Home
>
GGP Italy SPA
>
Brush Cutter
>
GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010690 Operators Manual Finnish Version
GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010690 Operators Manual Finnish Version
Have a look at the manual GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010690 Operators Manual Finnish Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
NL12GEBRUIK VAN DE MACHINE Vooraleer de eerste keer te gaan maaien, moet men vertrouwd raken met de meest gepaste maaitechnieken door het draagstel te passen, de machine stevig vast te nemen en de handelingen uit te voeren. • Keuze van de snij-inrichting Kies de snij-inrichting die het meest gepast is voor het werk dat u wilt uitvoeren, volgens deze aanwijzingen: – het mes met 3 puntenis geschikt voor het maaien van kreupelhout en struikgewas tot een diameter van 2 cm; – lhet mes met 4 puntenis geschikt voor het maaien van sterk gras op grote oppervlakken; – de draadhouderkan hoog gras en niet-hou- terige begroeiing verwijderen tegen omheinin- gen, muren, funderingen, trottoirs, rond bomen, enz. of een bepaalde zone van de ruin volledig schoon te maken; – het zaagmes(indien toegestaan) is geschikt voor het snoeien van stevig struikgewas, heesters en kleine bomen met een stam tot 6 cm. WERKTECHNIEKEN a) Mes met 3 punten (Fig. 14) Begin te snijden bovenaan de begroeiing en ga met het mes naar beneden, op dusdanige wijze dat de taken in kleine stukken gesneden worden. b) Mes met 4 punten (Fig. 15) Gebruik de machine als een traditionele maai- machine, met een boogbeweging van ongeveer 60-90° tot buiten de begroeiing enzoverder. c) Draadhouder Gebruik ALLEEN nylon- draad. Het gebruik van metalen draden, geplastificeerde metaaldraad of draad die niet geschikt is voor de houder, kan ernstige verwondingen veroorzaken. Tijdens het gebruik moet de motor stilgelegd !LET OP! worden en moet het gras dat zich rond de machine gewikkeld heeft regelmatig verwijderd worden, om oververhitting van de aandrijvings- buis te voorkomen, te wijten aan gras dat zich opgehoopt heeft onder de bescherming. Ve rwijder het gras met een schroevendraaien, om ervoor te zorgen dat de staaf correct afge- koeld wordt. Gebruik de machine niet om de vegen, door de draadhouder over te hellen. De kracht van de motor kan voorwer- pen of keitjes tot 15 meter ver werpen en schade of verwondingen veroorzaken. •Snijden in beweging (Maaien) (Fig. 16) Ga met een correcte houding te werk, met een boogbeweging zoals bij traditioneel maaien, zonder de draadhouder over te hellen. Probeer de juiste maaihoogte eerst uit in een kleine zone, om een uniform maairesultaat te verkrijgen door de draadhouder op een constan- te afstand van het terrein te houden. V oor zwaarder werk, kan het handig zijn de draadhouder ongeveer 30° naar links te laten hellen. Doe dit niet wanneer voor- werp kunnen wegspringen die personen of dieren kunnen verwonden of schade kunnen aanrichten. •Precisiesnijden (Recht afsnijden) Houd de machine lichtjes schuin zodat de onderkant van de draadhouder niet in aanraking komt met het terrein en de snijlijn zich op het gewenste punt bevindt, waarbij de snij-inrichting altijd ver van de gebruiker gehouden wordt. • Maaien vlakbij omheiningen / funderingen (Fig. 17) Nader met de draadhouder langzaam de omhei- ning, paaltjes, stenen, muren, enz. zonder kracht toe te passen. Wanneer de draad een omvangrijke hindernis raakt kan hij breken of verslijten; wanneer hij blijft steken in een omheining, kan hij bruusk afknak- ken. !LET OP! !LET OP!
In elk geval kan het snijden rond trottoirs, funde- ringen, muren, enz. een overmatige slijtage van de draad veroorzaken. •Maaien rond bomen (Fig.18) Loop rond de boom van links naar rechts en nader de stam langzaam om er niet met de draad tegen te komen; hou de draadhouder een beetje naar voren. Hou er rekening mee dat de nylondraad kleine heesters kan doorsnijden of beschadigen en dat het contact tussen de nylondraad en de stam van heesters of bomen met een zachte schors de plant ernstig kan beschadigen. • Regeling van de draadlengte tijdens het werk (Fig. 19) Deze machine is uitgerust met een kop Tap & Go. Om nieuwe draad vrij te geven, klop de draad- houder tegen het terrein met de motor op maxi- male snelheid; de draad komt automatisch vrij en het mes snijdt de overtollige lengte weg. d) Zaagmes (indien toegestaan) (Fig. 20) Het gebruik van zaagmes- sen is verboden op machine met het symbool (zie hoofdstuk 2 n. 6). Voor het gebruik van het zaagmes, waar toegestaan, moet de bescherming altijd gemonteerd zijn. Het mes moet altijd goed scherp zijn om het risico voor terugslag te beperken. Voor het vellen van kleine bomen, moet de valrichting van de boom voorzien worden, rekening houdend met de windrichting. Om een goed resultaat te bekomen bij het vellen van kleine bomen, is het noodzakelijk e snijden met een snelle beweging naar de tak of de stam die men wilt snijden en met de motor op het hoogste toerental. !LET OP! !LET OP! Gebruik best de rechterzone van het mes niet, omdat dit een hoog risico inhoudt voor terugslag of stilvallen van het mes, te wijten aan de draai- richting. NA HET WERKEN Na het werken: – Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven (Hoofdstuk 6). –W acht tot de snij-inrichting tot stilstand geko- men is en monteer de mesbescherming (wan- neer gebruik gemaakt wordt van messen met 3 of 4 punten of een zaagmes). GEBRUIK VAN DE MACHINE13NL
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd de oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksvei- ligheid van de machine in stand te houden. Tijdens het onderhoud: – Haal de kap van de bougie. –W acht tot de motor voldoende afgekoeld is. – Gebruik werkhandschoenen voor alle han- delingen die betrekking hebben op de mes- sen. – Houd de mesbescherming op zijn plaats, tenzij aan het mes zelf gewerkt moet wor- den. –D e olie, benzine of andere vervuilende materialen niet in het milieu gooien. CILINDER EN GELUIDSDEMPER Om brandgevaar te beperken, worden de vleu- gels van de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en wordt de zone van de geluidsdem- per vrijgemaakt van zaagsel, takjes, bladeren of ander afval. STARTGROEP Om oververhitting en schade aan de motor te voorkomen, moeten de roosters voor de aanzui- ging van de koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn . Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste tekenen van slijtage. BEVESTIGINGEN Controleer regelmatig of alle schroeven en moe- r en goed aangezet zijn en of de handgrepen ste- vig vastzitten. REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Fig. 21) Het is essentieel dat de luchtfilter gereinigd wordt, voor de goede wer- king en de levensduur van de machine. Werk nooit zonder filter of met een beschadigde filter, om geen onherroepelijke schade toe te brengen aan de motor. De reiniging wordt uitgevoerd elke 8-10 werku- r en. Om de filter te reinigen: –D ruk op het lipje (3), verwijder het deksel (1) en BELANGRIJK !LET OP! vervolgens het filterelement (2). –W as het filterelement (2) met water en zeep. Gebruik geen benzine of andere oplosmidde- len. – Laat de filter drogen aan de lucht. – Hermonteer het filterelement (2) en het deksel (1). CONTROLE VAN DE BOUGIE (Fig. 22) Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en gereinigd, door eventuele restjes te verwijderen met een metalen borsteltje. Om de bougie te bereiken, moet de schroef los- gedraaid worden met de bijgeleverde sleutel en het bovenste maskertje verwijderd worden. Controleer en herstel de correcte afstand tussen de elektrodes Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast met de bijgeleverde sleutel. De bougie moet ingeval van doorgebrande elektroden of een beschadigde isolatie, en ieder geval elke 100 werkuren, vervangen worden door een bougie met analoge karakteristieken. DE MOTOROLIE VERVANGEN Maak het reservoir van de motorolie helemaal leeg wanneer de motor nog lauw is, zodat die beter en sneller wegloopt. 1. Controleer of de dop van het brandstofreser- voir goed vastgedraaid is. 2. Verwijder de dop van het oliereservoir en laat de olie in een recipiënt lopen, door de motor te laten overhellen aan de zijde van de vul- opening van het oliereservoir. 3. Vul het reservoir met de aanbevolen olie en controleer het oliepeil. 4. Herplaats de dop van het oliereservoir. REGELING VAN DE CARBURATOR De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog op de beste prestaties in alle omstan- digheden, met een minimale uitstoot van scha- delijke gassen, overeenkomstig de geldende normen. In geval van schaarse prestaties, wendt u zich tot de Verkoper voor een controle van de brand- stoftoevoer en de motor. • Regeling van het minimumtoerental 14ONDERHOUD EN OPSLAGNL 8. ONDERHOUD EN OPSLAG
Het minimumtoerental wordt alleen geregeld wanneer de snij-inrich- ting beweegt met de motor op het laagste toerental. De snelheid kan verminderd worden door de schroef aangeduid met een «MIN» tegen de wij- zers van de klok in te draaien tot de snij-inrich- ting stilvalt, met een voldoende regelmatige wer- king van de motor. Indien de motor op het minimumtoerental een onregelmatige werking vertoont, draai dan de schroef in wijzerzin om de snelheid te verhogen. De snij-inrichting mag niet bewegen met de motor op het minimumtoe- rental; contacteer uw Verkoper indien u er niet in slaagt een bevredigende regeling uit te voeren. HOEKRETOUR (Fig. 23) Smeren met vet op basis van lithium. Ve rwijder de schroef (1) en breng het vet aan door de as handmatig te laten draaien tot het vet naar buiten komt; vervolgens de schroef (1) her- monteren. SLIJPEN VAN HET MES MET 3 OF 4 PUNTEN (Fig. 24) Draag werkhandschoenen. Indien het slijpen gebeurt zonder het mes te demonteren, de bougiekap loskoppelen. Het slijpen moet gebeuren volgens de typologie van het mes en de bladen, met behulp van een platte vijl en op gelijke wijze op alle punten. De aanwijzingen voor een correcte vijling vindt u in Fig. 24: A = Verkeerde vijling B = Vijllimieten C = Verkeerde en ongelijke hoeken Het is belangrijk dat na het vijlen een correct evenwicht bewaard blijft. De messen met 3 of 4 punten kunnen aan weers- zijden gebruikt worden. Wanneer een zijde van de punten versleten is, kan het mes omgedraaid worden om de andere zijde te gebruiken. !LET OP! !LET OP! !LET OP!Het mes dient nooit gere- pareerd te worden, maar moet vervangen worden zodra eerste sporen van breuk vast- gesteld worden of de vijllimiet overschreden is. VERVANGING VAN DE DRAAD VAN DE KOP Om de nylondraad te vervangen, volg de aanwij- zingen bij de kop. VIJLEN VAN DE DRAADSNIJDER (Fig. 25) – Haal de draadsnijder (1) uit de bescherming (2), door de schroef (3) los te draaien. – Zet de draadsnijder vast in een bankschroef en vijl met behulp van een platte vijl. Zorg ervoor dat de originele snijhoek behouden blijft. – Hermonteer het mes op de bescherming. VIJLEN VAN HET ZAAGMES MET 24 TANDEN (Fig. 26) Draag werkhandschoenen. Indien het slijpen gebeurt zonder het mes te demonteren, de bougiekap loskoppelen. Controleer of de zetting van het mes ongeveer 1 mm bedraagt en regel dit zo nodig met een tang. Slijp de tanden gelijk met een ronde vijl (1) met een diameter van 5,5 mm, op de manier geïl- lustreerd in de figuur. Ga afwisselend te werk op de tanden links en rechts. Het profiel van de tand mag niet gewijzigd wor- den. Het zaagmes is niet omkeerbaar en mag bijgevolg maar aan één zijde gebruikt worden. Het mes dient nooit gerepareerd te worden, maar moet vervangen worden zodra eerste spo- r en van breuk vastgesteld worden of de vijllimiet overschreden is. BUITENGEWONE HANDELINGEN Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in !LET OP! !LET OP! !LET OP! ONDERHOUD EN OPSLAG 15NL
deze handleiding dient alleen door uw Verkoper uitgevoerd te worden. Handelingen die uitgevoerd werden in niet geschikte structuren of door onbekwame perso- nen doen de garantie vervallen. OPSLAG Na het werken, wordt de machine zorgvuldig vrijgemaakt van stof en vuil en worden de defec- te onderdelen gerepareerd of vervangen. De machine moet bewaard worden op een droge plaats, beschermd tegen de weersomstandighe- den en met de bescherming correct gemon- teerd. LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT Indien men van plan is de machine langer dan 2 – 3 maanden niet te gebruiken, moeten een aantal voorzorgsmaatre- gelen getroffen worden om problemen te vermij- den bij het hervatten van het werk of om perma- nente schade aan de motor te voorkomen.BELANGRIJK •O pberging Alvorens de machine te op te bergen: –Ledig de brandstoftank. – Start de motor en laat hem op het laagste toe- rental draaien tot de stilstand, zodat alle in het r eservoir overgebleven brandstof opgebruikt wordt. – Laat de motor afkoelen en demonteer de bou- gie. – Giet een theelepel verse olie in het gat van de bougie. –Tr ek verschillende keren aan de startknop om de olie goed te verdelen in de cilinder. – Hermonteer de bougie met de zuiger aan het bovenste dood punt (zichtbaar vanuit het gat van de bougie wanneer de zuiger aan de eind- aanslag gekomen is). • Hervatten van de activiteit Wanneer de machine weer gestart wordt: –Verw ijder de bougie. –Tr ek enkele keren aan de startknop om de overtollige olie te verwijderen. – Controler de bougie zoals beschreven in het hoofdstuk “Controle van de bougie”. – Bereid de machine voor zoals aangegeven in het hoofdstuk “Vóór het gebruik”. 16 ONDERHOUD EN OPSLAG / OPSPOREN VAN DEFECTENNL 9. OPSPOREN VAN DEFECTEN 1)De motor start niet of blijft niet draaien 2)De motor start maar heeft weinig vermogen 3)De motor werkt onregelmatig of heeft geen vermogen bij belasting – De startprocedure is niet correct – De bougie is vuil of de afstand tus- sen de elektroden is niet gepast –V erstopte luchtfilter –B randstofproblemen –V erstopte luchtfilter –B randstofproblemen – De bougie is vuil of de afstand tus- sen de elektroden is niet gepast –B randstofproblemen –V olg de aanwijzingen (zie hoofd- stuk 6) – Controleer de bougie (zie hoofd- stuk 8) – Reinig en/of vervang de filter (zie hoofdstuk 8) – Contacteer uw Verkoper – Reinig en/of vervang de filter (zie hoofdstuk 8) – Contacteer uw Verkoper – Controleer de bougie (zie hoofd- stuk 8) – Contacteer uw Verkoper PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
TECHNISCHE GEGEVENS17NL Motor .................................... 4-takt luchtkoeling Cilinderinhoud / Vermogen Mod. 28H - 28HD ................. 25 cm 3/ 0,81 kW Mod. 38H - 38HD ................... 35 cm3/ 1,2 kW Draaisnelheid motor op laagste toerental Mod. 28H - 28HD............. 2900-3300 toeren/1’ Mod. 38H - 38HD............. 2900-3300 toeren/1’ Maximale draaisnelheid motor Mod. 28H - 28HD......... 10500-11000 toeren/1’ Mod. 38H - 38HD......... 10500-11000 toeren/1’ Maximale draaisnelheid gereedschap Mod. 28H - 28HD ...................... 8500 toeren/1’ Mod. 38H - 38HD ...................... 8500 toeren/1’ Bougie .................... NGK CM5H (of gelijkaardig) Brandstof: ....... Loodvrije benzine (groen) - mini- mum 90 N.O.Inhoud van het brandstofreservoir Mod. 28H - 28HD ................................ 550 cm 3 Mod. 38H - 38HD ................................ 650 cm3 Inhoud van het oliereservoir Mod. 28H - 28HD .................................. 80 cm3 Mod. 38H - 38HD ................................ 100 cm3 Maximaal toegestane diameter messenMes met 3 punten ........................... Ø 255 mm Mes met 4 punten ........................... Ø 255 mm Zaagmes (behalve Mod. 28H - 28HD - 38H) .................................... Ø 255 mm Massa 1) Modellen “MONO” ............... van 5,3 tot 7,1 kg Modelleni “DUPLEX” ........... van 5,5 tot 8,2 kg 1)Massa volgens norm ISO 11806 (zonder brandstof, snij-inrichtingen en bescherming) 10. TECHNISCHE GEGEVENS Geluids- en trillingsmetingen Model ........................................ 28H 28HD 38H 38HD Gemeten geluidsniveau (ISO 10884) dB(A) met draadhouder..................... 108,1 107,9 106,3 109,7 met mest met 4 punten ........... 106,0 106,1 103,5 106,5 Geluidsniveau aan oor gebruiker (EN 27917) dB(A) met draadhouder..................... 94,6 95,192,194,7 met mest met 4 punten ........... 94,3 91,293,293,7 T rillingen overgebracht op de hand op de voorste handgreep (“MONO”) (ISO 7916) m/sec 2 op laagste toerental .............. 2,4 –2,2 – met draadhouder .................... 8,3 –5,9 – met mest met 4 punten ........... 7,8 –2,8 – T rillingen overgebracht op de hand op de achterste handgreep (“MONO”) (ISO 7916) m/sec 2 op laagste toerental .............. 2,0 –2,9 – met draadhouder .................... 8,1 –6,7 – met mest met 4 punten ........... 9,2 –4,7 – T rillingen overgebracht op de hand op de linkse handgreep (“DUPLEX”) (ISO 7916) m/sec 2 op laagste toerental .............. –1,3 –1,3 met draadhouder .................... –7,2 –2,1 met mest met 4 punten ........... –5,4 –2,0 T rillingen overgebracht op de hand op de rechtse handgreep (“DUPLEX”) (ISO 7916) m/sec 2 op laagste toerental .............. –1,9 –1,4 met draadhouder .................... –7,7 –3,3 met mest met 4 punten ........... –5,3 –3,7