Siemens Kg 36eaw40 German Version Manual
Have a look at the manual Siemens Kg 36eaw40 German Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 428 Siemens manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
nl 71 Netto-inhoud De gegevens over de netto-inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. Afb. 2 Vriesvermogen volledig benutten Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren in te ruimen, kunnen alle uitrustingsonderdelen worden verwijderd. De levensmiddelen kunnen dan rechtstreeks op de legplateaus en op de bodem van de vriesruimte worden gestapeld. Onderdelen eruit halen Diepvriesladen tot aan de aanslag uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Afb. 5 De koelruimte De koelruimte is de ideale bewaarplaats voor klaargemaakte gerechten, brood en banket, conserven, gecondenseerde melk, harde kaas, koudegevoelig fruit en groente en voor zuidvruchten. Attentie bij het inruimen De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen. Hierdoor blijven geur, kleur en versheid behouden. Bovendien wordt voorkomen dat de levensmiddelen naar elkaar gaan smaken en de kunststof onderdelen verkleuren. Aanwijzing Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken. Anders wordt de luchtcirculatie verminderd. Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de achterwand vastvriezen. Let op de koudezones in de koelruimte Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillen de koudezones: ■De koudste zone is in de binnenruimte tegen de achterwand en in de chillerhouder. Afb. 4 Aanwijzing In de koudste zones gevoelige levensmiddelen opslaan zoals vis, worst en vlees. ■De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan in de deur. Aanwijzing In de warmste zone bijv. boter en kaas bewaren. Tijdens het serveren behoudt de kaas zijn aroma en de boter blijft smeerbaar. Superkoelen Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 15 uur zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch omgeschakeld naar de vóór het superkoelen ingestelde temperatuur. Het superkoelsysteem inschakelen bijv. ■vóór het inladen van grote hoeveelheden levensmiddelen. ■om dranken snel te koelen. Aanwijzing Als het superkoelsysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
nl 72 In- en uitschakelen Afb. 2 Super-toets koelruimte 9 indrukken. De toets brandt als het superkoelsysteem is ingeschakeld. Diepvriesruimte De diepvriesruimte gebruiken ■voor het opslaan van diepvriesproducten, ■om ijsblokjes te maken, ■om levensmiddelen in te vriezen. Aanwijzing Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij een open deur ontdooien de diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog stroomverbruik! Maximale invriescapaciteit Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje. Afb. 2 Voorwaarden voor max. invriesvermogen ■Supervriezen inschakelen voordat u de verse levensmiddelen aanbrengt (zie hoofdstuk „Supervriezen”). ■Onderdelen eruit halen Stapel de levensmiddelen rechtstreeks op de legplateaus en de bodem van de diepvriesruimte. ■Grote hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur invriezen in het bovenste vak. Daar worden ze heel snel en daardoor voorzichtig ingevroren. ■Verse levensmiddelen zo dicht mogelijk bij de zijwanden invriezen. Invriezen en opslaan Inkopen van diepvriesproducten ■De verpakking mag niet beschadigd zijn. ■Neem de houdbaarheidsdatum in acht. ■De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C of kouder zijn. ■De diepvriesproducten liefst in een koeltas transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen. Levensmiddelen invriezen ■Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. ■Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen. ■De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet uitdrogen of hun smaak verliezen. Diepvrieswaren opslaan De diepvrieslade tot aan de aanslag inschuiven om een goede luchtcirculatie te waarborgen. Als er veel levensmiddelen moeten worden opgeslagen, dan kunt u de levensmiddelen direct op de glasplateaus en op de bodem van de diepvriesruimte opstapelen.
nl 73 1. Daartoe dient u alle diepvriesladen te verwijderen. 2. Diepvriesladen tot aan de aanslag uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Afb. 5 Verse levensmiddelen invriezen Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo goed mogelijk te behouden, dient groente geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren. Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is blancheren niet noodzakelijk. Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de boekhandel. Aanwijzing Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen. ■Geschikt om in te vriezen: Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte, groente, fruit, kruiden, gepelde eieren, melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide gerechten en kliekjes zoals soep, eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis, aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes. ■Niet geschikt om in te vriezen: Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten, zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren, wijndruiven, hele appels, peren en perziken, hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure room, crème fraîche en mayonaise. Diepvrieswaren verpakken De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet uitdrogen of hun smaak verliezen. 1. Levensmiddelen in de verpakking leggen. 2. Lucht eruit drukken. 3. Het geheel van een goede sluiting voorzien. 4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum. Voor verpakking geschikt: Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie, diepvriesdozen. Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar. Niet geschikt voor verpakking: pakpapier, vetvrij papier, cellofaan, vuilniszakkenengebruikte boodschappentasjes. Als sluiting geschikt: elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes, koudebestendig plakband e.d. Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een folie- lasapparaat worden dichtgelast. Houdbaarheid van de diepvrieswaren De houdbaarheid is afhankelijk van het soort levensmiddelen. Op een temperatuur van -18 °C:■Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en banket: tot 6 maanden. ■Kaas, gevogelte, vlees: tot 8 maanden. ■Groente, fruit: tot 12 maanden.
nl 74 Supervriezen De levensmidelen zo snel mogelijk door en door invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en smaak behouden blijven. Schakel enkele uren voordat u de verse levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om ongewenste temperatuurstijging te voorkomen. Doorgaans is 4-6 uur van tevoren voldoende. Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur bereikt. Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u 24 uur vóór het inladen van de verse waar het supervriezen in te schakelen. Kleinere hoeveelheden levensmiddelen (max. 2 kg) kunnen zonder gebruik van het supervriessysteem worden ingevroren. Aanwijzing Als het supervriessysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen. In- en uitschakelen Afb.2 Toets „super” 2 indrukken. Is super vriezen ingeschakeld, dan licht de toets op. Het supervriessysteem wordt na 2½ dagen automatisch uitgeschakeld.Ontdooien van diepvrieswaren Afhankelijk van soort en bereidingswijze van de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: ■bij omgevingstemperatuur ■in de koelkast ■in de elektrische oven, met/zonder heteluchtventilator ■in de magnetron ã= Attentie Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren. De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort. Uitvoering (niet bij alle modellen) Glasplateaus Afb. 6 U kunt de plateaus en voorraadvakken in de binnenruimte naar wens verplaatsen: Daartoe het legplateau uittrekken, vooraan optillen en verwijderen.
nl 75 Verstelbaar deur-legplateau „EasyLift” Afb. 7 Het legplateau kan in de hoogte versteld worden zonder dat het eruit gehaald hoeft te worden. De knoppen op de zijkant van het legplateau gelijktijdig indrukken om het legplateau naar beneden te verplaatsen. Het kan naar boven worden verplaatst zonder de knoppen in te drukken. Chillerlade Afb. 1/12 In het chillervak heersen lagere temperaturen dan in de koelruimte. Er kunnen ook temperaturen onder 0 °C optreden. Ideaal voor het bewaren van vis, vlees en worst. Niet geschikt voor salades, groente en koudegevoelige levensmiddelen. Groentelade met vochtigheidsregelaar Afb. 8 Om een optimaal klimaat voor het bewaren van groente, salade en fruit te scheppen, kan de luchtvochtigheid in de groentelade worden geregeld afhankelijk van de te bewaren hoeveelheid. Kleine hoeveelheden levensmiddelen – Regelaar naar rechts schuiven. Grote hoeveelheden levensmiddelen – Regelaar naar links schuiven. Groentelade-inzetstuk Afb. 9 De inzetstuk kan eruit gehaald worden. Variabel legplateau Afb. * Het legplateau kan desgewenst omlaag worden geklapt. Het legplateau naar voren trekken, laten zakken en naar achteren drukken. Deze is geschikt voor het bewaren van levensmiddelen en flessen. Flessenhouder Afb. + De flessenhouder voorkomt dat de flessen kantelen bij het openen en sluiten van de deur. Diepvrieslade (groot) Afb. 1/19 Voor het bewaren van grote diepvrieswaren, bijv. kalkoenen, eenden en ganzen. Aanwijzing Scheidingsplaat (indien aanwezig) kan niet worden verwijderd. Koude-accu Afb. , De koude-accu vertraagt bij het uitvallen van de stroom of bij een storing het verwarmen van de opgeslagen diepvrieswaren. De langste bewaartijd wordt bereikt als u de accu direct op de levensmiddelen in het bovenste vak legt. De koude-accu kan ook voor het tijdelijk koelhouden van levensmiddelen (bijv. in een koeltas) eruit genomen worden.
nl 76 IJsbakje Afb. - 1. Het ijsbakje voor ¾ met water vullen en in de diepvriesruimte zetten. 2. Het vastgevroren ijsbakje alleen met een bot voorwerp losmaken (steel van een lepel). 3. Om de ijsblokjes los te maken: het ijsbakje iets verbuigen of kort onder stromend water houden. Sticker „OK” (niet bij alle modellen) Met de „OK”-temperatuurcontrole kunnen temperaturen onder +4 °C worden geregistreerd. Stel de temperatuur trapsgewijs kouder in als de sticker niet „OK” aangeeft. Aanwijzing Bij ingebruikneming van het apparaat kan het tot 12 uur duren voor de temperatuur is bereikt. Correcte instelling Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Uitschakelen van het apparaat Afb. 2 Toets Aan/Uit 1 indrukken. De temperatuurindicatie gaat uit en de koelmachine wordt uitgeschakeld. Buiten werking stellen van het apparaat Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Uitschakelen van het apparaat. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Schoonmaken van het apparaat. 4. Deur van het apparat open laten. Ontdooien Koelruimte Het apparaat wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via de dooiwatergootjes en het afvoergaatje naar het verdampingsgedeelte van het apparaat. Diepvriesruimte De diepvriesruimte wordt niet automatisch ontdooid omdat de diepvrieswaren niet mogen ontdooien. Een laagje rijp in de diepvriesruimte vermindert de koude- afgifte aan de diepvrieswaren waardoor het stroomverbruik wordt verhoogd. Verwijder regelmatig de laag rijp of ijs. ã= Attentie Een laag rijp of ijs niet met een mes of een scherp voorwerp afschrapen. U kunt hierdoor de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. U gaat als volgt te werk:
nl 77 Aanwijzing Ca. 4 uur vóór het ontdooien het supervriessysteem inschakelen zodat de levensmiddelen een zeer lage temperatuur bereiken en hierdoor langer bij omgevingstemperatuur bewaard kunnen worden. 1. Het apparaat uitschakelen om te ontdooien. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Diepvriesladen met de levensmiddelen op een koele plaats bewaren. Koude-accu (indien aanwezig) op de levenmiddelen leggen. 4. Dooiwaterafvoer openen. Afb. . 5. Het legplateau voor grote flessen kan worden gebruikt om het dooiwater op te vangen. Hiertoe het plateau voor grote flessen verwijderen (zie het hoofdstuk Apparaat reinigen) en onder de open dooiwaterafvoer zetten. 6. Om het ontdooiproces te versnellen twee pannen met heet water op een onderzetter in het apparaat zetten. 7. Na het ontdooien het opgevangen dooiwater weggieten. Het resterende dooiwater op de bodem van de diepvriesruimte met een spons afwissen. 8. Dooiwaterafvoer sluiten. 9. Plateau voor grote flessen weer in de deur plaatsen. 10.Na het ontdooien het apparaat weer aansluiten en inschakelen. Schoonmaken van het apparaat ã= Attentie ■Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand, chloride of zuren bevatten. ■Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan. ■De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen vervormen! U gaat als volgt te werk: 1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen! 3. De diepvrieswaren eruit halen en op een koele plaats bewaren. Koude- accu (indien aanwezig) op de levenmiddelen leggen. 4. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en lauw water met een scheutje pH neutraal schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen. 5. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 6. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en inschakelen. 7. Diepvrieswaren weer in het apparaat leggen.
nl 78 Uitvoering Voor het reinigen kunnen alle variabele onderdelen van het apparaat worden verwijderd. Glasplateaus eruit halen Afb. 6 De glasplateaus optillen, naar voren trekken, laten zakken en zijdelings eruit zwenken. Dooiwater-afvoerklep Voor het reinigen van de dooiwater- afvoergoot moet het glasplateau boven de groentelade, afb. 1/13, worden losgemaakt van de dooiwater-afvoerklep. Glasplateau verwijderen, dooiwater- afvoerklep optillen en verwijderen. Afb. / De dooiwater-afvoergoot en het afvoergat regelmatig reinigen met wattenstaafjes o.i.d., zodat het dooiwater goed kan weglopen. Reservoir verwijderen Afb. 5 Reservoir tot aan de aanslag uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Groentelade Afb. 0 De afschermplaat van de groentelade kan ter reiniging worden verwijderd. De knoppen aan de zijkant na elkaar indrukken en daarbij de afschermplaat van de groentelade nemen. Legplateaus uit de deur nemen Afb. 1 Legplateaus optillen en verwijderen. Luchtjes Als u onaangename luchtjes ruikt: 1. Apparaat uitschakelen met de Aan/ Uit-knop. Afb. 2/1 2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen. 3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk Schoonmaken van het apparaat). 4. Alle verpakkingen schoonmaken. 5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken om luchtjes te voorkomen. 6. Apparaat weer inschakelen. 7. Levensmiddelen inruimen. 8. Na 24 uur controleren of er opnieuw luchtjes zijn ontstaan. Verlichting (LED) Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED verlichting. Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de Servicedienst of een erkend vakman worden uitgevoerd. Energie besparen ■Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron plaatsen zoals een verwarmingsradiator of een fornuis. Gebruik eventueel een isolatieplaat. ■Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen.
nl 79 ■Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te ontdooien en de kou van de diepvrieswaren gebruiken om andere levensmiddelen te koelen. ■Een laag rijp of ijs in de diepvriesruimte regelmatig laten ontdooien. Een laag rijp of ijs vermindert de afgifte van koude aan de diepvrieswaren en verhoogt het energieverbruik. ■Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen. ■Om een verhoogd stroomverbruik te vermijden, dient de achterkant van het apparaat af en toe gereinigd te worden. ■Indien aanwezig: Wandafstandhouder monteren om de geplande energieopname van het apparaat te bereiken (zie montagehandleiding). Een kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige invloed op de werking van het apparaat. De energieopname kan dan wel iets veranderen. De afstand van 75 mm mag niet worden overschreden. Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Brommen De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator). Borrelen, zoemen of gorgelen Koelmiddel stroomt door de buizen. Klikgeluiden Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/uit. Voorkomen van geluiden Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
nl 80 Kleine storingen zelf verhelpen Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept: Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij a lleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de v olledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak Oplossing De temperatuur wijkt erg af van de instelling. In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact.Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is. Controleer de zekeringen. Temperatuurindicatie geeft „E..“ aan. De elektronica heeft een fout geconstateerd.Inschakelen van de Servicedienst.