Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual
Have a look at the manual Honda Engine GX120 GX160 GX200 Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
11 ALCOHOLHOUDENDE BENZINE Indien U besluit alcoholhoudende benzine (gasohol) te gebruiken, overtuig U er dan van, dat het octaangetal ervan minstens even hoog is als dat wat door Honda wordt aanbevolen. Er zijn twee soorten ‘‘gasohol’’; de ene be- vat ethanol en de andere methanol. Gebruik geen gasohol, dat meer dan 10% ethanol bevat. Gebruik geen benzine, waarin methanol (methyl- of houtalcohol) gemengd is, die ook geen oplos- of antiroestmiddelen voor methanol bevat. Gebruik in geen geval benzine met meer dan 5% methanol, zelfs wanneer deze oplos- en antiroestmiddelen bevat.Beschadigingen aan het brandstofsysteem of bedrijfsstoringen van de motor, die te wijten zijn aan het gebruik van dergelijke brandstoffen, wor- den niet gedekt door de garantie. Honda kan het gebruik van brandstoffen met methanol niet goedkeuren, aangezien het bewijs van de geschiktheid ervan nog onvolledig is. Voordat U brandstof van een onbekend tankstation koopt, probeer erachter te komen, of de brandstof alcohol bevat, en zo ja, welke soort en hoeveel. Indien U na het gebruik van alcoholhoudende benzine even- tuele ongewenste bijverschijnselen vaststelt, gebruik dan benzine, waarvan U weet dat deze geen alcohol bevat.
12 DE MOTOR STARTEN BRANDSTOFKRAAN ……ON SLUITEN…… (CLOSE) CHOKEHENDEL O ON N SLUITEN (CLOSE) De brandstofkraan op ON draaien. De chokehendel op de stand CLOSE schuiven. De choke niet gebruiken, wanneer de motor warm of de temperatuur van de lucht hoog is. 1. 2.
13 GASHENDELHOOG ON ON ON ON LAAG MOTORSCHAKELAAR Druk de gasregelhendel ietwat naar links. Met terugloopstarter: De motor starten. De motorschakelaar op ON zetten. 3. 4.
14 De startergreep niet tegen de motor la- ten terug slaan. De greep voorzichtig terug brengen om een beschadiging van de starter te voorkomen. STARTEN MOTORSCHAKELAARDe motorschakelaar op de stand START draaien en deze daar vasthouden, tot de motor aanslaat. Lichtjes aan de startergreep trekken, totdat U weerstand voelt, dan de greep krachtig verder trekken. De elektrische startmotor niet langer dan 5 sekonden laten draaien. Indien de motor niet aanslaat, de startschakelaar loslaten end 10 sekon- den wachten, alvorens de startmotor opnieuw te gebruiken. Met elektrische startmotor (bij overeenkomstige uitrusting): Nadat de motor gestart is de schake- laar weer op de stand ON terugdraaien.
15 BEDIENING HOOGLAAG ……OPEN GASHENDEL CHOKEHENDEL O OP PE EN N Gedurende het opwarmen van de motor de chokehendel geleidelijk naar de stand OPEN schuiven. Met de gashendel het gewenste toerental van de motor instellen. 1. 2.
16 Oliealarmsysteem Wanneer de motor stilvalt en niet meer gestart kan worden, moet U eerst het oliepeil kontroleren (pag. ) alvorens naar andere storingen te zoe- ken. Veiligheidsschakelaar (voor elektrische startmotor) (bij overeenkomstige uitrusting) 6 ON VEILIGHEIDSSCHAKELAAR OFF Het oliealarmsysteem dient om schade aan de motor te voorkomen, indien in het carter onvoldoende olie zit. Voordat het oliepeil in het carter onder de veiligheidsgrens daalt, schakelt het oliealarmsysteem automatisch de mo- tor uit (de motor schakelaar blijft daarbij in de stand ON staan). De veiligheidsschakelaar beveiligt het laadcircuit van de akku. Door een kortsluiting van een akku, die met verwisselde polariteit aangesloten is, wordt de veiligheidsschak elaar uitgeschak eld. De groene indikator in de veiligheidsschakelaar springt naar buiten, om aan te duiden, dat de veiligheidsschakelaar uitgeschakeld is. Wanneer dit gebeurt de oorzaak van de storing opzoeken en opheffen, voordat U de veiligheidsschakelaar terug inschakelt. De terugstelknop van de veiligheidsschakelaar indrukken.
17 DE MOTOR UITZETTEN LAAG BRANDSTOFKRAAN OFF OFF GASHENDEL OFF OFF…… MOTORSCHAKELAAR O OF FF FO OF FF F Om de motor in geval van nood uit te schakelen, de motorschakelaar op OFF zetten. In het normale geval de motor als volgt uitzetten: De brandstofkraan op OFF draaien. De motorschakelaar op OFF zetten. De gashendel helemaal naar rechts schuiven. 1. 2. 3.
18 ONDERHOUD Vóór het begin van de onderhoudswerkzaamheden de motor uitzetten. De motor dient door een erkende Honda-handelaar onderhouden te wor- den, tenzij de eigenaar het vereiste gereedschap en de noodzakelijke onderhoudsgegevens bezit en over de nodige mechanische kennis beschikt. Om te vermijden dat de motor per ongeluk start de motorschakelaar uitschakelen en de bougiedop eraf trekken. Alleen originele Honda-wisselstukken of gelijkwaardige onderdelen gebrui- ken. Bij het gebruik van wisselstukken, welke niet aan de kwaliteitseisen voldoen, kan de motor beschadigd worden. Het nazicht en de afstelling van deze Honda-motor op regelmatige tijdstippen zijn voorwaarde voor een voortdurend hoge prestatie. Regelma- tig onderhoud draagt bij tot een lange levensduur. De noodzakelijke onderhoudsintervallen en het soort van uit te voeren onderhoudswerkzaamheden worden beschreven in onderstaande tabel.
Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Î ÎÎ Î ÎÎ 19 Onderhoud sschemaNa de eerste maand of 20 uren Eerste nazicht NORMALE ONDERHOUDSPERIODE Uitvoeren na iedere maand of aangeduide bedrijfsperiode,wat het eerste komt ITEM Motorolie Olie reductietandwiel (indien van toepassing) Luchtfilter Bezinkselkom Bougie Vonkenvanger (optioneel onderdeel) Stationair toerental Klepspeling Verbrandingskamer Brandstoftank & -filter Brandstofleiding Controleer niveau Verwisselen Controleer niveau Verwisselen Controleren Reinigen Vervangen Reinigen Controleren-verstellen Vervangen Reinigen Controleren-verstellen Controleren-verstellen Reinigen Reinigen Controleren (Vervangen indien nodig) leder jaar of om de 300 uren (1) (2) Om de 6 maanden of 100 uren (1) Om de 3 maanden of 50 uren (2) (2) Bij commercieel gebruik de bedrijfsuren bijhouden voor het bepalen van de juiste onderhoudstijdstippen. Deze punten dienen door een erkende Honda-verdeler onderhouden te worden, wanneer de eigenaar niet over de juiste gereedschappen en mechanische kennis beschikt. Zie het Werkplaatshandboek van Honda. Bij gebruik in stoffige omgeving vaker onderhouden. Vervang alleen type met papieren element. (Cycloonfiltertype telkens na 2 jaar of 600 uur.) Alleen carburateur met interne ontluchting en met dubbel element. (Cycloonfiltertype telkens na 6 maanden of 150 uur.) Omde2jaar(2) Na iedere 500 uren (2) (1): (2): (3):
20 Olie verversen INHOUD MOTOROLIE: INHOUD 1/2-REDUKTIEKAST: INHOUD 1/6-REDUKTIEKAST: Gebruikte motorolie kan bij herhaaldelijk en langdurig kontakt met de huid tot huidkanker leiden. Hoewel dit onwaarschijnlijk is, tenzij U dagelijks met gebruikte olie omgaat, is het toch raadzaam na ieder kon- takt met gebruikte olie de handen onmiddellijk na het aanraken grondig met water en zeep te wassen. 1. OLIEVULDOP OLIEVULDOP OLIEPEIL [MOTOROLIE] [OLIE REDUKTIEKAST] AFTAPSTOP AFTAPSTOP De olie bij nog warme motor aftappen, om er zeker van te zijn, dat deze er snel en volledig uitloopt. Olievuldop en aftapstop verwijderen om de olie af te tappen. De aftapstop terug indraaien en vast aantrekken. Met de aanbevolen olie vullen (zie pag. ) en het oliepeil kontroleren. De olievuldop terug aanbrengen. 0,60 0,500,15 Ontdoet u zich alstublieft van de afgewerkte motorolie op een manier die in overeenstemming is met de milieuwetgeving. Brengt u het bijvoorbeeld in afgesloten jerrycan naar een plaatselijke garage waar het eventueel voor hergebruik ingeleverd kan worden. Gooi het niet weg met het gewone afval en giet het niet in de grond of in een afvoerput. 1. 2. 3. 4. 6