Home
>
GGP Italy SPA
>
Lawn and Garden
>
GGP Italy SPA Lawn Tractor 71503773 2 Operators Manual Dutch Version
GGP Italy SPA Lawn Tractor 71503773 2 Operators Manual Dutch Version
Here you can view all the pages of manual GGP Italy SPA Lawn Tractor 71503773 2 Operators Manual Dutch Version . The GGP Italy SPA manuals for Lawn and Garden are available online for free. You can easily download all the documents as PDF.
Page 11
3.2 MONTAGE VAN HET STUURWIEL Plaats de machine op een vlakke ondergrond en zorg er voor dat de voorwielen uitgelijnd zijn. Schuif het stuurwiel (1) over de stuurkolom (2) en zorg er voor dat de spaken in de richting van de stoel staan. Zorg er voor dat de opening van het stuurwiel en de opening van de stuurkolom tegenover elkaar komen te ziten en sla er met een hamer de bijgeleverde stift (3) doorheen. Draag er zorg voor dat het uiteinde van de stift er aan de andere kant helemaal uitkomt. Om te...
Page 12
3.4 MONTEREN EN DE ACCU AANSLUITEN Plaats de accu (1) in zijn zitting onder de stoel. Sluit de twee rode draden (2) aan op de positieve klem (+) en de drie zwarte draden (3) op de nega- tieve klem (–) met behulp van de bijgeleverde schroeven, zoals aangeduid. Monteer de veer (4) om de accu tegen te houden en let erop dat de kabels goed voor de accu geschikt worden zodat ze niet gekneld raken in de veer (4). Zorg er altijd voor de accu volledig op te laden en volg hierbij de aanwij- zingen die in het...
Page 13
3.6 MONTAGE VAN DE OPVANGZAK De montage van de opvangzak wordt uitgevoerd in vier fases: A)Monteer eerst het frame, zoals aangegeven, door het bovenste deel (1) aan het onder- ste deel (2) te bevestigen door middel van de bijgeleverde bouten en moeren (3). Plaats de hoekplaten (4) en (5) volgens de aanduiding rechts (R) en links (L), n de overeen- stemmende hoeken en bevestig ze aan het frame door middel van de vier zelftappende schroeven (6). B)Laat het frame zakken in de stoffen zak (7) en zorg...
Page 15
4. BEDIENINGSELEMENTEN 4.1 STUURWIEL Hiermee kunnen de voorwielen bestuurd worden. 4.2 G ASHENDEL Hiermee kan het toerental van de motor bepaald worden. De diverse standen NL 14BEDIENINGSELEMENTEN 4.2 4.8 4.6 4.3 4.5 B A 4.4 4.9 4.1 B A 4.7
Page 16
NL 15 BEDIENINGSELEMENTEN staan als volgt aangeven op de sticker: «CHOK» bij de start met een koude motor «LANGZAAM» laagste toerental van de motor «SNEL» hoogste toerental van de motor – De «CHOKE» stand veroorzaakt een verrijking van het mengsel en dient alleen te worden gebruikt bij de start met een koude motor, alléén voor zolang dit minimaal nodig is. – Tijdens het rijden dient er een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL» gekozen te worden. – Zet de gashendel tijdens het maaien in de «SNEL» stand. 4.3...
Page 17
4.5 SCHAKELAAR KOPLAMPEN( indien aanwezig) Hiermee kunnen de koplampen worden aangezet als de sleutel (4.3) in de «DRAAIEN» stand staat. 4.6 C ONTROLELAMPJE EN AKOESTISCHE MELDINRICHTING Dit controlelampje gaat branden wanneer de sleutel (6) zich in de stand «DRAAI- EN» bevindt en blijft branden tijdens de werking. – Wanneer de lampje knippert betekent dit dat er een toestemming ontbreekt om de motor te starten (☛5.2). – Het akoestisch signaal meldt dat de zak vol is (☛5.4.6). 4.7 H ENDEL OM DE MESSEN...
Page 18
NL 17 BEDIENINGSELEMENTEN Bij modellen met mechanische aandrijving: 4.21 K OPPELINGS-/REMPEDAAL Dit pedaal heeft een dubbele functie: bij het intrappen van het eerste gedeelte dient het pedaal als koppelingspedaal waarbij de wielaan- drijving in- of uitge- schakeld wordt en het tweede deel dient als rem, die op de achterwielen inwerkt. U moet bijzonder goed opletten dat u tijdens de koppe- lingsfase niet te lang aarzelt om oververhitting en, als gevolg daarvan, beschadiging van de overbren- gingsriem te...
Page 19
NL 18BEDIENINGSELEMENTEN Bij modellen met hydrostatische aandrijving: 4.31 R EMPEDAAL Dit pedaal stelt de rem van de achterwielen in werking. 4.32 K OPPELINGSPEDAAL Dit pedaal stelt het aandrijfsys- teem voor de wielen in werking en regelt de snelheid van de machine, zowel bij het voor- als bij het achteruit rijden. – Om de machine vooruit te laten rijden dient het pedaal met de punt van de voet in richting «F» geduwd te wor- den; hoe meer druk er op het pedaal wordt uitgevoerd, hoe hoger de snelheid van...
Page 20
NL 19 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN Gebruik de machine alléén voor het doel waarvoor zij gemaakt is (het maaien en opvangen van gras). Kom niet aan de veiligheidsmechanismen en verwijder deze nooit. DENK ERAAN DAT DE GEBRUIKER ALTIJD AANSPRAKELIJK IS VOOR SCHADE DIE AAN ANDE- REN BEROKKEND WORDT. Alvorens de machine te gebruiken: –lees de algemene veiligheidsvoorschriften ( ☛ 1.2), en besteed speciale aan- dacht aan het rijden en het maaien op hellende...