Home
>
Global Garden Products
>
Lawn Mower
>
Global Garden Products Lawn Mower XK 140 HD, XK 160 HD, XK4 160 HD Instructions Manual
Global Garden Products Lawn Mower XK 140 HD, XK 160 HD, XK4 160 HD Instructions Manual
Have a look at the manual Global Garden Products Lawn Mower XK 140 HD, XK 160 HD, XK4 160 HD Instructions Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 230 Global Garden Products manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
31 FRANÇAISFR La batterie contient des acides très cor- rosifs, agressifs pour la peau et les vête- ments. Porter des gants en caoutchouc et des lunettes de protection. Ne pas in- haler les vapeurs d’acides. Ne pas trop incliner la batterie pour évi- ter que de l’acide ne s’en échappe et coule sur les mains ou les vêtements. En cas de contact avec l’acide, rincer abon- damment à l’eau. ENTRETIEN Pour la réparation et l’entretien des machines, s’adresser à un service agréé qui n’utilisera que des pièces d’origine. Les pièces d’origine sont fournies par des services spécialisés et par de nombreux revendeurs. Il est recommandé de confier l’entretien, la main- tenance et l’inspection des dispositifs de sécurité une fois par an à un service spécialisé. CONDITIONS GÉNÉRALES D’ACHAT Une garantie totale couvre les défauts matériels et les vices de fabrication. L’utilisateur est tenu de suivre scrupuleusement les instructions contenues dans la documentation fournie. Période de garantie Usage privé : deux ans à partir de la date d’achat. Batteries : six mois à partir de la date d’achat. Exceptions Sont exclus de la garantie les dégâts consécutifs à : - la méconnaissance du contenu de la documen- tation fournie - la négligence - un usage ou un assemblage incorrects ou non autorisés - l’utilisation d’autres éléments que les pièces d’origine - l’utilisation d’accessoires non fournis ou non agréés par GGP Sont également exclus de la garantie : - l’usure des éléments tels que les lames, cour-roies, roues et câbles - l’usure normale - le moteur et la transmission, qui sont couverts par la garantie fournie par leur fabricant et font l’objet de conditions générales séparées. L’acquéreur est protégé par les lois nationales de chaque pays. La présente garantie ne limite en aucun cas les droits dont il dispose dans le cadre de ces législations. IDENTIFICATION Le produit est identifié par deux éléments : 1. La référence et le numéro de série de la ma- chine, 2. Le modèle, le type et le numéro de série du moteur : renseigné sur le châssis du ventilateur (exemples ci-dessous) : Ces numéros d’identification devront être commu- niqués pour les entretiens, réparations et achats de pièces. Pour la facilité, inscrire ces numéros sur la dernière page de ce carnet. ENVIRONNEMENT Par respect de l’environnement, merci d’accorder une attention particulière aux points suivants :
32 FRANÇAISFR • Utiliser des carburants qui respectent le plus possible l’environnement. • Utiliser un entonnoir et/ou un jerrycan avec protection contre le trop-plein pour éviter le gaspillage de carburant. • Ne pas remplir le réservoir à ras bord. • Ne pas trop remplir le réservoir d’huile moteur et/ou de transmission (voir le manuel de l’utili- sateur pour les quantités exactes). • Récupérer l’huile de vidange sans en renverser. Déposer l’huile usagée dans une station de re- cyclage. • Ne pas jeter les anciens filtres à huile à la pou- belle. Les confier à une station de recyclage. • Ne pas jeter les batteries au plomb à la poubelle. Les déposer dans une station de recyclage. • Remplacer le pot d’échappement lorsqu’il est endommagé. Utiliser exclusivement des pièces d’origine pour effectuer les réparations. • Le cas échéant, remplacer le convertisseur cata- lytique lorsqu’il est endommagé. • Le réglage du carburateur doit être confié à un technicien spécialisé. • Nettoyer le filtre à air suivant les instructions (voir manuel). GGP se réserve le droit de modifier le produit sans avis préalable.
33 NEDERLANDSNL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN • Lees deze voorschriften zorgvuldig door. Zorg dat u bekend bent met alle bedieningsmechanis- men en het juiste gebruik van de machine. • Alle bestuurders moeten zich voor gebruik aan- melden voor praktische training in de bediening van de machine, en deze ook volgen. Hierbij moet met name worden gelet op het feit dat: a. u wanneer u een zitmaaier bedient zorgvuldig en geconcentreerd te werk moet gaan. b. het op hellingen niet mogelijk is een schui- vende zitmaaier onder controle te houden door te remmen. De belangrijkste redenen voor het verliezen van de controle zijn: te weinig tractie, een uitzonderlijk hoge snelheid, te weinig rem- men, het feit dat de machine niet geschikt is voor de taak, te weinig aandacht aan het grond- oppervlak of onjuist gebruik als een sleepvoer- tuig. • Laat de machine nooit door kinderen gebruiken of door iemand die niet op de hoogte is van deze instructies. In gemeentelijke verordeningen kunnen beperkingen worden aangegeven voor de leeftijd van de bestuurder. • Gebruik de machine nooit wanneer anderen, met name kinderen of dieren, in de buurt zijn. • De bestuurder is aansprakelijk voor ongelukken bij anderen of schade aan het eigendom van an- deren. • Laat nooit kinderen of andere passagiers op de machine met u meerijden. Ze kunnen er van af vallen en ernstig gewond raken, of u kunt de machine hierdoor niet meer veilig besturen. • Gebruik de machine niet wanneer u onder in- vloed bent van alcohol, drugs of geneesmidde- len. Gebruik de machine ook niet wanneer u moe bent of zich niet lekker voelt. VOORBEREIDING • Draag stevige schoenen en een lange broek wanneer u de machine gebruikt. Gebruik de ma- chine niet op blote voeten of met sandalen. • Draag geschikte kleding wanneer u de machine gebruikt. Draag geen loshangende kleding, sie- raden, een sjaal, een das enzovoort. Deze kun-nen in de draaiende onderdelen vast komen te zitten. Steek lang haar op. • Controleer zorgvuldig het gebied dat u wilt maaien/sneeuwvrij wilt maken. Verwijder alle losse stenen, takjes, stukken ijzerdraad of ande- re vreemde voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. • Waarschuwing - benzine is uiterst brandbaar. a. Bewaar benzine altijd in een verpakking die daarvoor speciaal is bedoeld. b. U mag de machine alleen buiten met benzine (bij)vullen. Rook nooit wanneer u de machine met benzine (bij)vult. c. Vul de machine met benzine voordat u de mo- tor start. Verwijder nooit de vuldop en vul de machine nooit met benzine wanneer de motor loopt of nog warm is. d. Start nooit de motor wanneer u benzine hebt gemorst, maar verwijder de machine van de plaats waar u benzine hebt gemorst en probeer te voorkomen dat er vonken ontstaan totdat de benzine is verdampt. e. Vergeet niet na het vullen de dop op de ben- zinetank en het vat te schroeven. • Vervang defecte dempers. • Controleer voor gebruik altijd of de messen en de bevestigingsonderdelen niet zijn versleten of beschadigd. Vervang versleten of beschadigde onderdelen als een set, zodat de juiste balans behouden blijft. • De accu (op elektrisch gestarte machines) geeft explosieve gassen af. Houd de machine uit de buurt van vonken, vuur en sigaretten. Zorg dat er bij het opladen voldoende ventilatie is. • De accu bevat giftige stoffen. Beschadig de ac- cubehuizing niet. Zorg wanneer de behuizing is beschadigd dat u niet in aanraking komt met de inhoud van de accu. • Gooi oude, defecte accus niet bij het afval. Vraag bij uw gemeente na hoe u de accu op de juiste manier moet weggooien. • Zorg dat de accu geen kortsluiting maakt. Hier- bij kunnen vonken ontstaan, waardoor brand kan worden veroorzaakt. RIJDEN • Start de motor volgens de instructies in de hand-
34 NEDERLANDSNL leiding. Houd uw voeten uit de buurt van de messen. • Laat de motor niet lopen in besloten ruimten waar gevaarlijke koolmonoxidegassen zich kunnen verzamelen. • Gebruik de machine alleen overdag of bij goede verlichting. • Gebruik altijd gehoorbescherming. • Rijd voorzichtig wanneer u obstakels nadert die uw zicht beperken. • Houd kinderen altijd uit de buurt van het werk- gebied van de machine. Zorg dat een andere volwassene op de kinderen let. • Rijd voorzichtig achteruit. Kijk voordat en ter- wijl u achteruit rijdt, achter u om te controleren of er geen obstakels aanwezig zijn. Kijk uit met kleine kinderen. • Zet de messen en de verbinding los voordat u de motor start. • Houd uw handen of voeten nooit bij of onder draaiende onderdelen. Kijk uit voor de messen. Ga nooit recht voor de uitvoeropening staan. • Gebruik de machine niet op een nat gazon. • Rijd voorzichtig op hellingen. Start of stop niet plotseling wanneer u een helling op- of afrijdt. • Laat het koppelingspedaal langzaam los. Rijd al- tijd met het koppelingspedaal omlaag en laat het pedaal niet los wanneer u een helling af rijdt. • Rijd nooit dwars op de helling. Rijd van boven naar beneden, en van beneden naar boven. • Gebruik een lage versnelling wanneer u de aan- drijving inschakelt, met name in lang gras. Neem gas terug op hellingen en wanneer u scherpe bochten maakt, om te voorkomen dat de machine kantelt of u de controle over de ma- chine verliest. • Let goed op gaten in de grond en andere verbor- gen gevaren. • Rijd niet te dicht bij greppels of hoge randen. De machine kan omvallen wanneer een wiel over de rand komt of wanneer de rand afbreekt. • Ga zorgvuldig te werk wanneer u iets sleept of zware apparatuur gebruikt. a. Gebruik alleen een goedgekeurde sleepin- richting.b. Houd de lading beperkt, zodat u deze goed onder controle kunt houden. c. Maak geen plotselinge bochten. Rijd voor- zichtig achteruit. d. Gebruik wielgewichten of een gewicht op de voorzijde wanneer dit in de handleiding wordt aanbevolen. • Let goed op het verkeer bij kruispunten of in de buurt van wegen. • Stop de messen wanneer u tijdens het maaien over een ander oppervlak dan gras rijdt. • Richt wanneer u accessoires gebruikt de uitvoer nooit op iemand die ernaast staat, en laat nie- mand bij de machine staan wanneer deze is in- geschakeld. • Gebruik de machine nooit met te weinig be- scherming of zonder dat de veiligheidsmecha- nismen zijn geplaatst. • U mag bestaande veiligheidsmechanismen niet losmaken of uitschakelen. Controleer elke keer voordat u de machine gebruikt of de veilig- heidsmechanismen werken. • Verander de instelling van de regelaar van de motor niet en laat de motor niet op een te hoog toerental lopen. Bij hoge toerentallen van de motor neemt de kans op persoonlijk letsel toe. • Raak machineonderdelen die tijdens gebruik warm worden, niet aan. U loopt dan de kans op brandwonden. • Verlaat de zitplaats van de bestuurder alleen wanneer u: a. het krachtafneempunt hebt uitgeschakeld en de accessoires omlaag hebt gezet. b. de versnelling in de neutrale stand hebt gezet en de parkeerrem hebt geactiveerd. c. de motor hebt uitgeschakeld en de sleutel hebt verwijderd. • Gebruik alleen accessoires die zijn goedge- keurd door de fabrikant van de machine. • U mag de machine niet gebruiken zonder dat u in de gereedschapsbevestigingspunten van de machine accessoires/gereedschappen hebt ge- plaatst. Rijden zonder accessoires kan een ne- gatief effect hebben op de stabiliteit van de machine. • Ga voorzichtig te werk wanneer u een grasop-
35 NEDERLANDSNL vangbak of andere accessoires gebruikt. Hier- door kan de stabiliteit van de machine veranderen. Dit geldt met name op hellingen. • Schakel de aandrijving van de accessoires uit, schakel de motor uit en maak de bougiekabel los of verwijder het contactsleuteltje: a. wanneer u takjes en vuil moet verwijderen als de uitvoer verstopt is geraakt. b. wanneer u de machine wilt controleren, reini- gen of onderhoud aan de machine wilt verrich- ten. c. wanneer u wilt controleren of er schade is ontstaan en reparaties wilt uitvoeren voordat u de machine na een botsing met een vreemd voorwerp weer start en in gebruik neemt. d. Wanneer u de machine wilt controleren wan- neer deze sterk begint te trillen. (Controleer de machine direct.) • Maak de aandrijving naar de accessoires los tij- dens transport of wanneer u de machine niet ge- bruikt. • Schakel de motor uit en maak de aandrijving naar de accessoires los: a. voordat u de machine met benzine vult. b. voordat u de grasopvangbak verwijdert. c. voordat u de hoogte aanpast, wanneer dit niet mogelijk is vanaf de positie van de bestuurder. • Zet de machine in een lagere versnelling wan- neer u de motor wilt uitschakelen. Wanneer de motor is uitgerust met een brandstofafsluiter, moet u deze uitschakelen wanneer het werk klaar is. • Wees voorzichtig wanneer u een machine hebt met meerdere maaidekken, want als er één mes draait, kunnen de andere messen ook gaan draaien. • U mag met de machine, uitgerust met de oor- spronkelijke accessoires, niet rijden op een hel- ling met een steilere hellingshoek dan 10º. • De oorspronkelijke messen van het maaidek mogen niet worden vervangen door niet-oor- spronkelijke messen die bijvoorbeeld zijn be- doeld voor verwijdering van mos. Wanneer u dergelijke messen gebruikt, vervalt de garantie. Ook bestaat de kans op ernstig letsel of schade aan personen of eigendom. • Ga voorzichtig te werk bij het laden en ontladen van de machine op een vrachtwagen of aan- hangwagen. ONDERHOUD EN OPBERGEN • Zet alle schroeven en moeren zo vast dat de ma- chine veilig kan worden gebruikt. • Controleer regelmatig of de schroeven van de messen van het maaidek stevig vast zitten. • Controleer regelmatig de werking van de rem- men. Onderhoud de remmen goed en repareer ze indien nodig. • Berg de machine nooit op met benzine in de tank in gebouwen waar de dampen in aanraking kunnen komen met open vuur of vonken. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine opbergt. • Zorg ter voorkoming van brandgevaar dat er geen gras, bladeren of overtollige olie in de mo- tor, demper, accu en benzinetank komen. • Controleer regelmatig of de grasopvangbak is versleten of beschadigd. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor de veiligheid. • Gebruik altijd originele reserveonderdelen. Niet-originele reserveonderdelen kunnen ver- wondingen veroorzaken, ook al passen ze in de machine. • Vervang beschadigde waarschuwings- en in- structiestickers. • Wanneer er geen mechanische vergrendeling aanwezig is voor de transportpositie, moet u het maaidek omlaag zetten wanneer u de machine parkeert, opbergt of onbewaakt achterlaat. • Wanneer u de benzinetank moet leegmaken, moet u dit buiten doen. • Berg de machine zo op dat kinderen deze niet kunnen bereiken. OPBERGEN Maak de benzinetank leeg. Start de motor en laat deze lopen totdat ze stopt. Vervang de olie terwijl de motor nog warm is. Schroef de bougie los en giet een eetlepel olie in de cilinder. Laat de motor enkele slagen draaien zodat
36 NEDERLANDSNL de olie in de cilinder wordt verspreid. Plaats de bougie. Reinig de volledige machine. Het is met name be- langrijk om onder het maaidek te reinigen. Werk beschadigde verf bij om roest te voorkomen. Berg de machine binnen op een droge plaats op. Machines met een elektrische starter: Verwijder de accu. Bewaar deze goed opgeladen op een koele plaats (tussen de 0°C en de 15°C) Op de juiste bewaartemperatuur zou de accu elke vier maanden moeten worden opgeladen. Het accuzuur is extreem bijtend en kan verwondingen en beschadigingen aan de huid en aan kleding veroorzaken. Draag altijd rubberen handschoenen en een bril (veiligheidsbril) om uw ogen te beschermen. Adem geen zuurdampen in. Laat de accu niet te veel hellen, want dan kan het accuzuur eruit lopen op de handen of de kleding. Spoel wanneer dit gebeurt, het zuur met veel water af. REPARATIES Bevoegde servicewerkplaatsen voeren reparaties en garantiewerkzaamheden uit. Ze gebruiken ori- ginele reserveonderdelen. Originele reserveonderdelen worden geleverd door servicewerkplaatsen en een groot aantal dealers. Wij raden u aan de machine eens per jaar naar een bevoegde servicewerkplaats te brengen voor servi- ce, onderhoud en controle van de veiligheidsme- chanismen. AANKOOPVOORWAARDEN Fabricagefouten en materiaaldefecten vallen volle- dig onder de garantie. De gebruiker dient de in- structies in de bijgeleverde documentatie zorgvuldig op te volgen. Garantieperiode Gebruik consument: twee jaar na aankoopdatum. Voor accus: 6 maanden na aankoopdatum. Uitzonderingen De garantie geldt niet in de volgende gevallen:- nalatigheid van de gebruiker zich op de hoogte te stellen van de bijgeleverde documentatie - onachtzaamheid - onjuist en ongeoorloofd gebruik of onjuiste en ongeoorloofde montage - het gebruik van niet-originele reserveonderde- len - het gebruik van accessoires die niet door GGP zijn geleverd of goedgekeurd De garantie geldt ook niet voor: - aan slijtage onderhevige onderdelen zoals bla- den, riemen, wielen en kabels - normale slijtage - motor en versnellingsbak. Dergelijke zaken val- len onder de garantie van de bijbehorende fabri- kant met aparte voorwaarden. Op alle aankopen is de nationale wetgeving in het land van de koper van toepassing. De rechten die de koper aan de nationale wetgeving in zijn land kan ontlenen worden niet beperkt door deze garan- tie. PRODUCTIDENTITEIT De identiteit van het product wordt bepaald door twee onderdelen: 1. De artikel- en serienummers op de machine: 2. Het model-, type- en serienummer van de mo- tor: Deze zijn te vinden op de ventilatiebehuizing van de machine, zoals op de illustratie:
37 NEDERLANDSNL Gebruik deze identificatietermen tijdens al het contact met de servicewerkplaatsen en bij de aan- koop van reserveonderdelen. Schrijf zo snel mogelijk na aanschaf van de machi- ne het bovenstaande nummer op de laatste pagina van deze uitgave. MILIEU Om milieutechnische redenen bevelen wij u aan specifieke aandacht te besteden aan de volgende punten: • Gebruik altijd alcylaatbenzine (“milieuvriende- lijke benzine“). • Gebruik altijd een trechter en/of een benzinekan met overloopbeveiliging om te voorkomen dat u morst wanneer u de machine met benzine vult. • Vul de benzinetank niet helemaal tot aan de rand. • Voeg niet te veel motor- en/of transmissieolie toe (zie de gebruikersinstructies voor de juiste hoeveelheid). • Vang alle olie op tijdens het olie verversen. Zorg dat u geen olie morst. Lever de olie in bij een recyclingstation. • Gooi vervangen oliefilters niet bij het normale afval. Lever ze in bij een recyclingstation. • Gooi vervangen loodaccus niet bij het normale afval. Lever de accu in bij een accu-inzame- lingspunt voor recycling. • Vervang de demper wanner deze defect is. Ge- bruik altijd oorspronkelijke reserveonderdelen wanneer u reparaties uitvoert. • Wanneer de machine oorspronkelijk was voor- zien van een katalysator en deze defect is ge- raakt, moet u de oude katalysator verwijderen en een nieuwe installeren. • Laat de carburator indien nodig altijd door een specialist afstellen. • Reinig het luchtfilter volgens de instructies (zie gebruikersinstructies). GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging wijzigingen in het product aan te bren- gen.
38 ITALIANOIT NORME DI SICUREZZA GENERALITÀ • Leggere attentamente le istruzioni che seguono. Imparare ad utilizzare i comandi per un corretto impiego della macchina. • Prima dell’uso, è necessario che il conducente segua un addestramento pratico sul funziona- mento della macchina. È importante sottolinea- re che: a. L’uso di un trattorino rasaerba richiede atten- zione e concentrazione. b. Nei pendii il freno non è sufficiente per con- trollare il trattorino rasaerba se questo inizia a scivolare. Le cause principali che possono de- terminare la perdita di controllo del mezzo so- no: trazione insufficiente, velocità eccessiva, azione frenante inadeguata, macchina inadatta al tipo di impiego, scarsa attenzione al terreno o utilizzo scorretto come veicolo da traino. • Non consentire l’utilizzo della macchina ai mi- nori o a chiunque non abbia letto queste istru- zioni. È possibile che esistano norme nazionali che impongono un limite di età per il conducen- te. • Non utilizzare mai la macchina se nelle vicinan- ze vi sono bambini o animali. • Tenere presente che il conducente è responsabi- le per eventuali danni arrecati a persone o cose. • Non far salire sulla macchina in funzione bam- bini o altri passeggeri. Potrebbero cadere e pro- curarsi lesioni gravi o potrebbero pregiudicare la guida sicura della macchina. • Non utilizzare la macchina se si è sotto l’effetto di alcolici, droghe o medicinali. Se ci si sente stanchi o non ci si sente bene, non utilizzare la macchina. PREPARAZIONE • Indossare scarpe pesanti e pantaloni lunghi quando si utilizza la macchina. Non utilizzarla se si è scalzi o si indossano sandali. • Indossare abbigliamento idoneo quando si uti- lizza la macchina. Non indossare abiti larghi o ingombranti, gioielli pendenti, sciarpe, cravatte etc. che possono restare impigliati negli ingra- naggi. Raccogliere i capelli se sono lunghi.• Controllare accuratamente l’area che si desidera tosare/pulire dalla neve. Rimuovere gli eventuali sassi, pezzi di legno o di fil di ferro e altri corpi estranei che la macchina potrebbe espellere. • Avvertenza: la benzina è altamente infiammabi- le. a. Conservare sempre la benzina negli appositi contenitori. b. Effettuare il rifornimento o il rabbocco all’aperto e non fumare durante queste opera- zioni. c. Fare rifornimento prima di accendere il mo- tore. Non aprire il tappo della benzina né fare ri- fornimento quando il motore è acceso o è ancora caldo. d. Se si verifica una fuoriuscita di benzina, non mettere in moto, ma spostare la macchina dal luogo in cui si trova la benzina ed evitare possi- bili cause di scintille finché i vapori della ben- zina non si sono dispersi. e. Non dimenticare di riavvitare il tappo della benzina e il tappo del contenitore di benzina dopo il rifornimento. • Sostituire la marmitta se difettosa. • Prima dell’uso, controllare sempre che le lame e i dispositivi di montaggio non siano usurati o danneggiati. Sostituire in blocco i pezzi usurati o danneggiati in modo da mantenere il corretto equilibrio. • Dalla batteria (nelle macchine elettriche) posso- no fuoriuscire gas esplosivi. Tenerla lontana da scintille, fiamme e sigarette. Assicurarsi che du- rante la carica la ventilazione sia sufficiente. • La batteria contiene materiale tossico. Non dan- neggiare il contenitore esterno della batteria. Se il contenitore è danneggiato, evitare di entrare in contatto con gli elementi all’interno. • No gettare le batterie vecchie o difettose insie- me ai rifiuti normali. Contattare un centro di smaltimento specifico per questo tipo di rifiuti. • Non cortocircuitare la batteria. Le scintille così provocate potrebbero causare un incendio. GUIDA • Mettere in moto seguendo le istruzioni del ma- nuale dell’utente. Non avvicinare i piedi alle la- me.
39 ITALIANOIT • Non mettere in moto in spazi angusti dove si possono determinare concentrazioni pericolose di monossido di carbonio. • Utilizzare la macchina solo di giorno o in aree ben illuminate. • Indossare sempre cuffie protettive. • Prestare particolare attenzione quando ci si av- vicina ad ostacoli che potrebbero limitare la vi- sibilità. • Tenere sempre i bambini lontano dall’area in cui è in funzione la macchina. È necessario che i bambini vengano sorvegliati da un altro adul- to. • Prestare attenzione quando la macchina retroce- de. Guardare dietro di sé prima e durante la re- tromarcia per assicurarsi che non vi siano ostacoli. Accertarsi che non vi siano bambini piccoli nelle vicinanze. • Disinserire la/e lama/e e il connettore prima di mettere in moto. • Non avvicinare mai le mani o i piedi agli ingra- naggi. Fare attenzione alle lame. Non stazionare davanti all’apertura di scarico. • Evitare di utilizzare la macchina sull’erba ba- gnata. • Stare molto attenti tosando su pendii. Non effet- tuare brusche partenze o frenate tosando su pen- dii. • Togliere lentamente il piede dalla frizione. Gui- dare sempre con la marcia innestata e non disin- serirla quando ci si trova su un pendio. • Non tosare trasversalmente ad un pendio. Spo- starsi sempre dall’alto verso il basso, quindi dal basso verso l’alto. • Accelerare lentamente quando si innesta la mar- cia, specialmente se l’erba è alta. Ridurre la ve- locità sui pendii o nelle curve strette per evitare di ribaltarsi o di perdere il controllo della mac- china • Fare attenzione alle buche nel terreno e ad altri pericoli nascosti. • Non utilizzare la macchina vicino a fossati o bordi alti. La macchina si può ribaltare se una ruota urta il bordo o se il bordo si rompe. • Fare attenzione durante il traino e quando si uti- lizzano apparecchiature pesanti.a. Utilizzare solo dispositivi di traino autorizzati. b. Limitare il carico in modo da poterlo control- lare senza problemi. c. Non svoltare bruscamente. Prestare attenzio- ne quando la macchina retrocede. d. Utilizzare i contrappesi per le ruote e un con- trappeso anteriore se previsto nelle istruzioni per l’utente. • Fare attenzione al traffico agli incroci e quando si utilizza la macchina vicino alla strada. • Arrestare la/e lama/e quando si guida la mac- china su un terreno non erboso. • Quando si utilizzano gli accessori, non dirigere mai lo scarico in direzione di persone eventual- mente presenti e non lasciare avvicinare nessu- no alla macchina in funzione. • Non utilizzare la macchina se le protezioni sono insufficienti o se i dispositivi di sicurezza non sono correttamente posizionati. • I dispositivi di sicurezza esistenti non possono essere scollegati o disinseriti. Prima di utilizza- re la macchina, controllare sempre che i dispo- sitivi di sicurezza funzionino. • Non alterare le regolazioni della macchina e non imballare il motore. Se il motore viene fatto funzionare ad un numero di giri eccessivo, il ri- schio di lesioni personali aumenta. • Non toccare i componenti del motore che, du- rante l’uso, che si sono riscaldati. Vi è il rischio di ustionarsi. • Non alzarsi dal sedile se prima non si è provve- duto a: a. Disinserire la presa di corrente ed abbassare gli accessori. b. Mettere il cambio in folle ed azionare il freno di stazionamento. c. Spegnere il motore ed estrarre la chiavetta. • Utilizzare solo gli accessori raccomandati dal produttore della macchina. • È possibile che la macchina non funzioni se gli accessori/utensili non sono stati installati negli spazi predisposti. L’utilizzo della macchina senza gli accessori può avere un effetto negati- vo sulla stabilità della macchina stessa. • Fare attenzione quando si utilizzano raccoglier-
40 ITALIANOIT ba e gli altri accessori. Possono alterare la stabi- lità della macchina. In particolare nei pendii. • Disinserire la trasmissione agli accessori, spe- gnere il motore e scollegare il cavo della cande- la oppure rimuovere la chiavetta di accensione. a. Per rimuovere pezzi di legno e rifiuti quando lo scarico è ostruito. b. Per controllare o pulire la macchina o effet- tuare la manutenzione. c. Per controllare se vi sono danni e per effettua- re riparazioni prima di usare nuovamente la macchina dopo la collisione con un corpo estra- neo. d. Per controllare la macchina se questa inizia a vibrare eccessivamente. (Controllare immedia- tamente). • Disinserire la trasmissione agli accessori duran- te il trasporto o quando la macchina non è in funzione. • Spegnere il motore e scollegare la trasmissione agli accessori: a. Prima di effettuare il rifornimento di benzina. b. Prima di rimuovere il raccoglierba. c. Prima di regolare l’altezza, se ciò non viene fatto dalla postazione del conducente. • Ridurre l’accelerazione quando si deve spegne- re il motore e, se il motore è provvisto di una valvola di arresto del carburante, tale valvola va azionata una volta terminato il lavoro. • Fare attenzione ai vari piatti della lama in quan- to una lama rotante può determinare la rotazio- ne di altre lame. • Quando sono montati gli accessori originali, la macchina non deve essere utilizzata su terreni con una pendenza superiore a 10°, a prescindere dal senso di marcia. • La/e lama/e originale/i del piatto di taglio non deve/devono essere sostituita/e con accessori non originali, ad esempio per la demischiatura. Se si utilizzano accessori non originali, la ga- ranzia non sarà più valida. Esiste inoltre il ri- schio di lesioni personali o danni a persone o a cose. • Fare attenzione durante il carico e lo scarico della macchina su rimorchi o camion.MANUTENZIONE ED ASSISTENZA • Serrare tutti i dadi e le viti per assicurare un fun- zionamento sicuro della macchina. • Controllare regolarmente che la/e vite/i della lama del piatto di taglio sia/siano ben serrate. • Controllare regolarmente il funzionamento dei freni. È importante effettuare la manutenzione ed eventualmente riparare i freni, se necessario. • Non lasciare benzina nel serbatoio se la macchi- na si trova in un edificio dove i vapori della ben- zina possono entrare in contatto con fiamme o scintille. • Far raffreddare la macchina prima di posizio- narla al coperto. • Per ridurre il rischio di incendi, fare in modo che il motore, la marmitta, la batteria e il serba- toio della benzina non contengano foglie, erba e olio in eccedenza. • Controllare frequentemente che il raccoglierba non sia usurato o danneggiato. • Per sicurezza, sostituire i pezzi usurati o dan- neggiati. • Utilizzare esclusivamente ricambi originali. I ricambi non originali, anche quelli installabili sulla macchina, possono provocare lesioni. • Sostituire gli adesivi che riportano istruzioni e messaggi di avvertenza, se danneggiati. • Se la macchina non è provvista di fermi mecca- nici per il trasporto, il piatto di taglio deve esse- re abbassato quando la macchina viene parcheggiata, riposta al coperto o lasciata incu- stodita. • L’operazione di svuotamento del serbatoio di benzina va effettuata all’aperto. • La macchina va riposta al coperto in un luogo inaccessibile ai bambini. CONSERVAZIONE Svuotare il serbatoio della benzina. Mettere in moto e far funzionare la macchina finché si ferma. Sostituire l’olio quando il motore è ancora caldo. Svitare la candela e versare un cucchiaio di olio nel cilindro. Far fare qualche giro al motore per con- sentire all’olio di distribuirsi nel cilindro. Installa-