Home
>
Mountfield
>
Lawn Mower
>
Mountfield Lawn Mower 4135H - 4155H - 4155 H 4WD Instructions Manual
Mountfield Lawn Mower 4135H - 4155H - 4155 H 4WD Instructions Manual
Have a look at the manual Mountfield Lawn Mower 4135H - 4155H - 4155 H 4WD Instructions Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 153 Mountfield manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
41 NEDERLANDSNL 5 TOEPASSINGEN De machine mag uitsluitend gebruikt worden bij de volgende werkzaamheden met de aangegeven originele GGP-accessoires: Het trekmechanisme mag worden belast met een verticale kracht van maximaal 100 N. De duwkracht van getrokken accessoires op het trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N. LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhang- er altijd contact op met uw verzekeringsmaat- schappij. LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden op de openbare weg. 6 STARTEN EN RIJDEN De machine alleen gebruiken met geslo- ten en vergrendelde kap. Anders be- staat er een kans op brandwonden en kunt u bekneld raken. 6.1 Bijvullen met benzine (18:Q)Gebruik altijd loodvrije benzine. Gebruik nooit brandstof voor tweetaktmotoren. De tank heeft een inhoud van 6 liter. Door de trans- parante tank is het brandstofniveau makkelijk af te lezen. LET OP! Gewone loodvrije benzine is beperkt houdbaar en mag niet langer dan 30 dagen worden bewaard. U kunt ook milieuvriendelijke benzine gebruiken, d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling die minder schadelijk is voor mens en milieu. Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar brandstof altijd in een speciaal daar- voor bestemde tank. Vul alleen buitenshuis benzine bij en rook niet tijdens het bijvullen. Vul de tank voordat u de motor start. Verwi- jder nooit de vuldop en vul de machine nooit met benzine wanneer de motor loopt of nog warm is. Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. Laat een zekere ruimte (ten minste de gehele vul- buis plus 1-2 cm bovenin de tank) leeg, zodat de benzine, wanneer deze warm wordt, kan uitzetten zonder over te stromen. Zie afb. 18. 6.2 Controleer het oliepeilHet carter is bij aflevering altijd gevuld met olie SAE 10W-30. Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor- rect is. De machine moet op een vlakke onder- grond staan. Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af. Breng de stok weer aan en draai hem vast. Draai hem daarna weer los en trek hem omhoog. Lees het oliepeil af. Vul olie bij tot de “FULL”- streep als het oliepeil onder deze markering ligt. Zie afb. 19. Het oliepeil mag nooit boven de “FULL”-streep komen. Een te hoog oliepeil kan de motor overver- hitten. Als het oliepeil boven de “FULL”-streep komt, moet de olie worden afgetapt tot het juiste niveau is bereikt. 6.3 Oliepiel van de versnellingsbak controleren Controleer voor elk gebruik of het oliepeil correct is. De machine moet op een vlakke ondergrond staan. Lees het oliepeil af op het reservoir (20:R). Het peil moet tussen MAX en MIN liggen. Vul indien nodig olie bij10W-30. Type olie: 6.4 VeiligheidscontroleControleer of de machine voldoet aan de onder- staande veiligheidscontrole. De veiligheidscontrole moet voor ieder gebruik worden uitgevoerd. Als een van de onderdelen niet door de test komt, moet u de machine niet ge- bruiken! Breng de machine voor reparatie naar een servicewerkplaats! Gebruik Accessoires, origineel van GGP Gras maaien Met maaidek 95 C (alle model- len). Met maaidek 105 C (alleen 4155 H). Sneeuwruimen Met sneeuwschuiver. Gebruik van sneeuwkettingen en frame- gewichten wordt aanbevolen. Gras en bladeren vegenUitgerust met getrokken opvang- bak 30 of 42. Gras- en bladtrans- portUitgerust met transportkar (Pro of Combi). Ty p e o l i e 4WD Synthetische olie 5W-50 HST SAE 10W-30 (20W-50)0
42 NEDERLANDSNL 6.4.1 Algemene veiligheidscontrole 6.4.2 Elektrische veiligheidscontrole Controleer voor elk gebruik of het bev- eiligingssysteem werkt.. 6.5 Starten1. Open de benzinekraan. Zie (21:U). 2. Controleer of the bougiekabel(s) op de bougie(s) is/zijn geplaatst. 3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld is. 4. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal. 5. Starten van een koude motor – zet de gashendel helemaal in de chokestand. Starten van een warme motor – zet de gashendel op vol gas (ongeveer 2 cm achter de choke- stand). 6. Trap het koppelings-/rempedaal volledig in. 7. Draai de contactsleutel om en start de motor. 8 Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashen- del geleidelijk naar vol gas (ongeveer 2 cm achter de chokestand) als u de choke gebruikt hebt. 9. Laat de machine na een koude start niet onmid- dellijk belast werken, maar laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. Op die manier kan de olie eerst opwarmen. Bij gebruik van de machine altijd vol gas geven. 6.6 BedieningstipsControleer altijd of de juiste hoeveelheid olie in de motor zit. Dit is met name belangrijk bij het werk- en op hellingen. Zie “Controleer het oliepeil 6.2. Wees voorzichtig bij het rijden op hell- ingen. Start of stop niet plotseling wan- neer u een helling op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over een helling. Rijd van boven naar beneden en van beneden naar boven. Deze machine mag op een helling van maximaal 10° rijden. Verminder de snelheid op hellingen en bij scherpe bochten om controle over de machine te houden en het risico op kan- telen te beperken. Draai bij rijden in de hoogste versnel- ling en bij vol gas het stuur niet volledig naar één kant. De machine kan dan kantelen. Blijf met uw handen uit de buurt van de middensturing en de zittinghouder. An- ders kunt u bekneld raken! Rijd nooit met de machine als de motorkap open is. 6.7 StoppenSchakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem aan. Laat de motor 1-2 minuten stationair draaien. Zet de motor af door de contactsleutel om te draaien. Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet worden. Als u de machine zonder toezicht achterlaat, moet u de bougiekabel(s) losmaken en de contactsleutel verwij- deren. Direct na gebruik kan de motor bij- zonder heet zijn. Raak de demper, de cilinder of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzak- en. 6.8 Reiniging Om het gevaar op brand te verkleinen de motor, de demper, de accu en de brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren en olie. Onderdeel Resultaat Brandstofslangen en aansluitingen.Geen lekkages. Elektrische kabels. Isolatie is intact. Geen mechanische schade. Uitlaatsysteem. Geen lekkages bij aansluitin- gen. Alle schroeven zijn vastge- draaid. Olieleidingen Geen lekkages. Geen schade. Rijd de machine voor- en achteruit en laat het pedaal van de bedrijfsrem omhoog komen.De machine stopt dan. Testrit Geen abnormale trillingen. Geen abnormale geluiden. Status Actie Resultaat Het koppelings-/ rempedaal is niet ingetrapt. Krachtafnemer niet ingeschakeld.Probeer te starten. De motor mag niet starten. Lopende motor. Krachtafnemer ingeschakeld.De bestuurder staat op van de zit- ting.De krachtaf- nemer moet uitschakelen. Lopende motor. Verwijder de zeke- ring. Zie 20:S.De motor moet dan stoppen.
43 NEDERLANDSNL Om het gevaar op brand te verkleinen regelmatig controleren of er sprake is van olie- en/of brandstoflekkage. Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen gelden de volgende richtlijnen. • Als u de machine met een hogedrukreiniger reinigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de asborging, elektrische onderdelen of hy- draulische kleppen. • Sproei nooit rechtstreeks water op de motor. • Reinig de motor met een borstel en/of perslucht. • Reinig de luchtinlaat van de motor (20:T). 7 ONDERHOUD 7.1 OnderhoudsprogrammaOm de machine voortdurend in goede staat te houden en zo de betrouwbaarheid te bevorderen, ook in verband met het milieu, moet het onder- houdsprogramma van GGP worden gevolgd. Onderhoud dat door een erkende servicewerkp- laats wordt uitgevoerd geeft u de garantie dat uw machine professioneel wordt onderhouden met originele reserveonderdelen. 7.2 VoorbereidingAlle service en onderhoud moet worden uit- gevoerd op een stilstaande machine waarvan de motor is uitgeschakeld. Zorg dat de machine niet kan wegrol- len. Gebruik daarom altijd de parkeer- rem. Zet de motor af. Voorkom dat de motor onbedoeld start door de bougiekabel(s) los te maken van de bougie(s) en de contactsleutel te ver- wijderen. 7.3 BandenspanningPas de bandenspanning op de volgende manier aan: Voorzijde: 0,6 bar (9 psi). Achter: 0,4 bar (6 psi). 7.4 Motorolie vervangenVervang de motorolie de eerste keer na 5 werkuren, daarna na elke 50 werkuren of één keer per seizoen. Ververs de olie vaker, om de 25 draaiuren of min- stens één keer per seizoen, als de motor extra hard of bij hoge omgevingstemperaturen moet werken. Gebruik olie volgens de onderstaande tabel.Gebruik olie zonder toevoegingen. Vul niet te veel olie bij. Dit kan tot oververhitting van de motor leiden. Ververs de olie wanneer de motor warm is. Direct na het stoppen van de machine kan de motorolie erg heet zijn. Laat de motor daarom een paar minuten afkoe- len voordat u de olie aftapt. 1. Zet de klem op de afvoerslang. Gebruik een slangenklem of iets vergelijkbaars. Zie afb. (21:V). 2. Verplaats de klem 3 tot 4 cm op de afvoerslang en trek de bougie los. 3. Vang de olie op in een vat. LET OP! Knoei geen olie op de aandrijfrie- men. 4. Volg de lokale voorschriften voor het afvoeren van afgewerkte olie op. 5. Breng de olieaftapplug weer aan en verplaats de klem zodat deze zich boven de plug bevindt. 6.Verwijder de oliepeilstok en vul de machine met nieuwe olie. Olievolume: 1,4 liter 7. Na het bijvullen van olie start u de motor en laat u deze 30 seconden stationair draaien. 8. Controleer of er een olielek is. 9. Zet de motor af. Wacht 30 seconden en contro- leer dan of het oliepeil overeenkomt met “Con- troleer het oliepeil 6.2. 7.5 Transmissie (4WD)De olie in de hydraulische krachtoverbrenging moeten regelmatig worden gecontroleerd/aange- past of vervangen zoals aangegeven in onder- staande tabel. Type olie: Synthetische olie 5W-50. Hoeveelheid olie bij verversen: ongeveer 3,5 liter. 7.5.1 Controleren - aanpassen Zie ““Oliepiel van de versnellingsbak controleren 6.3”. 7.5.2 Aftappen 1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten op verschillende snelheden lopen om de transmis- sieolie op te warmen. 2. Plaats de machine volledig horizontaal. OlieSAE 10W-30 ServiceklasseSJ of hoger Actie1e keer Vervol- gens met tussenpo- zen van Werkuren Niveau controleren - aanpas- sen. -50 Olie verversen. 50 200
44 NEDERLANDSNL 3. Demonteer beide ontkoppelingshefbomen zoals aangegeven in afb. 17. 4. Plaats één opvangbak onder de achteras en één onder de vooras. 5. Open het oliereservoir door de kap te verwijder- en. Zie (20:R). Gebruik uitsluitend een 3/8” dopsleutel voor de olieaftapplug. Het gebruik van ander gereedschap beschadigt de plug. 6. Verwijder de olieaftapplug van de achteras. Reinig de opening en gebruik een 3/8” dopsleu- tel. Zie afbeelding 22. 7. Verwijder 2 aftappluggen uit de vooras. Ge- bruik hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de olie uit de vooras en de leidingen lopen. Zie afb. 23. 8. Controleer of de pakkingen op de 4 aftapplug- gen van de vooras intact zijn. Zie afb. 23. Plaats de pluggen terug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm. De olieaftapplug wordt beschadigd als hij vaster dan 5 Nm wordt aangedraaid. 9. Controleer of de pakking op de olieaftapplug van de achteras intact is. Zie afb. (22:Y). Plaats het in de achteras. Draai de olieaftapplug aan tot 5 Nm. 10.Trek de olie uit het onderste deel van het reser- voir met behulp van een olieafscheider. Zie afb. 24. 11.Voer de olie volgens lokale voorschriften af. 7.5.3 Vullen De motor mag nooit draaien als de achterste koppelingshendel naar bin- nen is geduwd en de voorste koppeling- shendel uitgetrokken is. Dit beschadigt de asborging. 1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie. Als de motor binnen moet draaien, di- ent u ervoor te zorgen dat uitlaatgassen kunnen worden afgevoerd. 2. Controleer of de koppelingshendel van de achteras uitgetrokken is. 3. Start de motor. Als de motor is gestart, schuift de koppelingshendel van de vooras automatisch naar binnen. 4. Trek de koppelingshendel van de vooras naar buiten. LET OP! De olie wordt zeer snel het systeem ingezogen. Zorg dat het reservoir altijd vol is. Zorg dat er geen lucht wordt ingezogen. 5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door het te blokkeren met een houten wig. Zie afb. 25. Vul het oliereservoir handmatig met nieuwe olie. 6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit draaien.7. Verwijder de houten wig en zet het gaspedaal in de stand achteruit. Ga door met het bijvullen van de olie. 8. Laat de motor een minuut in de stand achteruit draaien. 9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals hi- erboven is aangegeven, en ga door met het bij- vullen van de olie tot het borrelen in het reservoir stopt. 10.Zet de motor uit, plaats het kapje van het ol- iereservoir en sluit de motorkap. 11.Maak een proefritje van enkele minuten en pas zonodig het olieniveau aan. 7.6 RiemtransmissiesControleer na 5 werkuren of alle riemen intact en onbeschadigd zijn. 7.7 BesturingDe besturing moet na 5 werkuren worden gecon- troleerd/afgesteld en vervolgens na elke 100 werkuren. 7.7.1 Controles Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen speling in de stuurkettingen zitten. 7.7.2 Afstelling Stel indien nodig de stuurkettingen als volgt af: 1. Zet de machine in de recht vooruit-stand. 2. Stel de stuurkettingen af met de twee moeren onder het middelpunt. Zie afb. 27. 3. Draai beide moeren evenveel tot er geen speling meer is. 4. Rijd de machine recht vooruit en controleer of het stuur recht staat. 5. Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene moer losser en de andere vaster. Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daardoor wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van de kabels toe. 7.8 Accu Als u het zuur in uw ogen of op uw huid krijgt, kan dit ernstig letsel veroorzak- en. Als er zuur op uw lichaam terech- tkomt, moet u het betreffende lichaamsdeel onmiddellijk afspoelen met een ruime hoeveelheid water en zo snel mogelijk medische hulp zoeken. De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft een uitgangsspanning van 12 V. De accuvloeistof kan en mag niet worden gecontroleerd of aange- vuld. U hoeft de accu alleen maar op te laden, bi- jvoorbeeld als u deze lang niet hebt gebruikt.
45 NEDERLANDSNL De accu moet volledig zijn opgeladen voordat u deze voor de eerste keer gaat gebruiken. De accu moet altijd volledig opgeladen worden bewaard, anders kan deze beschadigd raken. 7.8.1 Accu opladen met motor De accu kan als volgt worden opgeladen met de dynamo van de motor. 1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af- gebeeld. 2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas- sen kunnen worden afgevoerd. 3. Start de motor volgens de instructies in de han- dleiding. 4. Laat de motor 45 minuten lopen. 5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgelad- en. 7.8.2 Accu opladen met oplader Als de accu wordt opgeladen met een oplader, di- ent deze een constante spanning te hebben. Neem contact op met uw leverancier voor een dergelijke oplader. De accu kan beschadigd raken als er een stand- aard oplader wordt gebruikt. 7.8.3 Verwijderen/Plaatsen De accu zit onder de motorkap. Bij het verwijderen of plaatsen van de accu, dient u rekening te houden met het volgende: • Bij het verwijderen. Maak eerst de zwarte kabel los van de negatieve accuklem (-). Maak daarna de rode kabel los van de positieve accuklem (+). • Bij het plaatsen. Sluit eerst de rode kabel aan op de positieve accuklem (+). Sluit dan de zwarte kabel aan op de negatieve accuklem (-). Als u de kabels niet in de goede volgo- rde aansluit of losmaakt, kan er korts- luiting ontstaan en kan de accu beschadigd raken. Als u de kabels verwisselt, raken de dy- namo en de accu beschadigd. Zet de kabels stevig vast. Losse kabels kunnen brand veroorzaken. De accu moet altijd aangesloten zijn als u de motor wilt laten lopen. Anders kunnen de dynamo en het elektrische systeem beschadigd raken. 7.8.4 Reiniging Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met een staalborstel en smeer ze in met vet.7.9 Luchtfilter, motorHet voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25 werkuren worden gereinigd/vervangen. Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren worden gereinigd/vervangen. LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien de machine in stoffige omstandigheden moet werken. Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt: 1. Maak voorzichtig schoon rond de luchtfil- terkap. 2. Demonteer de luchtfilterkap (26:A) door de twee klemmen te verwijderen. 3. Demonteer het filter (26:B). Het voorfilter wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de be- huizing van het luchtfilter schoon. 4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervan- gen. 5. Reinig het voorfilter. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervangen. 6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Bij het schoonmaken van de behuizing van het papierfilter mogen geen perslucht of oplosmidde- len op basis van petroleum worden gebruikt. Hierdoor raakt het filter beschadigd. 7.10 BougieDe bougie(s) moet(en) na elke 2000 werkuren worden vervangen (=bij elke tweede basic serv- ice). Maak schoon rond de bevestiging van de bougie voordat u deze losmaakt. Bougie : Champion RC12YC of gelijkwaardig. Afstand elektroden: 0,75 mm. 7.11 LuchtinlaatZie 9:T. De motor is luchtgekoeld. Door een ver- stopt koelsysteem kan de motor beschadigd raken. Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 werkuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic service nauwkeurig gereinigd.
46 NEDERLANDSNL 7.12 SmerenAlle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ges- meerd. 7.13 ZekeringControleer of vervang de zekering van 20 A bij elektrische problemen. Zie 20:S. 8 OCTROOI - ONTWERPREGIS-TRATIE Deze machine of onderdelen van deze machine valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer- pregistratie: SE9901091-0, SE9901730-3, SE9401745-6, US595 7497, FR772384, DE69520215.4, GB772384, SE0301072-5, SE04/000239 (PCT), SE0401554-1, SE0501599-5. 9 REPARATIES Bevoegde servicewerkplaatsen voeren reparaties en garantiewerkzaamheden uit. Ze gebruiken originele reserveonderdelen. Originele reserveonderdelen worden geleverd door servicewerkplaatsen en een groot aantal dealers. Een lijst van deze dealers en werkplaatsen is te vinden op de website van GGP op: www.GGP.com. Wij raden u aan de machine eens per jaar naar een bevoegde servicewerkplaats te brengen voor service, onderhoud en controle van de veiligheidsmechanismen. 10 AANKOOPVOORWAARDEN Fabricagefouten en materiaaldefecten vallen volledig onder de garantie. De gebruiker dient de instructies in de bijgeleverde documentatie zorgvuldig op te volgen. Garantieperiode Gebruik consument: twee jaar na aankoopdatum. Accus: 6 maanden. Uitzonderingen De garantie geldt niet in de volgende gevallen: - nalatigheid van de gebruiker zich op de hoogte te stellen van de bijgeleverde documentatie - onachtzaamheid - onjuist en ongeoorloofd gebruik of onjuiste en ongeoorloofde montage - het gebruik van niet-originele reserveonderdelen - het gebruik van accessoires die niet door GGP zijn geleverd of goedgekeurd De garantie geldt ook niet voor: - aan slijtage onderhevige onderdelen zoals bladen, riemen, wielen en kabels - normale slijtage - motor en versnellingsbak. Dergelijke zaken vallen onder de garantie van de bijbehorende fabrikant met aparte voorwaarden. Op alle aankopen is de nationale wetgeving in het land van de koper van toepassing. De rechten die de koper aan de nationale wetgeving in zijn land kan ontlenen worden niet beperkt door deze garantie. Onderdeel Actie Afb. Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een smeerpistool met universeel vet. Pomp tot het vet eruit komt.28 Stuurkettin- genReinig de kettingen met een staalborstel. Smeer de kettingen met univer- sele kettingspray.- Spannings- armenSmeer de lagerpunten met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit werkt het beste met twee per- sonen.29 Bedienings- kabelsSmeer de uiteinden van de kabels met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit moet worden gedaan door twee personen.29
47 NEDERLANDSNL 11 MILIEU Om milieutechnische redenen bevelen wij u aan specifieke aandacht te besteden aan de volgende punten: • Gebruik altijd alcylaatbenzine (“milieuvriendelijke benzine“). • Gebruik altijd een trechter en/of een benzinekan met overloopbeveiliging om te voorkomen dat u morst wanneer u de machine met benzine vult. • Vul de benzinetank niet helemaal tot aan de rand. • Voeg niet te veel motor- en/of transmissieolie toe (zie de gebruikersinstructies voor de juiste hoeveelheid). • Vang alle olie op tijdens het olie verversen. Zorg dat u geen olie morst. Lever de olie in bij een recyclingstation. • Gooi vervangen oliefilters niet bij het normale afval. Lever ze in bij een recyclingstation. • Gooi vervangen loodaccus niet bij het normale afval. Lever de accu in bij een accu- inzamelingspunt voor recycling. • Vervang de demper wanner deze defect is. Gebruik altijd oorspronkelijke reserveonderdelen wanneer u reparaties uitvoert. • Wanneer de machine oorspronkelijk was voorzien van een katalysator en deze defect is geraakt, moet u de oude katalysator verwijderen en een nieuwe installeren. • Laat de carburator indien nodig altijd door een specialist afstellen. • Reinig het luchtfilter volgens de instructies (zie gebruikersinstructies). 12 PRODUCTIDENTITEIT De identiteit van het product wordt bepaald door twee onderdelen: 1. De artikel- en serienummers op de machine: 2. Het model-, type- en serienummer van de motor. Gebruik deze identificatietermen tijdens al het contact met de servicewerkplaatsen en bij de aankoop van reserveonderdelen. Schrijf zo snel mogelijk na aanschaf van de machine het bovenstaande nummer op de laatste pagina van deze uitgave. GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf- gaande aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen.
1.Category Catégorie Categorie 5.VibrationLawnmower with petrol engine Tondeuses à moteur à explosion Grasmaaiers met benzinemotor P901 1. 13-6102 + 13-2964 < 0,9 m/s 2 < 2.5 m/s2 (2.Type GGP Sweden AB P.O. Box 1006 SE-573 28 Tranås Sweden8.Make Marque FabricageMountfield 9. Cutting width Largeur de coupe Snijwijdte95 cm10. Serial number Numéro de série SerienummerSee label on chassis Voir la plaque sur le châssis Zie label op chassis 6A. Guaranteed sound power level Niveau de puissance acoustique garanti Gegarandeerd geluidsniveau (L WA)100 dB(A)11. Engine Moteur Make Marque FabricageBriggs & Stratton 21A alt. 21B Model Modèle Model 12. Rotation speed Vitesse de rotation Rotatiesnelheid3200 rpm 6B. Measured sound power level Niveau de puissance acoustique mesuré Gemeten geluidsniveau97,7 dB(A) 7. Notified body Organisme notifié Keuringsinstantie ITS Testing & Certification Ltd Notified Body repre- sentative 0359 4.Manufacturer Manufacturer Fabricant This product conforms to - Electromagnetic Compatibility Directive 2004/108/EEC - Machinery Directive 98/37/EEC with special reference to appendix 1 of the directive regarding essential health and safety requirements in conjunction with manufacturing - Noise Emission Directive 2000/14/EC This product has been developed and manufactured in conformance with the following standards: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767. Ce produit est conforme à - La Directive compatibilité électromagnétique 2004/108/ EEC - La Directive machines 98/37/EEC, avec une référence particulière à lannexe 1 de la directive concernant les exigences essentielles en matière de santé et de sécurité dans le cadre de la fabrication - La Directive émissions de bruit 2000/14/EC Le produit en question a été mis au point et fabriqué conformément aux normes suivantes: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767. Dit product voldoet aan - Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit 2004/ 108/EEC - Richtlijn voor machines 98/37/EEC met speciale verwijzing naar aanhangsel 1van de richtlijn voor essentiële gezondheids-en veiligheidsvereisten i.v.m. fabricage - Richtlijn voor geluidsproductie 2000/14/EC Het product is in overeenstemming met volgende normen ontwikkeld en vervaardigd: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767.Managing Director Certification Manager Directeur de Certification Troels Nielsen Issued in Tranås Fait à Tranås Gepubliceerd in Tranås 2007-10-11 Manufactured by GGP Sweden AB EC conformity declaration Déclaration de conformité CE EU-gelijkvormigheidsverklaring 3.Item no N° darticle Itemnr.
1.Category Catégorie Categorie 5.VibrationLawnmower with petrol engine Tondeuses à moteur à explosion Grasmaaiers met benzinemotor P901 1. 13-6104 + 13-2964 2. 13-6104 + 13-2972 < 0,9 m/s 2 < 2.5 m/s2 (2.Type GGP Sweden AB P.O. Box 1006 SE-573 28 Tranås Sweden8.Make Marque FabricageMountfield 9. Cutting width Largeur de coupe Snijwijdte1, 3: 95 cm 2, 4: 105 cm10. Serial number Numéro de série SerienummerSee label on chassis Voir la plaque sur le châssis Zie label op chassis 6A. Guaranteed sound power level Niveau de puissance acoustique garanti Gegarandeerd geluidsniveau (L WA)100 dB(A)11. Engine Moteur Make Marque FabricageBriggs & Stratton 282H07 Model Modèle Model 12. Rotation speed Vitesse de rotation Rotatiesnelheid3200 rpm 6B. Measured sound power level Niveau de puissance acoustique mesuré Gemeten geluidsniveau97,5 dB(A) 7. Notified body Organisme notifié Keuringsinstantie ITS Testing & Certification Ltd Notified Body repre- sentative 0359 4.Manufacturer Manufacturer Fabricant This product conforms to - Electromagnetic Compatibility Directive 2004/108/EEC - Machinery Directive 98/37/EEC with special reference to appendix 1 of the directive regarding essential health and safety requirements in conjunction with manufacturing - Noise Emission Directive 2000/14/EC This product has been developed and manufactured in conformance with the following standards: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767. Ce produit est conforme à - La Directive compatibilité électromagnétique 2004/108/ EEC - La Directive machines 98/37/EEC, avec une référence particulière à lannexe 1 de la directive concernant les exigences essentielles en matière de santé et de sécurité dans le cadre de la fabrication - La Directive émissions de bruit 2000/14/EC Le produit en question a été mis au point et fabriqué conformément aux normes suivantes: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767. Dit product voldoet aan - Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit 2004/ 108/EEC - Richtlijn voor machines 98/37/EEC met speciale verwijzing naar aanhangsel 1van de richtlijn voor essentiële gezondheids-en veiligheidsvereisten i.v.m. fabricage - Richtlijn voor geluidsproductie 2000/14/EC Het product is in overeenstemming met volgende normen ontwikkeld en vervaardigd: - EN 836:1997 +A1, A2, A3, EN 292, EN ISO 14982, EN ISO 3767.Managing Director Certification Manager Directeur de Certification Troels Nielsen Issued in Tranås Fait à Tranås Gepubliceerd in Tranås 2007-10-11 3. 13-6103 + 13-2964 4. 13-6103 + 13-2972 Manufactured by GGP Sweden AB EC conformity declaration Déclaration de conformité CE EU-gelijkvormigheidsverklaring 3.Item no N° darticle Itemnr.