Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version
Have a look at the manual Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
![](/img/blank.gif)
µ NEDERLANDS HANDIGE TIPS & SUGGESTIES UW MOTOR STALLEN Voorbereiding op stalling Brandstof Reinigen Motorolie Brandstoftank en carburateur aftappenEen benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen CARBURATEUR AFTAPPLUG 11 Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten. Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in met olie. Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger, kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder terechtkomen en schade veroorzaken. Breng de bougies weer aan. Laat de motor een paar seconden draaien door de motorschakelaar in de stand START te zetten, zodat de olie goed in de cilinders wordt verdeeld. Giet een eetlepel (5 10 cm ) schone motorolie in elke cilinder. Verwijder de bougies (zie pagina ). Ververs de motorolie (zie pagina ). Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in een geschikte opvangbak. Draai na het aftappen de aftapschroef in de carburateur weer stevig vast. Koppel de brandstofleiding naar de motor af en tap de brandstoftank af in een geschikte opvangbak. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai deze dan naar de stand OPEN of ON zodat de brandstof gemakkelijk uitstroomt. Sluit na aftappen de brandstofleiding weer aan.Veeg gemorste benzine direct weg. Werk met benzine alleen in de buitenlucht. Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open vuur uit de buurt. Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine bezig bent. Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen. Zet de motor af en als de brandstoftank een brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF. Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de samenstelling van de brandstof snel verslechteren en oxideren. Verslechtering en oxidatie van de brandstof kunnen al binnen 30 dagen optreden en kunnen schade veroorzaken aan de carburateur en/of het brandstofsysteem. Raadpleeg uw onderhoudsdealer voor aanbevelingen voor opslag. Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen. De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine. Brandstofverslechteringsproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw was. Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de garantie van de dealer (Distributor’s Limited Warranty) . U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de brandstoftank en de carburateur af te tappen.1. 2. 3. 1. 2. 3. 1. 2. 4. 5.108 08/03/18 16:13:56 39Z6E600_011
![](/img/blank.gif)
NEDERLANDS ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN Mogelijke oorzaak Correctie Voorzorgen bij stalling Uit stalling nemen VERVOERMOTOR WIL NIET STARTEN MOTOR HEEFT GEEN VERMOGENMogelijke oorzaak Correctie 12 Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur, moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt gebruikt. Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest en corrosie. Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er brandstof- of olielekkage ontstaan. Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller. Verwijder de accu en berg deze op een koele en droge plek op. Laad de accu eens per maand op zolang de motor in stalling staat. Hiermee verlengt u de levensduur van de accu. Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf GEBRUIKSCONTROLES VOORAFin deze handleiding (zie pagina ). Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten wordt bemoeilijkt. Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor heel even roken bij de eerste start. Dat is normaal. Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen ontbranden. Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op lekkage van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF.Accu opnieuw opladen. Vervang de zekering. Zet hendel in de stand OPEN of ON. Zet hendel in de stand CLOSED, behalve als de motor warm is. Zet motorschakelaar in de stand ON. Brandstof bijvullen (p. 7). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 11). Bijtanken met nieuwe benzine (p. 7). Stel elektrodenafstand opnieuw af of vervang de bougies (p. 10). Droog de bougies en breng weer aan. Start de motor met de gashendel in de stand FAST. Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. Filterelement(en) verstopt. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte benzine. Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc.Reinig of vervang filterelement(en) (p. 9). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 11). Bijtanken met nieuwe benzine (p. 7). Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. Accu leeg. Zekering doorgebrand. Brandstofkraan in stand CLOSED of OFF (indien aanwezig). Choke open. Motorschakelaar in OFF. Geen brandstof. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte benzine. Verkeerde of vervuilde bougies of foutieve elektrodenafstand. Bougies nat door benzine (motor verzopen). Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc. Elektrisch starten: Controleer de accu en de zekering. Controleer de regelstanden. Controleer de brandstof. Verwijder en inspecteer de bougies. Controleer het luchtfilter. Controleer de brandstof. 1. 2. 3. 4. 5. 1. 2. 3. 3 Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. 05/11/15 08:57:33 39Z6E600_012
![](/img/blank.gif)
µ µµ´´ µ´´ µ ´ µ µ´ NEDERLANDS Accuaansluitingen voor elektrische starter Locatie serienummer Aanbevolen accu WAARSCHUWING: Was uw handen na gebruik.TECHNISCHE INFORMATIE LOCATIE MOTORSERIENUMMER & MOTORUITVOERING NEGATIEVE ( ) ACCUKABELPOSITIEVE ( ) ACCUKABEL 13 Aanschafdatum: ______ / ______ / ______Motortype: ___ ___ ___ ___ Motorserienummer: __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ Noteer het motorserienummer, de uitvoering en de aanschafdatum in de ruimte hieronder. U heeft deze informatie nodig bij het bestellen van onderdelen en bij vragen over technische kwesties of over de garantie. Smeer de aansluitpolen en de kabeluiteinden in met vet. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op de negatieve ( ) accupool, zoals in de afbeelding getoond. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de positieve ( ) accupool, zoals in de afbeelding getoond. Sluit de negatieve ( ) accukabel aan op een motorbevestigingsbout, een framebout of een ander goed massapunt aan de motor. Sluit de positieve accukabel ( ) aan op de aansluiting van de startersolenoïde, zoals in de afbeelding getoond. Pas op en sluit de accupolen niet omgekeerd aan, u veroorzaakt zo kortsluiting in het acculaadsysteem. Sluit altijd de positieve ( ) accukabel aan op de accupool voordat u de negatieve accukabel ( ) aansluit; uw gereedschap kan dan geen kortsluiting veroorzaken als u hiermee een aan massa verbonden onderdeel aanraakt terwijl u de positieve kabel ( ) vastzet. Als u de correcte werkwijze niet opvolgt, kan een accu exploderen en dan omstanders ernstig letsel toebrengen. Houd vonken, open vuur en rookartikelen bij de accu vandaan. Accupolen, accuklemmen en bijbehorende accessoires bevatten lood en loodhoudende stoffen.12 V 45 Ah 1. 2. 3. 4. 5.GXV610 GXV620 GXV670 08/03/18 16:14:13 39Z6E600_013
![](/img/blank.gif)
NEDERLANDS Verbinding voor externe bediening Carburateurmodificaties voor werking op grotere geografische hoogte BEDIENING LINKERZIJDE BEDIENINGSHENDEL KABELHOUDER 5 mm-SCHROEVENKABELHOUDER BEDIENING RECHTERZIJDE BEDIENINGSHENDEL KABELHOUDER 5 mm-SCHROEVENCHOKEKABEL BEDIENINGSHENDEL GASKABEL BEDIENINGSHENDEL CHOKEKABEL GASKABEL KABELHOUDER 14 De gas-en chokehendels zijn uitgevoerd met gaten om een extra kabel te kunnen bevestigen. De volgende afbeeldingen tonen installatievoorbeelden van een massieve draadkabel en een kabel met flexibele gevlochten draad.Op grotere geografische hoogte is het lucht/brandstof mengsel van de standaardcarburateur te rijk. De motor presteert dan minder en het brandstofverbruik neemt toe. Als het mengsel erg rijk is, raakte ook de bougie vervuild en zal de motor moeilijker starten. Bij langdurig gebruik op een afwijkende geografische hoogte dan waarvoor deze motor is gecertificeerd, kan de emissie toenemen. De werking op grotere geografische hoogte kan worden verbeterd door specifieke modificaties aan de carburateur. Als u uw motor altijd gebruikt op een hoogte boven 1.500 meter, laat deze carburateurmodificatie dan uitvoeren door uw onderhoudsdealer. Als u deze motor op grotere hoogten gebruikt na de daarvoor bedoelde carburateurmodificatie, zal gedurende de gehele levensduur aan de emissienorm worden voldaan. Ook met de carburateurmodificatie neemt het motorvermogen af met ca. 3,5% per elke 300 meter toename in hoogte. De geografische hoogte werkt echter extra nadelig voor het motorvermogen dan zonder deze carburateurmodificatie. Als de carburateur is gewijzigd voor gebruik op grotere geografische hoogte, is het lucht/brandstofmengsel te arm voor gebruik op lagere hoogten. Als u een gewijzigde carburateur gebruikt beneden 1.500 meter, kan de motor oververhit raken en kan er ernstige motorschade ontstaan. Laat bij gebruik op lagere hoogten uw onderhoudsdealer de carburateur weer wijzigen volgens de originele fabrieksspecificaties. 05/11/15 08:57:59 39Z6E600_014
![](/img/blank.gif)
NEDERLANDS Informatie over emissieregelsysteem EmissiebronnenVervangingsonderdelen Problemen die emissie kunnen beïnvloeden Onkundig gesleutel en wijzigingen De wetgeving op luchtverontreiniging in de Verenigde Staten en de staat Californië en de milieuwetgeving in Canada Onderhoud 15 In het verbrandingsproces komen koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen vrij. Minder emissie van koolwaterstoffen en stikstofoxiden is zeer gewenst, omdat deze stoffen onder sommige omstandigheden bij blootstelling aan zonlicht reacties aangaan en dan een fotochemische smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde wijze, maar is een giftige stof. Honda gebruikt de juiste lucht-/brandstofverhoudingen en andere emissieregelsystemen om de emissie van koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te beperken. Daarnaast wordt bij brandstofsystemen van Honda gebruikgemaakt van onderdelen en regeltechnieken voor het verminderen van benzinedampemissies. Zwarte rook uit de uitlaat of een hoog brandstofverbruik. Naverbranding (terugslaan). Overslaan of terugslaan onder belasting. Onregelmatig stationair draaien. Moeilijk starten of afslaan na de start. Als u een van de volgende symptomen opmerkt, laat uw motor dan inspecteren en repareren door uw onderhoudsdealer.Het wijzigen of buiten werking stellen van het regelmechanisme of toerentalverstelmechanisme waardoor de motor kan functioneren buiten de originele ontwerpparameters. Het verwijderen of wijzigen van delen van het inlaat-, brandstof- of uitlaatsysteem. Door onkundig sleutelen aan of wijzigen van het emissieregelsysteem kan de emissie toenemen tot boven de wettelijk toegestane grenswaarde. Onder zulk onkundig gesleutel wordt o.a. verstaan: De volgende instructies en procedures moeten worden opgevolgd om te zorgen dat de emissie van uw Honda motor aan de emissienormen voldoet. De regelgeving van de overheid in Californië en Canada en van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) verplicht alle fabrikanten om schriftelijke instructies op te stellen die de werking en het onderhoud aan emissieregelsystemen beschrijven.De emissieregelsystemen op uw Honda motor zijn ontworpen, gebouwd en gecertificeerd om te voldoen aan de emissienormen van de EPA, Californië (uitvoeringen die zijn goedgekeurd voor verkoop in Californië) en Canada. Wij raden aan om bij alle onderhoud originele Honda onderdelen te gebruiken. Deze door Honda ontworpen vervangingsonderdelen zijn geproduceerd volgens dezelfde normen als de originele onderdelen, zodat u kunt vertrouwen op een goede werking. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een ander ontwerp of van mindere kwaliteit kan de effectieve werking van uw emissieregelsysteem nadelig beïnvloeden. Volg het onderhoudsschema op pagina . Denk eraan dat dit schema uitgaat van de veronderstelling dat u uw machine gebruikt volgens de gebruiksbestemming. Vaker onderhoud is vereist bij langdurig gebruik onder hoge temperaturen of hoge belasting of onder ongewoon vochtige of stoffige omstandigheden. Een fabrikant van een los verkrijgbaar onderdeel is ervoor verantwoordelijk dat het onderdeel de emissieprestaties niet nadelig zal beïnvloeden. De fabrikant van het onderdeel of het revisiebedrijf moet aantonen dat het gebruik van het onderdeel niet betekent dat de motor niet meer aan de emissienormen kan voldoen. 6 07/10/25 17:14:50 39Z6E600_015
![](/img/blank.gif)
·· ··· · ·· · ·· · ·· ··· · Î Î Î Î Î Î Î NEDERLANDS Specificaties Air Index (luchtindex) Van toepassing op emissieduurzaamheidsperiode Beschrijvende termGXV610 (Type-QAF) GXV620 (Type-QAF) GXV670 (Type-TAF) 16 Het nominale vermogen van de motor dat staat vermeld in dit document is het netto geleverd vermogen zoals getest aan een productiemotor voor het betreffende model, gemeten in overeenstemming met SAE J 1349 bij 3.600 tpm (netto vermogen) en bij 2.500 tpm (Max. netto koppel). Het geleverd vermogen van massaproductiemotoren kan hiervan afwijken. Het feitelijk geleverd vermogen voor de motor die uiteindelijk in het chassis wordt ingebouwd, kan afhangen van talloze factoren, zoals het toerental van de motor in de praktijk, de omgevingsomstandigheden, het onderhoud en andere variabelen. Lengte Breedte Hoogte Leeggewicht [gewicht] Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring Slag] Netto vermogen Max. netto koppel Motorolie-inhoud Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie459 457 431 mm 43,8 kg 614 cm [77,0 66,0 mm] 12,1 kW (16,5 PS, 16,2 bhp) bij 3.600 min (omw/min) 39,4 N·m (4,02 kgf·m) bij 2.500 min (omw/min) 1,7 2,2 Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok 459 457 431 mm 43,8 kg 614 cm [77,0 66,0 mm] 13,3 kW (18,1 PS, 17,8 bhp) bij 3.600 min (omw/min) 41,1 N·m (4,19 kgf·m) bij 2.500 min (omw/min) Lengte Breedte Hoogte Leeggewicht [gewicht] Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring Slag] Netto vermogen Max. netto koppel Motorolie-inhoud Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie Lengte Breedte Hoogte Leeggewicht [gewicht] Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring Slag] Netto vermogen Max. netto koppel Motorolie-inhoud Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie1,7 2,2 Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok 464 473 449 mm 45,3 kg 670 cm [77,0 72,0 mm] 15,5 kW (21,1 PS, 20,8 bhp) bij 3.600 min (omw/min) 44,4 N·m (4,53 kgf·m) bij 2.500 min (omw/min) 2,0 2,5 Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok 300 uur (0 t/m 80 cm ) 500 uur (meer dan 80 cm ) 1.000 uur (225 cm en meer) 125 uur (0 t/m 80 cm ) 250 uur (meer dan 80 cm ) 50 uur (0 t/m 80 cm ) 125 uur (meer dan 80 cm ) Verlengd Gemiddeld Matig De duurzaamheidsbeschrijving is bedoeld om u te informeren over de duurzaamheid van de motoremissie. De beschrijvende term geeft de nuttige gebruiksduur aan van het motoremissieregelsysteem. Zie de garantie voor uw emissieregelsysteemvoor nadere informatie. De staafgrafiek is bedoeld om u als klant de mogelijkheid te geven de emissieprestaties van verkrijgbare motoren te vergelijken. Hoe lager de luchtindex, hoe minder de vervuiling. Een label met luchtindexinformatie (Air Index Information) is bevestigd aan motoren die zijn gecertificeerd voor een emissieduurzaamheidsperiode overeenkomstig de eisen van de California Air Resources Board (Californisch instituut voor schone lucht). Zonder vervanging oliefilter: Zonder vervanging oliefilter: Zonder vervanging oliefilter: Met vervanging oliefilter: Met vervanging oliefilter: Met vervanging oliefilter: (Uitvoeringen die zijn goedgekeurd voor verkoop in Californië) (conform SAE J1349 ) (conform SAE J1349 ) (conform SAE J1349 ) (conform SAE J1349 ) (conform SAE J1349 ) (conform SAE J1349 ) 4 takt, kopkleppen, 2 cilinders (90° V-Twin) 4 takt, kopkleppen, 2 cilinders (90° V-Twin) 4 takt, kopkleppen, 2 cilinders (90° V-Twin) 07/10/25 17:15:15 39Z6E600_016
![](/img/blank.gif)
¶ ¶ ¶ µ NEDERLANDS Bedradingsschema’s Afstelspecificaties Beknopte naslaginformatieCONTROLEPUNT ONDERHOUDSPECIFICATIE GXV610/620/670 3 A laadspoel en schakelaarhuistype 20 A laadspoel en schakelaarhuistype 17 Geen overige afstellingen vereist. VS Behalve VSPompoctaangetal (PON) van 86 of hoger RON-octaangetal van 91 of hoger Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger Loodvrije benzine (zie pagina 7). J16CR-U (DENSO) ZGR5A (NGK) Brandstof Motorolie Bougie Onderhoud1.400 150 min (omw/min) Elektrodenafstand Stationair toerental Klepspeling (koud) Overige specificatiesZie pagina 10. Neem contact op metuwerkende Honda dealer INL: 0,15 0,02 mm UITL: 0,20 0,02 mm0,7 0,8 mm SAE 10W-30, API SJ of hogere klasse, voor algemene gebruiksdoeleinden. Ziepagina7. Vóór elk gebruik: Controleer het motorolieniveau. Zie pagina 7. Controleer het luchtfilter. Zie pagina 9. Eerste 20 uur: Ververs motorolie. Zie pagina 8. Vervolgens: Volg het onderhoudsschema op pagina 6.Bl Y Bu G R WZwart Geel Blauw Groen Rood WitBr O Lb Lg P GrBruin Oranje Roze Grijs STARTMOTOR ACCU LINKER BOUGIE HOOFDZEKERING Bl Y Bu G R WGeel Blauw Groen Rood WitBr O Lb Lg P GrOranje Roze Grijs Zwart BruinLAADSPOEL (3 A) RECHTER BOUGIE MOTORSTOPDIODE CONTACTSLOT STARTMOTOR ACCU LINKER BOUGIE HOOFDZEKERING MASSAPUNT MOTOR RECHTER BOUGIE MOTORSTOPDIODE CONTACTSLOT LINKER BOBINE RECHTER BOBINE LINKER BOBINE RECHTER BOBINELichtgroen Lichtblauw MAGNEETKLEP BRANDSTOFTOEVOER MASSAPUNT MOTOR GELIJKRICHTER Lichtgroen Lichtblauw LAADSPOEL(20A) (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M) MAGNEETKLEP / GELIJKRICHTER (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M)UIT AAN START UIT AAN START BRANDSTOFTOEVOER SPANNINGSREGELAAR 07/10/25 17:15:34 39Z6E600_017
![](/img/blank.gif)
¬µ Canada: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Voor Europese gebiedsdelen:Canada: Honda Canada, Inc. American Honda Motor Co., Inc. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:Het Honda-kantoor Alle overige gebieden: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: INFORMATIE OVER DISTRIBUTEUR-/DEALERZOEKFUNCTIE KLANTENSERVICE-INFORMATIEAustralië: Honda Australia Motorcycle and Power Equipment Pty. Ltd. Voor Europese gebiedsdelen: Honda Europe NV. Alle overige gebieden: NEDERLANDS GEBRUIKERSINFORMATIE 18 of bezoek onze website: www.honda.ca Bel (888) 9HONDA9 of bezoek onze website: www.honda-engines.com Bel (800) 426-7701 bezoek onze website: http://www.honda-engines-eu.com De onderhoudsmonteurs bij uw dealervestiging zijn goed opgeleide vakmensen. Zij zullen vrijwel elke vraag waarmee u zit kunnen beantwoorden. Als u een probleem heeft dat uw dealer niet naar tevredenheid oplost, bespreek dit dan met het management van de dealervestiging. De werkplaatsmanager, algemeen manager of de eigenaar kunnen u helpen. Vrijwel alle problemen worden op deze wijze opgelost.715 Milner Avenue Toronto, ON M1B 2K8 Telefoon: Of bel: (770) 497-6400, 8:30 am - 8:00 pm EST Power Equipment Division Customer Relations Office 4900 Marconi Drive Alpharetta, GA 30005-8847 Een gedetailleerde beschrijving van het probleem Uw naam, adres en telefoonnummer Aanschafdatum Naam, adres en contactpersoon van de dealer die het onderhoud aan uw motor verricht Naam van de dealer die de motor aan u verkocht Motoruitvoering, serienummer en type (zie pagina ) De naam van de fabrikant en het modelnummer van de apparatuur waaraan de motor is gemonteerd Als u schrijft of belt, geef dan de volgende informatie door: Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met het vermelde Honda kantoor. Als u ook na een gesprek met de regiodealer (Regional Engine Distributor) nog ontevreden bent, kunt u contact opnemen met het vermelde Honda kantoor. Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met de regiodealer voor Honda motoren in uw gebied (Honda Regional Engine Distributor).Fax: 1954 1956 Hume Highway Campbellfield Victoria 3061 Telefoon: Fax: European Engine Center http://www.honda-engines-eu.com Neem contact op met de Honda dealer in uw gebied voor assistentie.(03) 9270 1111 (03) 9270 1133 (888) 9HONDA9 (888) 946-6329 (416) 299-3400 (877) 939-0909 (416) 287-4776Kosteloos Netnummer Toronto Kosteloos Netnummer Toronto 13 08/03/18 16:14:45 39Z6E600_018