Home
>
Stiga
>
Lawn Mower
>
Lawn Tractor 8211 0276 05 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version
Lawn Tractor 8211 0276 05 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual Lawn Tractor 8211 0276 05 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
NEDERLANDSNL gaat rijden, laat het aandrijfpedaal los - de ma- chine moet stoppen. - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine gaat rijden, schakel de cruise control in, til uw lichaam even op van de stoel - de machine moet stoppen (geldt voor de Royal, Pro16, Pro20). - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine gaat rijden, schakel de cruise control in, trap op het rempedaal - de machine moet stoppen (geldt voor de Royal, Pro16, Pro20). - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam even op van de stoel - de motor moet stoppen (geldt voor de Comfort, President, Royal, Pro16). - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam even op van de stoel - de krachtafnemer moet worden uitgeschakeld (geldt voor de Pro20). Als het veiligheidssysteem niet werkt, mag de machine niet worden gebruikt! Breng de machine voor controle naar een servicewerkplaats! MOTOR STARTEN 1. Open de benzinekraan (afb. 12). 2. Controleer of de bougi ekabel op zijn plaats zit. 3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld is. 4. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal. 5a. Comfort-President: Starten van een koude motor - zet de gashendel he- lemaal in de chokestand. Warme start - zet de gas- hendel op vol gas (ca. 1 cm achter de chokestand). 5b. Royal-Pro16-Pro20: Zet de gashendel op vol gas. Starten van een koude motor - trek de chokehendel volledig uit. Starten van een warme motor - raak de chokehendel niet aan. 6. Trap het rempedaal volledig in. 7. Draai de contactsleutel om en start de motor. 8a. Comfort-President: Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashendel geleidelijk naar vol gas als u de choke gebruikt hebt. 8b. Royal-Pro16-Pro20: Wanneer de motor is gestart, duwt u de chokehen- del geleidelijk in als u deze gebruikt hebt. 9. Laat de machine na een koude start niet onmid- dellijk belast werken, maar laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. Op die manier kan de olie opwarmen. Laat de motor altijd op vol gas draaien wanneer hij in gebruik is. STOPPEN Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem aan. Laat de motor 1 - 2 minuten stationair draaien. Zet de motor af door de contactsleutel om te draaien. Sluit de benzinekraan. Di t is vooral belangrijk als de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet worden. Als u de machine zonder toezicht ach- terlaat, moet u de bougiekabel losma- ken van de bougie. Trek ook de sleutel uit het contactslot. Direct na gebruik kan de motor bijzon- der heet zijn. Raak de demper, de cilin- der of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken. KATALYSATOR (Pro20 Cat) De katalysator wordt tijdens het rijden bijzonder heet. Ook na het afzetten van de motor blijft de motor nog een flinke tijd warm. Denk aan het brandgevaar. Niet in de omgeving van brandbare voorwerpen parkeren. De machine niet afdekken voordat de katalysator is af- gekoeld. STUURBEKRACHTIGING (Pro20) Ingebouwde functie om het sturen te vergemakke- lijken. De bestuurder hoeft minder kracht te ge- bruiken om het stuur te draaien. De extra kracht wordt gegenereerd door een hydraulische koppel- omvormer. In tegenstelling tot gewone stuurbekrachtiging (bijv. in een auto) heeft deze stuurbekrachtiging een beperkte capaciteit. Dat betekent dat hij be- paalde eigenschappen heeft die als negatief erva- ren kunnen worden: - bij lage toerentallen of in situaties waar extra stuurkracht nodig is, kan de besturing als hor- tend worden ervaren. - de machine moet altijd in beweging zijn wan- neer de stuurbekrachtiging wordt gebruikt. Draai liever niet aan het stuur wanneer de ma-
NEDERLANDSNL chine helemaal stilstaat en het accessoire zich in werkstand (beneden) bevindt. Het effect van de stuurbekrachtiging is maximaal bij een normale werksnelheid. Dit levert extra voordelen op. De stuurbekrachtiging functioneert ook wanneer de motor niet draait. Draaien is in dit geval echter wel lastiger als de machine handmatig moet wor- den verplaatst. TIPS Zorg er voor dat bij rijd en op hellingen de juiste hoeveelheid olie in de motor aanwezig is (oliepeil op FULL). Wees voorzichtig bij het rijden op hel- lingen. Start of stop niet plotseling wan- neer u een helling op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over een helling. Rijd van boven naar beneden en van beneden naar boven. Deze machine mag, met daarop origine- le accessoires gemonteerd, op een hel- ling met een hoek van maximaal 10° rijden. Neem gas terug op hellingen en wan- neer u scherpe bochten maakt, om te voorkomen dat de machine kantelt of u de controle over de machine verliest. Draai bij rijden in de hoogste versnel- ling en bij vol gas het stuur niet volledig naar één kant. De machine kan dan kantelen. Blijf met uw handen uit de buurt van de middensturing en de zittinghouder. U kunt dan bekneld raken! Rijd nooit zonder motorkap. SERVICE EN ONDERHOUD SERVICEPROGRAMMA Om de machine voortdurend in goede staat te hou- den, de betrouwbaarheid en veiligheid te bevorde- ren en het milieu te ontzien, moet het onderhoudsprogramma van STIGA worden ge- volgd. De inhoud van dit programma vindt u in het bijge- voegde serviceboekje. Wij raden u aan reparaties te laten uitvoeren door een erkende servicewerkplaats. Dit garandeert dat de werkzaamheden worden verricht door be- kwaam personeel en dat originele reserveonderde- len worden gebruikt. Bij elke reparatie krijgt u een stempel in uw ser- viceboekje. Een boekje dat volgestempeld is, wordt een waardevol document dat de tweede- handswaarde van de machine verhoogt. VOORBEREIDING Tenzij anders aangegeven moet alle service en on- derhoud worden uitgevoerd als de machine stil staat en de motor niet draait. Zorg dat de machine niet kan wegrol- len. Gebruik daarom altijd de parkeer- rem. Voorkom dat de motor onbedoeld start door altijd de motor uit te zetten, de bougiekabel los te koppelen van de bou- gie en deze te aarden. Maak de minka- bel los van de accu. SCHOONMAKEN Om het brandgevaar te verkleinen mo- tor, geluiddemper/katalysator, accu en brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren en olie. Om het brandgevaar te verkleinen re- gelmatig controleren of er sprake is van olie- en/of brandstoflekkage. Als u de machine met een hogedrukreiniger rei- nigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de ver- snellingsbak. Richt geen waterstralen rechtstreeks op de motor. Gebruik een borstel of perslucht om hem schoon te maken. MOTOROLIE (President - Comfort - Pro16 - Pro20) Ververs de motorolie de eerste keer na 5 draaiuren, en daarna om de 50 draaiuren of één keer per sei- zoen. Ververs de olie wanneer de motor warm is. Gebruik olie van goede kwaliteit (serviceklasse SF, SG of SH). Ververs de olie vaker, om de 25 draaiuren of min- stens één keer per seizoen, als de motor extra hard
NEDERLANDSNL of bij hoge omgevingstemperaturen moet werken.Direct na het stoppen van de machine kan de motorolie erg heet zijn. Laat de motor daarom een paar minuten afkoe- len voordat u de olie aftapt. 1. Olieaftapleiding (metaal): Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de leiding los. Vang de olie op in een vat. Breng die olie vervol- gens naar een milieustraat. Mors geen olie op de V-snaren. 2. Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de ve- zelpakking en de ring in de plug onbeschadigd zijn en op hun plaats zitten. 3. Verwijder de oliepeilst ok en vul de machine met nieuwe olie. Oliecapaciteit: Comfort, President - 1,4 l Pro16, Pro20 - 1,7 l (i ncl. oliefilter) Olietype zomer (>4 ºC): SAE-30 (U kunt ook SAE 10W-30 gebruiken. Het oliever- bruik kan echter iets toenemen als u 10W-30 ge- bruikt. Controleer het olie peil vaker als u dit type olie gebruikt.) Olietype winter (
NEDERLANDSNL Royal: Reinig het luchtfilter om de 3 maanden of om de 50 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toe- passing is. Reinig het papierfilter jaarlijks of om de 200 werk- uren, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. Alle modellen: Let op! Reinig beide filter s vaker indien de machi- ne in stoffige omstandigheden moet werken. 1. Verwijder de luchtfilterkap (afb. 15-17). 2. Demonteer het papierfilt er en het voorfilter (= schuimplastic filter). Zo rg ervoor dat de carbura- teur niet vuil wordt. Maak het luchtfilterhuis schoon. 3a. Pro 16, Pro 20: Reinig het voorfilter in vloeibaar schoonmaakmid- del en water. Wring het filter uit tot het droog is. Giet een beetje olie op het filter en knijp de olie er- in. 3b. President, Comfort: Plaats nieuw voorfilter en pa troon stevig in de ba- sis. 4. Maak het papierfilter huis als volgt schoon: klop het lichtjes tegen een vlak oppervlak. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervangen. 5. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Bij het schoonmaken van het papierfilterhuis mo- gen geen oplosmiddelen op basis van petroleum worden gebruikt. Deze reinigers kunnen het filter vernielen. Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van het papierfilterhuis. Het papierfilterhuis mag niet met olie worden ingesmeerd. LUCHTFILTER - KATALYSATOR (Pro20 Cat) Reinig het luchtfilter van de katalysator om de 3 maanden of om de 25 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. 1. Verwijder het deksel door met een schroeven- draaier of iets dergelijks de borging in te drukken (afb. 18). 2. Verwijder het schuimplastic filter en reinig het met vloeibaar schoonmaakmiddel en water. Wring het filter uit tot het droog is. Het filter niet oliën. 3. Zet het filter terug en maak het deksel vast. BOUGIE Gebruik uitsluitend een ont stekingstester om de vonk bij de bougie/bougies te controleren (afb. 19). Vervang de bougie om de 100 werkuren of één keer per seizoen. Voor het vervangen van bougies zit in de accessoirezak bougiebus A en draaipen B. De motorfabrikant raadt het volgende aan: Royal: NGK BPR5ES of DENSO W16EPR-U President-Comfort-Pro16-Pro20: Champion RC12YC Elektrodenafstand: 0,75 mm. KOELLUCHTINLAAT - MOTOR De motor is luchtgekoeld. Door een verstopt koel- systeem raakt de motor beschadigd. De motor moet om de 100 werkuren of ten minste eenmaal per jaar schoongemaakt worden. Maak de ventilatorkap los. Maak de koelribben van de cilinder, de ventilator en het draaiende roos- ter schoon. Vaker schoonmaken als u droog gras maait. ACCU De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft een uitgangsspanning van 12 V. De accu is onder- houdsvrij. U hoeft het elect rolytniveau niet te con- troleren of te verhogen. U vindt de accu bij aflevering in de doos met ac- cessoires. De accu moet volledig zijn opgeladen voordat u deze voor de eerste keer gaat gebruiken. De accu moet altijd volledig opgeladen worden bewaard. Als de accu volledig leeg wordt bewaard kan deze permanent beschadigd raken. Als de machine voor langere tijd (meer dan 1 maand) niet wordt gebruikt, moet de accu worden opgeladen, worden verwijderd en dan worden be- waard op een koele, droge en veilige plaats. Laad de accu helemaal op voordat u hem terugplaatst. De accu kan op 2 manieren worden opgeladen: 1. Met een acculader (aanbevolen). De oplader moet een constante spanning hebben. De accu kan beschadigd raken als er een standaard opla- der (voor zure accus) wordt gebruikt. Stiga raadt de acculader met artikelnummer
NEDERLANDSNL 1136-0602-01 aan, die u kunt bestellen bij een erkende leverancier. 2. U kunt de accu ook via de motor opladen. In dit geval is het heel belangrijk dat wanneer u de machine voor de eerste keer start en wanneer hij lange tijd niet gebruikt werd, de motor ten min- ste 45 minuten ononderbroken loopt. Zorg dat de accu geen kortsluiting maakt. Dan kunnen er vonken en brand ontstaan. Zorg dat metalen sieraden niet in contact kunnen komen met de contactpunten van de accu. Als er schade is ontstaan aan de behui- zing, het deksel of de contactpunten van de accu of als er interferentie optreedt bij de strip die over de kleppen ligt, moet de accu vervangen worden. Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met een staalborstel en smeer ze in met vet. SMEREN Het gelede midden van de machine heeft vier smeernippels die om de 25 werkuren gesmeerd moeten worden met universeel vet (afb. 20). Opmerking: De vierde sm eernippel is niet zicht- baar op de afbeelding. Deze zit aan de onderzijde, bij de voorste kogellager van de rotatie-as. Comfort-President-Royal: Smeer de stuurketting enkele keren per seizoen met kettingspray. Pro16-Pro20: Smeer de stuurkettingen enkele keren per seizoen met kettingspray. Indien de stuurkettingen erg vuil zijn moet u deze demonteren, schoonmaken en vervolgens opnieuw smeren. Comfort-President-Royal: De naaf van het voorwiel heeft smeernippels die iedere 50 werkuren gesmeerd moeten worden (afb. 24). Alle kunststoflagers moeten een paar keer per sei- zoen gesmeerd worden met universeel vet. De verbindingen van de spanarm moeten een paar keer per seizoen gesmeerd worden met motorolie. Druppel enkele keren per seizoen een beetje mo- torolie in beide uiteinden van de bedieningskabels. De versnellingsbak is bij aflevering van de fabriek gevuld met olie (10W-40). U hoeft normaal gezien geen olie bij te vullen, tenzij de versnellingsbak wordt geopend (mag uitsluitend door een vakman gebeuren), of er lekkage optreedt. De olie hoeft in de regel niet ververst te worden. STUURKABELS (President - Comfort - Royal) Stel de stuurkabels de eerste keer na 2 - 3 uur rijden bij, vervolgens om de 25 werkuren. Zet de machine in de recht vooruit-stand. Span de stuurkabels door de moeren aan de onder- kant van het gelede midden (afb. 21) aan te draai- en. De schroefuiteinden van de stuurkabels moeten tijdens het bijstellen worden vastgehouden, zodat de kabels niet draaien. Pak de schroefuiteinden beet met een tang of iets dergelijks. Span aan tot er geen speling meer is. Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand van het stuur niet verandert. Als het bijstellen klaar is, draai dan het stuur in bei- de richtingen zover u kunt. Let erop dat de ketting niet in de kabelwielen loopt en dat de kabels niet in de stuuraandrijving lopen. Span de stuurkabels niet te strak. Daarmee wordt het sturen zwaarder, terwij l de slijtage van de ka- bels toeneemt. STUURKETTINGEN (Pro16 - Pro20) Stel de stuurkettingen de eerste keer na 2 - 3 uur rijden bij, vervolgens om de 50 werkuren. Zet de machine in de recht vooruit-stand. Span de stuurkettingen door de moeren aan de on- derkant van het gelede midden (afb. 21). Span aan tot er geen speling meer is. Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand van het stuur niet verandert. Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daarmee wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van de kabels toe.
NEDERLANDSNL OCTROOI - ONTWERPREGISTRATIE Deze machine of onderdelen van deze machine valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwerp- registratie: 9900627-2 (SE), SE00/00250 (PCT), 9901091-0 (SE), SE00/00577 (PCT), 9901730-3 (SE), SE00/ 00895 (PCT), 9401745-6 (SE), SE95/00525 (PCT), 595 7497 (US), 95920332.4 (EPC). 99 1095 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734 (IT), 577 251-253 (FR), 115325 (US). GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aan- kondiging wijzigingen in het product aan te brengen.
www.stiga.com GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS