Home
>
Honda
>
Engines
>
Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version
Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version
Have a look at the manual Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES UW MOTOR STALLEN Voorbereiding op stalling Brandstof VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen) Reiniging van vonkenvangerReinigen Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen NEDERLANDS UITLAATDEMPER VONKENZANGER HITTESCHILD VAN UITLAATDEMPER6 mm FLENSBOUT 6 mm FLENSBOUTEN VONKENVANGERSCHERM SPECIALE SCHROEVEN 11 Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten. Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen. De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking te behouden. Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht. Uw motor is niet standaard uitgerust met een vonkenvanger. De vonkenvanger is een optioneel onderdeel. In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende Honda onderhoudsdealer. Verwijder de 6 mm flensbouten van de uitlaatdemperbeschermer en haal deze los. Verwijder de speciale schroeven van de vonkenvanger en haal de vonkenvanger los van de uitlaatdemper. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Installeer de vonkenvanger en de uitlaatdemperbeschermer in omgekeerde volgorde van verwijderen.Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in met olie. Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger, kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder terechtkomen en schade veroorzaken. Zet de motor af en als de brandstoftank een brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de brandstoftank en de carburateur af te tappen. Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de garantie van de dealer (Distributor’s Limited Warranty) . De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine. Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw was. 1. 2. 3. 1. 2. 3. 4. 05/03/24 21:41:33 39Z5Z600_011
µVoorzorgen bij stalling Brandstoftank en carburateur aftappen MotorolieUit stalling nemen VERVOER NEDERLANDS CARBURATEUR AFTAPPLUG 12 Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur, moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt gebruikt. Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine bezig bent. Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open vuur uit de buurt. Breng de bougies weer aan. Laat de motor een paar seconden draaien door de motorschakelaar in de stand START te zetten, zodat de olie goed in de cilinders wordt verdeeld.Veeg gemorste benzine direct weg. Werk met benzine alleen in de buitenlucht. Koppel de brandstofleiding naar de motor af en tap de brandstoftank af in een geschikte opvangbak. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai deze dan naar de stand OPEN of ON zodat de brandstof gemakkelijk uitstroomt. Sluit na aftappen de brandstofleiding weer aan. Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in een geschikte opvangbak. Draai nadat alle brandstof in de opvangbak is uitgestroomd de aftapschroef weer stevig vast. Ververs de motorolie (zie pagina ). Verwijder de bougies (zie pagina ). Giet een eetlepel (5 10 cm ) schone motorolie in elke cilinder.Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest en corrosie. Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er brandstof- of olielekkage ontstaan. Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller. Verwijder de accu en berg deze op een koele en droge plek op. Laad de accu eens per maand op zolang de motor in stalling staat. Hiermee verlengt u de levensduur van de accu. Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf GEBRUIKSCONTROLES VOORAFin deze handleiding (zie pagina ). Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op lekkage van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF. Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor heel even roken bij de eerste start. Dat is normaal. Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten wordt bemoeilijkt. 2. 1. 3. 1. 2. 3. 4. 5.3 9 10 05/03/24 21:41:51 39Z5Z600_012
µ ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN TECHNISCHE & GEBRUIKERSINFORMATIE MOTOR WIL NIET STARTENMogelijke oorzaak Correctie TECHNISCHE INFORMATIE Locatie serienummer Correctie Mogelijke oorzaak MOTOR HEEFT GEEN VERMOGEN NEDERLANDS LOCATIE SERIENUMMER & MOTORUITVOERING 13 Motorserienummer: __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ Motortype: ___ ___ ___ ___ Aanschafdatum: ______ / ______ / ______ Noteer het motorserienummer, de uitvoering en de aanschafdatum in de ruimte hieronder. U heeft deze informatie nodig bij het bestellen van onderdelen en bij vragen over technische kwesties of over de garantie. Accu opnieuw opladen. Vervang zekering Zet hendel in de stand ON of OPEN. Zet hendel in de stand CHOKE (CLOSED), behalve als de motor warm is. Zet motorschakelaar in de stand ON. Brandstof bijvullen (p. 7). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 12). Bijtanken met nieuwe benzine (p. 7). Vervang de bougie(s) of stel elektrodenafstand opnieuw af (p. 10). Droog de bougies en breng weer aan. Start de motor met de gashendel in de stand MAX. Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. Accu leeg. Zekering doorgebrand. Brandstofkraan in OFF. (indien aanwezig) Choke open. Motorschakelaar in OFF. Geen brandstof. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte benzine. Verkeerde of vervuilde bougie(s) of foutieve elektrodenafstand. Bougie(s) nat door benzine (motor verzopen). Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc. Controleer het luchtfilter. Controleer de brandstof.Filterelement(en) verstopt. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte benzine. Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc.Reinig of vervang filterelement(en) (p. 9). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 12). Bijtanken met nieuwe benzine (p. 7). Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. Controleer de accu en de zekering. Controleer de regelstanden. Controleer de brandstof. Verwijder en inspecteer de bougies. 1. 2. 3. 4. 5. 1. 2. 3. Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. 05/03/24 21:42:06 39Z5Z600_013
µµ´´ µ´´ µ ´ ´ µ· · NEDERLANDS Verbinding voor externe bediening Accuaansluitingen voor elektrische starter POSITIEVE ( ) AKKUKABLE NEGATIEVE ( ) AKKUKABLESTARTER SOLENOIDType met enkele hendel: Type met dubbele hendel:INSTALLATIE: INSTALLATIE: TERUGTREKVEER CHOKE KABELHOUDER STOOTRUBBER BEDIENINGSHENDEL TERUGTREKVEER CHOKE GASKABEL (MASSIEVE DRAAD)INSTALLATIE: GASKABLE/CHOKEKABEL (MASSIEVE DRAAD) HENDELVEER KABELHOUDER (2) CHOKEKABEL (MASSIEVE DRAAD) GASHENDEL CHOKEKNOP516mmSCHROEF 516mmSCHROEF(2) 14 Gebruik een 12 Volt accu met een capaciteit in ampère-uur van minstens 45 Ah.De gas-en chokehendels zijn uitgevoerd met gaten om een extra kabel te kunnen bevestigen. De volgende afbeeldingen tonen installatievoorbeelden voor een massieve kabel. Gebruik geen gevlochten kabel. Smeer de aansluitpolen en de kabeluiteinden in met vet. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op de negatieve ( ) accupool, zoals in de afbeelding getoond. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de positieve ( ) accupool, zoals in de afbeelding getoond. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op een motorbevestigingsbout, een framebout of een ander goed massapunt aan de motor. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de aansluiting van de startersolenoïde, zoals in de afbeelding getoond.Houd vonken, open vuur en rookartikelen bij de accu vandaan. Als u de correcte werkwijze niet opvolgt, kan een accu exploderen en dan omstanders ernstig letsel toebrengen. Pas op en sluit de accupolen niet omgekeerd aan, u veroorzaakt zo kortsluiting in het acculaadsysteem. Sluit altijd de positieve ( ) accukabel aan op de accupool voordat u de negatieve accukabel ( ) aansluit; uw gereedschap kan dan geen kortsluiting veroorzaken als u hiermee een aan massa verbonden onderdeel aanraakt terwijl u de positieve kabel ( ) vastzet. 1. 2. 3. 4. 5. Installeer met het korte haakeinde richting bediening. Installeer met het korte haakeinde richting bediening.Om het aanslagrubber aan te brengen lijnt u eerst de bevestiging uit met het gat in de steun van de bedieningshendel, waarna u het rubber 90° draait en aan de steun bevestigt zoals afgebeeld. 05/03/24 21:42:20 39Z5Z600_014
NEDERLANDS METHANOL MTBE ETHANOL Carburateurmodificaties voor werking op grotere geografische hoogte Problemen die emissie kunnen beïnvloeden Onkundig gesleutel en wijzigingen Emissiebronnen Informatie over emissieregelsysteem Geoxygeneerde brandstoffenDe wetgeving op luchtverontreiniging in de Verenigde Staten en de staat Californië en de milieuwetgeving in Canada 15 (methyl of houtalcohol) 5 % volume U kunt een benzine gebruiken die maximaal 5 volumeprocent methanol bevat, als hieraan tenminste verdunners en corrosieremmers zijn toegevoegd ter bescherming van het brandstofsysteem. Als benzine meer dan 5 volumeprocent methanol bevat, kan dit leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van uw brandstofsysteem. (methyltertiair-butylether) 15 % volume U kunt een benzine gebruiken die maximaal 15 volumeprocent MTBE bevat. (ethyl of graanalcohol) 10 % volume U kunt een benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent ethanol bevat. Benzine die ethanol bevat wordt wel op de markt gebracht onder de naam gasohol. Op grotere geografische hoogte is het lucht/brandstof mengsel van de standaardcarburateur te rijk. De motor presteert dan minder en het brandstofverbruik neemt toe. Als het mengsel erg rijk is, raakte ook de bougie vervuild en zal de motor moeilijker starten. Bij langdurig gebruik op een afwijkende geografische hoogte dan waarvoor deze motor is gecertificeerd, kan de emissie toenemen. De werking op grotere geografische hoogte kan worden verbeterd door specifieke modificaties aan de carburateur. Als u uw motor altijd gebruikt op een hoogte boven 1.500 meter, laat deze carburateurmodificatie dan uitvoeren door uw onderhoudsdealer. Als u deze motor op grotere hoogten gebruikt na de daarvoor bedoelde carburateurmodificatie, zal gedurende de gehele levensduur aan de emissienorm worden voldaan. Zwarte rook uit de uitlaat of een hoog brandstofverbruik. Naverbranding (terugslaan). Overslaan of terugslaan onder belasting. Onregelmatig stationair draaien. Moeilijk starten of afslaan na de start. Als u een van de volgende symptomen opmerkt, laat uw motor dan inspecteren en repareren door uw onderhoudsdealer.Het wijzigen of buiten werking stellen van het regelmechanisme of toerentalverstelmechanisme waardoor de motor kan functioneren buiten de originele ontwerpparameters. Het verwijderen of wijzigen van delen van het inlaat-, brandstof- of uitlaatsysteem. Door onkundig sleutelen aan of wijzigen van het emissieregelsysteem kan de emissie toenemen tot boven de wettelijk toegestane grenswaarde. Onder zulk onkundig gesleutel wordt o.a. verstaan: Honda gebruikt arme carburateurinstellingen en regelsystemen om de emissie van koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te beperken. In het verbrandingsproces komen koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen vrij. Minder emissie van koolwaterstoffen en stikstofoxiden is zeer gewenst, omdat deze stoffen onder sommige omstandigheden bij blootstelling aan zonlicht reacties aangaan en dan een fotochemische smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde wijze, maar is een giftige stof. Als u merkt dat er sprake is van ongewenste symptomen in de werking, probeer dan een ander benzinestation of gebruik een ander benzinemerk. Schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen door het gebruik van een geoxygeneerde brandstof met een hoger percentage aan geoxygeneerde vloeistoffen dan hierboven vermeld, wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty). Ook met de carburateurmodificatie neemt het motorvermogen af met ca. 3,5% per elke 300 meter toename in hoogte. De geografische hoogte werkt echter extra nadelig voor het motorvermogen dan zonder deze carburateurmodificatie. Als de carburateur is gewijzigd voor gebruik op grotere geografische hoogte, is het lucht/brandstofmengsel te arm voor gebruik op lagere hoogten. Als u een gewijzigde carburateur gebruikt beneden 1.500 meter, kan de motor oververhit raken en kan er ernstige motorschade ontstaan. Laat bij gebruik op lagere hoogten uw onderhoudsdealer de carburateur weer wijzigen volgens de originele fabrieksspecificaties. Sommige conventionele benzines worden gemengd met alcohol of mengsels op etherbasis. Zulke benzinesoorten worden vaak aangeduid als geoxygeneerde brandstoffen. Om aan de normen voor luchtvervuiling te voldoen worden in sommige gebieden van de Verenigde Staten en Canada geoxygeneerde brandstoffen gebruikt om de emissie te beperken. Als u een geoxygeneerde brandstof gebruikt, controleer dan of deze loodvrij is en de minimale octaanwaarde heeft. Controleer de samenstelling voordat u zo’n geoxygeneerde brandstof gebruikt. In sommige landen en staten moet deze informatie vermeld staan op de brandstofpomp. Hierna ziet u de door EPA goedgekeurde percentages aan geoxygeneerde vloeistoffen:De regelgeving van de overheid in Californië en Canada en van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) verplicht alle fabrikanten om schriftelijke instructies op te stellen die de werking en het onderhoud aan emissieregelsystemen beschrijven. De volgende instructies en procedures moeten worden opgevolgd om te zorgen dat de emissie van uw Honda motor aan de emissienormen voldoet. 05/03/24 21:42:42 39Z5Z600_015
µ µ µ·· · ·· · ·· · ·· · µ ¶ ¶ ´ µ NEDERLANDS Specificaties Afstelspecificaties Onderhoud Air Index (luchtindex) Beschrijvende term Van toepassing op emissieduurzaamheidsperiode Vervangingsonderdelen CONTROLEPUNT PECIFICATIE ONDERHOUD GCV520/GXV520 GCV530/GXV530 GCV520/530, GXV520/530 (QEA1-uitvoering) (QEA1-uitvoering) 16 De emissieregelsystemen op uw Honda motor zijn ontworpen, gebouwd en gecertificeerd om te voldoen aan de emissienormen van de EPA, Californië en Canada. Wij raden aan om bij alle onderhoud originele Honda onderdelen te gebruiken. Deze door Honda ontworpen vervangingsonderdelen zijn geproduceerd volgens dezelfde normen als de originele onderdelen, zodat u kunt vertrouwen op een goede werking. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een ander ontwerp of van mindere kwaliteit, kan de effectieve werking van uw emissieregelsysteem nadelig beïnvloeden. Een fabrikant van een los verkrijgbaar onderdeel is ervoor verantwoordelijk dat het onderdeel de emissieprestaties niet nadelig zal beïnvloeden. De fabrikant van het onderdeel of het revisiebedrijf moet aantonen dat het gebruik van het onderdeel niet betekent dat de motor niet meer aan de emissienormen kan voldoen. Volg het onderhoudsschema op pagina . Denk eraan dat dit schema uitgaat van de veronderstelling dat u uw machine gebruikt volgens de gebruiksbestemming. Vaker onderhoud is vereist bij langdurig gebruik onder hoge temperaturen of hoge belasting of onder ongewoon vochtige of stoffige omstandigheden. Een label/sticker met luchtindexinformatie (Air Index Information) is bevestigd aan motoren die zijn gecertificeerd volgens een emissieduurzaamheidsperiode overeenkomstig de eisen van de California Air Resources Board (Californisch instituut voor schone lucht). Matig Gemiddeld Verlengd50 uur (0 65 cm ) 125 uur (meer dan 65 cm ) 125 uur (0 65 cm ) 250 uur (meer dan 65 cm ) 300 uur (0 65 cm ) 500 uur (meer dan 65 cm ) Het label/sticker met luchtindexinformatie moet aan de motor bevestigd blijven tot deze wordt verkocht. Verwijder het hanglabel voordat u de motor gaat gebruiken. De duurzaamheidsbeschrijving is bedoeld om u te informeren over de duurzaamheid van de motoremissie. De beschrijvende term geeft de nuttige gebruiksduur aan van het motoremissieregelsysteem. Zie de garantie voor uw motoremissiesysteemvoor nadere informatie. De staafgrafiek is bedoeld om u als klant de mogelijkheid te geven de emissieprestaties van verkrijgbare motoren te vergelijken. Hoe lager de luchtindex, hoe minder de vervuiling.456 427 331 mm 30,5 kg 531 cm [77 57 mm] 10,3 kW (14 PS) bij 3.600 min (omw/min) 0,90 1,05 313 g/kWh (230 g/PSh) Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok 456 427 331 mm 30,5 kg 531 cm [77 57 mm] 11,8 kW (16 PS) bij 3.600 min (omw/min) 0,90 1,05 313 g/kWh (230 g/PSh) Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok36,5 N·m (3,72 kgf·m) bij 2.500 min (omw/min) 35,9 N·m (3,66 kgf·m) bij 2.500 min (omw/min) Geen overige afstellingen vereist. Lengte breedte hoogte Droog gewicht Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring slag] Max. vermogen Max. koppel Motorolie-inhoud Brandstofverbruik Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie Lengte breedte hoogte Droog gewicht Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring slag] Max. vermogen Max. koppel Motorolie-inhoud Brandstofverbruik Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie Elektrodenafstand Stationair toerental Klepspeling (koud) Overige specificatiesS 0,70 0,80 mm 1400 min (omw/min) INL: 0,10 0,04 mm UITL: 0,15 0,04 mmZie pagina: 10 Neem contact op metuwerkende Honda dealer 7Zonder vervanging oliefilter: Zonder vervanging oliefilter:Met vervanging oliefilter: Met vervanging oliefilter: 4-takt, bovenliggende nokkenas, 2 cilinders (90° V-opstelling) 4-takt, bovenliggende nokkenas, 2 cilinders (90° V-opstelling) 200 150 05/03/24 21:43:08 39Z5Z600_016
NEDERLANDS Beknopte naslaginformatie Bedradingsschema’sMet 12A laadspoel Met 3A laadspoel Met 18A laadspoel 17 Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger RON-octaangetal van 91 of hoger Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger Loodvrije benzine (zie pagina 8) W16EPR-U (DENSO) BPR5ES (NGK) Brandstof Motorolie Bougie OnderhoudSAE 10W-30, API SJ of SL wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden. Ziepagina8. Vóór elk gebruik: Controleer het motorolieniveau. Zie pagina 7. Controleer het luchtfilter. Zie pagina 9. Eerste 20 uur: Ververs motorolie. Zie pagina 8. Vervolgens: Volg het onderhoudsschema op pagina 6. VS Behalve VS Zwart Geel Blauw Groen Rood WitBr O Lb Lg P GrBruin Oranje Roze Grijs Lichtblauw Lichtgroen Bl Y Bu G R W CONTACTSLOT BOUGIE GELIJKRICHTER MASSAPUNT MOTOR MOTORSTOPDIODE Zwart Geel Blauw Groen Rood WitBr O Lb Lg P GrBruin Oranje Roze GrijsLichtblauw Lichtgroen Bl Y Bu G R W CONTACTSLOT STARTMOTOR BOUGIE GELIJKRICHTER MASSAPUNT MOTOR MAGNEETKLEP BRANDSTOFTOEVOER ACCU No.2 BOBINE No.1 BOBINE MOTORSTOPDIODEZwart Geel Blauw Groen Rood WitBruin Oranje Roze Grijs Lichtblauw Lichtgroen Bl Y Bu G R W CONTACTSLOT MAGNEETKLEP BRANDSTOFTOEVOER STARTMOTOR ACCU No.2 BOBINE No.1 BOBINE BOUGIE MOTORSTOPDIODE SPANNINGSREGELAAR/ GELIJKRICHTER MAGNEETKLEP BRANDSTOFTOEVOER SATARTER MOTOR ACCU No.2 BOBINE No.1 BOBINE BOUGIEBOUGIE BOUGIE HOOFDZEKERING (25 A) 3A LAADSPOEL12A LAADSPOEL 18A LAADSPOEL OLIEDRUKSCHAKELAAR (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M)Br O Lb Lg P Gr (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M) (N)MASSAPUNT MOTOR (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M) (N) (O) (P) OLIEDRUKCONTROLELAMPJE LAADSTROOMCONTROLELAMPJE HOOFDZEKERING (25 A) HOOFDZEKERING (25 A) LAADSTROOMCONTROLELAMPJE AAN UIT STARTUIT AAN START UIT AAN START 05/03/24 21:43:29 39Z5Z600_017
µ ¬ Canada: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Informatie over dealerzoekfunctie GEBRUIKERSINFORMATIE Voor Europese gebiedsdelen: Klantenservice-informatieCanada: Honda Canada, Inc. Australië: Honda Australia Motorcycle and Power Equipment Pty. Ltd. Voor Europese gebiedsdelen: Honda Europe NV. Alle overige gebieden: American Honda Motor Co., Inc. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:Het Honda-kantoor Alle overige gebieden: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: NEDERLANDS18 of bezoek onze website: www.honda.ca Bel (888) 9HONDA9 of bezoek onze website: www.honda-engines.com Bel (800) 426-7701 bezoek onze website: http://www.honda-engines-eu.com De onderhoudsmonteurs bij uw dealervestiging zijn goed opgeleide vakmensen. Zij zullen vrijwel elke vraag waarmee u zit kunnen beantwoorden. Als u een probleem heeft dat uw dealer niet naar tevredenheid oplost, bespreek dit dan met het management van de dealervestiging. De werkplaatsmanager, algemeen manager of de eigenaar kunnen u helpen. Vrijwel alle problemen worden op deze wijze opgelost.715 Milner Avenue Toronto, ON M1B 2K8 Telefoon: (888) 9HONDA9 (888) 946-6329 (416) 299-3400 (416) 287-4776 (877) 939-0909 (416) 287-4776 Fax:Engels: Frans: 1954 1956 Hume Highway Campbellfield Victoria 3061 Telefoon: Fax:(03) 9270 1111 (03) 9270 1133 European Engine Center http://www.honda-engines-eu.com Neem contact op met de Honda dealer in uw gebied voor assistentie. Of bel: (770) 497-6400, 8:30 am - 8:00 pm EST Power Equipment Division Customer Relations Office 4900 Marconi Drive Alpharetta, GA 30005-8847 Een gedetailleerde beschrijving van het probleem Uw naam, adres en telefoonnummer Aanschafdatum Naam, adres en contactpersoon van de dealer die het onderhoud aan uw motor verricht Naam van de dealer die de motor aan u verkocht Motoruitvoering, serienummer en type (zie pagina ) De naam van de fabrikant en het modelnummer van de apparatuur waaraan de motor is gemonteerd Als u schrijft of belt, geef dan de volgende informatie door: Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met het vermelde Honda kantoor. Als u ook na een gesprek met de regiodealer (Regional Engine Distributor) nog ontevreden bent, kunt u contact opnemen met het vermelde Honda kantoor. Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met de regiodealer voor Honda motoren in uw gebied (Honda Regional Engine Distributor).Kosteloos Netnummer Toronto Netnummer Toronto Kosteloos Netnummer Toronto 13 05/03/24 21:43:57 39Z5Z600_018