aan te zetten en de machine opnieuw te gebruiken; – als de machine op een ongebruikelijke manier begint te trillen (probeer onmiddellijk de oorzaak van het trillen te vinden). 12) Koppel de messen tijdens het vervoer los en doe dit elke keer dat deze niet worden gebruikt. 13) Schakel de motor uit en koppel de messen los: – alvorens brandstof bij te vullen. 14) Neem gas terug alvorens de motor uit te schakelen en als de motor voorzien is van een kraan dient de brandstoftoevoer na het werk dichtgedraaid te worden. D) ONDERHOUD EN OPSLAG 1) Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. 2) Zet de machine niet met benzine in de tank in een ruimte waar de benzinedampen met vlammen of vonken in aanraking zouden kunnen komen. 3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opbergen van de machine in elke willekeurige ruimte. 4) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dienen de motor, de geluiddemper van de uitlaat, de accubak en de benzinetank vrij gehouden te worden van gras, bladeren of teveel vet. 5) Uit veiligheidsoverwegingen moeten beschadigde of versleten onderdelen verwisseld worden. 6) Het legen van de tank dient in de open lucht uitgevoerd te worden. 7) Let op dat als er één mes ronddraait ook het andere mes ronddraait. 8) Als de machine opgeborgen of onbeheerd achtergelaten moet worden, dient het maaidek omlaag gezet te worden. NL 5 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.3 VEILIGHEIDSSTICKERS Uw machine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt. Om daaraan herinnerd te wor- den bevinden zich op de machine een aantal stickers die door middel van afbeeldingen op de belangrijkste voorzorgsmaatregelen wijzen. Deze afbeeldingen worden als een aan- vullend deel van de machine beschouwd. Als een sticker loslaat of onleesbaar wordt, dient er contact met de leverancier te worden opgenomen voor vervanging. Hun betekenis is hieronder weergegeven. 1.4 VOORSCHRIFTEN VOOR DE TREKSET Op aanvraag is er een set leverbaar waarmee het mogelijk is een kleine aanhanger voort te trekken; dit accessoire dient volgens de desbetreffende aanwijzingen gemonteerd te worden. Bij gebruik van de trekset mag het laadvermogen, dat op de sticker staat vermeld, niet worden overschreden en dienen de veilig- heidsvoorschriften in acht genomen te worden, (☛1.2, C-6). NL 6VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Let op: Lees de aanwijzingen alvorens de machine te gebrui- ken. Let op:Haal de sleutel uit het contact en lees de instructies vóór het uitvoeren van elke wil- lekeurige onderhouds- of repa- ratie-ingreep. Gevaar! Wegschietende voor- werpen:Niet werken zonder de steenbeschermkap erop beves- tigd te hebben. Gevaar! Verminking: Zorg ervoor dat kinderen op een afstand van de machi- ne blijven als de motor aanstaat. Gevaar! Wegschietende voor- werpen: Houd personen op een afstand.Gevaar! Omkantelen van de machine: Gebruik deze machine niet op hel- lingen van meer dan 10°. max 245 N (25 kg) max 980 N (100 kg) Gevaar voor snijwonden:Messen in beweging. Steek uw hand of voet niet in de maaikast.
2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 2.1 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE De identificatiesticker die zich nabij de accu- ruimte bevindt bevat de belangrijke gegevens van iedere machine. Het serienummer (6) is onmisbaar als er tech- nische hulp gevraagd wordt en voor het bestellen van de reserveonderdelen. 1.Niveau van de geluidssterkte volgens richtlijn 2000/14/CE 2.EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EG 3.Bouwjaar 4.Bedrijfstoerental van de motor in omw./min. (indien aangeduid) 5.Machinetype 6.Serienummer 7.Gewicht in kg 8.Naam en adres van de fabrikant 9.Type overbrenging (indien aangeduid) 2.2 IDENTIFICATIE VAN DE HOOFDCOMPONENTEN De machine bestaat uit een serie hoofdcomponenten die de volgende werking hebben: 11. Maaidek:dit is de carter die de ronddraaiende messen bevat NL 7 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN Vul hier het serienummer van de machine in ✍ LWA dB kg S/N min-1 8547 39621
12. Messen:dit zijn de elementen die ervoor dienen om het gras te maaien; de windvleu- gels die aan de uiteinden zitten bevorderen de afvoer van het gemaaid gras. 13. Steenbeschermkap of steenbeveiliging: deze wordt in plaats van de grasopvang- zak gemonteerd en voorkomt dat eventuele voorwerpen, die door de messen meege- nomen worden, ver van de machine weg kunnen schieten. 14. Motor: brengt de beweging naar zowel de messen als de wielaandrijving over; de kenmerken en gebruiksvoorschriften van de motor staan in een specifiek instructie- boekje aangegeven. 15. Accu: levert de energie om de motor te kunnen starten; de kenmerken en gebruiks- voorschriften staan in een specifiek instructieboekje aangegeven. 16. Bestuurdersstoel: dit is de werkplaats van de bestuurder, uitgerust met een sensor die de aanwezigheid van de bestuurder waarneemt met het oog op de werking van de beveiligingssystemen. 17. Stickers met aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften: wijzen op de belangrijkste maatregelen die getroffen moeten worden om veilig te kunnen werken. Hun betekenis wordt uitgelegd in hoofdstuk 1. NL 8IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 131211 14171516
3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van machine niet direct in de fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd te worden aan de hand van de volgende instructies. De machine wordt zonder motorolie en benzine geleverd. Vóórdat de motor in werking wordt gesteld dient er dan ook olie en benzine bijgevuld te worden aan de hand van de voorschriften die in het instructieboekje van de motor staan aange- geven. 3.1 HET UITPAKKEN Bij het verwijderen van de verpakking dient erop gelet te worden dat de losse onderdelen en de uitrustingen niet zoekraken. Zorg er voor het maaidek niet te beschadigen op het moment dat de machine van de pallet wordt afgereden. De verpakking bevat: – de machine; – de accu; – het stuurwiel; – de stoel; – de componenten van de steenbeschermkapk; – een mapje met: – de verschillende gebruikershandleidingen en de documenten, – de schroeven en moeren die bij de levering zijn inbegrepen en de stift voor het blok- keren van het stuurwiel, – 2 startsleutels en een reservezekering van 6,3A Zet het maaidek in de hoogste stand om beschadiging ervan te voorkomen en let zeer goed op als de machine van de pallet wordt afgereden. Bij de modellen met hydrstatische overbrenging, om het dalen van het pallet en de verplaatsing van de machine te vergemakkelijken, brengt u de blokkeerhendel van de overbrenging in de stand «B» (☛4.33). ➤ OPMERKING BELANGRIJK NL 9 HET UITPAKKEN EN MONTEREN