Siemens Se 64n369 Dutch Version Manual
Have a look at the manual Siemens Se 64n369 Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 428 Siemens manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
nl 21 Sproeiarmen Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 12 en1B blokkeren. – Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren. – Bovenste sproeiarm 12 eraf schroeven. – De onderste sproeiarm 1B naar boven eraf trekken. – Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. – Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven. De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen. Aanwijzing Als het programma tijdens het afwassen om onduidelijke redenen stopt: eerst de functie Programma afbreken (Reset) uitvoeren. (Zie het hoofdstuk Basisfuncties) ã= Waarschuwing Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren. Afvoerpomp Grove etensresten in het afwaswater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval: – Altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken resp de zekering uitschakelen of losdraaien. – Verwijder de onderste zeef. – Zeven 1b eruit halen. (Zie hoofdstuk Schoonmaken en onderhoud) – Water eruit scheppen, eventueel met behulp van een spons. Storingen zelf verhelpen
nl 22 – De pompafdekking (zie afbeelding) met behulp van een lepel opwippen tot er een klikgeluid klinkt, dan de afdekking aan de beugel vastpakken en eruit trekken. – Binnenruimte op vreemde voorwerpen controleren en deze – indien nodig – verwijderen. – Afdekking weer in de oorspronkelijke stand brengen, naar beneden drukken en vastklikken. – Zeven monteren. Aanwijzing Als de afdekking niet goed vastzit, kan dit tot een programmaonderbreking leiden; in dit geval verschijnt de indicatie „Kraan 6” P . ... bij het inschakelen Het apparaat start niet. – Zekering van de huisinstallatie niet in orde. – De stekker zit niet in het stopcontact. – De deur van het apparaat is niet goed dicht. ... aan het apparaat De onderste sproeiarm draait moeilijk. – Sproeiarm geblokkeerd. De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden. * – Kinderbeveiliging is geactiveerd. De gebruiksaanwijzing voor de deactivering bevindt zich achterin in de omslag. * Afhankelijk van het model Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden. –Afwasmiddelbakje tevol of mechanisme door vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd. Afwasmiddelresten in het afwasmiddelbakje. – Afwasmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig. Bijvulindicatie voor zout X en/ of glansspoelmiddel ` brandt niet. – Bijvulindicatie(s) uitgeschakeld. – Voldoende zout/glansspoelmiddel aanwezig. De navulindicatie voor speciaal zout X brandt. – Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen. Indicatie „Kraan 6” brandt – Kraan dicht. – Watertoevoer onderbroken. – Watertoevoerslang geknikt. – Zeef aan de kraan verstopt. – Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. – Kraan dichtdraaien.
nl 23 –Zeef indetoevoerslang schoonmaken. – Stroom weer inschakelen. – Kraan opendraaien. – Apparaat inschakelen. – Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. – Waterafvoerslang verstopt of geknikt. – Waterafvoerpomp geblokkeerd, afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt (zie Afvoerpomp). –Zeven verstopt. – Programma nog niet beëindigd. Einde van het programma afwachten of functie „Reset” activeren. ... bij de afwas Abnormale schuimvorming – Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst glansspoelmiddel leidt tot overmatige schuimvorming. Daarom moet u het gemorste glansspoelmiddel met een doekje verwijderen. Het programma stopt tijdens de afwas. – Stroomtoevoer onderbroken. – Watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de vulventielen – Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding maar heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden. Klappende/kletterende geluiden tijdens de afwas – De sproeiarm slaat tegen het serviesgoed. – Het serviesgoed is niet goed ingeruimd. ... aan het serviesgoed Etensresten op het serviesgoed. – Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. – Te weinig afwasmiddel. – Te zwak afwasprogramma gekozen. – Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. – Sproeiers van sproeiarmen verstopt. – Zeven verstopt. – Zeven verkeerd ingezet. – Afvoerpomp geblokkeerd. – Bovenste servieskorf rechts en links niet op dezelfde hoogte erin gezet. Er zijn resten thee of lippenstift achtergebleven. – Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking. – Te lage afwaswatertemperatuur. – Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. Witte vlekken op het serviesgoed/de glazen blijven melkkleurig. Bij het gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de binnenwanden van de machine ontstaan. – Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. – Te zwak programma gekozen. – Geen/te weinig glansspoelmiddel. – Geen/te weinig onthardingszout. – Onthardingsinstallatie op een verkeerde waarde ingesteld. – Deksel van het zoutreservoir niet vastgedraaid. Neem contact op met de fabrikant van het reinigingsproduct, vooral als: – het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is, – er kalkaanslag ontstaat.
nl 24 Doffe, verkleurde glazen, aanslag kan niet worden afgewassen. – Ongeschikt afwasmiddel. – Glazen niet geschikt voor afwasmachine. Strepen op glazen en bestek, glazen zien er metaalachtig uit. – Te veel glansspoelmiddel. Verkleuringen op kunststof delen. – Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. – Te zwak programma gekozen. Roestsporen op het bestek. – Bestek niet roestbestendig. – Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd. Serviesgoed niet droog. – De deur van het apparaat werd te vroeg geopend en het serviesgoed werd er te snel uitgehaald. – Een programma zonder drogen gekozen. – Te weinig/ongeschikt glansspoelmiddel. – Intensief drogen activeren. – Het gecombineerde afwasmiddel heeft een slechte droogcapacitiet. Glansspoelmiddel gebruiken (instelling zie hoofdstuk Glansspoelmiddel). Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Geef aan de Servicediens t typenummer (E Nr. = 1) en het FD-nummer (FD = 2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje 9: op de deur van het apparaat. Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant. Neem contact met ons op. U bent er dan van verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt uitgevoerd die gebruik maken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat. Servicedienst
nl 25 Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van watertoevoer en waterafvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven. Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden: – Bij aflevering controleren – Plaatsen – Aansluiten op de waterafvoer – Aansluiten op de watertoevoer – Elektrische aansluiting Veiligheidsvoorschriften – Het apparaat volgens het installatie- en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten. – Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. – Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. – De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 9: van de afwasautomaat. – Als de elektrische aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden. Om gevaren te voorkomen mag deze alleen door de Servicedienst vervangen worden. – Als de afwasmachine in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden. – Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. – Het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kookplateau inbouwen. – Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. – Bij sommige modellen: In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen. ã= Waarschuwing Als het apparaat niet in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw leverancier verkrijgbaar. Aflevering Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. Installatie
nl 26 Technische gegevens Gewicht: max. 53 kg Spanning: 230 V, 50 Hz Aansluitwaarde: 2,3 kW Zekering: 10/13 A Waterdruk: minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren. Hoeveelheid binnenstromend water: minimaal 10 liter per minuut. Temperatuur van het water: Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C. Plaatsing De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat. – Geïntegreerde en onderbouwapparaten die naderhand als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de wand of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. – Het apparaat kan zonder problemen tussen wanden van hout of kunststof in een rij keukenmeubelen worden ingebouwd. Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheidsvoorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn. Aansluiten op de waterafvoer – De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. – Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert! Aansluiten op de watertoevoer – Aansluiting volgens het montagevoorschrift. De toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Let erop dat de toevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. – Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren. Hoeveelheid binnenstromend water: minimaal 10 liter per minuut. Temperatuur van het water: Bij voorkeur koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
nl 27 Elektrische aansluiting – Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 230 V en 50 Hz wisselstroom aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor de vereiste zekering. – Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn. – Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. – Een verlenging van de elektrische aansluitkabel mag alleen door de Servicedienst geleverd worden. – Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken ‚ geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voorwaarden. Demontage Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht. – Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen. – Kraan dichtdraaien. – Aansluiting op de waterafvoer en - toevoer loskoppelen. – Bevestigingsschroeven onder het werkblad eruit draaien. – De plint – indien aanwezig – demonteren. – Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken. Transport Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten. Het apparaat in de volgende stappen legen: – Kraan opendraaien. – Deur openen. – Hoofdschakelaar ( inschakelen. – Programma + kiezen. Op de cijferindicatie @ verschijnt de vermoedelijke duur van het programma. – Deur sluiten. Programma start. – Na ca. 4 minuten de deur openen. – Het programma door gelijktijdig indrukken van de toetsen # en3 beëindigen. – Deur sluiten. – Na ca. 1 minuut de deur openen. Op de cijferindicatie verschijnt ‹. – Hoofdschakelaar ( uitschakelen en de kraan dichtdraaien. Apparaat alleen rechtop vervoeren (om te voorkomen dat resterend water in het besturingsmechanisme terechtkomt wat tot een verkeerd programmaverloop leidt). Bescherming tegen vorst Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport). – Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen.
nl 28 Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren. Verpakking Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk. Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „B ij levering” in acht. Uw oude apparaat Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht. Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EC afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten.