Home > Honda > Engines > Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version

Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							HANDIGE TIPS & SUGGESTIES
    UW MOTOR STALLEN
    Voorbereiding op stalling
    Brandstof VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen)
    Reiniging van vonkenvangerReinigen
    Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen
    NEDERLANDS
    UITLAATDEMPER
    VONKENZANGER
    HITTESCHILD VAN
    UITLAATDEMPER6 mm FLENSBOUT
    6 mm FLENSBOUTEN
    VONKENVANGERSCHERM SPECIALE SCHROEVEN
    11
    Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
    houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u
    dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren
    en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
    Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
    slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
    achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
    benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
    onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
    brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen. De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking
    te behouden.
    Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
    dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht. Uw motor is niet standaard uitgerust met een vonkenvanger. De
    vonkenvanger is een optioneel onderdeel. In sommige landen is het
    gebruik van een motor zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan.
    Neem alle plaatselijke voorschriften en wetgeving in acht. Een
    vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Verwijder de 6 mm flensbouten van de uitlaatdemperbeschermer en
    haal deze los.
    Verwijder de speciale schroeven van de vonkenvanger en haal de
    vonkenvanger los van de uitlaatdemper.
    Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de
    vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.
    De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de
    vonkenvanger als deze beschadigd is.
    Installeer de vonkenvanger en de uitlaatdemperbeschermer in
    omgekeerde volgorde van verwijderen.Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
    voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
    beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in
    met olie.
    Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
    kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
    in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
    zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
    terechtkomen en schade veroorzaken.
    Zet de motor af en als de brandstoftank een brandstofkraan heeft,
    draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
    minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde
    benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
    nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank
    tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt
    om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een
    benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of
    u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de
    brandstoftank en de carburateur af te tappen. Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als
    gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de
    garantie
    van de dealer (Distributor’s Limited Warranty)
    . De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven
    zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de
    benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank
    geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde
    brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge
    stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine.
    Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of
    zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw
    was. 1.
    2.
    3.
    1.
    2.
    3. 4. 05/03/24 21:41:33 39Z5Z600_011 
    						
    							µVoorzorgen bij stalling Brandstoftank en carburateur aftappen
    MotorolieUit stalling nemen
    VERVOER
    NEDERLANDS
    CARBURATEUR
    AFTAPPLUG
    12
    Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
    moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
    tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime
    afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een
    waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een
    elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt
    gebruikt. Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
    brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
    bezig bent.
    Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
    vuur uit de buurt.
    Breng de bougies weer aan. Laat de motor een paar seconden draaien door de motorschakelaar in de
    stand START te zetten, zodat de olie goed in de cilinders wordt verdeeld.Veeg gemorste benzine direct weg. Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
    Koppel de brandstofleiding naar de motor af en tap de brandstoftank
    af in een geschikte opvangbak. Als de brandstoftank een kraan heeft,
    draai deze dan naar de stand OPEN of ON zodat de brandstof
    gemakkelijk uitstroomt. Sluit na aftappen de brandstofleiding weer
    aan.
    Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af
    in een geschikte opvangbak.
    Draai nadat alle brandstof in de opvangbak is uitgestroomd de
    aftapschroef weer stevig vast.
    Ververs de motorolie (zie pagina ).
    Verwijder de bougies (zie pagina ).
    Giet een eetlepel (5 10 cm
    ) schone motorolie in elke cilinder.Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest
    en corrosie.
    Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er
    brandstof- of olielekkage ontstaan.
    Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om
    stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige
    materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
    dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht
    rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
    Verwijder de accu en berg deze op een koele en droge plek op. Laad de
    accu eens per maand op zolang de motor in stalling staat. Hiermee
    verlengt u de levensduur van de accu.
    Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
    GEBRUIKSCONTROLES VOORAFin deze handleiding (zie pagina ).
    Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op
    lekkage van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een
    brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of
    OFF. Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor
    heel even roken bij de eerste start. Dat is normaal. Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
    dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
    tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop
    van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten
    wordt bemoeilijkt. 2. 1.
    3.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5.3
    9
    10 05/03/24 21:41:51 39Z5Z600_012 
    						
    							µ
    ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN TECHNISCHE & GEBRUIKERSINFORMATIE
    MOTOR WIL NIET
    STARTENMogelijke oorzaak Correctie TECHNISCHE INFORMATIE
    Locatie serienummer
    Correctie Mogelijke oorzaak MOTOR HEEFT
    GEEN VERMOGEN
    NEDERLANDS
    LOCATIE SERIENUMMER &
    MOTORUITVOERING
    13
    Motorserienummer: __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __
    Motortype: ___ ___ ___ ___
    Aanschafdatum: ______ / ______ / ______ Noteer het motorserienummer, de uitvoering en de aanschafdatum in de
    ruimte hieronder. U heeft deze informatie nodig bij het bestellen van
    onderdelen en bij vragen over technische kwesties of over de garantie. Accu opnieuw
    opladen.
    Vervang zekering
    Zet hendel in de
    stand ON of OPEN.
    Zet hendel in de
    stand CHOKE
    (CLOSED), behalve
    als de motor warm is.
    Zet motorschakelaar
    in de stand ON.
    Brandstof bijvullen
    (p. 7).
    Tap de brandstoftank
    en de carburateur af
    (p. 12).
    Bijtanken met nieuwe
    benzine (p. 7).
    Vervang de bougie(s)
    of stel
    elektrodenafstand
    opnieuw af (p. 10).
    Droog de bougies en
    breng weer aan. Start
    de motor met de
    gashendel in de
    stand MAX.
    Vernieuw of repareer
    defecte onderdelen
    zoals vereist. Accu leeg.
    Zekering
    doorgebrand.
    Brandstofkraan in
    OFF.
    (indien aanwezig)
    Choke open.
    Motorschakelaar in
    OFF.
    Geen brandstof.
    Slechte brandstof;
    motor gestald zonder
    voorbereiding of
    aftappen van
    brandstof, of
    bijgetankt met
    slechte benzine.
    Verkeerde of
    vervuilde bougie(s)
    of foutieve
    elektrodenafstand.
    Bougie(s) nat door
    benzine (motor
    verzopen).
    Brandstoffilter
    verstopt, defect in
    carburateur, defect
    ontstekingssysteem,
    hangende kleppen,
    etc.
    Controleer het
    luchtfilter.
    Controleer de
    brandstof.Filterelement(en)
    verstopt.
    Slechte brandstof;
    motor gestald zonder
    voorbereiding of
    aftappen van
    brandstof, of
    bijgetankt met
    slechte benzine.
    Brandstoffilter
    verstopt, defect in
    carburateur, defect
    ontstekingssysteem,
    hangende kleppen,
    etc.Reinig of vervang
    filterelement(en)
    (p. 9).
    Tap de brandstoftank
    en de carburateur af
    (p. 12).
    Bijtanken met nieuwe
    benzine (p. 7).
    Vernieuw of repareer
    defecte onderdelen
    zoals vereist. Controleer de accu
    en de zekering.
    Controleer de
    regelstanden.
    Controleer de
    brandstof.
    Verwijder en
    inspecteer de
    bougies. 1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    1.
    2.
    3.
    Neem de motor mee
    naar een erkende
    Honda
    onderhoudsdealer of
    zie het
    werkplaatshandboek. Neem de motor mee
    naar een erkende
    Honda
    onderhoudsdealer of
    zie het
    werkplaatshandboek.
    05/03/24 21:42:06 39Z5Z600_013 
    						
    							µµ´´ µ´´
    µ
    ´
    ´
    µ·
    ·
    NEDERLANDS
    Verbinding voor externe bediening Accuaansluitingen voor elektrische starter
    POSITIEVE ( ) AKKUKABLE
    NEGATIEVE ( ) AKKUKABLESTARTER
    SOLENOIDType met enkele hendel:
    Type met dubbele hendel:INSTALLATIE:
    INSTALLATIE: TERUGTREKVEER CHOKE
    KABELHOUDER
    STOOTRUBBER
    BEDIENINGSHENDEL
    TERUGTREKVEER CHOKE
    GASKABEL
    (MASSIEVE DRAAD)INSTALLATIE: GASKABLE/CHOKEKABEL
    (MASSIEVE DRAAD)
    HENDELVEER
    KABELHOUDER (2)
    CHOKEKABEL
    (MASSIEVE DRAAD)
    GASHENDEL CHOKEKNOP516mmSCHROEF
    516mmSCHROEF(2)
    14
    Gebruik een 12 Volt accu met een capaciteit in ampère-uur van minstens
    45 Ah.De gas-en chokehendels zijn uitgevoerd met gaten om een extra kabel te
    kunnen bevestigen.
    De volgende afbeeldingen tonen installatievoorbeelden voor een massieve
    kabel. Gebruik geen gevlochten kabel.
    Smeer de aansluitpolen en de kabeluiteinden in met vet. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op de negatieve ( ) accupool,
    zoals in de afbeelding getoond. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de positieve ( ) accupool, zoals
    in de afbeelding getoond. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op een motorbevestigingsbout,
    een framebout of een ander goed massapunt aan de motor. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de aansluiting van de
    startersolenoïde, zoals in de afbeelding getoond.Houd vonken, open vuur en rookartikelen bij de accu
    vandaan. Als u de correcte werkwijze niet opvolgt, kan een accu
    exploderen en dan omstanders ernstig letsel toebrengen. Pas op en sluit de accupolen niet omgekeerd aan, u veroorzaakt zo
    kortsluiting in het acculaadsysteem. Sluit altijd de positieve ( ) accukabel
    aan op de accupool voordat u de negatieve accukabel ( ) aansluit; uw
    gereedschap kan dan geen kortsluiting veroorzaken als u hiermee een aan
    massa verbonden onderdeel aanraakt terwijl u de positieve kabel ( )
    vastzet.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    Installeer met het korte
    haakeinde richting
    bediening.
    Installeer met het korte
    haakeinde richting
    bediening.Om het aanslagrubber aan te
    brengen lijnt u eerst de
    bevestiging uit met het gat in
    de steun van de
    bedieningshendel, waarna u
    het rubber 90° draait en aan
    de steun bevestigt zoals
    afgebeeld.
    05/03/24 21:42:20 39Z5Z600_014 
    						
    							NEDERLANDS
    METHANOL MTBE ETHANOL Carburateurmodificaties voor werking op grotere geografische hoogte
    Problemen die emissie kunnen beïnvloeden Onkundig gesleutel en wijzigingen Emissiebronnen Informatie over emissieregelsysteem
    Geoxygeneerde brandstoffenDe wetgeving op luchtverontreiniging in de Verenigde Staten en de
    staat Californië en de milieuwetgeving in Canada
    15
    (methyl of houtalcohol) 5 % volume
    U kunt een benzine gebruiken die maximaal 5
    volumeprocent methanol bevat, als hieraan
    tenminste verdunners en corrosieremmers zijn
    toegevoegd ter bescherming van het
    brandstofsysteem. Als benzine meer dan 5
    volumeprocent methanol bevat, kan dit leiden tot
    start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook
    schade optreden aan metalen, rubberen en
    kunststoffen onderdelen van uw brandstofsysteem. (methyltertiair-butylether) 15 % volume
    U kunt een benzine gebruiken die maximaal 15
    volumeprocent MTBE bevat. (ethyl of graanalcohol) 10 % volume
    U kunt een benzine gebruiken die maximaal 10
    volumeprocent ethanol bevat. Benzine die ethanol
    bevat wordt wel op de markt gebracht onder de
    naam gasohol. Op grotere geografische hoogte is het lucht/brandstof mengsel van de
    standaardcarburateur te rijk. De motor presteert dan minder en het
    brandstofverbruik neemt toe. Als het mengsel erg rijk is, raakte ook de
    bougie vervuild en zal de motor moeilijker starten. Bij langdurig gebruik op
    een afwijkende geografische hoogte dan waarvoor deze motor is
    gecertificeerd, kan de emissie toenemen.
    De werking op grotere geografische hoogte kan worden verbeterd door
    specifieke modificaties aan de carburateur. Als u uw motor altijd gebruikt
    op een hoogte boven 1.500 meter, laat deze carburateurmodificatie dan
    uitvoeren door uw onderhoudsdealer. Als u deze motor op grotere
    hoogten gebruikt na de daarvoor bedoelde carburateurmodificatie, zal
    gedurende de gehele levensduur aan de emissienorm worden voldaan.
    Zwarte rook uit de uitlaat of een hoog brandstofverbruik. Naverbranding (terugslaan).
    Overslaan of terugslaan onder belasting.
    Onregelmatig stationair draaien.
    Moeilijk starten of afslaan na de start. Als u een van de volgende symptomen opmerkt, laat uw motor dan
    inspecteren en repareren door uw onderhoudsdealer.Het wijzigen of buiten werking stellen van het regelmechanisme of
    toerentalverstelmechanisme waardoor de motor kan functioneren
    buiten de originele ontwerpparameters. Het verwijderen of wijzigen van delen van het inlaat-, brandstof- of
    uitlaatsysteem. Door onkundig sleutelen aan of wijzigen van het emissieregelsysteem kan
    de emissie toenemen tot boven de wettelijk toegestane grenswaarde.
    Onder zulk onkundig gesleutel wordt o.a. verstaan: Honda gebruikt arme carburateurinstellingen en regelsystemen om de
    emissie van koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te beperken. In het verbrandingsproces komen koolmonoxide, stikstofoxiden en
    koolwaterstoffen vrij. Minder emissie van koolwaterstoffen en
    stikstofoxiden is zeer gewenst, omdat deze stoffen onder sommige
    omstandigheden bij blootstelling aan zonlicht reacties aangaan en dan een
    fotochemische smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde
    wijze, maar is een giftige stof. Als u merkt dat er sprake is van ongewenste symptomen in de werking,
    probeer dan een ander benzinestation of gebruik een ander benzinemerk.
    Schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen door het gebruik
    van een geoxygeneerde brandstof met een hoger percentage aan
    geoxygeneerde vloeistoffen dan hierboven vermeld, wordt niet gedekt
    door de
    dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty).
    Ook met de carburateurmodificatie neemt het motorvermogen af met ca.
    3,5% per elke 300 meter toename in hoogte. De geografische hoogte werkt
    echter extra nadelig voor het motorvermogen dan zonder deze
    carburateurmodificatie.
    Als de carburateur is gewijzigd voor gebruik op grotere geografische
    hoogte, is het lucht/brandstofmengsel te arm voor gebruik op lagere
    hoogten. Als u een gewijzigde carburateur gebruikt beneden 1.500 meter,
    kan de motor oververhit raken en kan er ernstige motorschade ontstaan.
    Laat bij gebruik op lagere hoogten uw onderhoudsdealer de carburateur
    weer wijzigen volgens de originele fabrieksspecificaties.
    Sommige conventionele benzines worden gemengd met alcohol of
    mengsels op etherbasis. Zulke benzinesoorten worden vaak aangeduid als
    geoxygeneerde brandstoffen. Om aan de normen voor luchtvervuiling te
    voldoen worden in sommige gebieden van de Verenigde Staten en Canada
    geoxygeneerde brandstoffen gebruikt om de emissie te beperken.
    Als u een geoxygeneerde brandstof gebruikt, controleer dan of deze
    loodvrij is en de minimale octaanwaarde heeft.
    Controleer de samenstelling voordat u zo’n geoxygeneerde brandstof
    gebruikt. In sommige landen en staten moet deze informatie vermeld staan
    op de brandstofpomp.
    Hierna ziet u de door EPA goedgekeurde percentages aan geoxygeneerde
    vloeistoffen:De regelgeving van de overheid in Californië en Canada en van de
    Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) verplicht alle
    fabrikanten om schriftelijke instructies op te stellen die de werking en het
    onderhoud aan emissieregelsystemen beschrijven.
    De volgende instructies en procedures moeten worden opgevolgd om te
    zorgen dat de emissie van uw Honda motor aan de emissienormen voldoet. 05/03/24 21:42:42 39Z5Z600_015 
    						
    							µ
    µ
    µ··
    ·
    ··
    · ··
    ·
    ··
    ·
    µ
    ¶
    ¶
    ´
    µ
    NEDERLANDS
    Specificaties
    Afstelspecificaties Onderhoud
    Air Index (luchtindex)
    Beschrijvende term Van toepassing op
    emissieduurzaamheidsperiode Vervangingsonderdelen
    CONTROLEPUNT PECIFICATIE ONDERHOUD GCV520/GXV520
    GCV530/GXV530
    GCV520/530, GXV520/530 (QEA1-uitvoering)
    (QEA1-uitvoering)
    16
    De emissieregelsystemen op uw Honda motor zijn ontworpen, gebouwd
    en gecertificeerd om te voldoen aan de emissienormen van de EPA,
    Californië en Canada. Wij raden aan om bij alle onderhoud originele Honda
    onderdelen te gebruiken. Deze door Honda ontworpen
    vervangingsonderdelen zijn geproduceerd volgens dezelfde normen als de
    originele onderdelen, zodat u kunt vertrouwen op een goede werking. Het
    gebruik van vervangingsonderdelen van een ander ontwerp of van
    mindere kwaliteit, kan de effectieve werking van uw emissieregelsysteem
    nadelig beïnvloeden.
    Een fabrikant van een los verkrijgbaar onderdeel is ervoor
    verantwoordelijk dat het onderdeel de emissieprestaties niet nadelig zal
    beïnvloeden. De fabrikant van het onderdeel of het revisiebedrijf moet
    aantonen dat het gebruik van het onderdeel niet betekent dat de motor niet
    meer aan de emissienormen kan voldoen.
    Volg het onderhoudsschema op pagina . Denk eraan dat dit schema
    uitgaat van de veronderstelling dat u uw machine gebruikt volgens de
    gebruiksbestemming. Vaker onderhoud is vereist bij langdurig gebruik
    onder hoge temperaturen of hoge belasting of onder ongewoon vochtige
    of stoffige omstandigheden.
    Een label/sticker met luchtindexinformatie (Air Index Information) is
    bevestigd aan motoren die zijn gecertificeerd volgens een
    emissieduurzaamheidsperiode overeenkomstig de eisen van de California
    Air Resources Board (Californisch instituut voor schone lucht).
    Matig
    Gemiddeld
    Verlengd50 uur (0 65 cm
    )
    125 uur (meer dan 65 cm
    )
    125 uur (0 65 cm
    )
    250 uur (meer dan 65 cm
    )
    300 uur (0 65 cm
    )
    500 uur (meer dan 65 cm
    )
    Het label/sticker met luchtindexinformatie moet aan de motor bevestigd
    blijven tot deze wordt verkocht. Verwijder het hanglabel voordat u de
    motor gaat gebruiken. De duurzaamheidsbeschrijving is bedoeld om u te informeren over de
    duurzaamheid van de motoremissie. De beschrijvende term geeft de
    nuttige gebruiksduur aan van het motoremissieregelsysteem. Zie de
    garantie voor uw motoremissiesysteemvoor nadere informatie. De staafgrafiek is bedoeld om u als klant de mogelijkheid te geven de
    emissieprestaties van verkrijgbare motoren te vergelijken. Hoe lager de
    luchtindex, hoe minder de vervuiling.456 427 331 mm
    30,5 kg
    531 cm
    [77 57 mm]
    10,3 kW (14 PS) bij 3.600 min
    (omw/min)
    0,90
    1,05
    313 g/kWh (230 g/PSh)
    Geforceerde koeling
    Transistor-magneetontsteking
    Tegen de richting van de wijzers van de klok
    456 427 331 mm
    30,5 kg
    531 cm
    [77 57 mm]
    11,8 kW (16 PS) bij 3.600 min
    (omw/min)
    0,90
    1,05
    313 g/kWh (230 g/PSh)
    Geforceerde koeling
    Transistor-magneetontsteking
    Tegen de richting van de wijzers van de klok36,5 N·m (3,72 kgf·m) bij
    2.500 min
    (omw/min) 35,9 N·m (3,66 kgf·m) bij
    2.500 min
    (omw/min)
    Geen overige afstellingen vereist. Lengte breedte
    hoogte
    Droog gewicht
    Motoruitvoering
    Cilinderinhoud
    [Boring slag]
    Max. vermogen
    Max. koppel
    Motorolie-inhoud
    Brandstofverbruik
    Koelsysteem
    Ontstekingssysteem
    Aftakasrotatie
    Lengte breedte
    hoogte
    Droog gewicht
    Motoruitvoering
    Cilinderinhoud
    [Boring slag]
    Max. vermogen
    Max. koppel
    Motorolie-inhoud
    Brandstofverbruik
    Koelsysteem
    Ontstekingssysteem
    Aftakasrotatie
    Elektrodenafstand
    Stationair toerental
    Klepspeling (koud)
    Overige
    specificatiesS
    0,70 0,80 mm
    1400 min
    (omw/min)
    INL: 0,10 0,04 mm
    UITL: 0,15 0,04 mmZie pagina: 10
    Neem contact op
    metuwerkende
    Honda dealer 7Zonder vervanging oliefilter:
    Zonder vervanging oliefilter:Met vervanging oliefilter:
    Met vervanging oliefilter:
    4-takt, bovenliggende nokkenas, 2 cilinders (90° V-opstelling)
    4-takt, bovenliggende nokkenas, 2 cilinders (90° V-opstelling)
    200
    150
    05/03/24 21:43:08 39Z5Z600_016 
    						
    							NEDERLANDS
    Beknopte naslaginformatie
    Bedradingsschema’sMet 12A laadspoel
    Met 3A laadspoel
    Met 18A laadspoel
    17
    Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
    RON-octaangetal van 91 of hoger
    Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger Loodvrije benzine (zie pagina 8)
    W16EPR-U (DENSO) BPR5ES (NGK) Brandstof
    Motorolie
    Bougie
    OnderhoudSAE 10W-30, API SJ of SL wordt aanbevolen voor
    algemene gebruiksdoeleinden.
    Ziepagina8.
    Vóór elk gebruik:
    Controleer het motorolieniveau. Zie pagina 7.
    Controleer het luchtfilter. Zie pagina 9.
    Eerste 20 uur:
    Ververs motorolie. Zie pagina 8.
    Vervolgens:
    Volg het onderhoudsschema op pagina 6. VS
    Behalve
    VS
    Zwart
    Geel
    Blauw
    Groen
    Rood
    WitBr
    O
    Lb
    Lg
    P
    GrBruin
    Oranje
    Roze
    Grijs Lichtblauw
    Lichtgroen Bl
    Y
    Bu
    G
    R
    W
    CONTACTSLOT
    BOUGIE
    GELIJKRICHTER MASSAPUNT MOTOR
    MOTORSTOPDIODE Zwart
    Geel
    Blauw
    Groen
    Rood
    WitBr
    O
    Lb
    Lg
    P
    GrBruin
    Oranje
    Roze
    GrijsLichtblauw
    Lichtgroen Bl
    Y
    Bu
    G
    R
    W
    CONTACTSLOT
    STARTMOTOR
    BOUGIE
    GELIJKRICHTER MASSAPUNT MOTOR
    MAGNEETKLEP
    BRANDSTOFTOEVOER
    ACCU
    No.2 BOBINE
    No.1 BOBINE
    MOTORSTOPDIODEZwart
    Geel
    Blauw
    Groen
    Rood
    WitBruin
    Oranje
    Roze
    Grijs Lichtblauw
    Lichtgroen Bl
    Y
    Bu
    G
    R
    W
    CONTACTSLOT
    MAGNEETKLEP
    BRANDSTOFTOEVOER
    STARTMOTOR
    ACCU
    No.2 BOBINE
    No.1 BOBINE
    BOUGIE
    MOTORSTOPDIODE
    SPANNINGSREGELAAR/
    GELIJKRICHTER
    MAGNEETKLEP
    BRANDSTOFTOEVOER
    SATARTER MOTOR
    ACCU
    No.2 BOBINE
    No.1 BOBINE BOUGIEBOUGIE
    BOUGIE HOOFDZEKERING (25 A)
    3A LAADSPOEL12A LAADSPOEL
    18A LAADSPOEL OLIEDRUKSCHAKELAAR
    (A)
    (B)
    (C)
    (D)
    (E)
    (F)
    (G)
    (H)
    (I)
    (J)
    (K)
    (L)
    (M)Br
    O
    Lb
    Lg
    P
    Gr
    (A)
    (B)
    (C)
    (D)
    (E)
    (F)
    (G)
    (H)
    (I)
    (J)
    (K)
    (L)
    (M)
    (N)MASSAPUNT MOTOR (A)
    (B)
    (C)
    (D)
    (E)
    (F)
    (G)
    (H)
    (I)
    (J)
    (K)
    (L)
    (M)
    (N)
    (O)
    (P)
    OLIEDRUKCONTROLELAMPJE LAADSTROOMCONTROLELAMPJE
    HOOFDZEKERING (25 A)
    HOOFDZEKERING (25 A)
    LAADSTROOMCONTROLELAMPJE
    AAN
    UIT
    STARTUIT
    AAN
    START
    UIT
    AAN
    START
    05/03/24 21:43:29 39Z5Z600_017 
    						
    							µ
    ¬­ Canada: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Informatie over dealerzoekfunctie
    GEBRUIKERSINFORMATIE
    Voor Europese gebiedsdelen:
    Klantenservice-informatieCanada:
    Honda Canada, Inc.
    Australië:
    Honda Australia Motorcycle and Power Equipment Pty. Ltd.
    Voor Europese gebiedsdelen:
    Honda Europe NV.
    Alle overige gebieden:
    American Honda Motor Co., Inc. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:Het Honda-kantoor Alle overige gebieden: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:
    NEDERLANDS18
    of bezoek onze website: www.honda.ca Bel (888) 9HONDA9 of bezoek onze website: www.honda-engines.com Bel (800) 426-7701
    bezoek onze website: http://www.honda-engines-eu.com
    De onderhoudsmonteurs bij uw dealervestiging zijn goed opgeleide
    vakmensen. Zij zullen vrijwel elke vraag waarmee u zit kunnen
    beantwoorden. Als u een probleem heeft dat uw dealer niet naar
    tevredenheid oplost, bespreek dit dan met het management van de
    dealervestiging. De werkplaatsmanager, algemeen manager of de
    eigenaar kunnen u helpen. Vrijwel alle problemen worden op deze wijze
    opgelost.715 Milner Avenue
    Toronto, ON
    M1B 2K8
    Telefoon: (888) 9HONDA9
    (888) 946-6329
    (416) 299-3400
    (416) 287-4776
    (877) 939-0909
    (416) 287-4776 Fax:Engels:
    Frans:
    1954 1956 Hume Highway Campbellfield Victoria 3061
    Telefoon:
    Fax:(03) 9270 1111
    (03) 9270 1133
    European Engine Center
    http://www.honda-engines-eu.com
    Neem contact op met de Honda dealer in uw gebied voor assistentie.
    Of bel: (770) 497-6400, 8:30 am - 8:00 pm EST Power Equipment Division
    Customer Relations Office
    4900 Marconi Drive
    Alpharetta, GA 30005-8847 Een gedetailleerde beschrijving van het probleem Uw naam, adres en telefoonnummer
    Aanschafdatum Naam, adres en contactpersoon van de dealer die het onderhoud aan uw
    motor verricht Naam van de dealer die de motor aan u verkocht Motoruitvoering, serienummer en type (zie pagina ) De naam van de fabrikant en het modelnummer van de apparatuur
    waaraan de motor is gemonteerd Als u schrijft of belt, geef dan de volgende informatie door: Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de
    dealervestiging, neem dan contact op met het vermelde Honda kantoor. Als u ook na een gesprek met de regiodealer (Regional Engine Distributor)
    nog ontevreden bent, kunt u contact opnemen met het vermelde Honda
    kantoor. Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de
    dealervestiging, neem dan contact op met de regiodealer voor Honda
    motoren in uw gebied (Honda Regional Engine Distributor).Kosteloos
    Netnummer Toronto
    Netnummer Toronto
    Kosteloos
    Netnummer Toronto
    13 05/03/24 21:43:57 39Z5Z600_018 
    						
    All Honda manuals Comments (0)

    Related Manuals for Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version