Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version
Have a look at the manual Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
INLEIDING INHOUD VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN NEDERLANDS INSTRUKTIEHANDLEIDING INFORMATIE VOOR SCHADEPREVENTIE GXV610 · GXV620 · GXV670 NEDERLANDS 1 Dank u voor uw aanschaf van een Honda motor. We helpen u graag om met uw nieuwe motor optimale resultaten te behalen en deze veilig te gebruiken. Deze handleiding bevat informatie hierover, lees deze daarom zorgvuldig door voordat u uw motor gebruikt. Als zich een probleem voordoet of als uw vragen heeft over uw motor, neem dan contact op met een erkende Honda onderhoudsdealer. Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich te allen tijde het recht voor om zonder kennisgeving wijzigingen aan te brengen zonder hiermee verplichtingen op zich te nemen. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. De motoruitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen die volgens de staat van Californië kanker, geboorteafwijkingen of schade aan voortplantingsorganen kunnen toebrengen. Deze handleiding is te beschouwen als een permanent onderdeel van de motor en hoort bij verkoop ervan aan de nieuwe eigenaar te worden overhandigd. ........................................ INLEIDING .1 ....... VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN .1 ............. VEILIGHEIDSINFORMATIE .2 ..... LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER .2 LOCATIES VAN COMPONENTEN & ............................... SCHAKELAARS .2 ............................ EIGENSCHAPPEN .3 . GEBRUIKSCONTROLES VOORAF .3 ...................................... BEDIENING .4 VOORZORGEN VOOR VEILIG ...................................... GEBRUIK .4 ................. DE MOTOR STARTEN .4 .............. DE MOTOR UITZETTEN .5 MOTORTOERENTAL ................................... INSTELLEN .5 ... ONDERHOUD AAN UW MOTOR .6 HET BELANG VAN ............................... ONDERHOUD .6 .................. VEILIG ONDERHOUD .6 ...... VEILIGHEIDSVOORZORGEN .6 ............. ONDERHOUDSSCHEMA .6 ................ BRANDSTOF TANKEN .7 ................................. MOTOROLIE .7 ....................... Aanbevolen olie .7 .................. Controle olieniveau .7 .......................... Olie verversen .8 .................................. OLIEFILTER .8 .............................. LUCHTFILTER .9 ................................... Inspectie .9 .................................... Reinigen .9 We raden u aan het garantieboekje door te nemen zodat de dekking u volkomen duidelijk is en u alles weet over uw verantwoordelijkheid als eigenaar. Het garantieboekje is een afzonderlijk document dat uw dealer aan u hoort te hebben overhandigd. Uw eigen veiligheid en die van anderen is van het grootste belang. Overal in deze handleiding en op de motor zelf vindt u belangrijke veiligheidsmededelingen. Lees deze mededelingen aandachtig. Een veiligheidsmededeling maakt u attent op potentiële risico’s waarbij letsel aan uzelf of anderen kan worden toegebracht. Vóór elke veiligheidsmededeling ziet u een veiligheidssymbool staan en een van de drie aanduidingen GEVAAR, WAARSCHUWING of LET OP. U loopt BESLIST DODELIJK of ERNSTIG letsel op als u instructies niet opvolgt. U loopt MOGELIJK DODELIJK of ERNSTIG letsel op als u instructies niet opvolgt. U KUNT LETSEL oplopen als u instructies niet opvolgt. Elke mededeling maakt duidelijk wat het risico is, wat er kan gebeuren en wat u kunt doen om letsel te vermijden of te reduceren. Deze signaalwoorden betekenen: U treft ook nog andere belangrijke mededelingen aan waarbij het woord OPMERKING staat. U kunt uw motor of eigendommen beschadigen als u instructies niet opvolgt. Dit woord betekent: Het doel van deze mededelingen is u te helpen om schade aan de motor, uw eigendommen of het milieu te voorkomen. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Neem de instructies bij de door deze motor aangedreven apparatuur door voor aanvullende informatie over starten en uitzetten van de motor, bediening, afstellingen of eventuele speciale onderhoudsinstructies. .................... BRANDSTOFFILTER .9 ...................................... BOUGIE .10 ...................... VONKENVANGER .10 ... HANDIGE TIPS & SUGGESTIES .11 .............. UW MOTOR STALLEN .11 ................................... VERVOER .12 ONVERWACHTE PROBLEMEN .................................... OPLOSSEN .12 .......... TECHNISCHE INFORMATIE .13 ................ Locatie serienummer .13 Accuaansluitingen voor ...................... elektrische starter .13 Verbinding voor externe ................................... bediening .14 Carburateurmodificaties voor werking op grotere ................. geografische hoogte .14 Informatie over ................ emissieregelsysteem .15 ..................................... Air Index .16 ............................... Specificaties .16 ...................... Afstelspecificaties .17 ....... Beknopte naslaginformatie .17 ................. Bedradingsschema’s .17 .......... GEBRUIKERSINFORMATIE .18 INFORMATIE OVER DISTRIBUTEUR-/ ............. DEALERZOEKFUNCTIE .18 KLANTENSERVICE- .............................. INFORMATIE .18 08/03/18 16:11:46 39Z6E600_001
ª« NEDERLANDS LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARS VEILIGHEIDSINFORMATIE LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER GXV610/GXV620 BESCHERMERTYPE (STANDAARD) UITVOERING MET TERUGLOOPSTARTER ZEEFROOSTER (STANDAARD TYPE) OLIEVULDOP/PEILSTOK OLIEAFTAP-BOUT OLIEFILTER BOUGIE BRANDSTOFFILTER LUCHTFILTER ELEKTRISCHE STARTMOTOR TYPE MET VENTILATORDEKSELBESCHERMER HANDGREEP STARTKOORD (betreffende uitvoeringen) BOUGIE UITLAATDEMPEROLIEDRUKSCHAKELAAR 2 De uitlaatgassen van uw motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat de motor niet te draaien zonder voldoende ventilatie en laat de motor nooit binnenshuis draaien. Sta kinderen niet toe om de motor te gebruiken. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt terwijl de motor in gebruik is. De motor en de uitlaat worden tijdens bedrijf zeer heet. Zet de motor minstens op één meter afstand van gebouwen en apparatuur als deze in gebruik is. Houd ontvlambaar materiaal bij de motor vandaan en zet niets op de motor terwijl deze draait. Deze sticker waarschuwt u voor risico’s die ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben. Lees deze zorgvuldig. Als de sticker los raakt of niet meer goed leesbaar is, kunt u bij uw Honda dealer een nieuwe sticker krijgen. Alleen voor Canadese uitvoeringen: Frans label met motor meegeleverd. De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat de motor niet draaien in een omsloten ruimte. Lees het instructieboekje voordat u de motor gebruikt. Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Zet de motor af en laat deze afkoelen voordat u benzine bijvult. Zorg dat u de werking van alle bedieningsorganen begrijpt en dat u weet hoe u de motor in een noodgeval snel afzet. Zorg dat de gebruiker behoorlijke instructies krijgt voordat hij de apparatuur gaat gebruiken. 05/11/15 08:53:44 39Z6E600_002
ª« NEDERLANDS Magneetklep onderbreking brandstoftoevoerIS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR? Controleer de algehele conditie van de motor OliekoelerControleer de motor (GXV670) GEBRUIKSCONTROLES VOORAF EIGENSCHAPPENGXV670 OLIEFILTER OLIEKOELER BRANDSTOFFILTER LUCHTFILTER BOUGIEOLIEVULDOP/ PEILSTOK OLIEKOELERSLANG BOUGIE ELEKTRISCHE STARTMOTOROLIEDRUKSCHAKELAAR 3 De motor is uitgerust met een magneetklep voor brandstoftoevoer; deze geeft de brandstoftoevoer naar de hoofdsproeier van de carburateur vrij wanneer de motorschakelaar in de stand ON of START staat en sluit de brandstofstroom naar de hoofdsproeier af wanneer de motorschakelaar in de stand OFF staat.Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt. Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand UIT (OFF) staat. Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start: Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en benzinelekkage. Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de uitlaatdemper en de terugloopstarter. De GXV670 motor is uitgerust met een oliekoeler om een correcte temperatuur te handhaven. De motor moet zijn aangesloten op de accu om de magneetklep voor brandstoftoevoer te kunnen bekrachtigen en zo de motor te laten lopen. Als de accu niet is aangesloten, is de brandstoftoevoer naar de hoofdsproeier van de carburateur onderbroken.Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt. Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en verhelp een eventueel gevonden probleem. Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u hoort te volgen voordat u de motor start. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven. Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur, zodat de motor minder goed presteert. Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan. Controleer het brandstofniveau. Door al te beginnen met een volle tank zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen heeft om bij te moeten tanken. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten. Let op tekenen van schade. Verwijder eventuele voorwerpen of vuil die de koelluchttoevoer blokkeren bij de terugloopstarter/het ventilatordeksel. Als de motor draait met een geblokkeerde luchttoevoer, kan er motorschade ontstaan. 3. 2. 1. 4. 3. 2. 1. 4.9 7 5. 08/03/18 16:12:10 39Z6E600_003
NEDERLANDS BEDIENING VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK DE MOTOR STARTEN CHOKEKNOPSNEL OOPPEENN DICHTGASHENDEL LANGZAAM 4 Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met VEILIGHEIDSINFORMATIEdoor op pagina en deGEBRUIKSCONTROLES VOORAF op pagina . Zet de motorschakelaar in de stand ON. Bedien de starter. ELEKTRISCHE STARTER: Draai de sleutel naar de stand START en houd in die stand vast totdat de motor start. Als de motor niet binnen 5 seconden aanslaat, laat de sleutel dan los en wacht minstens 10 seconden voordat u de starter opnieuw bedient. Als u de elektrische starter per keer langer dan 5 seconden gebruikt, raakt de startmotor oververhit en kunt u deze zo beschadigen. Zodra de motor aanslaat laat u de sleutel los, zodat deze terugkomt in de stand ON. Zet de gashendel uit de stand SLOW, tot op ca. 1/3 van de afstand naar de stand FAST. Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening. Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde chokehendel en geen aan de motor gemonteerde chokehendel zoals hier is afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening. Zet om een nog warme motor te herstarten de chokehendel in de stand OPEN. Zet om een koude motor te starten de chokehendel in de stand CLOSED (dicht). Als de brandstoftank een kraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand OPEN of ON voordat u de motor start. Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide dat in afgesloten ruimten een gevaarlijke concentratie kan bereiken. Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot bewusteloosheid of de dood. Laat de motor nooit in een (zelfs deels) afgesloten ruimte draaien waar mensen aanwezig kunnen zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid het laten draaien van de motor in een omsloten ruimte zoals een garage. Het uitlaatgas van de motor bevat giftig koolmonoxide dat in een afgesloten ruimte snel een concentratie bereikt die schadelijk of dodelijk is. 4. 5. 1. 2.3. 2 3 07/10/25 17:11:29 39Z6E600_004
NEDERLANDS MOTORTOERENTAL INSTELLEN DE MOTOR UITZETTEN LANGZAAM SNEL LANGZAAM GASHENDEL GASHENDEL Direzione di strappo HANDGREEP STARTKOORD CHOKEKNOP OOPPEENN DICHT 5 Zet de gashendel in de stand voor het gewenste motortoerental. Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd. Zie voor het aanbevolen motortoerental de instructies bij de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven. Koppel de accu niet af van de motor terwijl de motor draait. Als u de accu afkoppelt, onderbreekt de magneetklep voor brandstoftoevoer de brandstofstroom naar de hoofdsproeier van de carburateur en slaat de motor af. Als u in een noodgeval de motor snel wilt uitzetten, draait u de motorschakelaar gewoon naar de stand OFF. Hanteer onder normale omstandigheden de volgende procedure. Zie de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd. Zet de chokehendel in de stand SLOW (langzaam). Zet de motorschakelaar in de stand OFF. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai deze dan naar de stand CLOSED of OFF. TERUGLOOPSTARTER (sommige uitvoeringen): Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt en trek dan snel en stevig in de pijlrichting zoals hieronder getoond. Laat het startkoord rustig terugrollen. Laat de starterhandgreep niet terugslaan tegen de motor. Laat het startkoord langzaam terugrollen om schade aan de starter te voorkomen. Als u de chokehendel in de stand CLOSED heeft gezet om de motor starten, verzet deze dan geleidelijk naar de stand OPEN terwijl de motor warm draait.Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening. 1. 2. 3. 6. 07/10/25 17:11:45 39Z6E600_005
Î ÎÎ ÎÎ ÎÎ ÎÎ ÎÎ ÎÎ Î Îε µ µ NEDERLANDS ONDERHOUD AAN UW MOTOR HET BELANG VAN ONDERHOUDVEILIGHEIDSVOORZORGEN Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen. ONDERHOUDSSCHEMA VEILIG ONDERHOUD Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die ‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).Brandwonden door hete onderdelen. Letsel door bewegende onderdelen. 6 Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee neemt u al enkele potentiële risico’s weg: Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait. Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren. Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging. Het onderhoudsschema is van toepassing op normale gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities, neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw specifieke behoeften en gebruik.Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt. Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar. Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen. Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine- inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap. Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde monteur. Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt. Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding voor de eigenaar. Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u een bepaalde taak al dan niet aankunt.Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt. Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft. Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste gereedschap en de deskundigheid bezit. Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het brandstofsysteem vandaan. Vervang uitsluitend het papieren filterelement. Raadpleeg het werkplaatshandboek. Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt. Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor onderhoudsprocedures. Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen. Als dit onderhoudsschema niet wordtopgevolgd, kan dit leiden tot defecten die niet door de garantie worden gedekt. (1) (2) (3) CONTROLEPUNTVoer uit volgens elke aangegeven maand of bedrijfsureninterval, wat het eerst komt. PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURT (3) Alle gebruikEerste maand of 20 uur Motorolie Motoroliefilter Luchtfilter Bougies Vonkenvanger Stationair toerental Klepspeling Verbrandingskamer Brandstoffilter Brandstoftank BrandstofleidingVerversen Vervangen Controleren Reinigen Vervangen Vervangen Reinigen Reinigen Controleren Vervangen Reinigen ControlerenElk jaar of 300 uur Elke 200 uur (2) (2) (2)Zie pagina 7 8 8 9 9 10 10 9 Telkens na 500 uur (2) Elk jaar (2) Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (2)Elke 3 of 50 uur (1)Elke 6 of 100 uur (sommige uitvoeringen)Controleer niveaumaanden maanden Controleren-afstellen Controleren-afstellen Controleren-afstellen 08/03/18 16:12:37 39Z6E600_006
NEDERLANDS BRANDSTOF TANKEN Aanbevolen brandstofMOTOROLIE Aanbevolen olie Controle olieniveau OMGEVINGSTEMPERATUUR OLIEVULDOP/PEILSTOK HOOGSTE PEIL LAAGSTE PEIL OLIEVULDOP/ PEILSTOK 7 Loodvrije benzine Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger RON-octaangetal van 91 of hoger Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger VS Behalve VSOlie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur. Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen. Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research- octaangehalte (RON) van 91 of hoger). Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of vonken. U kunt loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat. Daarnaast moet de methanol verdunners en corrosieremmers bevatten. Gebruik van brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan hierboven is aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade of prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is aangegeven. Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty) . Breng de olievuldop/peilstok weer aan. Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok staat, vul dan bij met aanbevolen olie tot aan de bovenste peilstreep. Steek de olievuldop/peilstok in de olievulpijp zonder deze vast te draaien en neem weer uit om het op de peilstok getoonde olieniveau te controleren. Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon. UITSLUITEND GXV670: Start de motor en laat deze 1 tot 2 minuten stationair draaien. Zet de motor af en wacht 2 tot 3 minuten. Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat. SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden. Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het aangeduide bereik ligt. Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg. Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz. Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Breng na bijvullen de tankdop aan en zet stevig vast.Raadpleeg voor het bijvullen met brandstof de instructies meegeleverd met de door deze motor aangedreven apparatuur. Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als het brandstofniveau laag staat. Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt. Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty). Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine bijvult. Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open vuur uit de buurt. Vul alleen benzine bij in de open lucht. Veeg gemorste benzine direct weg. Als de apparatuur onregelmatig of slechts sporadisch wordt gebruikt, raadpleeg dan het gedeelte over brandstof in het hoofdstuk HANDIGE TIPS & SUGGESTIES (zie pagina ) voor meer informatie over verslechtering van de brandstofkwaliteit.Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SJ of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel op de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SJ of hogere klasse (of gelijkwaardig) vermeld staan. 1.1. 2. 3. 4. 5. 11 08/03/18 16:13:06 39Z6E600_007
NEDERLANDS Olie verversen OLIEFILTER Verversen AFDICHTRING HOOGSTE PEIL OLIEAFTAP-BOUT OLIEVULDOP/PEILSTOKOLIEFILTER FILTERVOET LAAGSTE PEILOLIEFILTERINBUSSLEUTEL AFDICHTING 8 Tap de motorolie af en draai de aftapplug weer stevig vast. Gebruik alleen een origineel Honda oliefilter of een filter van gelijkwaardige kwaliteit zoals gespecificeerd voor uw motoruitvoering. Bij gebruik van een verkeerd filter of een niet origineel Honda filter van een verkeerde kwaliteit kan er schade aan de motor ontstaan. Reinig de filtervoet en smeer de afdichtring van het nieuwe oliefilter in met schone motorolie. Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel en gemakkelijk uit de motor. Gebruik liever een oliefilterinbussleutel in plaats van een riemsleutel, om schade aan het oliefilter te voorkomen. Verwijder het oliefilter met een oliefiltersleutel en laat de nog achtergebleven olie in een geschikte opvangbak weglopen. Voer de verbruikte olie en het filter op milieuvriendelijke wijze af. Schroef het nieuwe oliefilter met de hand op totdat de afdichtring de filtervoet raakt en gebruik dan een oliefiltersleutel om het filter nog een extra 7/8 slag vast te zetten. Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug en de ring. Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje. Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en de nieuwe ring aan en draai de aftapplug stevig vast. Aantrekkoppel oliefilter: 22 N·m (2,2 kgf·m) Zet de motor af en controleer het olieniveau zoals beschreven op pagina . Vul zo nodig olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. Start de motor en controleer op lekkage. Vul het carter met de voorgeschreven hoeveelheid aanbevolen motorolie (zie pagina ). Breng de olievuldop/peilstok weer aan.12 N·m (1,2 kgf·m) Aantrekkoppel oliefilter: Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty) . Breng de olievuldop/peilstok weer stevig aan. Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. 1. 2. 3. 4.1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.7 7 GXV610 QYC4-, QYF4-uitvoering en GXV620 QYC4-uitvoering 08/03/18 16:13:30 39Z6E600_008
NEDERLANDS LUCHTFILTER Inspectie ReinigenBRANDSTOFFILTER Inspectie LUCHTFILTERVOET VEERKLEMMEN PAPIEREN FILTERELEMENT SCHUIMRUBBEREN FILTERELEMENT LUCHTFILTERDEKSELVEERKLEMMENBRANDSTOFFILTER KAMER 9 Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur, zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in het ONDERHOUDSSCHEMA. Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty) . Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen. Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde luchtfilterelementen altijd. Haak de vier veerklemmen los van het oliefilterdeksel en verwijder het deksel. Verwijder het schuimrubberen filterelement. Verwijder het papieren filterelement. Controleer beide luchtfilterelementen en vervang ze als ze beschadigd zijn. Vervang het papieren luchtfilterelement altijd volgens de interval in het onderhoudsschema (zie pagina ). Reinig de luchtfilterelementen als u ze opnieuw gebruikt. Papieren filterelement: Tik een paar keer met het filterelement op een hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht [maximale druk 207 kPa (2,1 kgf/cm )] het filterelement vanaf de schone zijde (aan motorzijde) door. Borstel vuil nooit weg, u drukt de vuildeeltjes zo in de vezelstructuur. Vervang het papieren filterelement als dit erg vervuild is. Leg het schuimrubberen luchtfilterelement in het luchtfilterdeksel en breng dan het papieren luchtfilterelement en het deksel weer aan op de luchtfiltervoet. Haak de vier veerklemmen stevig vast.Controleer het brandstoffilter op achtergebleven water of bezinksel. Als het brandstoffilter overmatig veel water of bezinksel bevat, lever de motor dan voor onderhoud af bij een erkende Honda onderhoudsdealer. Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het luchtfiltergrondvlak en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil in de kamer aan carburateurzijde binnendringt. Schuimrubberen luchtfilterelement: Reinig in een warm zeepsopje, spoel met schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat vervolgens drogen. Olie het schuimrubberen element niet. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.1. 2. 6 07/06/01 19:22:35 39Z6E600_009
µ µ µ NEDERLANDS BOUGIEVONKENVANGER (betreffende uitvoeringen) Reiniging & inspectie Aanbevolen bougies: UITLAATDEMPER VONKENZANGER SPECIALE SCHROEVEN HITTESCHILD VAN UITLAATDEMPER6 mm FLENSBOUT BOUGIEDOP BOUGIESLEUTEL6 mm FLENSBOUTENSPECIALE SCHROEVEN VONKENVANGERSCHERM 0,7 0,8 mm AFDICHTRING 10 De aanbevolen bougies hebben de correcte warmtegraad voor de normale bedrijfstemperatuur van de motor. Het gebruik van verkeerde bougies kan de motor beschadigen. Voor een goede werking moeten de bougies de juiste elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn. Inspecteer de bougies. Vervang bougies als ze beschadigd of erg vervuild zijn en als de afdichtring in slechte conditie is of de elektrode versleten is. Meet de elektrodenafstand met een voelermaat van het draadtype. Corrigeer de elektrodenafstand zo nodig door de zijelektrode voorzichtig iets te buigen.De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking te behouden. Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht. Verwijder de 6 mm flensbouten van de uitlaatdemperbeschermer en haal deze los. Verwijder de speciale schroeven van de vonkenvanger en haal de vonkenvanger los van de uitlaatdemper. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Installeer de vonkenvanger en de uitlaatdemperbeschermer in omgekeerde volgorde van verwijderen. Uw motor is niet standaard uitgerust met een vonkenvanger. De vonkenvanger is een optioneel onderdeel. In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende Honda onderhoudsdealer. Haal de bougiedoppen los van de bougies en verwijder eventueel vuil direct rondom de bougies. Verwijder de bougies met een 13/16-inch bougiesleutel.ZGR5A (NGK) J16CR-U (DENSO) Monteer de bougies zorgvuldig met de hand, om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen. Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten. Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten. Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen. Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de cilinderkop worden beschadigd. Bevestig de bougiedoppen op de bougies. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten. 0,7 0,8 mm 4. 3. 5. 6.1. 2. 3. 4. 1. 2. De elektrodenafstand moet zijn: 7. 07/10/25 17:13:31 39Z6E600_010