Home > Honda > Engines > Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version

Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							INLEIDING
    INHOUD VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN
    NEDERLANDS
    INSTRUKTIEHANDLEIDING
    INFORMATIE VOOR SCHADEPREVENTIE
    GCV520 · GCV530 · GXV520 · GXV530
    NEDERLANDS
    1
    Dank u voor uw aanschaf van een Honda motor. We helpen u graag om
    met uw nieuwe motor optimale resultaten te behalen en deze veilig te
    gebruiken. Deze handleiding bevat informatie hierover, lees deze daarom
    zorgvuldig door voordat u uw motor gebruikt. Als zich een probleem
    voordoet of als uw vragen heeft over uw motor, neem dan contact op met
    een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente
    productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor
    Co., Ltd. behoudt zich te allen tijde het recht voor om zonder kennisgeving
    wijzigingen aan te brengen zonder hiermee verplichtingen op zich te
    nemen. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk worden
    gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
    De motoruitlaatgassen van dit product
    bevatten chemische stoffen die volgens de
    staat van Californië kanker,
    geboorteafwijkingen of schade aan
    voortplantingsorganen kunnen toebrengen. Neem de instructies bij de door deze motor aangedreven apparatuur door
    voor aanvullende informatie over starten en uitzetten van de motor,
    bediening, afstellingen of eventuele speciale onderhoudsinstructies. We raden u aan het garantieboekje door te nemen zodat de dekking u
    volkomen duidelijk is en u alles weet over uw verantwoordelijkheid als
    eigenaar. Het garantieboekje is een afzonderlijk document dat uw dealer
    aan u hoort te hebben overhandigd. Deze handleiding is te beschouwen als een permanent onderdeel van de
    motor en hoort bij verkoop ervan aan de nieuwe eigenaar te worden
    overhandigd.
    Uw eigen veiligheid en die van anderen is van het grootste belang. Overal
    in deze handleiding en op de motor zelf vindt u belangrijke
    veiligheidsmededelingen. Lees deze mededelingen aandachtig.
    Een veiligheidsmededeling maakt u attent op potentiële risico’s waarbij
    letsel aan uzelf of anderen kan worden toegebracht. Vóór elke
    veiligheidsmededeling ziet u een veiligheidssymbool staan en een van
    de drie aanduidingen GEVAAR, WAARSCHUWING of LET OP.
    Het doel van deze mededelingen is u te helpen om schade aan de motor,
    uw eigendommen of het milieu te voorkomen.U kunt uw motor of eigendommen beschadigen als u
    instructies niet opvolgt. Dit woord betekent: U treft ook nog andere belangrijke mededelingen aan waarbij het woord
    OPMERKING staat. Elke mededeling maakt duidelijk wat het risico is, wat er kan gebeuren en
    wat u kunt doen om letsel te vermijden of te reduceren.U KUNT LETSEL oplopen als u instructies
    niet opvolgt. U loopt MOGELIJK DODELIJK of ERNSTIG
    letsel op als u instructies niet opvolgt. U loopt BESLIST DODELIJK of ERNSTIG
    letsel op als u instructies niet opvolgt. Deze signaalwoorden betekenen:........................................ INLEIDING .1
    ....... VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN .1
    ............. VEILIGHEIDSINFORMATIE .2
    ..... LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER .2
    LOCATIES VAN COMPONENTEN &
    ............................... SCHAKELAARS .2
    ............................ EIGENSCHAPPEN .3
    . GEBRUIKSCONTROLES VOORAF .3
    ...................................... BEDIENING .4
    VOORZORGEN VOOR VEILIG
    ...................................... GEBRUIK .4
    ................. DE MOTOR STARTEN .4
    .............. DE MOTOR UITZETTEN .5
    MOTORTOERENTAL
    ................................... INSTELLEN .5
    ... ONDERHOUD AAN UW MOTOR .6
    HET BELANG VAN
    ............................... ONDERHOUD .6
    .................. VEILIG ONDERHOUD .6
    ...... VEILIGHEIDSVOORZORGEN .6
    ............. ONDERHOUDSSCHEMA .6
    ................ BRANDSTOF TANKEN .7
    ................................. MOTOROLIE .7
    ....................... Aanbevolen olie .7
    .................. Controle olieniveau .7
    .......................... Olie verversen .8
    .................................. OLIEFILTER .8
    .............................. LUCHTFILTER .9
    ................................... Inspectie .9
    .................................... Reinigen .9.................. BRANDSTOFFILTER .10
    .......................... KOELSYSTEEM .10
    ...................................... BOUGIE .10
    ...................... VONKENVANGER .11
    ... HANDIGE TIPS & SUGGESTIES .11
    .............. UW MOTOR STALLEN .11
    ................................... VERVOER .12
    ONVERWACHTE PROBLEMEN
    .................................... OPLOSSEN .13
    TECHNISCHE &
    .......... GEBRUIKERSINFORMATIE .13
    ................ Locatie serienummer .13
    Accuaansluitingen voor
    ...................... elektrische starter .14
    Verbinding voor externe
    ................................... bediening .14
    Carburateurmodificaties voor
    werking op grotere
    ................. geografische hoogte .15
    ... Geoxygeneerde brandstoffen .15
    Informatie over
    ................ emissieregelsysteem .15
    ................ Air Index (luchtindex) .16
    ............................... Specificaties .16
    ...................... Afstelspecificaties .16
    ....... Beknopte naslaginformatie .17
    ................. Bedradingsschema’s .17
    .......... GEBRUIKERSINFORMATIE .18
    Informatie over
    ...................... dealerzoekfunctie .18
    ........ Klantenservice-informatie .18 05/03/24 21:38:23 39Z5Z600_001 
    						
    							LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARS VEILIGHEIDSINFORMATIE
    LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER
    NEDERLANDS
    OLIEVULDOP/PEILSTOK
    ZEEFROOSTER
    BRANDSTOFPOMP
    BRANDSTOFFILTEROLIEDRUKSCHAKELAAR
    (betreffende uitvoeringen)
    OLIEAFTAP-BOUT
    REPETEERSTARTER
    (betreffende uitvoeringen)
    LUCHTFILTER
    GASHENDEL CHOKEKNOP OLIEFILTER
    (betreffende uitvoeringen)
    Type met enkele hendel:
    Type met dubbele hendel: ELEKTRISCHE
    STARTMOTOR
    BOUGIES
    BEDIENINGSHENDEL
    2
    Zorg dat u de werking van alle bedieningsorganen begrijpt en dat u weet
    hoe u de motor in een noodgeval snel afzet. Zorg dat de gebruiker
    behoorlijke instructies krijgt voordat hij de apparatuur gaat gebruiken.
    De uitlaatgassen van uw motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat
    de motor niet te draaien zonder voldoende ventilatie en laat de motor
    nooit binnenshuis draaien.
    De motor en de uitlaat worden tijdens bedrijf zeer heet. Zet de motor
    minstens op één meter afstand van gebouwen en apparatuur als deze in
    gebruik is. Houd ontvlambaar materiaal bij de motor vandaan en zet
    niets op de motor terwijl deze draait. Sta kinderen niet toe om de motor te gebruiken. Houd kinderen en
    huisdieren uit de buurt terwijl de motor in gebruik is.
    Deze sticker waarschuwt u voor risico’s die ernstig letsel tot gevolg kunnen
    hebben. Lees deze zorgvuldig.
    Als de sticker los raakt of niet meer goed leesbaar is, kunt u bij uw Honda
    dealer een nieuwe sticker krijgen.
    Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Zet de
    motor af en laat deze afkoelen voordat u benzine
    bijvult.
    De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig
    koolmonoxidegas. Laat de motor niet draaien in een
    omsloten ruimte.
    Lees het instructieboekje voordat u de motor
    gebruikt.Alleen voor Canadese
    uitvoeringen:
    Frans label met motor
    meegeleverd. 05/03/24 21:38:46 39Z5Z600_002 
    						
    							GEBRUIKSCONTROLES VOORAF EIGENSCHAPPEN
    IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
    Controleer de algehele conditie van de motor
    Controleer de motor Magneetklep onderbreking brandstoftoevoer
    Oliedrukschakelaar (sommige uitvoeringen):
    Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven
    NEDERLANDS3
    Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
    apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
    even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
    vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
    onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
    Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
    storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
    defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
    oploopt.
    Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
    verhelp een eventueel gevonden probleem.
    Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
    horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF staat.
    Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
    Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
    benzinelekkage.
    Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
    uitlaatdemper en de terugloopstarter.
    Let op tekenen van schade.
    Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
    alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
    Controleer het brandstofniveau. Door al te beginnen met een volle tank
    zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen heeft om bij te
    moeten tanken. De motor is uitgerust met een magneetklep voor brandstoftoevoer; deze
    geeft de brandstoftoevoer naar de hoofdsproeier van de carburateur vrij
    wanneer de motorschakelaar in de stand ON of START staat en sluit de
    brandstofstroom naar de hoofdsproeier af wanneer de motorschakelaar in
    de stand OFF staat.
    Als het oliedrukcontrolelampje blijft branden ook al is het motorolieniveau
    correct, zet de motor dan af en neem contact op met een erkende Honda
    onderhoudsdealer. Zodra het oliedrukcontrolelampje gaat branden, moet u het olieniveau
    controleren en zo nodig bijvullen met de juiste soort motorolie (zie pagina
    ).
    Als u de motor weer wilt starten, draait u de motorschakelaar naar de
    stand OFF. Vervolgens voert u dan gewoon de startprocedure uit. De motor is uitgerust met een oliedrukschakelaar die schade voorkomt als
    gevolg van gebrekkige smering of oververhitting. De motor moet zijn aangesloten op de accu om de magneetklep voor
    brandstoftoevoer te kunnen bekrachtigen en zo de motor te laten lopen.
    Als de accu niet is aangesloten, is de brandstoftoevoer naar de
    hoofdsproeier van de carburateur onderbroken.
    Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
    deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
    hoort te volgen voordat u de motor start. Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild
    luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
    zodat de motor minder goed presteert. Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met
    een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan. 1.
    2. 1.
    2.
    3.
    4.
    3. 7
    7
    9 05/03/24 21:39:02 39Z5Z600_003 
    						
    							BEDIENING
    VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
    DE MOTOR STARTEN
    CHOKE
    MIN.
    BEDIENINGSHENDEL
    NEDERLANDS
    BEDIENINGSHENDEL
    CHOKE
    MAX.
    MIN.
    CHOKEKNOP
    MAX.
    DICHT
    MIN.
    OPENHANDGREEP STARTKOORD
    DICHT
    OPEN GASHENDEL
    CHOKEKNOP
    4
    Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
    VEILIGHEIDSINFORMATIEdoor op pagina en deGEBRUIKSCONTROLES
    VOORAF
    op pagina .
    Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn
    meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij
    het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.Koolmonoxidegas is giftig. Het inademen ervan kan leiden
    tot bewusteloosheid en zelfs de dood.
    Kom niet in ruimten of bij werkzaamheden die u blootstellen
    aan koolmonoxide.Bedien de starter.
    Draai de sleutel naar de stand START en houd in die stand vast totdat de
    motor start.
    Als de motor niet binnen 5 seconden aanslaat, laat de sleutel dan los en
    wacht minstens 10 seconden voordat u de starter opnieuw bedient.
    Als u de elektrische starter per keer langer dan 5 seconden gebruikt,
    raakt de startmotor oververhit en kunt u deze zo beschadigen.
    Zodra de motor aanslaat laat u de sleutel los, zodat deze terugkomt in de
    stand ON.
    Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt en trek dan
    snel en stevig. Laat de starterhandgreep rustig terugrollen.
    Laat de starterhandgreep niet terugslaan tegen de motor. Laat het
    startkoord langzaam terugrollen om schade aan de starter te voorkomen.
    Zet de motorschakelaar in de stand ON.Als u de chokehendel in de stand CLOSED heeft gezet om de motor
    starten, verzet deze dan geleidelijk naar de stand OPEN terwijl de motor
    warm draait. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de
    stand OPEN of ON voordat u de motor start.
    TYPE MET ENKELE HENDEL:
    Zet om een koude motor te starten de bedieningshendel in de stand
    CHOKE.
    Laat om een nog warme motor opnieuw te starten de bedieningshendel
    in de stand MIN staan.
    TYPE MET DUBBELE HENDEL:
    Om een koude motor te starten zet u de chokehendel naar de stand
    CLOSED en beweegt u de gashendel van de stand MIN. vandaan, tot op
    ca. 1/3 in de richting van de stand MAX.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde hendel
    en geen aan de motor gemonteerde hendel zoals hier is afgebeeld. Zie
    de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.TERUGLOOPSTARTER (sommige uitvoeringen):
    TYPE MET ENKELE HENDEL:
    TYPE MET DUBBELE HENDEL: ELEKTRISCHE STARTER:
    Als u de chokehendel in de stand CHOKE heeft gezet om de motor
    starten, verzet deze dan geleidelijk naar de stand MIN. terwijl de motor
    warm draait.
    3. 1.
    2.
    5. 4.
    2
    3 05/03/24 21:39:25 39Z5Z600_004 
    						
    							NEDERLANDS
    DE MOTOR UITZETTEN MOTORTOERENTAL INSTELLEN
    TYPE MET ENKELE HENDEL TYPE MET DUBBELE HENDEL
    BEDIENINGSHENDELMIN.
    GASHENDELMIN.TYPE MET ENKELE HENDEL TYPE MET DUBBELE HENDEL
    MAX.
    MIN.
    BEDIENINGSHENDEL
    GASHENDELMIN.MAX.
    5
    Als u in een noodgeval de motor snel wilt uitzetten, draait u de
    motorschakelaar gewoon naar de stand OFF. Hanteer onder normale
    omstandigheden de volgende procedure. Zie de instructies die door de
    fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
    gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is
    afgebeeld.
    Zet de motorschakelaar in de stand OFF.Zie voor het aanbevolen motortoerental de instructies bij de apparatuur die
    door deze motor wordt aangedreven. Zet de bedieningshendel (uitvoering met enkele hendel) of gashendel
    (uitvoering met dubbele hendel) in de stand MIN.
    Als de brandstoftank een kraan heeft, draai deze dan naar de stand
    CLOSED of OFF.Zet de bedieningshendel (uitvoering met enkele hendel) of gashendel
    (uitvoering met dubbele hendel) in de gewenste toerentalstand.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde hendel en
    geen aan de motor gemonteerde hendel zoals hier is afgebeeld. Zie de
    instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
    Koppel de accu niet af van de motor terwijl de motor draait. Als u de accu
    afkoppelt, onderbreekt de magneetklep voor brandstoftoevoer de
    brandstofstroom naar de hoofdsproeier van de carburateur en slaat de
    motor af. 1.
    2.
    3. 05/03/24 21:39:37 39Z5Z600_005 
    						
    							Î
    ε
    µ
    µ
    NEDERLANDS
    ONDERHOUD AAN UW MOTOR
    HET BELANG VAN ONDERHOUDVEILIGHEIDSVOORZORGEN
    ONDERHOUDSSCHEMAKoolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.
    VEILIG ONDERHOUD Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor
    emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen
    worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die
    ‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection
    Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).Brandwonden door hete onderdelen.
    Letsel door bewegende onderdelen.
    6
    Het onderhoudsschema is van toepassing op normale
    gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware
    omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij
    hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities,
    neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw
    specifieke behoeften en gebruik.Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet
    verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect
    veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
    Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud
    en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar. Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en
    storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen.
    Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe
    originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging. Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste
    kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait. Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee
    neemt u al enkele potentiële risico’s weg:
    Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de
    volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine-
    inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap.
    Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal
    gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter
    laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde
    monteur.
    Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en
    de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij
    u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
    Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in
    deze handleiding voor de eigenaar. Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We
    kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het
    uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u
    een bepaalde taak al dan niet aankunt.Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.
    Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.
    Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste
    gereedschap en de deskundigheid bezit.
    Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand
    of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel
    en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende
    sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het
    brandstofsysteem vandaan.
    Vervang alleen type met papieren element.
    Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
    Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw
    onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en
    geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor
    onderhoudsprocedures.
    Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk
    bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
    Als dit onderhoudsschema niet wordtopgevolgd, kan dit leiden tot
    defecten die niet door de garantie worden gedekt. (1)
    (2)
    (3)
    Voer uit volgens elke
    aangegeven maand of
    bedrijfsureninterval, wat het
    eerst komt.
    CONTROLEPUNTAlle
    gebruikEerste
    maand
    of na
    20 uurElke 3
    maanden
    of na
    50 uur
    (1)Elke 6
    maanden
    of na
    100 uur
    Telkens na 300 uur (2)
    Elke2jaar
    (Vervang indien nodig) (2) Motorolie
    Oliefilter
    Luchtfilter
    Bougies
    Vonkenvanger
    Koelsysteem
    Stationair
    toerental
    Klepspeling
    Brandstoffilter
    BrandstofleidingVerversen
    Vervangen
    Controleren
    Reinigen
    Vervangen
    Vervangen
    Reinigen
    Reinigen
    Reinigen
    Controleren-
    vervangen
    ControlerenZie
    pagina
    7
    8
    8
    9
    9
    9
    9
    10 Elk jaar
    of na
    200 uur
    (2)
    (2)
    (2)
    PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURT (3)
    (sommige uitvoeringen)
    (sommige uitvoeringen)
    VerbrandingskamerControleer niveau
    Controleren-afstellen
    Controleren-afstellen
    Controleren-afstellen
    Werkplaatshandboek
    Werkplaatshandboek
    Werkplaatshandboek
    Werkplaatshandboek
    Werkplaatshandboek
    05/03/24 21:39:58 39Z5Z600_006 
    						
    							NEDERLANDS
    BRANDSTOF TANKEN
    Aanbevolen brandstofMOTOROLIE
    Aanbevolen olie
    Controle olieniveau
    SAE-viscositeiten
    OMGEVINGSTEMPERATUUR
    OLIEVULDOP/PEILSTOK
    HOOGSTE PEIL
    LAAGSTE PEILOLIEVULDOP/
    PEILSTOK
    7
    Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine. Bij
    gebruik met loodvrije benzine blijft er minder aanslag achter in de motor
    en op de bougie en gaat het uitlaatsysteem langer mee.Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
    Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
    Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet
    aan de eisen voor API-classificatie
    SJ, SL of gelijkwaardig. Controleer
    altijd het API-servicelabel op de
    olieverpakking om te zien of de
    aanduidingen SJ, SL of
    gelijkwaardig vermeld staan.
    Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat.
    Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
    Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
    ontstaan.
    Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok
    staat, vul dan bij met aanbevolen olie tot aan de bovenste peilstreep. Vul
    niet te veel bij. Loodvrije benzine
    VS
    Behalve VSPompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
    RON-octaangetal van 91 of hoger
    Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
    Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
    brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine
    bijvult.
    Veeg gemorste benzine direct weg. Vul alleen benzine bij in de open lucht. Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
    vuur uit de buurt.
    Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
    kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
    brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
    wordt niet gedekt door de
    dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty).
    Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en
    benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terecht komt.
    Soms kunt u een licht ‘‘detoneren’’ of ‘‘pingelen’’ (een metalig kloppend
    geluid) horen terwijl de motor onder zware belasting draait. Dit is geen
    reden tot zorg.
    Als detoneren of pingelen optreedt bij stabiele motortoerentallen, onder
    normale belasting, gebruik dan een ander merk benzine. Als het detoneren
    of pingelen aanhoudt, neem dan contact op met een erkende Honda
    onderhoudsdealer.
    Als de motor draait terwijl deze aanhoudend pingelt of detoneert, kan er
    motorschade ontstaan.
    Het laten draaien van de motor terwijl deze aanhoudend pingelt of
    detoneert wordt beschouwd als misbruik; de
    dealergarantie (Distributor’s
    Limited Warranty)
    dekt geen onderdelen die beschadigd zijn door misbruik.
    Vul in een goed geventileerde ruimte benzine bij voordat u de motor start.
    Als de motor gedraaid heeft, laat dan eerst afkoelen. Vul zorgvuldig bij om
    morsen van benzine te voorkomen. Breng na bijvullen de tankdop aan en
    zet stevig vast.
    Vul de motor nooit met benzine in een ruimte waar benzinedamp in
    contact kan komen met open vuur of vonken. Blijf met benzine uit de buurt
    van waakvlammen, barbecues, elektrische huishoudelijke apparatuur en
    elektrisch gereedschap etc.
    Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
    ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
    Zie voor informatie over geoxygeneerde brandstoffen op pagina .SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
    Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
    gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
    aangeduide bereik ligt.
    Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
    Steek de olievuldop/peilstok in de olievulopening maar draai niet aan;
    verwijder de peilstok vervolgens weer om het motorolieniveau te
    controleren. 1.
    2.
    3.
    4.
    15 05/03/24 21:40:20 39Z5Z600_007 
    						
    							NEDERLANDS
    Olie verversen OLIEFILTER (sommige uitvoeringen)
    Vervangen van oliefilter
    SLUITRING
    HOOGSTE PEIL
    LAAGSTE PEIL
    OLIEVULDOP/PEILSTOK OLIEAFTAP-BOUTOLIEFILTERSLEUTELOLIEFILTER
    AFDICHTINGFILTERVOET
    8
    Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
    en gemakkelijk uit de motor.
    Tap de motorolie af en draai de aftapplug weer stevig vast.
    Verwijder het oliefilter met een oliefiltersleutel en laat de nog
    achtergebleven olie in een geschikte opvangbak weglopen. Voer de
    verbruikte olie en het filter op milieuvriendelijke wijze af.
    Reinig de filtervoet en smeer de afdichtring van het nieuwe oliefilter in
    met schone motorolie.
    Gebruik een oliefiltersleutel in plaats van een riemsleutel, om schade
    aan het oliefilter te voorkomen.
    Gebruik alleen een origineel Honda oliefilter of een filter van
    gelijkwaardige kwaliteit zoals gespecificeerd voor uw motoruitvoering.
    Bij gebruik van een verkeerd filter of een niet origineel Honda filter van
    een verkeerde kwaliteit kan er schade aan de motor ontstaan.
    Schroef het nieuwe oliefilter met de hand op totdat de afdichtring de
    filtervoet raakt en gebruik dan een oliefiltersleutel om het filter nog een
    extra 7/8 slag vast te zetten.
    Vul het carter met de voorgeschreven hoeveelheid aanbevolen
    motorolie (zie pagina ). Breng de olievuldop/peilstok weer aan. Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
    op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug en de
    ring.
    Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
    de nieuwe ring aan en draai de aftapplug stevig vast.
    Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
    schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
    verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
    afvalverzamelcentrum of een benzinestation. Geef de olie niet mee in
    een vuilniszak, giet niet uit op de grond of via een rioolafvoerputje.
    Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
    bovenste peilstreep op de peilstok (zie pagina ).
    Breng de olievuldop/peilstok aan en draai stevig vast.
    Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
    ontstaan.
    12 N·m (1,2 kgf·m)
    Start de motor en controleer op lekkage.
    Zet de motor af en controleer het olieniveau zoals beschreven op pagina
    . Vul zo nodig olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. Aantrekkoppel oliefilter: 1.
    2.
    3.
    4. 3.
    4. 1.
    2.
    5.
    6.
    7. 7
    77 05/03/24 21:40:38 39Z5Z600_008 
    						
    							NEDERLANDS
    LUCHTFILTER
    Inspectie
    Reinigen
    BOUTEN VAN LUCHTFILTERDEKSEL
    LUCHTFILTERDEKSEL
    SCHUIMRUBBEREN
    FILTERELEMENT
    RASTER
    PAPIEREN FILTERELEMENT
    LUCHTFILTERVOET
    LUCHTKANAAL
    9
    Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
    zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
    omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
    het ONDERHOUDSSCHEMA.
    Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd
    luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten.
    Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
    dealergarantie (Distributor’s
    Limited Warranty)
    .
    Reinig de luchtfilterelementen als u ze opnieuw gebruikt.
    Papieren luchtfilterelement: Tik een paar keer met het filterelement op
    een hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht
    [maximale druk 207 kPa (2,1 kgf/cm
    )] het filterelement vanaf de
    binnenzijde door. Borstel vuil nooit weg, u drukt de vuildeeltjes zo in de
    vezelstructuur.
    Schuimrubberen luchtfilterelement: Reinig in een warm zeepsopje,
    spoel met schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een
    niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat drogen. Drenk het filterelement in
    schone motorolie en wring vervolgens alle overtollige olie uit. De motor
    zal bij de eerstvolgende start veel rook afgeven als er te veel olie in het
    schuimrubber achterblijft.
    Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
    Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
    luchtfilterelementen altijd.
    Verwijder de twee bouten van het luchtfilterdeksel en verwijder het
    deksel.
    Verwijder het schuimrubberen filterelement.
    Verwijder het papieren filterelement van het zeefrooster.
    Controleer beide luchtfilterelementen en vervang ze als ze beschadigd
    zijn. Vervang het papieren filterelement altijd volgens de interval in het
    onderhoudsschema (zie pagina ).Installeer het deksel en draai de twee luchtfilterdekselbouten stevig vast. Installeer het zeefrooster over het papieren filterelement en installeer
    het geheel dan in de luchtfiltervoet. Het zeefrooster moet worden
    geplaatst tussen het schuimrubberen element en het papieren element,
    om te voorkomen dat er olie in het papieren element terecht komt. Leg het schuimrubberen filterelement in het luchtfilterdeksel. Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
    luchtfilterhuis en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil
    vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
    Bij te veel olie wordt de luchtstroom door het schuimrubberen element
    geblokkeerd en kan er olie doorlekken naar het papieren filterelement en
    dit doen verstoppen.
    1.
    2.
    4. 3.5.
    6.
    7.
    8.
    9.
    6 05/03/24 21:40:53 39Z5Z600_009 
    						
    							µ µ
    µ
    NEDERLANDS
    BOUGIE BRANDSTOFFILTER
    Inspectie
    KOELSYSTEEMAanbevolen bougies:
    BRANDSTOFFILTER
    ZEEFROOSTERBOUGIESLEUTEL
    0,70 0,80 mm
    AFDICHTRING
    10
    Voor een goede werking moeten de bougies de juiste elektrodenafstand
    hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn. De aanbevolen bougies hebben de correcte warmtegraad voor de normale
    bedrijfstemperatuur van de motor.
    Het gebruik van verkeerde bougies kan de motor beschadigen.
    Verwijder de bougies met een 13/16-inch bougiesleutel.
    Inspecteer de bougies. Vervang
    bougies als ze beschadigd of erg
    vervuild zijn en als de afdichtring in
    slechte conditie is of de elektrode
    versleten is.
    Meet de elektrodenafstand met een
    voelermaat van het draadtype.
    Corrigeer de elektrodenafstand zo
    nodig door de zijelektrode
    voorzichtig iets te buigen.
    De elektrodenafstand moet zijn:
    Monteer de bougie zorgvuldig met
    de hand, om beschadiging van de
    schroefdraad te voorkomen.
    Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch
    bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten.
    Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
    nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
    Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
    aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
    zetten. Controleer het brandstoffilter op achtergebleven water of bezinksel.
    Als het brandstoffilter overmatig veel water of bezinksel bevat, lever de
    motor dan voor onderhoud af bij een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Controleer het zeefrooster op verstoppingen en verwijder deze zo nodig.Haal de bougiedoppen los van de bougies en verwijder eventueel vuil
    direct rondom de bougies.BPR5ES (NGK)
    W16EPR-U (DENSO)
    0,70 0,80 mm
    Bevestig de bougiedoppen op de bougies.
    Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
    Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
    cilinderkop worden beschadigd.
    1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    6.
    7. 05/03/24 21:41:12 39Z5Z600_010 
    						
    All Honda manuals Comments (0)

    Related Manuals for Honda Engines GCV520, GCV530, GXV520, GXV530 Instructions Manual Dutch Version