Home > GGP Italy SPA > Brush Cutter > GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010630 Operators Manual

GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010630 Operators Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010630 Operators Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 893 GGP Italy SPA manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							NL12GEBRUIK VAN DE MACHINE
    b) Mes met 4 punten (Fig. 12)
    Gebruik de machine als een traditionele maai-
    machine, met een boogbeweging van ongeveer
    60-90° tot buiten de begroeiing enzoverder. 
    c) Draadhouder
    Gebruik ALLEEN nylon-
    draad. Het gebruik van metalen draden,
    geplastificeerde metaaldraad of draad die
    niet geschikt is voor de houder, kan ernstige
    verwondingen veroorzaken.
    Tijdens het gebruik moet de motor stilgelegd
    worden en moet het gras dat zich rond de
    machine gewikkeld heeft regelmatig verwijderd
    worden, om oververhitting van de aandrijvings-
    buis te voorkomen, te wijten aan gras dat zich
    opgehoopt heeft onder de bescherming. 
    Verwijder het gras met een schroevendraaien,
    om ervoor te zorgen dat de staaf correct afge-
    koeld wordt.
    Gebruik de machine niet
    om de vegen, door de draadhouder over te
    hellen. De kracht van de motor kan voorwer-
    pen of keitjes tot 15 meter ver werpen en
    schade of verwondingen veroorzaken.
    •Snijden in beweging (Maaien) (Fig. 13)
    Ga met een correcte houding te werk, met een
    boogbeweging zoals bij traditioneel maaien,
    zonder de draadhouder over te hellen. 
    Probeer de juiste maaihoogte eerst uit in een
    kleine zone, om een uniform maairesultaat te
    verkrijgen door de draadhouder op een constan-
    te afstand van het terrein te houden.
    Voor zwaarder werk, kan het handig zijn de
    draadhouder ongeveer 30° naar links te laten
    hellen.
    Doe dit niet wanneer voor-
    werp kunnen wegspringen die personen of
    dieren kunnen verwonden of schade kunnen
    aanrichten.
    •Precisiesnijden (Recht afsnijden)
    Houd de machine lichtjes schuin zodat de
    onderkant van de draadhouder niet in aanraking
    !LET OP!
    !LET OP!
    !LET OP!
    komt met het terrein en de snijlijn zich op het
    gewenste punt bevindt, waarbij de snij-inrichting
    altijd ver van de gebruiker gehouden wordt.
    •Maaien vlakbij omheiningen / funderingen
    (Fig.14)
    Nader met de draadhouder langzaam de omhei-
    ning, paaltjes, stenen, muren, enz. zonder kracht
    toe te passen. 
    Wanneer de draad een omvangrijke hindernis
    raakt kan hij breken of verslijten; wanneer hij blijft
    steken in een omheining, kan hij bruusk afknak-
    ken.
    In elk geval kan het snijden rond trottoirs, funde-
    ringen, muren, enz. een overmatige slijtage van
    de draad veroorzaken.
    •Maaien rond bomen (Fig.15)
    Loop rond de boom van links naar rechts en
    nader de stam langzaam om er niet met de
    draad tegen te komen; hou de draadhouder een
    beetje naar voren.
    Hou er rekening mee dat de nylondraad kleine
    heesters kan doorsnijden of beschadigen en dat
    het contact tussen de nylondraad en de stam
    van heesters of bomen met een zachte schors
    de plant ernstig kan beschadigen.
    •
    Regeling van de draadlengte tijdens het
    werk (Fig. 16)
    Deze machine is uitgerust met een kop Tap &
    Go.
    Om nieuwe draad vrij te geven, klop de draad-
    houder tegen het terrein met de motor op maxi-
    male snelheid; de draad komt automatisch vrij
    en het mes snijdt de overtollige lengte weg.
    NA HET WERKEN
    Na het werken:
    –Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven
    (Hoofdstuk 6).
    –Wacht tot de snij-inrichting tot stilstand geko-
    men is en monteer de mesbescherming (wan-
    neer gebruik gemaakt wordt van messen met
    3 of 4 punten). 
    						
    							GEBRUIK VAN DE MACHINE13NL
    Een correct onderhoud is fundamenteel om in de
    tijd de oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksvei-
    ligheid van de machine in stand te houden.
    Tijdens het onderhoud:
    – Haal de kap van de bougie.
    –W acht tot de motor voldoende afgekoeld is.
    – Gebruik werkhandschoenen voor alle han-
    delingen die betrekking hebben op de mes-
    sen.
    – Houd de mesbescherming op zijn plaats,
    tenzij aan het mes zelf gewerkt moet wor-
    den.
    – De olie, benzine of andere vervuilende
    materialen niet in het milieu gooien.
    CILINDER EN GELUIDSDEMPER
    Om brandgevaar te beperken, worden de vleu-
    gels van de cilinder regelmatig gereinigd met
    perslucht en wordt de zone van de geluidsdem-
    per vrijgemaakt van zaagsel, takjes, bladeren of
    ander afval.
    STARTGROEP
    Om oververhitting en schade aan de motor te
    voorkomen, moeten de roosters voor de aanzui-
    ging van de koellucht altijd schoon en vrij van
    zaagsel en vuil zijn .
    Het starttouw moet vervangen worden bij de
    eerste tekenen van slijtage.
    BEVESTIGINGEN
    Controleer regelmatig of alle schroeven en moe-
    ren goed aangezet zijn en of de handgrepen ste-
    vig vastzitten.
    REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Fig. 17)
    Het is essentieel dat de
    luchtfilter gereinigd wordt, voor de goede wer-
    king en de levensduur van de machine. Werk
    nooit zonder filter of met een beschadigde filter,
    om geen onherroepelijke schade toe te brengen
    aan de motor.  
    De reiniging wordt uitgevoerd elke 8-10 werku-
    r en.
    Om de filter te reinigen:
    –D ruk op het lipje (3), verwijder het deksel (1) en
    BELANGRIJK
    !LET OP!
    vervolgens het filterelement (2).
    –W as het filterelement (2) met water en zeep.
    Gebruik geen benzine of andere oplosmidde-
    len.
    – Laat de filter drogen aan de lucht.  
    – Hermonteer het filterelement (2) en het deksel
    (1).
    CONTROLE VAN DE BOUGIE (Fig. 18)
    Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en
    gereinigd, door eventuele restjes te verwijderen
    met een metalen borsteltje.
    Controleer en herstel de correcte afstand tussen
    de elektrodes
    Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast
    met de bijgeleverde sleutel.
    De bougie moet ingeval van doorgebrande
    elektroden of een beschadigde isolatie, en ieder
    geval elke 100 werkuren, vervangen worden
    door een bougie met analoge karakteristieken.
    REGELING VAN DE CARBURATOR
    De carburator werd in de fabriek geregeld met
    het oog op de beste prestaties in alle omstan-
    digheden, met een minimale uitstoot van scha-
    delijke gassen, overeenkomstig de geldende
    normen.
    In geval van schaarse prestaties, wendt u zich
    tot de Verkoper voor een controle van de brand-
    stoftoevoer en de motor.
    •
    Regeling van het minimumtoerental
    (Fig. 17)
    Het minimumtoerental
    wordt alleen geregeld wanneer de snij-inrich-
    ting beweegt met de motor op het laagste
    toerental.
    De snelheid kan verminderd worden door de
    schroef (4) tegen de wijzers van de klok in te
    draaien tot de snij-inrichting stilvalt, met een vol-
    doende regelmatige werking van de motor.
    Indien de motor op het minimumtoerental een
    onregelmatige werking vertoont, draai dan de
    schroef in wijzerzin om de snelheid te verhogen.
    De snij-inrichting mag niet
    bewegen met de motor op het minimumtoe-
    rental; contacteer uw Verkoper indien u er
    niet in slaagt een bevredigende regeling uit te
    voeren.!LET OP!
    !LET OP!
    8. ONDERHOUD EN OPSLAG 
    						
    							HOEKRETOUR (Fig. 19)
    Smeren met vet op basis van lithium. 
    Verwijder de schroef (1) en breng het vet aan
    door de as handmatig te laten draaien tot het vet
    naar buiten komt; vervolgens de schroef (1) her-
    monteren.
    SLIJPEN VAN HET MES MET 3 OF 4 PUNTEN
    (Fig. 20)
    Draag werkhandschoenen.
    Indien het slijpen gebeurt zonder het mes te
    demonteren, de bougiekap loskoppelen.
    Het slijpen moet gebeuren volgens de typologie
    van het mes en de bladen, met behulp van een
    platte vijl en op gelijke wijze op alle punten.
    De aanwijzingen voor een correcte vijling vindt u
    in Fig. 20:
    A = Verkeerde vijling
    B = Vijllimieten
    C = Verkeerde en ongelijke hoeken
    Het is belangrijk dat na het vijlen een correct
    evenwicht bewaard blijft.
    De messen met 3 of 4 punten kunnen aan weers-
    zijden gebruikt worden. Wanneer een zijde van
    de punten versleten is, kan het mes omgedraaid
    worden om de andere zijde te gebruiken.
    Het mes dient nooit gere-
    pareerd te worden, maar moet vervangen
    worden zodra eerste sporen van breuk vast-
    gesteld worden of de vijllimiet overschreden
    is.
    VERVANGING VAN DE DRAAD VAN DE KOP
    Om de nylondraad te vervangen, volg de aanwij-
    zingen bij de kop.
    VIJLEN VAN DE DRAADSNIJDER (Fig. 21)
    –Haal de draadsnijder (1) uit de bescherming
    (2), door de schroef (3) los te draaien.
    –Zet de draadsnijder vast in een bankschroef
    en vijl met behulp van een platte vijl. Zorg
    ervoor dat de originele snijhoek behouden
    blijft.
    –Hermonteer het mes op de bescherming.
    BUITENGEWONE HANDELINGEN
    Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in
    !LET OP!
    !LET OP!
    deze handleiding dient alleen door uw Verkoper
    uitgevoerd te worden.
    Handelingen die uitgevoerd werden in niet
    geschikte structuren of door onbekwame perso-
    nen doen de garantie vervallen.
    OPSLAG
    Na het werken, wordt de machine zorgvuldig
    vrijgemaakt van stof en vuil en worden de defec-
    te onderdelen gerepareerd of vervangen.
    De machine moet bewaard worden op een droge
    plaats, beschermd tegen de weersomstandighe-
    den en met de bescherming correct gemon-
    teerd.
    LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT
    Indien men van plan is de
    machine langer dan 2 – 3 maanden niet te
    gebruiken, moeten een aantal voorzorgsmaatre-
    gelen getroffen worden om problemen te vermij-
    den bij het hervatten van het werk of om perma-
    nente schade aan de motor te voorkomen.
    •Opberging
    Alvorens de machine te op te bergen:
    –Ledig de brandstoftank.
    –Start de motor en laat hem op het laagste toe-
    rental draaien tot de stilstand, zodat alle in het
    reservoir overgebleven brandstof opgebruikt
    wordt.
    –Laat de motor afkoelen en demonteer de bou-
    gie.
    –Giet een theelepel verse olie in het gat van de
    bougie.
    –Trek verschillende keren aan de startknop om
    de olie goed te verdelen in de cilinder.
    –Hermonteer de bougie met de zuiger aan het
    bovenste dood punt (zichtbaar vanuit het gat
    van de bougie wanneer de zuiger aan de eind-
    aanslag gekomen is).
    •Hervatten van de activiteit
    Wanneer de machine weer gestart wordt:
    –Verwijder de bougie.
    –Trek enkele keren aan de startknop om de
    overtollige olie te verwijderen.
    –Controler de bougie zoals beschreven in het
    hoofdstuk “Controle van de bougie”.
    –Bereid de machine voor zoals aangegeven in
    het hoofdstuk “Vóór het gebruik”.
    BELANGRIJK
    14ONDERHOUD EN OPSLAGNL 
    						
    							OPSPOREN VAN DEFECTEN15NL
    9. OPSPOREN VAN DEFECTEN
    1)De motor start
    niet of blijft niet
    draaien
    2)De motor start
    maar heeft weinig
    vermogen
    3)De motor werkt
    onregelmatig of heeft
    geen vermogen bij
    belasting
    4)De motor geeft
    teveel rook af–De startprocedure is niet correct
    –De bougie is vuil of de afstand tus-
    sen de elektroden is niet gepast 
    –Verstopte luchtfilter
    –Brandstofproblemen
    –Verstopte luchtfilter
    –Brandstofproblemen
    –De bougie is vuil of de afstand tus-
    sen de elektroden is niet gepast 
    –Brandstofproblemen
    –Verkeerde samenstelling van het
    mengsel
    –Brandstofproblemen–Volg de aanwijzingen (zie hoofd-
    stuk 6)
    –Controleer de bougie (zie hoofd-
    stuk 8)
    –Reinig en/of vervang de filter (zie
    hoofdstuk 8)
    –Contacteer uw Verkoper
    –Reinig en/of vervang de filter (zie
    hoofdstuk 8)
    –Contacteer uw Verkoper
    –Controleer de bougie (zie hoofd-
    stuk 8)
    –Contacteer uw Verkoper
    –Bereid het mengsel volgens de
    aanwijzingen (zie hoofdstuk 5)
    –Contacteer uw Verkoper
    PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING 
    						
    							16TECHNISCHE GEGEVENSNL
    Model .............................................. 28 Mono 28 Duplex 34 Mono 34 Duplex 40 Mono 40 Duplex
    Gemeten geluidsniveau (ISO 10884) dB(A)
    met draadhouder ........................... 111,6 111,4 110,5 110,8 112,7 112,3
    met mest met 4 punten ................. 111,0 109,5 108,5 109,5 110,9 111,0
    Geluidsniveau aan oor gebruiker  (EN 27917) dB(A)
    met draadhouder ........................... 96,9 97,0 97,5 96,4 99,0 96,4
    met mest met 4 punten ................. 98,6 95,8 96,0 94,8 98,2 96,1
    Trillingen overgebracht op de hand op de voorste handgreep  (“MONO”) (ISO 7916) m/sec
    2
    op laagste toerental  ...................... 6,7 – 6,4 – 4,4 –
    met draadhouder ........................... 7,4 – 8,1 – 7,9 –
    met mest met 4 punten  ................ 9,5 – 4,9 – 7,2 –
    Trillingen overgebracht op de hand op de achterste handgreep (“MONO”) (ISO 7916) m/sec
    2
    op laagste toerental  ..................... 4,2 – 4,4 – 3,4 –
    met draadhouder ........................... 7,3 – 5,8 – 6,8 –
    met mest met 4 punten  ................ 8,9 – 5,8 – 8,1 –
    Trillingen overgebracht op de hand op de linkse handgreep (“DUPLEX”) (ISO 7916) m/sec
    2
    op laagste toerental  ..................... – 3,1 – 2,2 – 2,1
    met draadhouder  .......................... – 7,4 – 3,5 – 4,9
    met mest met 4 punten ................. – 9,5 – 3,9 – 5,3
    Trillingen overgebracht op de hand op de rechtse handgreep (“DUPLEX”) (ISO 7916) m/sec
    2
    op laagste toerental  ..................... – 4,3 – 3,9 – 3,7
    met draadhouder  .......................... – 7,3 – 2,7 – 6,0
    met mest met 4 punten  ................ – 8,9 – 5,4 – 8,3
    Motor ............................................ 2-takt luchtkoeling
    Cilinderinhoud / Vermogen 
    Mod. 28  ....................................... 25,4 cm
    3/ 0,8 kW
    Mod. 34  ....................................... 33,6 cm3/ 1,2 kW
    Mod. 40  ....................................... 40,6 cm3/ 1,2 kWDraaisnelheid motor op laagste toerental Mod. 28 - 34 - 40 ................... 2600-2800 toeren/1’Velocità massima di rotazione del motore 
    Mod. 28  ................................ 9800-10200 toeren/1’Mod. 34  .................................. 9300-9700 toeren/1’Mod. 40  .............................. 10600-11000 toeren/1’Velocità massima di rotazione dell’utensile 
    Mod. 28..  ......................................... 8000 toeren/1’Mod. 34  ........................................... 7600 toeren/1’Mod. 40  ........................................... 8650 toeren/1’Bougie
    .............................LD L8RTF (of gelijkaardig)
    Brandstofmengsel Benzine : Olie 2-takt = 50:1 = 2%Inhoud brandstofreservoir  Mod. 28   ...................................................... 750 cm3
    Mod. 34 - 40  ............................................... 900 cm3
    Maximaal toegestane diameter messen
    Mes met 3 punten................................ Ø 255 mmMes met 4 punten................................ Ø 255 mm
    Massa 1)
    Modellen“MONO” ...................... van 4,9 tot 6,7 kgModellen“DUPLEX”  .................... van 5,1 tot 7,1 kg
    1)Massa secondo norma ISO 11806 (senza carburan-
    te, dispositivi di taglio e protezione) 
    10. TECHNISCHE GEGEVENS
    Geluids- en trillingsmetingen 
    						
    All GGP Italy SPA manuals Comments (0)

    Related Manuals for GGP Italy SPA Brush Cutter 1715010630 Operators Manual