Home > GMC > Chainsaw > GMC Electric Chainsaw ALCH 1400 INSTRUCTION AND MAINTENANCE MANUAL

GMC Electric Chainsaw ALCH 1400 INSTRUCTION AND MAINTENANCE MANUAL

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual GMC Electric Chainsaw ALCH 1400 INSTRUCTION AND MAINTENANCE MANUAL online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 1 GMC manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							31
    NL
    Geachte Klant,
    We willen u allereerst hartelijk dank zeggen voor het feit dat u
    aan onze producten de voorkeur hebt gegeven en we hopen dat
    het gebruik van deze machine u grote voldoening zal schenken
    en ten volle aan de verwachtingen zal beantwoorden. We heb-
    ben deze handleiding geschreven om u in de gelegenheid te
    stellen uw machine goed te leren kennen en haar veilig en effi-
    ciënt te gebruiken. Denk eraan dat de handleiding integrerend
    deel is van de machine, houd haar bij de hand zodat u haar op
    elk gewenst moment kunt raadplegen en, mocht u de machine
    verkopen of uitlenen, geef deze handleiding dan bij de machine.
    Deze nieuwe machine is ontworpen en vervaardig volgens de
    thans geldende normen en is veilig en betrouwbaar als deze
    gebruikt wordt volgens de aanwijzingen in deze handleiding
    (voorbestemd gebruik); elke andere toepassing of het niet
    respecteren van de veiligheidsnormen, of die voor gebruik,
    onderhoud en reparatie wordt beschouwd als “oneigenlijk
    gebruik” en brengt met zich mee dat de garantie komt te verval-
    len en dat de fabrikant elke aansprakelijkheid van de hand wijst,
    waarbij de gevolgen van schade of door de bedienaar of ande-
    ren opgelopen letsel voor zijn rekening zijn.
    Indien u een klein verschil vindt tussen wat hier beschreven is en
    de machine in uw bezit, is dat het gevolg van het feit dat de
    voortdurende verbetering van het product, de in deze handlei-
    ding vervatte informatie onderworpen zijn aan wijzigingen zon-
    der voorbericht of verplichting tot bijwerking waarbij de essentië-
    le kenmerken op gebied van de veiligheid en de werking niet
    veranderen. In geval van twijfel is het raadzaam contact met uw
    leverancier op te nemen. Succes! 
    						
    							VEILIGHEIDSNORMEN
    Belangrijk: Lees goed de veilígheidsnormen voor Uw de kettingzaag in gebruik neemt. Het is erg belan-
    grijk voor Uw eigen veiligheid dat de normen ter voorkoming van ongevallen worden nageleefd.
    Gebruiksaanwijzing
    1.Kettingzagen mogen niet door kinderen of jongeren gebruikt worden.  Jongeren boven de 16 jaar mogen
    uitsluitend onder toezicht van een bevoegd persoon de electrischezaag leren gebruiken.
    2.Bij het vervoer van de electrischezaag dient men de kettingbeschermer aan te brengen.
    3.Zet de electrische zaag tijdens vervoer altijd op de rem zodat de ketting niet plotseling kan gaan draaien.
    4.Laat de electrische zaag niet in de regen of op zeer vochtige plekken staan.
    5.Bij het zagen dient men de electrischezaag met beide handen vast te houden.
    6.Bij het zagen zo licht mogelijk op de electrischezaag leunen en niet met de punt van de zaag zagen.  Let
    op wegschietende takken.
    7.Leg de motor stil tijdens een werkonderbreking zodat er geen gevaar voor derden bestaat.
    8.Zet altijd de motor af en verwijder de stekker uit het stopcontact bij het controleren, spannen, schoonma-
    ken of vervangen van de ketting.
    9.Neem de veiligheidsnormen goed door voor U de electrischezaag in gebruik neemt.  Let vooral op zaag-
    blad en de ketting.
    10.De machine mag niet gebruikt worden by ope vuur of in ees explosive omgeuing.
    Gedragsnormen
    11 .Draag altijd speciale veiligheidskleding die U niet in Uw bewegingen mag hinderen.
    12.Zorg dat u bij het zagen goed stevig, en in de juiste houding staat.
    13.Laat bij het zagen geen derden in de nabijheid komen.
    14.Alvorens met het zagen te beginnen dient men de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen:
    a) Op de plaats waar gewerkt wordt mogen zich geen derden bevinden;
    b) Alleen personen die bij het zagen helpen mogen zijn toegelaten:
    c) De plaats waar gewerkt wordt, moet vrij zijn van vreemde voorwerpen
    15.Bij het zagen eerst een inkeping voor de spie en daarna een tweede inkeping voor de valrichting maken
    met de breukdoorsnede (scharnier) in de valrichting.
    16.Let op vallende takken.
    17.Let bij het zagen van afgebroken takken op wegschietende splinters.
    18.Bij het zagen op een helling moet men naast de boom of boven de valrichting gaan staan.
    19.Het is af te raden ijzeren spieën.
    Het gebruik van speciale uitrustingen
    20.Tijdens het zagen moeten hoofd, ogen, handen en oren worden beschermd.
    21.Bij het zagen, het verwijderen van takken en verdere zaagwerkzaamheden is het aanbevolen een helm met
    gezichtsschern te dragen.
    22.Het verdient aanbeveling handschoenen met extra versterkte bovenkant te dragen.
    23.Om schade aan het gehoor te voorkomen verdient het aanbeveling speciale oordoppen te dragen.
    24.Bíj het zagen altijd speciale schoenen dragen.
    25.Het is aan te bevelen versterkte broeken en jassen te dragen om verwondingen aan benen en armen te
    voorkomen.
    32
    VEILIGHEIDSNORMEN VOOR HET
    VOORKOMEN VAN ONGELUKKEN
    NL 
    						
    							MONTAGE VAN ZAAGBLAD/KETTING
    – Draai de moer los en verwijder de kettingbe-
    schermer (fig. 1)
    – De stang A op de tapeinden schuiven en naar
    het drijftandwiel toe drukken (fig. 2)
    – Monteren de ketting op de koppeling van het
    drijftandwiel met de tanden naar voren gericht
    (naar de punt van de stang toe). Breng de scha-
    kels op de tanden van het drijftandwiel aan (fig.
    3).
    – Zorg dat de ketting goed op de biad vastzit (fig.
    4). Gebruik zo nodig een schroevendraaier om
    de ketting op de punt te forceren. Let op dat het
    stangetje van de kettingspanner in het gaatje
    van de geleider valt.
    – De kap weer aanbrengen en de moeren met de
    hand LOSJES aandraaien.
    – Nu met een schroevendraaier de schroef van de
    kettingspanner aandraaien tot de ketting stevig
    op de geleider vastzit.
    – Zet de kap weer op zijn plaats en, zonder de
    moer vast te draain, met de schroeven van de 
    kettingspanner aandraaien tot de ketting goed
    gespannen is (fig. 5). 
    – Draai met de bijgeleverde sleutel de blokkeer-
    moer goed vast (fig. 6).
    NB: Let op dat de pal van de kettingspanner goed
    in het gaatje valt, anders kunnen beide moeren bij
    het draaien onherstelbaar beschadigd worden.
    BIJVULLEN VAN OLIE
    – Verwijder de stekker uit het stopcontact.
    – Draai de dop van de olietank en gebruik een
    trechter om hem te vullen. Draai vervolgens de
    dop weer stevig op de tank (fig. 7).
    – Smering dient slechts tijdens gebruik uitgevoerd
    te worden.
    – Denk eraan regelmatig het olieniveau te contro-
    leren op het venstertje aan de zijkant (fig. 8).
    – Als de ketting niet goed geolied is, nagaan of
    restanten liet oliekanaal, dat zieh in het hofdge-
    deelte  van de motorzaag onder het plaatje A
    bevindt, niet verstoppen.
    – Vervijder der deksel van de zijkant en het plaat-
    je A en maak de ketting en het oliekanaal
    schoon  zodat er geen restanten meer zitten.
    – Gebruik milieuvriendelijke olie voor kettingen
    van goede kwaliteit. Zo zullen de bewegende 
    onderdelen langer meegaan. Gebruik nooit
    gebruikte olie of olie met onzuiverheden erin.
    – Wanneer u geen andere mogelijkheid heeft dan
    een-graad-olie te gebruiken, kijk dan eerst of de
    olie wel geschikt is voor de buitentemperatuur
    waarin u werkt:
    0 °C / +40 °C = SAE20 - SAE30
    0 °C / -30 °C = SAE10W - SAE20W
    GEBRUIK
    – Verwijder de stangbeschermer.
    – Haal de machine van de rem.
    – De hoofdschakelaar ON-OFF altijd loslaten
    voordat u de rem ontgrendelt.
    – Pak de electrische zaag met beide handen aan
    de handgrepen vast.
    – Druk eerst op de anti-start veiligheidsknop en
    vervolgens op de versnellingshefboom (fig. 9).
    – Laat de versnellingshefboom los om de electri-
    sche zaag uit te zetten.
    LET OP!
    Houd de zaag met beide handen vast totdat de
    ketting helemaal stil ligt.
    SLIJPEN EN ONDERHOUD
    VAN DE KETTING.
    – Maak regelmatig tijdens het gebruik de lucht-en
    koelgaatjes die zich aan de buitenkant van de
    zaag  bevinden schoon. Wanneer er zaagsel
    in deze openingen zit wordt de motor slecht
    gekoeld en kan zich oververhitting van de motor
    of van andere onderdelen voordoen.
    – De ketting spannen.
    – Het zaagblad in een klem vastzetten maar zo
    dat de ketting vrij kan bewegen (fig. 10).
    – Steek de vijl in het holle heft en in een hoek van
    35 op de tand zetten (zie de inkerving op het
    heft).
    – Alleen naar voren toe vijlen.
    – De eerste tand vijlen tot die weer scherp is ter-
    wijl u de vijlbewegingen telt; maak bij de overige 
    schakels evenveel vijlbewegingen als bij de eer-
    ste tand. Vijl zowel naar links als naar rechts.
    – Wanneer de ketting een paar keer bijgeslepen is
    komt de snijdiepteregelaar naar boven (c). Die 
    moet met een platte vijl worden bijgeslepen (fig.
    10).
    – De ketting moet vervangen worden zodra de
    tanden kleiner dan 5mm worden, evenals wan-
    neer er teveel speling in de klinknagels zit.
    – Voor extra scherp bijvijlen moet een elektrische
    slijpmachine gebruikt worden.  Wij raden U aan
    dit in een service-werkplaats te laten doen.
    – Wanneer met de handen aan de ketting getrok-
    ken wordt dan moet deze vrij over de geleider
    lopen.  (Het is aan te bevelen regelmatig de
    spanning van de ketting en de scherpte van de
    tandbeitels te controleren).
    – Zaagblad met neuswiel moet vaak (minstens bij
    het begin van elke werkdag) gesmeerd worden.  
    Hiervoor als volgtte werk gaan:
    33
    NL 
    						
    							– Het speciale bijgeleverde vetspuitje met lagervet
    vullen.
    – Het vet door het smeergaatje spuiten totdat het
    bij de punt eruit komt. (Bladen zonder smeer-
    gaatje worden zonder vetspuitje geleverd).
    BELANGRIJK
    – Vermijdt dat de motor blijft doordraaien wanneer
    de ketting klem zit in het hout; hij kan hierdoor 
    ernstig beschadigd worden.
    – Om vroegtijdige slijtage van het zaagblad te
    voorkomen is het belangrijk om de eerste en
    laatste zaagsnede zo recht mogelijk aan te
    brengen, daar het blad door scheef zagen wordt
    beschadigd.
    ALGENEEN ONDERHOUD
    – Laat buitengewoon onderhoud altijd bij een
    erkende service-werkplaats uitvoeren.
    – Het is van groot belang om het luchtinlaatfilter
    van de electrischezaag en de cilinder vrij van
    zaagsel te houden. Zodra er zich een laagje
    gevormd heeft moet men onmiddellíjk tot het
    schoonmaken overgaan. Ook na langdurig
    zagen moeten deze onderdelen worden schoon-
    gemaakt. Zaagselvorming op de genoemde
    onderdelen vermindert de motorkoeling waar-
    door de motor oververhit zou kunnen raken en
    andere belangrijke onderdelen beschadigd zou-
    den worden.
    – De olieleiding en de smeergaatjes dienen regel-
    matig schoongemaakt te worden met de specia-
    le blad schraper (fig. 11).
    – De zijkanten van het zaagblad dienen regelma-
    tig met een platte vijl bewerkt te worden. Kleine
    ijzervezels zouden kunnen losraken en het
    zaagblad op de duur kunnen beschadigen.
    – Indien een zijkant hoger uitsteekt dan de andere
    dan moet die met een platte vijl worden bijge-
    werkt en nadien met fijn schuurpapier en een vijl
    worden vlakgemaakt.  Controleer bij sterk vers-
    leten geleiders of die toch nog boven de ketting-
    tanden uitsteken en ga eveneens na of zij niet
    tegen de randen aanlopen.  Indien dit het geval
    is moet de geleider vervangen worden.
    – Bij langdurig gebruik wordt het aandrijftandwiel
    door de kettingschakels ingesleten waardoor de 
    originale stand van de ketting op het tandwiel
    lichtjes wordt gewijzigd. Deze insnijding mag
    niet dieper zijn dan 0,5 mm. Indien dit wel het
    geval is dient het aandrijftandwiel vervangen te
    worden (fig. 12).
    DAGELIJKS ONDERHOUD
    REPETEERSTARTER.
    KETTINGREM
    – De kettingrem en de dik te van de remband,
    vooral op de kritische punten, dienen regelmatig 
    nagekeken te worden.  Zodra de remband tot de
    helft versleten is dan dient deze venvangen te
    worden.
    KETTINGSTOP
    – De kettingstop dient regelmatig te worden nage-
    keken en moet vervangen worden indien hij 
    beschadigd is.
    BUITENGEWOON ONDERHOUD
    – Voor buitengewone servicebeurten verdient het
    aanbeveling contact op te nemen met een
    erkende service-werkplaats.
    – Het verdient aanbeveling uw kettingzaag regel-
    matig door een bevoegd persoon te laten nakij-
    ken.
    – Gebruik alleen originele onderdelen.
    OPBERGEN VAN DE ELECTRISCHE
    ZAAG
    – Maak de zaag met een droge doek schoon.
    Gebruik hierbij nooit bijtende schoonmaalmidde.
    – Zet de electrische zaag weer in de doos terug en
    berg hem op in een droge ruimte. Zet hem op
    een niet te droge en warme plek (bij voorbeeld
    bij de verwarmingsketel), en evenmin op een
    vochtige plek.
    VERSCHILLENDE ZAAGTECHNIEKEN
    OPENZAGEN
    – Plant de leipinnen in punt A in de boomschors.
    – Zet met de rechterhand kracht naar boven toe
    en laat de ketting in het hout binnendringen.
    – Ga in punt B op dezelfde manier te werk; ga zo
    verder tot de hele boomstam is opengezaagd
    (fig. 13).
    – Om een terugslag te vermijden: zorg ervoor dat
    de punt van het zaagblad niet tegen een of
    andere tak aanbotst.
    – Zaag altijd met het middelste deel van het zaag-
    blad.
    ROOIEN
    – Ga altijd aan de tegenovergestelde kant van de
    af te zagen takken staan.
    – Begin altijd aan de onderkant van de boom en
    werk naar de kruin toe.
    – Het zagen dient altijd van boven naar beneden
    te geschieden.
    34
    NL 
    						
    							ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSMAATRE-
    GELEN VOOR DE ELECTRISCHE ONDER-
    DELEN
    VERVANGEN VAN DE BORSTELS
    – Trek de stekker uit het stopcontact.
    – Draai de schroeven van de motorkap los en
    maak de toevoerdraden los die op de motor zit-
    ten.
    – Druk met een schroevendraaier de twee oude
    borstels los en verwijder ze.
    – Vervang de ouden met twee originele nieuwe
    borstels.
    VERLENGSNOER
    Gebruik verlengsnoeren die bestemd zijn voor bui-
    ten en met de aangegeven doorsnee:tot  20 meter = 1,5 mmq
    tot  50 meter = 2,5 mmq
    tot 100 meter = 4,0 mmq
    BEVEILIGING VAN ELECTRICITEITSLEIDING
    – Controleer alleréerst of de netspanning ove-
    reenkomt met de voor de machine vereiste
    spanning.
    – Gebruik een electrische toevoerlijn die een diffe-
    rentiaal schakelaar heeft die 10 - 30 mA kan
    waarnemen (veiligheidsstop).
    – Controleer het verlengsnoer regelmatig op
    beschadiging.
    – De machine is dubbel geisoleerd zodat aarding
    niet nodig is.
    35
    NL 
    						
    							Prezado Cliente,
    Agradecemos por ter escolhido os nossos produtos e
    desejamos que a utilização desta máquina lhe dê muita
    satisfação e atenda plenamente às suas expectativas.
    Este manual foi redigido para lhes permitir conhecer bem a sua
    máquina e utilizá-la de forma segura e eficiente. Não se
    esqueça de que este manual faz parte integrante da máquina;
    mantenha-o à mão para poder consultá-lo a qualquer momento
    e entregue-o juntamente com a máquina em caso de
    transferência a outro proprietário ou se a emprestar.
    Esta sua nova máquina foi projectada e fabricada segundo as
    normativas vigentes. É segura e fiável se for utilizada no pleno
    respeito das instruções que constam deste manual (uso
    previsto); toda outra utilização ou a inobservância das normas
    de segurança de uso, manutenção e reparação indicadas é
    considerada como “uso impróprio” e causa a invalidação da
    garantia e a extinção da responsabilidade do Fabricante,
    recaindo sobre o utilizador os encargos derivantes de danos ou
    lesões a si próprio ou a terceiros.
    Se houver qualquer pequena diferença entre o quanto descrito
    neste manual e a máquina em seu poder, tenha em conta que,
    vista a contínua melhoria do produto, as informações contidas
    neste manual são sujeitas a modificações sem aviso prévio ou
    obrigação de actualização, ficando inalteradas, porém, as
    características essenciais para fins de segurança e de
    funcionamento. Em caso de dúvida, contacte o seu revendedor.
    Bom trabalho!
    36
    P 
    						
    							37
    P
    ATENÇÃO!
    Antes de usar a motosserra eléctrica, leia com atenção as instruções de segurança. 
    Observe as disposições de prevenção de acidentes para lhe garantir a segurança pessoal.
    Instruções de utilização
    1.As crianças e jovens não podem utilizar as motosserras eléctricas, com excepção de jovens com mais de
    16 anos, mas sob a supervisão de uma pessoa experiente para a instrução.
    2.Para transportar a motosserra eléctrica fora do local de trabalho, colocar o protector da barra de guia.
    3.Durante o transporte, é necessário accionar o travão de modo que possa ser evitada a partida involuntá-
    ria da corrente.
    4.Não deixar a motosserra exposta à chuva ou em locais de humidade elevada.
    5.Durante o trabalho, é necessário segurar a máquina com as duas mãos.
    6.Durante o desgalhamento, é preciso possivelmente apoiar a motosserra. Não se deve serrar com a ponta
    da guia. Prestar atenção nos galhos sob tensão
    7.Se a motosserra não for utilizada momentaneamente, é necessário desligá-la de modo que não possa
    causar danos a terceiros.
    8.Para controlar, esticar, trocar ou limpar a corrente, é necessário desligar a máquina da rede de alimenta-
    ção eléctrica.
    9.Antes de usar, é necessário controlar as condições de segurança da motosserra. É importante controlar
    a barra de guia e a corrente.
    10.A máquina não pode trabalhar em atmosfera explosiva.
    Instruções de comportamento
    11 .As roupas não devem impedir os movimentos e devem ser apropriadas.
    12.Antes de começar o trabalho, posicionar-se de forma correcta e estável.
    13.Durante o uso da motosserra, solicitar que as outras pessoas se afastem.
    14.Pode-se iniciar o abate somente quando controlar que:
    a) ninguém se encontre no território de abate;
    b) estejam no local somente as pessoas que trabalham no abate;
    c) não haja obstáculos no posto de trabalho.
    15.Para o abate, fazer primeiro o corte em cunha e então aquele de abate, deixando o remate de ruptura
    para a direcção de queda.
    16.Ao terminar o abate, é necessário prestar atenção em eventuais galhos que podem cair.
    17.Durante o corte de madeira quebrada, preste atenção nos estilhaços de madeira.
    18.18. Para trabalhar em zonas em declive, é necessário que o responsável fique ao lado ou acima dos tron-
    cos a serem cortados. Ex.: árvores cortadas.
    19.Não devem ser utilizadas cunhas de aço.
    Instruções para o uso dos equipamentos individuais
    20.Durante o trabalho, que pode envolver a cabeça, as mãos, os pés, os olhos e os ouvidos, devem-se usar
    equipamentos de protecção individual adequados.
    21.Durante o abate, desgalhamento e divisão do tronco, é recomendável usar o capacete com viseira.
    22.Durante o trabalho com a motosserra, usar luvas com protecção externa.
    23.Para evitar danos à audição, é necessário usar equipamentos de protecção auricular.
    24.Ao utilizar a motosserra, use calçados de protecção.
    25.É recomendável usar calças e blusões à prova de corte para a protecção das pernas e dos braços.
    DISPOSIÇÕES SOBRE A PREVENÇÃO
    DE ACIDENTES 
    						
    							MONTAGEM DA BARRA DE
    GUIA/CORRENTE
    – Solte a porca e retire a caixa de cobertura da
    corrente (fig. 1).
    – Coloque a barra A nos prisioneiros e empurre-a
    em direcção ao pinhão (fig. 2).
    – Coloque a corrente no pinhão com os traçado-
    res girados para frente (para a ponta da guia).
    Engate os elos de tracção nos dentes do pinhão
    (fig. 3).
    – Encaixe perfeitamente a corrente na barra de
    guia. Se necessário, force na ponta com o auxí-
    lio de uma chave de parafuso. É importante
    meter o pino tensor da corrente no respectivo
    orifício da barra (fig. 4).
    – Recoloque a caixa e, com a porca desaparafu-
    sada, coloque a chave no parafuso tensor da
    corrente e estique a corrente com a tensão ópti-
    ma (fig. 5).
    – Parafuse bem a porca de fixação da barra com
    a chave de parafuso fornecida (fig. 6).
    NOTA- Atenção! Se o pino tensor da corrente não
    tiver entrado no respectivo orifício da barra, ao
    fixar a porca da caixa, o pino pode danificar-se
    irremediavelmente.
    – Controlar que, ao levantar a corrente com os
    dedos, não se descubram todos os elos de trac-
    ção. Quando a corrente estiver esticada correc-
    tamente, deve correr livremente quando puxada
    com as mãos.
    – Após os primeiros minutos de funcionamento, a
    corrente alonga-se. Esticá-la novamente confor-
    me as instruções anteriores.
    ABASTECIMENTO COM ÓLEO
    LUBRIFICANTE
    – Desligar a ficha do cabo eléctrico da tomada de
    corrente.
    – Retirar a tampa do reservatório de óleo e, com
    um funil, deitar o óleo lubrificante até encher,
    então fechar bem a tampa (fig.7).
    – A lubrificação é feita somente quando a máqui-
    na está a funcionar.
    – É importante controlar periodicamente o nível
    do óleo na vigia lateral (fig.8).
    ATENÇÃO!
    Nunca deixar o reservatório de óleo esvaziar
    completamente.
    – Se a corrente não estiver lubrificada correcta-
    mente, certificar-se de que os resíduos não ten-
    ham obstruído o canal do óleo que se encontra
    no corpo principal da motosserra sob a plaque-
    ta A.– Remover a tampa lateral e a plaqueta A e retirar
    os resíduos ao redor da corrente e do canal do
    óleo.
    – Utilizar óleo ecológico de boa qualidade para
    correntes, para garantir uma longa duração dos
    componentes móveis. Não utilizar óleo usado
    ou recuperado, não usar óleo que contenha
    impurezas.
    – Quando for obrigado a usar óleo monograu,
    controlar se o lubrificante é apropriado para a
    temperatura externa do ambiente:
    0°C / +40°C = SAE2O - SAE3O
    0°C / –30°C = SAE1OW - SAE2OW 
    COLOCAÇÃO EM FUNCIONAMENTO
    – Retirar o protector da barra de guia.
    – Soltar o travão da corrente.
    – O controle da aceleração (on-off) deve sempre
    ser solto antes de soltar o travão.
    – Segurar a motosserra nos respectivos punhos
    com as duas mãos.
    – Pressionar no botão de segurança contra o
    accionamento e depois no controle da acelera-
    ção (fig. 9).
    – Soltar o controle da aceleração para desligar a
    motosserra.
    ATENÇÃO!
    Segurar a motosserra com as duas mãos até à
    paragem total da corrente.
    AFIAÇÃO E MANUTENÇÃO
    DA CORRENTE
    – Quando a motosserra corta com dificuldade,
    deve afiar a corrente; evite sempre trabalhar
    com a corrente sem corte. Para afiar, siga as
    instruções abaixo:
    – Esticar a corrente;
    – Fixar a barra de guia numa morsa de modo que
    a corrente possa correr livremente (fig.1O);
    – Fixar a lima no suporte e apoiá-la sobre o elo de
    corte a 35° (ver a marca no suporte da lima)
    (fig.10);
    – Limar somente para frente até retirar toda a
    parte desgastada do elo de corte;
    – Contar quantas vezes a lima foi passada no pri-
    meiro elo de corte e repetir o mesmo número em
    todos os outros elos de corte, seja à direita seja
    à esquerda;
    – Após algumas afiações, o delimitador fica
    saliente em relação à escala, e é necessário
    38
    P 
    						
    							39
    P
    limar o excesso com uma lima chata.
    Arredondar o delimitador de profundidade
    (fig.10);
    – Quando o comprimento do elo de corte for infe-
    rior a 5 mm, a corrente deve ser substituída, e
    também quando o jogo dos rebites for excessi-
    vo;
    – As afiações “profundas devem ser feitas com
    afiador eléctrico. Neste caso, é recomendável
    recorrer ao serviço de assistência;
    – Controlar se a corrente, quando puxada com as
    mãos, desliza livremente na barra de guia (é
    recomendável verificar periodicamente a tensão
    e a afiação da corrente).
    ATENÇÃO
    Para não deteriorar rapidamente os carris da
    barra de guia, é importante começar e acabar os
    cortes em linha recta, pois empurrando a motos-
    serra na diagonal danifica-se irremediavelmente
    a barra de guia.
    Evite manter a motosserra a funcionar continua-
    mente quando a corrente está presa na madei-
    ra, para evitar avariar o motor.
    MANUTENÇÃO GERAL
    – Durante o trabalho, é necessário limpar as aber-
    turas de ventilação e arrefecimento da caixa da
    motosserra. A presença de serragem nos pon-
    tos citados reduz o arrefecimento do motor e
    provoca avarias por causa do sobreaquecimen-
    to, seja do motor seja de outros acessórios
    importantes.
    – Girar periodicamente a barra de guia para utili-
    zar ambos os lados e provocar um desgaste uni-
    forme.
    – Limpar periodicamente a guia e os furos de
    tomada de óleo com o respectivo raspador da
    escala (fig. 11).
    – Rebarbar periodicamente os lados dos carris
    com uma lima chata. Com o tempo, as rebar-
    bas podem soltar-se e danificar a barra.
    – Se um carril for mais alto que o outro, é neces-
    sário igualar com uma lima chata e então lixá-
    los com lima e lixa de grana fina. Quando os
    carris estiverem muito desgastados, controlar
    se a altura é sempre superior à altura dos elos
    de tracção da corrente, de modo que estes não
    toquem o fundo. Se isto ocorrer, é necessário
    substituir a barra de guia.
    – Com o uso, o pinhão é marcado pelos elos de
    tracção da corrente. Isto faz com que passe a
    ter um perímetro de apoio da corrente no pinhão
    diferente em relação àquele teórico inicial.Controlar se o desgaste não supera 0,5 mm de
    profundidade e, se isto acontecer, é necessário
    substituir o pinhão (fig.12).
    MANUTENÇÃO ORDINÁRIA
    TRAVÃO DE CORRENTE
    – Verificar se o travão é eficiente e a espessura da
    cinta nos pontos de maior fricção; quando for
    inferior à metade do quanto era originalmente, é
    necessário substituir a cinta.
    FIXAÇÃO DOS PARAFUSOS
    – Verificar periodicamente a fixação de parafusos
    e porcas. É importante nunca trabalhar com
    componentes soltos e sempre fixá-los imediata-
    mente.
    MANUTENÇÃO EXTRAORDINÁRIA
    – Para todas as intervenções que não se enqua-
    dram na manutenção ordinária, é recomendável
    recorrer a um centro de assistência autorizado.
    – Mande controlar com frequência a motosserra
    pelo seu mecânico de confiança.
    – Use somente peças sobresselentes originais.
    CONSERVAÇÃO
    – Limpe a motosserra com um pano seco sem
    usar detergentes agressivos.
    – Guarde a motosserra na sua caixa original e
    coloque-a num lugar seco. Evite os locais de
    caldeira, demasiado secos e quentes, e os luga-
    res húmidos.
    TÉCNICAS DE CORTE
    DIVISÃO DO TRONCO
    – Cravar as garras na casca no ponto A (fig.13).
    – Apoiando no ponto (A), puxar para cima com a
    mão direita para que a corrente penetre na
    madeira.
    – Tendo (B) como ponto pivô, repetir a operação
    até cortar completamente o tronco.
    – Para evitar o recuo, tomar atenção a não bater
    a ponta da guia contra galhos salientes. 
    						
    							– Serrar com a parte central da barra de guia,
    nunca com a ponta.
    DESGALHAMENTO
    – Fique na parte oposta dos galhos a cortar.
    Comece pela base em direcção à copa.
    – Fazer o corte de cima para baixo.
    MANUTENÇÃO E SEGURANÇA
    ELÉCTRICA
    SUBSTITUIÇÃO DAS ESCOVAS
    – Desligar a motosserra da rede eléctrica.
    – Desmontar os parafusos de fixação da caixa do
    motor e desligar os dois cabos eléctricos do
    motor.
    – Com uma chave de parafuso, levantar para
    desbloquear e retirar as duas escovas desga-
    stadas.– Substituí-las por duas escovas novas originais.
    EXTENSÕES
    – Recomenda-se usar um cabo apropriado para
    exterior e com a secção aconselhada:
    até 20 m = 1,5 mm2
    até 50 m = 2,5 mm2
    até 100 m = 4,0 mm2
    PROTECÇÃO DA LINHA ELÉCTRICA
    – Verifique se a tensão da rede é igual àquela
    necessária para a máquina.
    – Utilize uma linha protegida por interruptor dife-
    rencial com sensibilidade igual a 10 - 30 mA.
    (APARELHO DE PROTECÇÃO).
    – Controlar frequentemente o cabo de alimenta-
    ção para verificar se não está avariado.
    – A máquina possui isolamento duplo, que evita a
    necessidade de ligação à terra.
    40
    P 
    						
    All GMC manuals Comments (0)