Home
>
Stiga
>
Brush Cutter
>
Stiga Brush Cutter 8219 3204 08 ST 1200 Instruction Manual Dutch Version
Stiga Brush Cutter 8219 3204 08 ST 1200 Instruction Manual Dutch Version
Have a look at the manual Stiga Brush Cutter 8219 3204 08 ST 1200 Instruction Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
5 NEDERLANDSNL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN Op de machine staan de volgende symbolen om u eraan te herinneren voorzichtigheid en oplettend- heid te betrachten bij het gebruik. De symbolen betekenen: Waarschuwing! Draag altijd een veiligheidsbril. Lees vóór gebruik van de machine eerst het instructieboek. Houd omstanders op afstand. ALGEMEEN Lees de instructies zorgvuldig door. Stel u op de hoogte van de gehele bediening en van het juis- te gebruik van de machine. Laat deze machine nooit gebruiken door kinde- ren en personen die deze voorschriften niet ken- nen. Maai nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Maai ook niet wanneer u moe of ziek bent. Gebruik de machine niet voor andere doelein- den dan waar deze voor bestemd is. VOORBEREIDINGEN Maai nooit wanneer er andere personen, vooral kinderen, of dieren in de buurt zijn. Draag bij het maaien stevige schoenen en een lange broek. Bedien de machine nooit blootsvoets of op san- dalen. Verwijder nooit de beschermkap over de snij- draad. Breng hierin evenmin wijzigingen aan. Gebruik altijd een voor de machine bedoelde snijdraad. Inspecteer nauwkeurig het stuk dat u wilt maaien. Verwijder alle stenen, takken, ijzer- draad en andere vreemde voorwerpen. BEDIENING Houd handen en voeten uit de buurt van de snij- draad wanneer de machine in werking is. Oefen geen druk uit op de machine. Werk in een dusdanig tempo dat de machine op efficiënte wijze maait. Zorgdatualtijdstevigstaateninbalansbent. Maai alleen bij daglicht of bij goede verlichting. Gebruik de machine niet wanneer het regent of wanneer het gras nat is. ONDERHOUD EN STALLING Wanneer de machine niet wordt gebruikt, be- waar deze dan binnenshuis op eendroge, koele plaats, buiten het bereik van kinderen. Gebruik geen ander laadaggregaat dan het ag- gregaat dat bij de machine wordt geleverd. Laad de machine altijd terwijl deze rechtop staat. Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen. MONTAGE DRAAGHANDVAT/RIEM Schroef het draaghandvat (A) vast aan de machine. Stel het handvat zo af dat u een comfortabele werk- houding heeft. Haak de riem (B) vast in het gat (fig. 1). BESCHERMKAP Druk de beschermkap (C) van onderen vast op de motoreenheid. Draai hem daarna linksom todat hij vastklikt. De beschermkap heeft een scherp snij- blad. Pas op voor snijwonden. Draag handschoenen. ACCU Monteer de accu (D) door deze in de gleuven om- hoog te brengen totdat hij vastklikt. Om de accu te verwijderen: druk op de vergrendel-
6 NEDERLANDSNL knop. Laat de accu vervolgens door de gleuven naar beneden glijden. Extra accu’s zijn als accessoire verkrijgbaar bij uw dealer. WANDBEVESTIGING Schroef de wandbevestiging (E) in de nabijheid van een stopcontact op eendroge en koele plaats met een constante temperatuur (fig. 2, 3). Monteer vervolgens het ronde contact (F) van het laadaggregaat in de klembevestiging. OPLADEN De accu kan al dan niet in de machine gemonteerd worden geladen. De losse accu past ook in de wandbevestiging (fig. 4 - 5). ALGEMEEN 1. Laad de accu altijd op terwijl deze rechtop staat (de machine of de accu geplaatst in de wandbe- vestiging), op eendroge, koele plaatsmet een constante temperatuur. Niet in een vochtige omgeving. 2. Als de machine nieuw is, levert de accu een iets gereduceerd vemogen. Na ca. 5 keer ontladen en opladen levert de accu het volledige vermo- gen. 3. Het laadaggregaat mag niet worden blootge- steld aan regen. 4. Het laadaggregaat mag niet worden gebruikt voor het opladen van andere typen machines of accu’s. 5. Leteropdatdeaansluitingtussenaccuenlaad- aggregaat schoon is. 6. Sluit het laadaggregaat aan op een stopcontact van 230 V. 7. Tijdens het opladen wordt het laadaggregaat warm. Dit is normaal. VOOR HET EERSTE GEBRUIK Uw tuintrimmer wordt slechts gedeeltelijk op- geladen door de fabriek geleverd. Voordat u de machine voor het eerst gebruikt, moet de accu ca. 36 uur worden opgeladen. TIJDENS HET SEIZOEN 1. Stop met maaien en laad de machine weer opwanneer de maaikracht af begint te nemen. Ver- mijd de accu helemaal “tot op de bodem” leeg te maken. 2. Laad de accu na gebruik altijd direct weer op. 3. De machine dient in het gebruiksseizoen altijd op de lader te zijn aangesloten wanneer hij niet wordt gebruikt. WINTERSTALLING 1. Verwijder de accu uit de machine. Laad de accu ca. 36 uur op voordat u hem voor de winter op- bergt. Trek daarna de stekker van het laadaggre- gaat uit het stopcontact. 2. Bewaar de accu altijd volledig opgeladen. Een volledig opgeladen accu kan de winter door- staan, maar aanbevolen wordt de accu tijdens de winter opnieuw op te laden om de levensduur te verlengen. 3. Na de winteropslag dient de accu opnieuw 36 uur te worden opgeladen voordat de machine weer in gebruik wordt genomen. 4. Bewaar de accu’s winters droog en koel bij een constante temperatuur. Niet in een vochtige omgeving. GEBRUIK INSTELLING Voor het trimmen van randen kan het onderste stuk 180° worden gedraaid. Draai daartoe de moer (G) los (fig. 6). Voor een comfortabele werkhouding kan de ma- chine worden afgesteld op de lengte van de gebrui- ker. Draai moer (G) los en trek de buis uit of schuif deze in. De lengte van de machine kan worden af- gesteldvan115-130cm. MAAIEN 1. Omdemachinetegebruiken,moetdeveilig- heidsvergrendeling (H) naar voren worden ge- schoven. De machine start als de drukknop (I) wordt ingedrukt (fig. 6). De machine stopt zo- dra de drukknop weer wordt losgelaten. 2. Zorg ervoor dat er zich in het te maaien gedeelte geen vreemde voorwerpen bevinden die de snij- draad kunnen vernielen of erin verstrikt kunnen raken.
7 NEDERLANDSNL 3. Zorg ervoor dat de snijdraad de juiste lengte heeft. Zie “SNIJDRAAD VERLENGEN” hier- onder. 4. Houd de machine iets schuin (10 - 30°) ten op- zichte van het grondoppervlak. 5. Voorkom dat de motor overbelast raakt door de hele maaikop in het gras te duwen. Laat het uit- einde van de snijdraad het werk doen. Druk de machine niet tegen de grond. 6. Beweeg de machine in een boog van links naar rechts voor het beste maairesultaat 7. Als het gras lang is, is het vaak beter dit in een paar stappen te maaien. 8. De levensduur van de snijdraad wordt aanzien- lijk verkort door langs funderingen van huizen, stenen muurtjes e.d. te maaien. Voorkom dit door de uitschuifbare tegenhouder (J) te gebrui- ken om de juiste afstand in te stellen (fig. 6). 9. Belast de motor niet onnodig wanneer het ver- mogen van de accu begint af te nemen. Dit ver- kort de levensduur van de accu. SNIJDRAAD VERLENGEN Telkens als de machine wordt gestart/gestopt, wordt er automatisch een klein stukje van de snij- draad naar buiten gevoerd. Het snijblad in de be- schermkap snijdt de draad op de juiste lengte af. SNIJDRAAD VERVANGEN 1. Druk de beide klikbevestigingen op het spoel- deksel (K) in (fig. 7). 2. Verwijder het spoeldeksel (fig. 8). 3. Til de lege spoel (L) uit de spoelhouder (fig. 9). Rol een nieuwe snijdraad linksom om de spoel (fig. 10). Gebruik uitsluitend een originele snij- draad, diameter: 1,4 mm. 4. Voer het uiteinde van de snijdraad door het gaatje in de spoelhouder (fig. 11). 5. Plaats de spoel in de spoelhouder (fig. 12). Klik daarna het spoeldeksel vast. Wees voorzichtig zodat u zich niet aan het snij- blad in de beschermkap snijdt. ONDERHOUD 1. Maak de spoel, de spoelhouder, de bescherm- kapenhetsnijbladsteedsschoonenverwijdergras en ander materiaal dat vast kan gaan zitten. 2. Na elke maaibeurt moet de tussenruimte tussen de spoelhouder en de beschermkap worden ge- controleerd. Verwijder evt. gras dat zich rond de motoras heeft gewonden. 3. De luchtinlaat (M) van de motor moet regelma- tig worden gecontroleerd en schoongemaakt (fig. 6).De machine mag niet met water wor- den afgespoeld. SERVICE Om de bedrijfszekerheid te garanderen moeten re- paraties en onderhoudswerkzaamheden door een erkende servicewerkplaats worden uitgevoerd. Gebruik altijd originele reserveonderdelen en accessoires. Niet-originele reserveonderdelen zijn niet gecontroleerd en goedgekeurd door de fabrikant van de machine. Het gebruik van niet-originele reserveonderde- len en accessoires kan de werking en de veilig- heid van de machine beïnvloeden, ook wanneer deze wel op de machine passen. De fabrikant van de machine is niet aansprakelijk voor scha- de die is veroorzaakt door dergelijke onderde- len of accessoires. MILIEU Omwille van het milieu willen wij de volgende punten graag speciaal onder uw aandacht brengen: Gooi gebruikte loodaccu’s niet in een afvalbak. Lever ze in bij een accuverzamelpunt voor re- cycling. Wanneer uw machine na een groot aantal jaren trouwe dienst moet worden vervangen of niet langer nodig is, raden wij u aan de machine voor recycling in te leveren bij uw dealer. De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder aan- kondiging vooraf wijzigingen in het product aan te brengen.