Home > Honda > Engines > Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version

Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							INLEIDING
    INHOUD VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN
    NEDERLANDS
    INSTRUKTIEHANDLEIDING
    INFORMATIE VOOR SCHADEPREVENTIE
    GXV610 · GXV620 · GXV670
    NEDERLANDS
    1
    Dank u voor uw aanschaf van een Honda motor. We helpen u graag om
    met uw nieuwe motor optimale resultaten te behalen en deze veilig te
    gebruiken. Deze handleiding bevat informatie hierover, lees deze daarom
    zorgvuldig door voordat u uw motor gebruikt. Als zich een probleem
    voordoet of als uw vragen heeft over uw motor, neem dan contact op met
    een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente
    productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor
    Co., Ltd. behoudt zich te allen tijde het recht voor om zonder kennisgeving
    wijzigingen aan te brengen zonder hiermee verplichtingen op zich te
    nemen. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk worden
    gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
    De motoruitlaatgassen van dit product
    bevatten chemische stoffen die volgens de
    staat van Californië kanker,
    geboorteafwijkingen of schade aan
    voortplantingsorganen kunnen toebrengen. Deze handleiding is te beschouwen als een permanent onderdeel van de
    motor en hoort bij verkoop ervan aan de nieuwe eigenaar te worden
    overhandigd.
    ........................................ INLEIDING .1
    ....... VEILIGHEIDSMEDEDELINGEN .1
    ............. VEILIGHEIDSINFORMATIE .2
    ..... LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER .2
    LOCATIES VAN COMPONENTEN &
    ............................... SCHAKELAARS .2
    ............................ EIGENSCHAPPEN .3
    . GEBRUIKSCONTROLES VOORAF .3
    ...................................... BEDIENING .4
    VOORZORGEN VOOR VEILIG
    ...................................... GEBRUIK .4
    ................. DE MOTOR STARTEN .4
    .............. DE MOTOR UITZETTEN .5
    MOTORTOERENTAL
    ................................... INSTELLEN .5
    ... ONDERHOUD AAN UW MOTOR .6
    HET BELANG VAN
    ............................... ONDERHOUD .6
    .................. VEILIG ONDERHOUD .6
    ...... VEILIGHEIDSVOORZORGEN .6
    ............. ONDERHOUDSSCHEMA .6
    ................ BRANDSTOF TANKEN .7
    ................................. MOTOROLIE .7
    ....................... Aanbevolen olie .7
    .................. Controle olieniveau .7
    .......................... Olie verversen .8
    .................................. OLIEFILTER .8
    .............................. LUCHTFILTER .9
    ................................... Inspectie .9
    .................................... Reinigen .9 We raden u aan het garantieboekje door te nemen zodat de dekking u
    volkomen duidelijk is en u alles weet over uw verantwoordelijkheid als
    eigenaar. Het garantieboekje is een afzonderlijk document dat uw dealer
    aan u hoort te hebben overhandigd.
    Uw eigen veiligheid en die van anderen is van het grootste belang. Overal
    in deze handleiding en op de motor zelf vindt u belangrijke
    veiligheidsmededelingen. Lees deze mededelingen aandachtig.
    Een veiligheidsmededeling maakt u attent op potentiële risico’s waarbij
    letsel aan uzelf of anderen kan worden toegebracht. Vóór elke
    veiligheidsmededeling ziet u een veiligheidssymbool staan en een van
    de drie aanduidingen GEVAAR, WAARSCHUWING of LET OP.
    U loopt BESLIST DODELIJK of ERNSTIG
    letsel op als u instructies niet opvolgt.
    U loopt MOGELIJK DODELIJK of ERNSTIG
    letsel op als u instructies niet opvolgt.
    U KUNT LETSEL oplopen als u instructies
    niet opvolgt.
    Elke mededeling maakt duidelijk wat het risico is, wat er kan gebeuren en
    wat u kunt doen om letsel te vermijden of te reduceren. Deze signaalwoorden betekenen:
    U treft ook nog andere belangrijke mededelingen aan waarbij het woord
    OPMERKING staat.
    U kunt uw motor of eigendommen beschadigen als u
    instructies niet opvolgt. Dit woord betekent:
    Het doel van deze mededelingen is u te helpen om schade aan de motor,
    uw eigendommen of het milieu te voorkomen. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Neem de instructies bij de door deze motor aangedreven apparatuur door
    voor aanvullende informatie over starten en uitzetten van de motor,
    bediening, afstellingen of eventuele speciale onderhoudsinstructies.
    .................... BRANDSTOFFILTER .9
    ...................................... BOUGIE .10
    ...................... VONKENVANGER .10
    ... HANDIGE TIPS & SUGGESTIES .11
    .............. UW MOTOR STALLEN .11
    ................................... VERVOER .12
    ONVERWACHTE PROBLEMEN
    .................................... OPLOSSEN .12
    .......... TECHNISCHE INFORMATIE .13
    ................ Locatie serienummer .13
    Accuaansluitingen voor
    ...................... elektrische starter .13
    Verbinding voor externe
    ................................... bediening .14
    Carburateurmodificaties voor
    werking op grotere
    ................. geografische hoogte .14
    Informatie over
    ................ emissieregelsysteem .15
    ..................................... Air Index .16
    ............................... Specificaties .16
    ...................... Afstelspecificaties .17
    ....... Beknopte naslaginformatie .17
    ................. Bedradingsschema’s .17
    .......... GEBRUIKERSINFORMATIE .18
    INFORMATIE OVER
    DISTRIBUTEUR-/
    ............. DEALERZOEKFUNCTIE .18
    KLANTENSERVICE-
    .............................. INFORMATIE .18 08/03/18 16:11:46 39Z6E600_001 
    						
    							ª«
    NEDERLANDS
    LOCATIES VAN COMPONENTEN & SCHAKELAARS VEILIGHEIDSINFORMATIE
    LOCATIE VEILIGHEIDSSTICKER
    GXV610/GXV620
    BESCHERMERTYPE
    (STANDAARD)
    UITVOERING MET
    TERUGLOOPSTARTER
    ZEEFROOSTER
    (STANDAARD TYPE)
    OLIEVULDOP/PEILSTOK
    OLIEAFTAP-BOUT
    OLIEFILTER
    BOUGIE BRANDSTOFFILTER LUCHTFILTER
    ELEKTRISCHE
    STARTMOTOR TYPE MET
    VENTILATORDEKSELBESCHERMER
    HANDGREEP STARTKOORD
    (betreffende uitvoeringen)
    BOUGIE
    UITLAATDEMPEROLIEDRUKSCHAKELAAR
    2
    De uitlaatgassen van uw motor bevatten giftig koolmonoxidegas. Laat
    de motor niet te draaien zonder voldoende ventilatie en laat de motor
    nooit binnenshuis draaien. Sta kinderen niet toe om de motor te gebruiken. Houd kinderen en
    huisdieren uit de buurt terwijl de motor in gebruik is.
    De motor en de uitlaat worden tijdens bedrijf zeer heet. Zet de motor
    minstens op één meter afstand van gebouwen en apparatuur als deze in
    gebruik is. Houd ontvlambaar materiaal bij de motor vandaan en zet
    niets op de motor terwijl deze draait.
    Deze sticker waarschuwt u voor risico’s die ernstig letsel tot gevolg kunnen
    hebben. Lees deze zorgvuldig.
    Als de sticker los raakt of niet meer goed leesbaar is, kunt u bij uw Honda
    dealer een nieuwe sticker krijgen.
    Alleen voor Canadese uitvoeringen:
    Frans label met motor
    meegeleverd.
    De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig
    koolmonoxidegas. Laat de motor niet draaien in een
    omsloten ruimte.
    Lees het instructieboekje voordat u de motor
    gebruikt. Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Zet de
    motor af en laat deze afkoelen voordat u benzine
    bijvult. Zorg dat u de werking van alle bedieningsorganen begrijpt en dat u weet
    hoe u de motor in een noodgeval snel afzet. Zorg dat de gebruiker
    behoorlijke instructies krijgt voordat hij de apparatuur gaat gebruiken. 05/11/15 08:53:44 39Z6E600_002 
    						
    							ª«
    NEDERLANDS
    Magneetklep onderbreking brandstoftoevoerIS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
    Controleer de algehele conditie van de motor
    OliekoelerControleer de motor
    (GXV670)
    GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
    EIGENSCHAPPENGXV670
    OLIEFILTER
    OLIEKOELER
    BRANDSTOFFILTER LUCHTFILTER
    BOUGIEOLIEVULDOP/
    PEILSTOK
    OLIEKOELERSLANG
    BOUGIE
    ELEKTRISCHE
    STARTMOTOROLIEDRUKSCHAKELAAR
    3
    De motor is uitgerust met een magneetklep voor brandstoftoevoer; deze
    geeft de brandstoftoevoer naar de hoofdsproeier van de carburateur vrij
    wanneer de motorschakelaar in de stand ON of START staat en sluit de
    brandstofstroom naar de hoofdsproeier af wanneer de motorschakelaar in
    de stand OFF staat.Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
    apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
    even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
    vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
    onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
    Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
    horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand UIT (OFF) staat.
    Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
    Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
    benzinelekkage.
    Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
    uitlaatdemper en de terugloopstarter.
    De GXV670 motor is uitgerust met een oliekoeler om een correcte
    temperatuur te handhaven. De motor moet zijn aangesloten op de accu om de magneetklep voor
    brandstoftoevoer te kunnen bekrachtigen en zo de motor te laten lopen.
    Als de accu niet is aangesloten, is de brandstoftoevoer naar de
    hoofdsproeier van de carburateur onderbroken.Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
    storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
    defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
    oploopt.
    Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
    verhelp een eventueel gevonden probleem.
    Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door deze
    motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u hoort te
    volgen voordat u de motor start. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
    Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild
    luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
    zodat de motor minder goed presteert. Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met
    een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan. Controleer het brandstofniveau. Door al te beginnen met een volle tank
    zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen heeft om bij te
    moeten tanken. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
    alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten. Let op tekenen van schade. Verwijder eventuele voorwerpen of vuil die de koelluchttoevoer
    blokkeren bij de terugloopstarter/het ventilatordeksel. Als de motor
    draait met een geblokkeerde luchttoevoer, kan er motorschade ontstaan. 3. 2.
    1.
    4.
    3. 2. 1.
    4.9 7 5. 08/03/18 16:12:10 39Z6E600_003 
    						
    							NEDERLANDS
    BEDIENING
    VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
    DE MOTOR STARTEN
    CHOKEKNOPSNEL
    OOPPEENN
    DICHTGASHENDEL
    LANGZAAM
    4
    Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
    VEILIGHEIDSINFORMATIEdoor op pagina en deGEBRUIKSCONTROLES
    VOORAF
    op pagina .
    Zet de motorschakelaar in de stand ON.
    Bedien de starter.
    ELEKTRISCHE STARTER:
    Draai de sleutel naar de stand START en houd in die stand vast totdat de
    motor start.
    Als de motor niet binnen 5 seconden aanslaat, laat de sleutel dan los en
    wacht minstens 10 seconden voordat u de starter opnieuw bedient.
    Als u de elektrische starter per keer langer dan 5 seconden gebruikt,
    raakt de startmotor oververhit en kunt u deze zo beschadigen.
    Zodra de motor aanslaat laat u de sleutel los, zodat deze terugkomt in de
    stand ON. Zet de gashendel uit de stand SLOW, tot op ca. 1/3 van de afstand naar
    de stand FAST.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
    gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is
    afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze
    motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
    chokehendel en geen aan de motor gemonteerde chokehendel zoals hier
    is afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze
    motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening. Zet om een nog warme motor te herstarten de chokehendel in de stand
    OPEN. Zet om een koude motor te starten de chokehendel in de stand CLOSED
    (dicht). Als de brandstoftank een kraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de
    stand OPEN of ON voordat u de motor start. Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn
    meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij
    het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide dat in
    afgesloten ruimten een gevaarlijke concentratie kan
    bereiken. Het inademen van koolmonoxide kan leiden tot
    bewusteloosheid of de dood.
    Laat de motor nooit in een (zelfs deels) afgesloten ruimte
    draaien waar mensen aanwezig kunnen zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid het laten draaien van de motor in een
    omsloten ruimte zoals een garage. Het uitlaatgas van de motor bevat giftig
    koolmonoxide dat in een afgesloten ruimte snel een concentratie bereikt
    die schadelijk of dodelijk is.
    4.
    5.
    1.
    2.3.
    2
    3 07/10/25 17:11:29 39Z6E600_004 
    						
    							NEDERLANDS
    MOTORTOERENTAL INSTELLEN DE MOTOR UITZETTEN
    LANGZAAM
    SNEL
    LANGZAAM GASHENDEL
    GASHENDEL Direzione di strappo
    HANDGREEP
    STARTKOORD
    CHOKEKNOP
    OOPPEENN
    DICHT
    5
    Zet de gashendel in de stand voor het gewenste motortoerental.
    Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde gashendel
    en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is afgebeeld. Zie
    de instructies die door de fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
    Zie voor het aanbevolen motortoerental de instructies bij de apparatuur die
    door deze motor wordt aangedreven.
    Koppel de accu niet af van de motor terwijl de motor draait. Als u de accu
    afkoppelt, onderbreekt de magneetklep voor brandstoftoevoer de
    brandstofstroom naar de hoofdsproeier van de carburateur en slaat de
    motor af. Als u in een noodgeval de motor snel wilt uitzetten, draait u de
    motorschakelaar gewoon naar de stand OFF. Hanteer onder normale
    omstandigheden de volgende procedure. Zie de instructies die door de
    fabrikant van de apparatuur zijn meegeleverd.
    Zet de chokehendel in de stand SLOW (langzaam).
    Zet de motorschakelaar in de stand OFF.
    Als de brandstoftank een kraan heeft, draai deze dan naar de stand
    CLOSED of OFF. TERUGLOOPSTARTER (sommige uitvoeringen):
    Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt en trek dan
    snel en stevig in de pijlrichting zoals hieronder getoond. Laat het
    startkoord rustig terugrollen.
    Laat de starterhandgreep niet terugslaan tegen de motor. Laat het
    startkoord langzaam terugrollen om schade aan de starter te voorkomen.
    Als u de chokehendel in de stand CLOSED heeft gezet om de motor
    starten, verzet deze dan geleidelijk naar de stand OPEN terwijl de motor
    warm draait.Sommige motoruitvoeringen hebben een extern gemonteerde
    gashendel en geen aan de motor gemonteerde gashendel zoals hier is
    afgebeeld. Raadpleeg de instructies meegeleverd met de door deze
    motor aangedreven apparatuur voor informatie over externe bediening. 1.
    2.
    3. 6. 07/10/25 17:11:45 39Z6E600_005 
    						
    							Î
    ÎÎ
    ÎÎ
    ÎÎ
    ÎÎ
    ÎÎ
    ÎÎ
    Î
    Îε
    µ
    µ
    NEDERLANDS
    ONDERHOUD AAN UW MOTOR
    HET BELANG VAN ONDERHOUDVEILIGHEIDSVOORZORGEN
    Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.
    ONDERHOUDSSCHEMA
    VEILIG ONDERHOUD Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor
    emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen
    worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die
    ‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection
    Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).Brandwonden door hete onderdelen.
    Letsel door bewegende onderdelen.
    6
    Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee
    neemt u al enkele potentiële risico’s weg:
    Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait.
    Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste
    kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.
    Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe
    originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging. Het onderhoudsschema is van toepassing op normale
    gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware
    omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij
    hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities,
    neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw
    specifieke behoeften en gebruik.Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet
    verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect
    veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
    Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud
    en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar. Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en
    storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen.
    Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de
    volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine-
    inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap.
    Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal
    gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter
    laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde
    monteur.
    Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en
    de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij
    u ernstig of dodelijk letsel oploopt.
    Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in
    deze handleiding voor de eigenaar. Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We
    kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het
    uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u
    een bepaalde taak al dan niet aankunt.Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.
    Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.
    Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste
    gereedschap en de deskundigheid bezit.
    Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand
    of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel
    en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende
    sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het
    brandstofsysteem vandaan.
    Vervang uitsluitend het papieren filterelement.
    Raadpleeg het werkplaatshandboek.
    Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
    Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda
    onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en
    geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor
    onderhoudsprocedures.
    Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk
    bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
    Als dit onderhoudsschema niet wordtopgevolgd, kan dit leiden tot
    defecten die niet door de garantie worden gedekt. (1)
    (2)
    (3)
    CONTROLEPUNTVoer uit volgens elke
    aangegeven maand of
    bedrijfsureninterval, wat het
    eerst komt. PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURT (3) Alle
    gebruikEerste
    maand
    of
    20 uur
    Motorolie
    Motoroliefilter
    Luchtfilter
    Bougies
    Vonkenvanger
    Stationair toerental
    Klepspeling
    Verbrandingskamer
    Brandstoffilter
    Brandstoftank
    BrandstofleidingVerversen
    Vervangen
    Controleren
    Reinigen
    Vervangen
    Vervangen
    Reinigen
    Reinigen
    Controleren
    Vervangen
    Reinigen
    ControlerenElk
    jaar
    of
    300 uur
    Elke 200
    uur
    (2)
    (2)
    (2)Zie
    pagina
    7
    8
    8
    9
    9
    10
    10
    9 Telkens na 500 uur (2)
    Elk jaar (2)
    Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (2)Elke 3
    of
    50 uur
    (1)Elke 6
    of
    100 uur
    (sommige uitvoeringen)Controleer niveaumaanden maanden
    Controleren-afstellen
    Controleren-afstellen
    Controleren-afstellen
    08/03/18 16:12:37 39Z6E600_006 
    						
    							NEDERLANDS
    BRANDSTOF TANKEN
    Aanbevolen brandstofMOTOROLIE
    Aanbevolen olie
    Controle olieniveau
    OMGEVINGSTEMPERATUUR
    OLIEVULDOP/PEILSTOK
    HOOGSTE PEIL
    LAAGSTE PEIL OLIEVULDOP/
    PEILSTOK
    7
    Loodvrije benzine
    Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
    RON-octaangetal van 91 of hoger
    Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger VS
    Behalve VSOlie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
    Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
    Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met
    een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research-
    octaangehalte (RON) van 91 of hoger).
    Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als
    de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in
    een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of
    vonken.
    U kunt loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent
    ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat. Daarnaast moet de
    methanol verdunners en corrosieremmers bevatten. Gebruik van
    brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan hierboven is
    aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook
    schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van
    het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade of
    prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een brandstof
    met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is
    aangegeven.
    Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
    ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
    dealergarantie
    (Distributor’s Limited Warranty)
    .
    Breng de olievuldop/peilstok weer aan. Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok
    staat, vul dan bij met aanbevolen olie tot aan de bovenste peilstreep. Steek de olievuldop/peilstok in de olievulpijp zonder deze vast te draaien
    en neem weer uit om het op de peilstok getoonde olieniveau te
    controleren. Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon. UITSLUITEND GXV670: Start de motor en laat deze 1 tot 2 minuten
    stationair draaien. Zet de motor af en wacht 2 tot 3 minuten. Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat. SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
    Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
    gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
    aangeduide bereik ligt.
    Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
    ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg. Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
    huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz. Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Eventueel
    moet u het brandstofniveau iets verlagen, afhankelijk van de
    gebruiksomstandigheden. Breng na bijvullen de tankdop aan en zet stevig
    vast.Raadpleeg voor het bijvullen met brandstof de instructies meegeleverd
    met de door deze motor aangedreven apparatuur. Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
    brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als
    het brandstofniveau laag staat. Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en
    benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt.
    Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
    kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
    brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
    wordt niet gedekt door de
    dealergarantie (Distributor’s Limited Warranty).
    Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
    brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine bijvult.
    Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
    vuur uit de buurt.
    Vul alleen benzine bij in de open lucht.
    Veeg gemorste benzine direct weg. Als de apparatuur onregelmatig of slechts sporadisch wordt gebruikt,
    raadpleeg dan het gedeelte over brandstof in het hoofdstuk HANDIGE TIPS
    & SUGGESTIES (zie pagina ) voor meer informatie over verslechtering
    van de brandstofkwaliteit.Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SJ
    of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel op
    de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SJ of hogere klasse (of
    gelijkwaardig) vermeld staan.
    1.1.
    2.
    3.
    4.
    5. 11 08/03/18 16:13:06 39Z6E600_007 
    						
    							NEDERLANDS
    Olie verversen OLIEFILTER
    Verversen
    AFDICHTRING
    HOOGSTE
    PEIL
    OLIEAFTAP-BOUT OLIEVULDOP/PEILSTOKOLIEFILTER
    FILTERVOET
    LAAGSTE
    PEILOLIEFILTERINBUSSLEUTEL
    AFDICHTING
    8
    Tap de motorolie af en draai de aftapplug weer stevig vast.
    Gebruik alleen een origineel Honda oliefilter of een filter van
    gelijkwaardige kwaliteit zoals gespecificeerd voor uw motoruitvoering.
    Bij gebruik van een verkeerd filter of een niet origineel Honda filter van
    een verkeerde kwaliteit kan er schade aan de motor ontstaan.
    Reinig de filtervoet en smeer de afdichtring van het nieuwe oliefilter in
    met schone motorolie. Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
    en gemakkelijk uit de motor.
    Gebruik liever een oliefilterinbussleutel in plaats van een riemsleutel,
    om schade aan het oliefilter te voorkomen.
    Verwijder het oliefilter met een oliefiltersleutel en laat de nog
    achtergebleven olie in een geschikte opvangbak weglopen. Voer de
    verbruikte olie en het filter op milieuvriendelijke wijze af.
    Schroef het nieuwe oliefilter met de hand op totdat de afdichtring de
    filtervoet raakt en gebruik dan een oliefiltersleutel om het filter nog een
    extra 7/8 slag vast te zetten. Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
    op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug en de
    ring.
    Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
    schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
    verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
    afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
    een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje. Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
    de nieuwe ring aan en draai de aftapplug stevig vast.
    Aantrekkoppel oliefilter: 22 N·m (2,2 kgf·m)
    Zet de motor af en controleer het olieniveau zoals beschreven op pagina
    . Vul zo nodig olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. Start de motor en controleer op lekkage.
    Vul het carter met de voorgeschreven hoeveelheid aanbevolen
    motorolie (zie pagina ). Breng de olievuldop/peilstok weer aan.12 N·m (1,2 kgf·m) Aantrekkoppel oliefilter:
    Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
    ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
    dealergarantie
    (Distributor’s Limited Warranty)
    .
    Breng de olievuldop/peilstok weer stevig aan. Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
    bovenste peilstreep op de peilstok. 1.
    2.
    3.
    4.1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    6.
    7.7
    7 GXV610 QYC4-, QYF4-uitvoering en GXV620 QYC4-uitvoering 08/03/18 16:13:30 39Z6E600_008 
    						
    							NEDERLANDS
    LUCHTFILTER
    Inspectie
    ReinigenBRANDSTOFFILTER
    Inspectie
    LUCHTFILTERVOET
    VEERKLEMMEN
    PAPIEREN FILTERELEMENT
    SCHUIMRUBBEREN
    FILTERELEMENT
    LUCHTFILTERDEKSELVEERKLEMMENBRANDSTOFFILTER
    KAMER
    9
    Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
    zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
    omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven in
    het ONDERHOUDSSCHEMA.
    Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter of met een beschadigd
    luchtfilter, kan er vuil in de motor dringen en zal deze sneller slijten.
    Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
    dealergarantie (Distributor’s
    Limited Warranty)
    .
    Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer de luchtfilterelementen.
    Reinig of vervang vervuilde luchtfilterelementen. Vervang beschadigde
    luchtfilterelementen altijd.
    Haak de vier veerklemmen los van het oliefilterdeksel en verwijder het
    deksel.
    Verwijder het schuimrubberen filterelement.
    Verwijder het papieren filterelement.
    Controleer beide luchtfilterelementen en vervang ze als ze beschadigd
    zijn. Vervang het papieren luchtfilterelement altijd volgens de interval in
    het onderhoudsschema (zie pagina ).
    Reinig de luchtfilterelementen als u ze opnieuw gebruikt.
    Papieren filterelement: Tik een paar keer met het filterelement op een
    hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht [maximale
    druk 207 kPa (2,1 kgf/cm
    )] het filterelement vanaf de schone zijde (aan
    motorzijde) door. Borstel vuil nooit weg, u drukt de vuildeeltjes zo in de
    vezelstructuur. Vervang het papieren filterelement als dit erg vervuild is.
    Leg het schuimrubberen luchtfilterelement in het luchtfilterdeksel en
    breng dan het papieren luchtfilterelement en het deksel weer aan op de
    luchtfiltervoet. Haak de vier veerklemmen stevig vast.Controleer het brandstoffilter op achtergebleven water of bezinksel.
    Als het brandstoffilter overmatig veel water of bezinksel bevat, lever de
    motor dan voor onderhoud af bij een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
    luchtfiltergrondvlak en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat
    vuil in de kamer aan carburateurzijde binnendringt. Schuimrubberen luchtfilterelement: Reinig in een warm zeepsopje,
    spoel met schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een
    niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat vervolgens drogen. Olie het
    schuimrubberen element niet. 1.
    2.
    3.
    4.
    5.
    6.
    7.1.
    2.
    6 07/06/01 19:22:35 39Z6E600_009 
    						
    							µ µ
    µ
    NEDERLANDS
    BOUGIEVONKENVANGER (betreffende uitvoeringen)
    Reiniging & inspectie Aanbevolen bougies:
    UITLAATDEMPER
    VONKENZANGER
    SPECIALE SCHROEVEN
    HITTESCHILD VAN
    UITLAATDEMPER6 mm FLENSBOUT BOUGIEDOP
    BOUGIESLEUTEL6 mm FLENSBOUTENSPECIALE
    SCHROEVEN
    VONKENVANGERSCHERM 0,7 0,8 mm
    AFDICHTRING
    10
    De aanbevolen bougies hebben de correcte warmtegraad voor de normale
    bedrijfstemperatuur van de motor.
    Het gebruik van verkeerde bougies kan de motor beschadigen.
    Voor een goede werking moeten de bougies de juiste elektrodenafstand
    hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn.
    Inspecteer de bougies. Vervang
    bougies als ze beschadigd of erg
    vervuild zijn en als de afdichtring in
    slechte conditie is of de elektrode
    versleten is.
    Meet de elektrodenafstand met een
    voelermaat van het draadtype.
    Corrigeer de elektrodenafstand zo
    nodig door de zijelektrode
    voorzichtig iets te buigen.De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking
    te behouden.
    Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
    dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
    Verwijder de 6 mm flensbouten van de uitlaatdemperbeschermer en
    haal deze los.
    Verwijder de speciale schroeven van de vonkenvanger en haal de
    vonkenvanger los van de uitlaatdemper.
    Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de
    vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.
    De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de
    vonkenvanger als deze beschadigd is.
    Installeer de vonkenvanger en de uitlaatdemperbeschermer in
    omgekeerde volgorde van verwijderen. Uw motor is niet standaard uitgerust met een vonkenvanger. De
    vonkenvanger is een optioneel onderdeel. In sommige landen is het
    gebruik van een motor zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan.
    Neem alle plaatselijke voorschriften en wetgeving in acht. Een
    vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende Honda onderhoudsdealer.
    Haal de bougiedoppen los van de bougies en verwijder eventueel vuil
    direct rondom de bougies.
    Verwijder de bougies met een 13/16-inch bougiesleutel.ZGR5A (NGK)
    J16CR-U (DENSO)
    Monteer de bougies zorgvuldig met
    de hand, om beschadiging van de
    schroefdraad te voorkomen.
    Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
    nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
    Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
    aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
    zetten.
    Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
    Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
    cilinderkop worden beschadigd.
    Bevestig de bougiedoppen op de bougies. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch
    bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten. 0,7 0,8 mm 4. 3.
    5.
    6.1.
    2.
    3.
    4. 1.
    2.
    De elektrodenafstand moet zijn:
    7. 07/10/25 17:13:31 39Z6E600_010 
    						
    All Honda manuals Comments (0)

    Related Manuals for Honda Engine GXV610 GXV620 GXV670 Owners Manual Dutch Version