Home
>
Global Garden Products
>
Lawn Mower
>
Global Garden Products Lawn Mower X1 Instructions Manual
Global Garden Products Lawn Mower X1 Instructions Manual
Here you can view all the pages of manual Global Garden Products Lawn Mower X1 Instructions Manual. The Global Garden Products manuals for Lawn Mower are available online for free. You can easily download all the documents as PDF.
Page 71
71 FRANÇAISFR Les lames sont remplaçables. Toujours remplacer les deux lames montées sur une même barre pour éviter les déséquilibres. Attention! Lors du remontage, veiller aux points suivants: • Monter les lames et la barre comme illustré à la fig. 25. • Les lames peuvent effectuer un tiers de tour dans leur logement. Positionner les lames de manière à ce qu’elles soient à 90° l’une par rap- port à l’autre. Voir « 6.16.5 » ci-dessous. Couple de serrage: Vis (25:P) - 45 Nm Boulons de cisaillement...
Page 72
72 NEDERLANDSNL 1 ALGEMEEN Dit symbool geeft een WAARSCHU- WING weer. Als de instructies niet nau- wkeurig worden opgevolgd, kan dit leiden tot ernstig letsel en/of schade. Voordat u deze machine in gebruik neemt, dient u deze gebruikershandlei- ding en het meegeleverde blad met vei- ligheidsvoorschriften zorgvuldig door te nemen. 1.1 SYMBOLENOp de machine vindt u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet- tendheid bij gebruik en tijdens onderhoud geboden...
Page 73
73 NEDERLANDSNL 3 BESCHRIJVING 3.1 TransmissieDe machine heeft tweewielaandrijving en wordt aangedreven via de achterwielen. De achteras is voorzien van een differentieel dat het vermogen gelijkmatig verdeelt over de achter- wielen. De achterwielen zijn voorzien van CV-ko- ppelingen met een zeer soepele vermogensoverdracht, zodat de machine met de achterwielen kan worden gestuurd. De vooras is kantelbaar opgehangen en kan +/- 4,5° bewegen ten opzichte van de achteras, zodat de aandrijving optimaal...
Page 74
74 NEDERLANDSNL 3.4.4 Contactslot (1:M) Contactslot dat wordt gebruikt om de motor te starten en af te zetten. Laat de machine niet achter met de sleutel in stand 2 of 3. Hierdoor kan de accu ontladen en beschadigd raken. Vier standen: 1. Stopstand - de motor is kortgesloten. De sleutel kan worden uitgenomen. 2 en 3. Bedrijfsstand 4. Startstand - de elektrische startmotor wordt geactiveerd op het moment dat de sleutel in de veerbelaste startstand wordt gedraaid. Laat de sleutel terugkeren naar...
Page 75
75 NEDERLANDSNL 4 TOEPASSINGEN De machine dient uitsluitend te worden gebruikt voor het maaien van gras in tuinen. LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden op de openbare weg. 5 STARTEN EN RIJDEN Gebruik de machine uitsluitend met de motorkap dicht. Anders bestaat er een kans op brandwonden en kunt u bekneld raken. 5.1 Transport Rijd de machine nooit met draaiende motor van een aanhanger. Hierbij kan de machine kantelen, met schade aan materiaal of ernstig letsel tot gevolg. Als de...
Page 76
76 NEDERLANDSNL 5.4.2 Elektrische veiligheidscontrole De werking van het veiligheidssysteem moet vóór elk gebruik worden gecon- troleerd. 5.5 Bediening 5.5.1 De motor starten Vóór het starten van de motor moeten de acties in paragraaf 5.2 - 5.4 worden uitgevoerd. 1. Open de brandstofkraan (10:V) die rechts aan de voorkant van de motorkap zit. 2. Controleer of de bougiekabel op de bougie is geplaatst. 3. Controleer of het maaidek is uitgeschakeld. 4. Zet de versnellingshendel in de vrijstand...
Page 77
77 NEDERLANDSNL 4. Laat de motor 1 - 2 minuten stationair draaien. Draai vervolgens de contactsleutel naar de stop- stand zodat de motor stopt. 5. Schakel de parkeerrem in. 6. Sluit de brandstofkraan. 5.6 Reiniging Houd om brandgevaar te verkleinen de motor, demper, accu en brandstoftank vrij van gras, bladeren en olie. Controleer de machine ook regelmatig op olie- en/of brandstoflekkage. Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen gelden de volgende richtlijnen: • Als u gebruikmaakt van een...
Page 78
78 NEDERLANDSNL Ververs de olie vaker (elke 25 bedrijfsuren of min- stens eenmaal per seizoen) als de motor onder zware omstandigheden of bij hoge temperaturen moet werken. Gebruik de in de onderstaande tabel aangegeven olie. Gebruik olie zonder additieven. Vul niet teveel olie bij. Hierdoor kan de motor oververhit raken. Ververs de olie bij een warme motor. Direct na het stoppen van de machine kan de motorolie erg heet zijn. Laat de motor daarom een paar minuten afkoe- len voordat u de olie...
Page 79
79 NEDERLANDSNL 1. Verwijder vuil van de ketting met een draad- borstel. 2. Draai aan het stuur en spray tegelijkertijd de ka- bel zodat deze volledig wordt gesmeerd. 6.10.3Spanarmen en koppelingen Smeer de lagerpunten met een oliespuit terwijl u het betreffende bedieningselement bedient. Dit gaat het beste met twee personen. Bedien en smeer de volgende bedieningsele- menten: • Stuursysteem • Koppeling, rem • Maaidek omhoog brengen • Maaidek inschakelen • Maaihoogte instellen 6.10.4Gaskabel Zie afb....
Page 80
80 NEDERLANDSNL 4. Reinig het papierfilter door er zachtjes mee te- gen een plat oppervlak te tikken. Als het filter erg vuil is, moet het worden vervangen. 5. Reinig het hoofdfilter. Als het filter erg vuil is, moet het worden vervangen. 6. Monteer alles in de omgekeerde volgorde. Gebruik geen perslucht of op petroleum gebase- erde oplosmiddelen zoals kerosine om het papier- filter te reinigen. Hierdoor zal het filter beschadigd raken. Het papierfilter mag niet met olie worden inges- meerd. 6.13...