Siemens Kg 36p390 Operating Instructions
Have a look at the manual Siemens Kg 36p390 Operating Instructions online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 428 Siemens manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
107 nl 4 Insteltoets ºC voor de temperatuur in de diepvriesruimte De temperatuur in de diepvriesruimte is instelbaar van –16 ºC tot –32 ºC. De insteltoets een aantal keren indrukken of ingedrukt houden tot de gewenste temperatuur door het brandende lampje wordt aangegeven. –16geeft de hoogste temperatuur in de diepvriesruimte aan (–16 ºC). –32geeft de laagste temperatuur in de diepvriesruimte aan (–32 ºC). Het lampje knippert tot de ingestelde temperatuur is bereikt. 5 „ “ Alarmindicatie Alarmindicatie voor te hoge temperaturen in de diepvriesruimte. Kans op ontdooien van de ingevroren levensmiddelen. Zonder gevaar voor de diepvrieswaren kan de alarmindicatie branden: • bij het in gebruik nemen van het apparaat; • bij het inladen van grote hoeveelheden verse levensmiddelen; • als de deur van de diepvriesruimte te lang geopend werd.6 Toets/indicatie „super“ voor de diepvriesruimte Om het supervriessysteem in en uit te schakelen. Het brandende lampje geeft aan dat het supervriessysteem is ingeschakeld. Het supervriessysteem dient voor het invriezen van grote hoeveelheden verse levensmiddelenen moet, afhankelijk van de hoeveelheid, tot 24 uur vóór het inladenvan de verse levensmiddelen worden ingeschakeld. Na het inschakelen van het super- vriessysteem loopt de koelmachine permanent. In de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur bereikt. Het supervriessysteem wordt automatisch uitgeschakeld als de vers ingeladen levensmiddelen door en door bevroren zijn (bij kleine hoeveelheden levensmiddelen na een paar uur, bij grote hoeveelheden na maximaal twee dagen). Door de toets (6) een aantal keren in te drukken wordt het supervriessysteem, indien nodig, met de hand uitgeschakeld. 7 Toets Aan/Uit voor de diepvriesruimte Om de diepvriesruimte apart in en uit te schakelen. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 107
108 nl Let op de omge- vingstemperatuur en de beluchting De klimaatklasse staat op het typeplaatje (Afb. ! ! 0). Hierdoor wordt aangegeven binnen welke omgevingstemperaturen het apparaat gebruikt kan worden. klimaatklasse toegestane kamertemperatuur SN+10 °C tot 32 °C N+16 °C tot 32 °C ST+18 °C tot 38 °C T+18 °C tot 43 °C Beluchting Afb. E De lucht aan de achterzijde van het apparaat wordt warm. De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer presteren waardoor het energieverbruik toeneemt. De be- en ontluchtingsopeningen mogen dan ook nooit worden afgedekt! Apparaat aansluiten Na het opstellen van het apparaat dient men minstens 1/2uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt de binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie Schoonmaken). Het stopcontact moet gemakkelijk te bereiken zijn. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aange- bracht, randgeaard stopcontact met een zekering van 10 ampère of meer, op 220–240 V/50 Hz wisselstroom aan- sluiten. Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aan- sluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich links onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Waarschuwing! Het apparaat mag nooit worden aan- gesloten op elektronische energiebe- sparende stekkers (bijv. Ecoboy; Sava Plug) of op omvormers die gelijkstroom omzetten in 230 V wisselstroom (bijv. installaties voor zonneënergie of netwerken voor schepen). NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 108
109 nl Inschakelen van het apparaat Afb. W De koel- en diepvriesruimte kunnen apart worden ingeschakeld. • Voor het in gebruik nemen van de koelruimte: de toets Aan/Uit (1) indrukken. De binnenverlichting in de koelruimte brandt bij het openen van de deur. • Voor het in gebruik nemen van de diepvriesruimte: de toets Aan/Uit (7) indrukken. • De alarmindicatie (afb. W/5)brandt tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. Instellen van de temperatuur Afb. W In de fabriek zijn de volgende basisinstellingen ingesteld: temperatuur in de koelruimte +4 ºC temperatuur in de diepvriesruimte–20 ºC De instelwaarden kunnen gewijzigd worden, zie de beschrijving bij het bedieningspaneel: 2temperatuur voor de koelruimte instellen 4temperatuur voor de diepvriesruimte instellen Aanwijzingen bij het gebruik • De voorzijde van het apparaat achter de deur wordt gedeeltelijk licht verwarmd waardoor de vorming van condenswater in de buurt van de deurafdichting wordt voorkomen. • Terwijl de koelmachine loopt, vormen zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp op de achterwand van de koelruimte. Dit is normaal. U hoeft de dooiwaterdruppels niet af te wissen of de rijp af te schrapen. De achterwand wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het afvoergootje (afb. I/A)naar de koelmachine, waar het verdampt. • Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich condenswater vormen in de koelruimte, vooral op glazen legplateaus. Als dit het geval is, dient u de levensmiddelen verpakt te bewaren en een lagere koelruimtetemperatuur te kiezen. • Als de deur van de diepvriesruimte na het sluiten niet meteen weer geopend kan worden: twee tot drie minuten wachten tot de ontstane onderdruk is opgeheven. • Door het koelsysteem kan zich op de vriesroosters op sommige plaatsen al snel een laagje rijp afzetten. Dit heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat of op het stroomverbruik. Ontdooien is pas nodig als zich op het hele oppervlak van het vriesrooster een laag rijp of ijs met een dikte van meer dan 5 mm heeft gevormd. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 109
110 nl Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Apparaat uitschakelen Afb. W De koel- en diepvriesruimte kunnen apart worden uitgeschakeld. • Om de koelruimte uit te schakelen: toets Aan/Uit (1) indrukken. De binnenverlichting in de koelruimte gaat uit. • Om de diepvriesruimte uit te schakelen: toets Aan/Uit (7) indrukken. Apparaat buiten werking stellen Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: • Koel- en diepvriesruimte uitschakelen zoals hierboven beschreven. • Stekker uit het stopcontact trekken. • Het apparaat laten ontdooien en schoonmaken. • deur van het apparat open laten. Variabele indeling van de binnenruimte. Bij het inzetten de laden op de uittrekbare rails plaatsen en naar binnen schuiven. Glasplaat naar voren trekken, iets laten zakken en aan de zijkant uitzwenken (afb. R). Voorraadvak iets optillen en eruit halen (afb. T). Speciale uitvoering (niet bij alle modellen) Flessenhouder Afb. Y De flessenhouder voorkomt dat de flessen kantelen bij het openen en sluiten van de deur. Levensmiddelen inruimen Let op de koudezones in de koelruimte! Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillende koudezones. •De koudste zones bevinden zich aan de achterwand tussen de aan de zijkant afgebeelde pijl en de glasplaat eronder (afb. ! 1) of tussen de twee pijlen (afb. ! 2), afhankelijk van het model. Attentie: in de koudste zones gevoelige levensmiddelen opslaan zoals vis, worst en vlees. •De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan in de deur. Attentie! In de warmste zone bijv. boter en kaas bewaren. Tijdens het serveren behoudt de kaas zijn aroma en de boter blijft smeerbaar. Attentie bij het inruimen De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen. Hierdoor blijven geur, kleur en versheid behouden. Bovendien wordt voorkomen dat de levensmiddelen naar elkaar gaan smaken en de kunststof onderdelen verkleuren. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 110
111 nl Levensmiddelen als volgt inruimen: •Op de legroosters/plateausin de koelruimte (van boven naar beneden): brood en gebak, klaargemaakte gerechten, zuivelproducten, vlees en worst. •In de groentelade:groente, sla, fruit. • In de deur(van boven naar beneden): boter, kaas, eieren, tubes, kleine flesjes, grote flessen, melk, pakken vruchtensap. Levensmiddelen invriezen Invriescapaciteit: maximaal 14 kg in 24 uur (op de vriesroosters). De levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door worden ingevroren. De maximale invriescapaciteit niet overschrijden zodat vitamine, voedingswaarde, uiterlijk en smaak behouden blijven. Tijdens het invriezen in de diepvriesladen neemt de maximale invriescapaciteit iets af. Verse levensmiddelen invriezen Als er al levensmiddelen in de diepvries- ruimte liggen, dan moet een paar uur vóór het inladen van verse levensmiddelen het supervriessysteem worden ingeschakeld. Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze nietuitdrogen of hun smaak verliezen. Zo verpakt u op de juiste manier: 1. Levensmiddelen in de verpakking leggen. 2. De lucht eruit persen. 3. Het geheel van een goede sluiting voorzien. 4. Vermeld op de pakjes inhoud en datum. Niet geschikt voor verpakking: pakpapier, vetvrij papier, cellofaan, vuilniszakken en gebruikte boodschappentasjes. Voor verpakking geschikt: kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie, diepvriesdozen. Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar. Als sluiting geschikt: elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes, koudebestendig plakband e.d. Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een folie-lasapparaat worden dichtgelast. Inkopen van diepvriesproducten De verpakking mag niet beschadigd zijn. Let op de houdbaarheidsdatum. In de winkel moet de temperatuur in de diepvrieskist –18 °C of lager zijn. De diepvriesproducten liefst in een koeltas transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 111
112 nl Diepvrieswaren opslaan • Belangrijk voor een optimale luchtcirculatie in de diepvriesruimte: de diepvriesladen tot de aanslag erin schuiven. • Als er zeer veel levensmiddelen moeten worden ondergebracht, dan kan men alle diepvriesladen, behalve de onderste, uit het apparaat halen en de levensmiddelen direct op de vriesroosters stapelen. Om de diepvriesladen eruit te halen: de laden tot aan de aanslag uittrekken, aan de voorkant iets optillen en eruit halen. Bewaartijd Om vermindering van de kwaliteit van de diepvrieswaren te voorkomen mag de toelaatbare bewaartijd bij –18 ºC niet overschreden worden. De bewaartijd is afhankelijk van het soort levensmiddelen. Bij kant en klaar gekochte diepvriesproducten altijd letten op de op de verpakking aangegeven invriesdatum of de houdbaarheidsdatum. vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en bankettot 6 maanden; kaas, gevogelte, vleestot 8 maanden; groente en fruittot 12 maanden. IJsblokjes maken Attentie! Geen elektrische ijsmachine in de diepvriesruimte gebruiken. IJsblokjes maken (niet bij alle modellen) IJsbakjes zijn in de winkel verkrijgbaar. Het ijsbakje voor 3/4met water vullen en in de diepvriesruimte zetten. Om het vriesproces te versnellen de bovenste diepvrieslade gebruiken. Om de ijsblokjes los te maken: het ijsbakje iets verbuigen of kort onder stromend water houden (Afb. U). Ontdooien van de diepvriesruimte Kans op een elektrische schok Geen stoomreiniger gebruiken. Door de hete stoom kunnen de onder spanning staande onderdelen kortsluiting of een elektrische schok veroorzaken. Voor het verwijderen van rijp geen mes of scherp voorwerp gebruiken. De leidingen van het koelcircuit niet beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit, kan tot oogletsel leiden en is brandbaar. Geen elektrische apparaten of open vuur in het apparaat gebruiken. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 112
113 nl Attentie! Een dikke laag ijs op de vriesroosters vermindert de vriescapaciteit van het apparaat waardoor het energieverbruik toeneemt. Is de laag ijs ca. 1/2cm dik, dan moet de diepvriesruimte ontdooid worden. In elk geval één tot twee keer per jaar, het liefst als er weinig of geen diepvrieswaren in het apparaat liggen. Ca. 4 uur vóór het ontdooien het super- vriessysteem inschakelen zodat de levensmiddelen een zeer lage tempera- tuur bereiken waardoor ze langere tijd bij omgevingstemperatuur bewaard kunnen worden. Zo gaat u te werk • Stekker uit het stopcontact trekken. • Diepvriesladen met de levensmiddelen op een koele plaats bewaren. Koude- accu (indien aanwezig) op de levenmiddelen leggen. • Om het dooiwater op te vangen de middelste lade uitruimen maar in het apparaat laten. • Na het ontdooien het opgevangen dooiwater weggieten. Het resterende dooiwater op de bodem van de diepvriesruimte met een spons afwissen. • Diepvriesruimte weer inschakelen. • Diepvrieswaren er weer in leggen.Tip bij het ontdooien Een pan met heet water op een onderzetter in de diepvriesruimte zetten. Ontdooisprays Let op de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. Attentie! Ontdooisprays kunnen explosieve gassen ontwikkelen, oplosmiddelen die kunststof beschadigen of drijfgassen bevatten of schadelijk zijn voor de gezondheid. Apparaat reinigen • Stekker uit het stopcontact trekken. • Met water en een scheutje afwasmiddel schoonmaken. • Na het schoonmaken de stekker weer in het stopcontact steken of de zekering inschakelen resp. vastdraaien. Geen schoonmaakmiddelen gebruiken die zand of zuren resp. oplosmiddelen bevatten. Deurdichting uitsluitend reinigen met schoon water en goed afdrogen! Het sop mag niet in het bedieningspaneel of in de verlichting terechtkomen en ook niet door het afvoergaatje (afb. I/B)van het dooiwatergootje lopen. De legroosters/plateaus, voorraadvakken en laden mogen niet in de afwasautomaat gereinigd worden. Ze kunnen vervormen. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 113
114 nl Energie besparen • Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen. Niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron (verwarmingsradiator, fornuis etc.). Anders een isolerende plaat gebruiken. • Warme gerechten en dranken buiten het apparaat laten afkoelen. • De diepvrieswaren om te ontdooien in de koelkast leggen. De koude van de diepvrieswaren benutten om levensmiddelen te koelen. • Deur van het apparaat zo kort mogelijk openen. • De achterkant van het apparaat af en toe met met een stofzuiger of borstel reinigen om toename van het energieverbruik te voorkomen. Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Gebrom– de koelmachine loopt Geborrel, gebruisof geklok– het koelmiddel stroomt door de leidingen. Geklik– de motor wordt in- of uitgeschakeld. Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. Laden, manden of legroosters/- plateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 114
115 nl Kleine storingen zelf verhelpen Voordat u de klantenservice belt: Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen. Storing Geen enkele indicatie brandt De indicatie „ “ brandt (afb. W/5). De binnenverlichting functioneert niet; de koelmachine loopt. De bodem van de koelruimte is nat. Mogelijke oorzaak Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact. Storing – in de diepvriesruimte is het te warm! • De be- en ontluchtings- openingen zijn afgedekt. • Er werden te veel levensmid- delen in één keer ingeladen om in te vriezen. • De deur van de diepvries- ruimte is open. Na het verhelpen van de storing gaat na een tijdje de alarmindicatie uit. Het lampje is kapot. De lichtschakelaar klemt (afb.O O /A). De dooiwaterafvoerbuis (afb.I I /B)is verstopt. Oplossing Controleer of er stroom is. De zekering moet zijn ingeschakeld. Afdekking verwijderen. Max. invriescapacitiet niet overschrijden. Deur sluiten. Gloeilampje vervangen (afb. O O ) 1. Stekker uit het stopcontact trekken resp. zekering uitschakelen of losdraaien. 2. Schijfje (C) aan de binnenverlichtingtegen de wijzers van de klok in draaien en de afdekking (B) eraf halen. 3. Gloeilampje vervangen (220–240 V wissel- stroom, fitting E14, voor wattage zie het kapotte lampje. Controleer of er beweging in zit. Dooiwatergootje en afvoergaatje (afb.I I /B) schoonmaken. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 115
116 nl Inschakelen van de Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service- adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer en het FD-nummer van het apparaat op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje (afb. ! ! 0). Door deze nummers aan de Servicedienst door te te geven voorkomt u onnodig heen en weer rijden van de monteur en de hieraan verbonden kosten. NL.qxd 5/12/03 11:22 Page 116