Home > Honda > Engines > Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual

Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							ª«
    21
    Reinigen van de luchtfilter
    Nooit benzine of oplosmiddelen met een laag vlampunt gebruiken voor
    het reinigen van het luchtfilterelement, aangezien dit een brand of een
    explosie tot gevolg kan hebben.
    De motor nooit zonder luchtfilter laten draaien, aangezien dit tot een
    versnelde slijtage van de motor leidt. Uitvoering met dubbel element
    2.
    VLEUGELMOER
    (GX120/160/200)
    (GX120/160)
    PAPIEREN ELEMENT
    SPONSELEMENT
    ONTLUCHTINGSSLANG
    (carburator  met interne  ontluchting)
    Een vuile luchtfilter belemmert de luchtstroom naar de carburator. Om
    storingen van de carburator te vermijden de luchtfilter regelmatig reinigen.
    De filter vaker reinigen, wanneer de motor in een uiterst stoffige omgeving
    gebruikt wordt.
    Sponselement: Het element in een op-
    lossing van huishoudelijk wasmiddel
    en warm water uitwassen, dan deze
    grondig uitspoelen of in een niet
    ontvlambaar  oplosmiddel  met een
     hoog  vlampunt  uitwassen.  Het element
     grondig  laten drogen.
    Het element in propere motorolie
    dompelen  en overtollige  olie
    uitknijpen. Bij de eerste maal starten
    rookt de motor, wanneer teveel olie in
    de spons achterblijft.
    Papierelement: Het element meerdere
    malen tegen een hard oppervlak
    kloppen, om overtollig vuil te verwijde-
    ren, of perslucht van binnen naar bui-
    ten door de filter blazen. Nooit probe-
    ren de filter af te borstelen, omdat an-
    ders het vuil in de vezels gedrukt
    wordt. Als het papierelement te sterk
    vervuild is, dit vervangen. De vleugelmoeren en het deksel van
    de luchtfilter verwijderen. De
    elementen eruit nemen en uit elkaar
    halen. Beide elementen zorgvuldig op
    gatenofscheurennazienendezebij
    beschadiging vervangen.
    1.
    2.
    3. 
    						
    							ª«
    22
    Cycloon-typeBij het hermonteren van de cycloon erop letten, dat de lip van de luchtin-
    laat korrekt in de groef van het voor-filterdeksel past.
    De luchtgeleiding in de juiste richting inbouwen.VLEUGELMOER
    GROEF
    LUCHTINLAATLIP CYCLOON
    LUCHTGELEIDING
    SPONSELEMENTPAPIERELEMENT
    Papierelement: Het element meerdere malen tegen een hard oppervlak
    kloppen, om overtollig vuil te verwijderen, of perslucht van binnen naar
    buiten door de filter blazen. Nooit proberen de filter af te borstelen,
    omdat anders het vuil in de vezels gedrukt wordt. Als het papierelement
    te sterk vervuild is, dit vervangen.
    (Reinigen van cycloonhuis) Wanneer zich in het cycloonhuis vuil verzameld heeft de drie speciale
    schroeven met vlakke kop eruit draaien en de onderdelen afvegen of
    met water afwassen. Daarna de onderdelen grondig afdrogen en
    zorgvuldig monteren. Sponselement: Het element in warm
    zeepwater uitwassen, afspoelen en
    grondig laten drogen. Naar keuze
    het element  in een  reinigingsmiddel
    met hoog vlampunt uitwassen en la-
    ten drogen. Het element in propere
    motorolie dompelen en de overtollige
    olie uitknijpen. Bij de eerste maal star-
    ten rookt de motor, wanneer teveel
    olie in de spons achterblijft. De vleugelmoeren en het deksel van
    de luchtfilter verwijderen. De
    elementen eruit nemen en uit elkaar
    halen. Beide elementen zorgvuldig op
    gatenofscheurennazienendezebij
    beschadiging vervangen.
    1.
    2.
    3.
    1. 
    						
    							ª«
    ª«
    23
    Half droog-type
    Oliebad-uitvoeringVLEUGELMOER
    VLEUGELMOER
    ELEMENT
    ELEMENT
    LUCHTFILTER-
    DEKSEL
    LUCHTFILTER-
    DEKSEL
    Het luchtfilterhuis tot aan het bovenste
    merkteken vullen met de voor de smering
    van de motor aanbevolen olie (zie
    motorolieadvies op pag. ). De olie, die in het luchtfilterhuis achter ge
    bleven is uitgieten en vuilresten met een
    niet-brandbaar of moeilijk ontvlambaar op-
    losmiddel uitwassen. Het huis laten drogen. Het luchtfilterelement in warm water en
    huishoudelijk wasmiddel reinigen, dan
    grondig  uitspoelen,  of in geen  brandbaar
    of moeilijk ontvlambaar oplosmiddel
    uitwassen. Het element goed laten drogen.
    Het element in propere motorolie laten
    weken, dan de overtollige olie uitknijpen.
    Wanneer er teveel olie in het luchtfilterele-
    ment blijft zitten, veroorzaakt dit bij het star-
    ten van de motor een sterke
    rookontwikkeling.
    Het luchtfilterelement en het deksel terug
    monteren. De vleugelmoer afschroeven, deksel van
    luchtfilter verwijderen en het element eruit
    nemen.
    Het element in niet-brandbaar
    reinigingsmiddel of met zo’n hoog
    vlampunt uitwassen en grondig laten dro-
    gen.
    Het element met propere motorolie
    doordrenken en de overtollige olie
    uitknijpen.
    Het luchtfilterelement en het deksel terug
    monteren.
    De vleugelmoer afschroeven, deksel van
    luchtfilter verwijderen en het element eruit
    nemen.
    1.
    2.
    3.
    4.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    6.
    6 
    						
    							24
    Reinigen van de filterbeker
    Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden
    explosief. Waar met benzine gewerkt wordt niet roken en open vuur en
    vonken uit de buurt houden.
    Na het aanbrengen van de filterbeker op lekkages kontroleren en U er-
    van overtuigen, dat de plek droog is, voordat de motor gestart wordt.
    Wanneer de motor juist gedraaid heeft, is de uitlaatdemper zeer heet. Let
    erop de uitlaatdemper niet aan te raken. Nooit een bougie met de verkeerde warmtewaarde gebruiken. Onderhoud van de bougies
    Aanbevolen bougies: 3.
    4.
    O-RING
    FILTERBEKER
    De brandstofkraan op OFF zetten. Filterbeker met O-ring demonteren en
    met niet-brandbaar of moeilijk ontvlambaar oplosmiddel uitwassen. Gron-
    dig laten drogen, dan weer inbouwen en goed aantrekken. De
    brandstofkraan op ON zetten en kontroleren of er geen lekkages zijn.
    De bougiedop aftrekken en de bougies met een bougiesleutel eruit draai-
    en.
    Om te garanderen dat de motor storingsvrij draait, moet de bougie korrekt
    afgesteld en vrij van aanslag zijn. BPR6ES (NGK)
    W20EPR-U (DENSO)
    1. 
    						
    							µµ
    µ
    25
    De bougie moet goed aangedraaid worden. Een bougie, die niet goed
    aangedraaid is, kan zeer heet worden en schade aan de motor veroorza-
    ken.
    0,70 0,80 mm
    Kontroleer het uiterlijk van de bougie. De bougie weggooien, wanneer
    deze zichtbaar afgesleten of de isolator gescheurd of afgesplinterd is.
    Wanneer de bougies opnieuw gebruikt dienen te worden, reinig deze
    dan met een staalborstel.
    Kontroleer dat de sluitringen van de bougies in orde zijn en draai de
    bougie met de hand in zodat deze niet scheef wordt gedraaid.
    Nadat de bougie handvast zit, deze met een bougiesleutel aantrekken
    om de dichtingsring samen te drukken.
    Wanneer een nieuwe bougie handvast is aangedraaid, moet deze 1/2 slag
    aangetrokken worden om de dichtingsring samen te drukken. Wanneer
    een oude bougie nogmaals gebruikt wordt, deze nadat hij handvast zit
    1/8 1/4 aantrekken om de dichtingsring samen te drukken. Meet 
    de elektrodeafstand  met een voeler  maat. Door de
    massaelektrode te buigen de afstand eventueel bijstellen.
    Elektrodeafstand:
    0,70 0,80 mm
    4.
    5. 2.
    3. 
    						
    							26
    Reinigen van de vonkenvanger (optie)
    Bij  het  draaien  van de motor  wordt de uitlaat  zeer heet.  Daarom  de uitlaat,
    voor  verdere  werkzaamheden  aan de motor,   laten afkoelen.
    De vonkenvanger moet om de 100 bedrijfsuren gereinigd worden om zijn
    doeltreffendheid niet te verliezen.
    Let erop de zeef van de vonkenvanger niet te beschadigen. 5.
    UITLAATDEFLEKTOR
    VONKENVANGER
    ZEEF VAN DE VONKENVANGER
    HITTESCHILD VAN
    UITLAATDEMPER
    UITLAATDEMPER 5 mm SCHROEVEN
    4 mm SCHROEVEN
    4 mm SCHROEF
    De vonkenvanger en uitlaatdemper in omgekeerde volgorde terug aan-
    brengen.
    De vonkenvanger mag geen scheuren en gaten vertonen. Indien nodig, de-
    ze vervangen. Met een borstel de koolstofaanslag van de vonkenvangerzeef verwijde-
    ren. De 
    twee  4 mm- schroeven  van de deflektorplaat  van de uitlaat
    verwijderen en de deflektorplaat afnemen.
    De vier 5 mm-schroeven van het hitteschild van de uitlaatdemper
    verwijderen en het hitteschild afnemen.
    De 4 mm-schroef van de vonkenvanger verwijderen en de vonkenvanger
    van de uitlaatdemper afnemen.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5. 
    						
    							¶
    27
    Instellen stationair  toerental carburator
    Bedrijf op grote hoogtes
    Wanneer de motor gebruikt wordt op een lagere hoogte dan waarvoor de
    bijstelling van de carburator voorzien is, kan verlies van vermogen, over-
    verhitting en zelfs ernstige motorschade optreden door een te arm brand-
    stof/luchtmengsel. 6.
    Normaal stationair toerental:
    AANSLAGSCHROEF VOOR HET STATIONAIR TOERENTAL
    De motor starten en hem tot de norma-
    le bedrijfstemperatuur warm laten
    draaien.
    Met de motor stationair draaiend, ver-
    draai de gasstopschroef om het stan-
    daard stationair toerental te verkrijgen.
    Op grote hoogtes boven de zeespiegel verandert het normale brandstof/
    luchtmengsel in een te rijk mengsel. Dit veroorzaakt zowel een verlies van
    het vermogen als een hoger brandstofverbruik.
    De prestaties op grote hoogte kunnen worden verbeterd door bepaalde
    modificaties  aan de carburator.  Wanneer de motor  voortdurend  op
    hoogtes van 1.500 m en meer boven de zeespiegel gebruikt wordt, gelieve
    deze wijziging van de carburator door uw Honda-verdeler te laten
    uitvoeren.
    Ook  met een goed  afgestelde  carburator  zal het  motorvermogen
    ongeveer  3,5% afnemen  voor elke 300 meter  stijging.  En als  de carburator
    niet wordt afgesteld, zal het motorvermogen bij het klimmen nog sterker
    teruglopen. 1.
    2.
    1.400 t/min200
    150 
    						
    							28
    SMOORKLEP- EN CHOKEKABEL
    (ACCESSOIRES)
    GEVLOCHTEN KABEL
    MASSIEVE KABELTERUGKEERVEER
    KABEL DRAADEBEVES-
    TIGINGSMOER
    DRAADEBEVES-
    TIGINGSMOERGASHENDEL
    4 mm SCHROEF
    5 mm BORGKLEM 5 mm BORGKLEM
    WRIJVINGSMOER VAN
    SMOORKLEPARM
    De gas- en choke-hendels zijn voorzien van boringen voor het bevestigen
    van optionele kabels. Onderstaande afbeeldingen tonen de
    montagevoorbeelden voor een massieve kabel en een gevlochten kabel.
    Wanneer een gevlochten kabel gebruikt wordt, moet de getoonde
    terugtrekveer ook gemonteerd worden.
    Wanneer de smoorklep met een afstandskabel bediend wordt, moet de
    wrijvingsmoer van de smoorkleparm losgedraaid worden. 
    						
    							29
    TRANSPORTOPSLAG
    Bij het transport van de motor de brandstofkraan op OFF zetten en de mo-
    tor horizontaal houden, om te vermijden dat de brandstof eruit loopt.
    Gemorste brandstof of brandstofdampen kunnen ontbranden.
    Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden explosief.
    Waar met benzine gewerkt wordt niet roken en open vuur en vonken uit
    de buurt houden.
    AFTAPSCHROEFFILTERBEKER
    De markering op de starter-
    riemschijf op één lijn brengen met
    het gat in het bovenste gedeelte
    van de terugveerstarter.
    Alvorens de motor voor langere tijd op te slaan: Overtuig  U ervan,  dat de opslagplaats  niet te vochtig  of te stoffig  is.
    Tap de brandstof af...
    De brandstofkraan op OFF zetten en de
    filterbeker eruit nemen en leegmaken.
    De brandstofkraan op ON zetten en de
    brandstof in de tank in een geschikte
    opvangbak aftappen.
    De filterbeker weer inbouwen en goed
    aantrekken.
    De carburator leeg laten lopen door de
    aftapschroef van de carburator los te
    draaien. De brandstof in een geschikte
    opvangbak aftappen.
    Bij modellen met elektrische starter : De akku uitbouwen en op een koele,
    droge plaats bewaren. De akku eenmaal per maand bijladen.
    De motor afdekken om deze tegen stof te beschermen. De motorolie verversen (pag. 20).
    De bougie eruit draaien en een eetlepel propere motorolie in de cilinder
    gieten. De motor meerdere malen doordraaien om de olie te verdelen,
    dan de bougie terug indraaien.
    Aan de startgreep trekken, totdat U weerstand voelt. Nu nog iets verder
    aantrekken, totdat de snede op de starterriemschijf op één lijn staat met
    de boring op de terugveerstarter (zie onderstaande afbeelding). In deze
    toestand zijn de in-en uitlaatkleppen gesloten, waardoor het inwendige
    van de motor beter tegen korrosie beschermd is.
    1.
    2.
    a.
    b.
    c.
    d.
    6.
    7. 3.
    4.
    5. 
    						
    							30
    STORINGEN ZOEKEN
    In geval dat brandstof gemorst wordt, ervoor zorgen dat de plek droog is,
    voordat de bougie nagezien of de motor gestart wordt. Gemorste brand-
    stof of brandstofdampen kunnen ontbranden.
    AFTAPSCHROEF
    De motor slaat bij het starten met de terugveerstarter niet aan:Staat de motorschakelaar op ON?
    Is er voldoende olie in de motor?
    Staat de brandstofkraan op ON?
    Is er brandstof in de tank?
    Komt er brandstof in de carburator?
    Om dit te kontroleren de aftapschroef met geopende brandstofkraan
    losdraaien.
    Is de  bougie  in orde?  (blz.24)
    Wanneer de motor nog niet aanslaat, deze naar een erkende Honda-
    verdeler brengen.
    De motor slaat niet aan als de elektrische startmotor gebruikt wordt: Zijn de akkukabels korrekt aangesloten en vrij van korrosie?
    Is de akku volledig geladen?
    Wanneer de akku niet oplaadt, de beveiligingsschakelaar kontroleren. Werkt de startmotor, maar slaat de motor niet aan, volg dan de stappen
    voor het storing zoeken onder ‘‘Bediening van de terugveerstarter’’.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    6.
    7.
    3. 1.
    2. 
    						
    All Honda manuals Comments (0)

    Related Manuals for Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual