Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Tractor 8211 0276 04 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version

Lawn Tractor 8211 0276 04 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Tractor 8211 0276 04 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							11
    NEDERLANDSNL
    15. CRUISE CONTROL
    (Royal - Pro16 - Pro20)
    Schakelaar om de cruise control te activeren. Met
    de cruise control kan het aandrijfpedaal (5) in de
    gewenste stand vergrendeld worden.
    1. Trap het aandrijfpedaal in tot de ge-
    wenste snelheid wordt bereikt. Druk daar-
    na op het voorste gedeelte van de
    schakelaar om de cruise control te active-
    ren. Het symbool brandt.
    2. Schakel de cruise control uit door te
    remmen of op het achterste gedeelte van
    de schakelaar te drukken.
    16. MAAIHOOGTE-INSTELLING
    (Royal - Pro16 - Pro20)
    De machine is uitgerust met een mechanisme voor
    het gebruik van een maaidek met elektrische maai-
    hoogte-instelling (als accessoire verkrijgbaar).
    De schakelaar wordt gebruikt om de maai-
    hoogte traploos in te stellen.
    Het contact voor de aansluiting van het maaidek is
    aan de rechterkant gemonteerd, vóór het voorwiel
    (afb. 2).
    17. GRASHARK (Pro20)
    De machine is uitgerust met een mechanisme voor
    het gebruik van een elektrische in hoogte verstel-
    bare grashark (als accessoire verkrijgbaar).
    De schakelaar wordt gebruikt om de hark
    in hoogte te verstellen.
    Kabels voor het aansluiten van de grashark vindt u
    aan de achterzijde van de machine, links van de
    bovenzijde van de bumper. (Pro16 is voorbereid
    (kabels zijn voorgemonteerd) voor een grashark).
    18. ZANDSTROOIER (Pro20)
    De machine is uitgerust met een mechanisme voor
    het gebruik van een elektrisch instelbare zand-
    strooier (als accessoire verkrijgbaar).
    De schakelaar wordt gebruikt om de
    strooier te starten en te stoppen.
    Het contact voor het aansluiten van de zandstrooier
    vindt u aan de achterzijde van de machine, links
    van de bovenkant van de bumper. (Pro16 is voor-
    bereid (kabels zijn voorgemonteerd) voor een
    zandstrooier).
    19. ONTKOPPELINGSHENDEL
    (President - Royal - Pro16 - Pro20)
    Hendel om de traploze transmissie uit te schake-
    len. Hiermee kunt u de machine handmatig ver-
    plaatsen zonder de motor te gebruiken. Twee
    standen:
    1. Hendel naar achteren - trans-
    missie ingeschakeld voor nor-
    maal gebruik.
    2. Hendel naar voren - transmis-
    sie uitgeschakeld. De machine
    kan handmatig worden ver-
    plaatst.
    De machine mag niet over lange afstanden of met
    hoge snelheid gesleept worden. Hierdoor kan de
    versnellingsbak beschadigd worden.
    20. BENZINEMETER/TANKDOP
    Tankdop met ingebouwde benzinemeter,
    die de hoeveelheid benzine in de brand-
    stoftank aangeeft (geldt voor de Royal-
    Pro16-Pro20).
    De Senator en de President hebben een tankdop
    zonder benzinemeter.
    De benzinetank heeft een inhoud van 11,5 liter.
    TOEPASSINGEN
    De machine mag uitsluitend gebruikt worden bij
    de volgende werkzaamheden met de aangegeven
    originele STIGA-accessoires:
    1. Gras maaien
    Met maaidek 13-2939 (92M), 13-2927/13-2935
    (107M), 13-2951/13-2952 (107 M HD), 13-
    2915/13-2921 (121M) of frontklepelmaaier 13-
    1977.
    2. Vegen
    Met veegmachine 13-1933 of veegmachine met
    vangbak 13-1939. Voor de eerstgenoemde
    wordt stofbeschermer 13-1936 aanbevolen.
    3. Sneeuwruimen
    Met sneeuwschuif 13-0918 of sneeuwfrees 13-
    1948. Sneeuwkettingen 13-1956 (16)/13-0902
    (17) en framegewichten 13-0923 aanbevolen.
    4. Gras en bladeren opvangen
    12V 
    						
    							12
    NEDERLANDSNL
    Met een getrokken grasvangbak 13-1978 (76,2
    cm)of13-1950(106,7cm).
    5. Gras- en bladtransport
    Met transportkar 13-1979 (Standard), 13-1988
    (Maxi) of 13-1992 (Combi).
    6. Zand strooien
    Met zandstrooier 13-1975. Tevens te gebruiken
    voor het strooien van zout. Sneeuwkettingen
    13-1956 (16) 13-0902 (17) en framegewich-
    ten 13-0923 worden aanbevolen.
    7. Onkruidbestrijding op grindpaden
    Met de aan de voorzijde gemonteerde onkruid-
    schoffel 13-1944 en de aan de achterzijde ge-
    monteerde hark 13-1969.
    8. Kanten van gazons snijden
    Met graskantensnijder 13-0905.
    9. Ontmossen
    Met moskrabber 13-1984.
    Het trekmechanisme mag worden belast met een
    verticale kracht van maximaal 100 N.
    De duwkracht van getrokken accessoires mag, in
    het trekmechanisme, niet groter zijn dan 500 N.
    LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhan-
    ger altijd contact op met uw verzekeringsmaat-
    schappij.
    LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden
    op de openbare weg.
    STARTEN EN RIJDEN
    MOTORKAP
    Om de motor en de accu te kunnen inspecteren en
    onderhouden, verwijdert u de kap. Dit doet u als
    volgt:
    1. Draai de benzinedop/benzinemeter los.
    2. Trek de rubberband aan de voorzijde van de kap
    omhoog (afb. 10).
    3. Til de kap voorzichtig omhoog (afb. 11).
    Kap terugplaatsen:
    1. Plaats de kap aan beide zijden over de rand.
    2. Zorg dat de pinnen aan de achterzijde van de kap
    in de corresponderende gaatjes vallen (afb. 12).3. Maak de rubberband aan de voorzijde van de
    kap vast (afb. 10).
    4. Draai ten ten slotte de benzinedop/benzinemeter
    weer vast.
    De machine alleen gebruiken met geslo-
    ten kap. Anders bestaat er een kans op
    brandwonden en kunt u bekneld raken.
    BENZINE BIJVULLEN
    Gebruik altijd loodvrije benzine. Gebruik nooit
    tweetakt motorolie.
    LET OP! Denk erom dat benzine beperkt houdbaar
    is. Koop niet meer benzine dan u binnen 30 dagen
    gebruikt.
    U kunt ook milieuvriendelijke benzine gebruiken,
    d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft
    een samenstelling die minder schadelijk is voor
    mens en milieu.
    Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar
    brandstof altijd in een speciaal daar-
    voor bestemde tank.
    Vul alleen buitenshuis benzine bij en
    rook niet tijdens het bijvullen. Vul de
    tank voordat u de motor start. Verwij-
    der nooit de vuldop en vul de machine
    nooit met benzine wanneer de motor
    loopt of nog warm is.
    Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand.
    Laateenzekereruimte(tenminstedegehelevul-
    buis plus 1-2 cm bovenin de tank) leeg zodat de
    benzine, wanneer deze warm wordt, kan uitzetten
    zonder over te stromen (afb. 28).
    OLIEPEIL VAN DE MOTOR CONTRO-
    LEREN
    (Senator - President - Pro16 - Pro20)
    Het carter is bij aflevering altijd gevuld met olie
    SAE 30.
    Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor-
    rect is. De machine moet op een vlakke onder-
    grond staan.
    Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok
    schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek
    hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af.
    Breng de stok weer aan en draai hem vast.
    Draai hem daarna weer los en trek hem omhoog.
    Lees het oliepeil af. Vul olie bij tot de FULL-
    streep als het oliepeil onder deze markering ligt 
    						
    							13
    NEDERLANDSNL
    (afb. 13, 15).
    OLIEPEIL VAN DE MOTOR
    CONTROLEREN (Royal)
    Het carter is bij aflevering altijd gevuld met olie
    SAE
    10W-40.
    Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor-
    rect is. De machine moet op een vlakke onder-
    grond staan.
    Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok
    schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek
    hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af.
    Breng de stok weer aanen draai hem vast.
    Trek de peilstok weer omhoog en lees het oliepeil
    af. Vul olie bij tot de UPPER-streep als het olie-
    peil onder deze markering staat (afb. 14).
    OLIEPEIL VAN DE VERSNELLINGS-
    BAK CONTROLEREN
    (President - Royal - Pro16 - Pro20)
    De versnellingsbak is al in de fabriek gevuld met
    SAE 10W-40-olie.
    Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor-
    rect is. De machine moet op een vlakke onder-
    grond staan.
    Lees het oliepeil af op het reservoir (afb. 29). Het
    peil moet tussen MAX en MIN liggen. Vul in-
    dien nodig olie bij. Gebruik olie SAE 10W-40
    (20W-50).
    VEILIGHEIDSSYSTEEM
    Deze machine is uitgerust met een veiligheidssy-
    steem dat bestaat uit:
    - een schakelaar bij de versnellingspook (alleen
    Senator).
    - een schakelaar bij het rempedaal.
    - een schakelaar in de zitting (Senator, President)
    of in de zittinghouder (andere modellen).
    - een schakelaar bij de inschakelhendel van de
    krachtafnemer.
    Om de machine te kunnen starten moet:
    - de versnellingspook in de neutrale stand (geldt
    voor de Senator) staan.
    - het rempedaal zijn ingetrapt.
    - de bestuurder op zijn plek zitten.
    - de inschakelhendel van de krachtafnemer in de
    voorste stand staan (= de krachtafnemer is uit-
    geschakeld).Controleer vóór gebruik altijd de wer-
    king van het veiligheidssysteem!
    Doe dit op de volgende wijze (de motor loopt en de
    bestuurder zit op de stoel):
    - schakel in een versnelling, til uw lichaam even
    op van de stoel - de motor moet stoppen (geldt
    voor de Senator).
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine
    gaat rijden, laat het aandrijfpedaal los - de ma-
    chine moet stoppen (geldt voor de President,
    Royal, Pro16, Pro20).
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine
    gaat rijden, schakel de cruise control in, til uw
    lichaam even op van de stoel - de machine moet
    stoppen (geldt voor de Royal, Pro16, Pro20).
    - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine
    gaat rijden, schakel de cruise control in, trap op
    het rempedaal - de machine moet stoppen (geldt
    voor de Royal, Pro16, Pro20).
    - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam
    even op van de stoel - de motor moet stoppen
    (geldt voor de Senator, President, Royal,
    Pro16).
    - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam
    even op van de stoel - de krachtafnemer moet
    worden uitgeschakeld (geldt voor de Pro20).
    Als het veiligheidssysteem niet werkt,
    mag de machine niet worden gebruikt!
    Breng de machine voor controle naar
    een servicewerkplaats!
    MOTOR STARTEN
    1. Open de benzinekraan (afb. 16).
    2. Controleer of de bougiekabel op zijn plaats zit.
    3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld
    is.
    4a. Senator:
    Zet de versnellingspook in de neutrale stand.
    4b. President-Royal-Pro16-Pro20:
    Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal.
    5a. Senator-President:
    Starten van een koude motor - zet de gashendel he-
    lemaal in de chokestand. Warme start - zet de gas-
    hendel op vol gas (ca. 1 cm achter de chokestand).
    5b. Royal-Pro16-Pro20:
    Zet de gashendel op vol gas. Starten van een koude
    motor - trek de chokehendel volledig uit. Starten
    van een warme motor - raak de chokehendel niet 
    						
    							14
    NEDERLANDSNL
    aan.
    6. Trap het rempedaal volledig in.
    7. Draai de contactsleutel om en start de motor.
    8a. Senator-President:
    Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashendel
    geleidelijk naar vol gas als u de choke gebruikt
    hebt.
    8b. Royal-Pro16-Pro20:
    Wanneer de motor is gestart, duwt u de chokehen-
    del geleidelijk in als u deze gebruikt hebt.
    9. Laat de machine na een koude start niet onmid-
    dellijk belast werken, maar laat de motor eerst een
    paar minuten warmdraaien. Op die manier kan de
    olie opwarmen.
    Laat de motor altijd op vol gas draaien wanneer hij
    in gebruik is.
    STOPPEN
    Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem
    aan.
    Laat de motor 1 - 2 minuten stationair draaien. Zet
    de motor af door de contactsleutel om te draaien.
    Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als
    de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet
    worden.
    Als u de machine zonder toezicht ach-
    terlaat, moet u de bougiekabel losma-
    ken van de bougie. Trek ook de sleutel
    uit het contactslot.
    Direct na gebruik kan de motor bijzon-
    der heet zijn. Raak de demper, de cilin-
    der of de koelribben niet aan. Dit kan
    ernstige brandwonden veroorzaken.
    KATALYSATOR (Pro20 Cat)
    De katalysator wordt tijdens het rijden bijzonder
    heet. Ook na het afzetten van de motor blijft de
    motor nog een flinke tijd warm. Denk aan het
    brandgevaar.
    Niet in de omgeving van brandbare
    voorwerpen parkeren. De machine niet
    afdekken voordat de katalysator is af-
    gekoeld.
    STUURBEKRACHTIGING (Pro20)
    Ingebouwde functie om het sturen te vergemakke-lijken. De bestuurder hoeft minder kracht te ge-
    bruiken om het stuur te draaien. De extra kracht
    wordt gegenereerd door een hydraulische koppel-
    omvormer.
    In tegenstelling tot gewone stuurbekrachtiging
    (bijv. in een auto) heeft deze stuurbekrachtiging
    een beperkte capaciteit. Dat betekent dat hij be-
    paalde eigenschappen heeft die als negatief erva-
    ren kunnen worden:
    - bij lage toerentallen of in situaties waar extra
    stuurkracht nodig is, kan de besturing als hor-
    tend worden ervaren.
    - de machine moet altijd in beweging zijn wan-
    neer de stuurbekrachtiging wordt gebruikt.
    Draai liever niet aan het stuur wanneer de ma-
    chine helemaal stilstaat en het accessoire zich in
    werkstand (beneden) bevindt.
    Het effect van de stuurbekrachtiging is maximaal
    bij een normale werksnelheid. Dit levert extra
    voordelen op.
    De stuurbekrachtiging functioneert ook wanneer
    de motor niet draait. Draaien is in dit geval echter
    wel lastiger als de machine handmatig moet wor-
    den verplaatst.
    TIPS
    Zorg er voor dat bij rijden op hellingen de juiste
    hoeveelheid olie in de motor aanwezig is (oliepeil
    op FULL).
    Wees voorzichtig bij het rijden op hel-
    lingen. Start of stop niet plotseling wan-
    neer u een helling op- of afrijdt. Rijd
    nooit dwars over een helling. Rijd van
    boven naar beneden en van beneden
    naar boven.
    Deze machine mag, met daarop origine-
    le accessoires gemonteerd, op een hel-
    ling met een hoek van maximaal 10°
    rijden.
    Neem gas terug op hellingen en wan-
    neer u scherpe bochten maakt, om te
    voorkomen dat de machine kantelt of u
    de controle over de machine verliest.
    Draai bij rijden in de hoogste versnel-
    ling en bij vol gas het stuur niet volledig
    naar één kant. De machine kan dan
    kantelen. 
    						
    							15
    NEDERLANDSNL
    Blijf met uw handen uit de buurt van de
    middensturing en de zittinghouder. U
    kunt dan bekneld raken! Rijd nooit
    zonder motorkap.
    SERVICE EN ONDERHOUD
    SERVICEPROGRAMMA
    Om de machine voortdurend in goede staat te hou-
    den, de betrouwbaarheid en veiligheid te bevorde-
    renenhetmilieuteontzien,moethet
    onderhoudsprogramma van STIGA worden ge-
    volgd.
    De inhoud van dit programma vindt u in het bijge-
    voegde serviceboekje.
    Wij raden u aan reparaties te laten uitvoeren door
    een erkende servicewerkplaats. Dit garandeert dat
    de werkzaamheden worden verricht door be-
    kwaam personeel en dat originele reserveonderde-
    len worden gebruikt.
    Bij elke reparatie krijgt u een stempel in uw ser-
    viceboekje. Een boekje dat volgestempeld is,
    wordt een waardevol document dat de tweede-
    handswaarde van de machine verhoogt.
    VOORBEREIDING
    Tenzij anders aangegeven moet alle service en on-
    derhoud worden uitgevoerd als de machine stil
    staat en de motor niet draait.
    Zorg dat de machine niet kan wegrol-
    len. Gebruik daarom altijd de parkeer-
    rem.
    Voorkom dat de motor onbedoeld start
    door altijd de motor uit te zetten, de
    bougiekabel los te koppelen van de bou-
    gie en deze te aarden. Maak de minka-
    bel los van de accu.
    SCHOONMAKEN
    Om het brandgevaar te verkleinen mo-
    tor, geluiddemper/katalysator, accu en
    brandstoftank vrijhouden van gras,
    bladeren en olie.
    Om het brandgevaar te verkleinen re-
    gelmatig controleren of er sprake is van
    olie- en/of brandstoflekkage.
    Als u de machine met een hogedrukreiniger rei-nigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de ver-
    snellingsbak.
    Richt geen waterstralen rechtstreeks op de motor.
    Gebruik een borstel of perslucht om hem schoon te
    maken.
    MOTOROLIE
    (Senator - President - Pro16 - Pro20)
    Ververs de motorolie de eerste keer na 8 draaiuren
    (bij de Senator en de President na 5 uur), en daarna
    om de 50 draaiuren of één keer per seizoen. Ver-
    vers de olie wanneer de motor warm is.
    Gebruik olie van goede kwaliteit (serviceklasse
    SF, SG of SH).
    Ververs de olie vaker, om de 25 draaiuren of min-
    stens één keer per seizoen, als de motor extra hard
    of bij hoge omgevingstemperaturen moet werken.
    Direct na het stoppen van de machine
    kan de motorolie erg heet zijn. Laat de
    motor daarom een paar minuten afkoe-
    len voordat u de olie aftapt.
    1. Olieaftapleiding (metaal):
    Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de
    leiding los.
    Vang de olie op in een vat. Breng die olie vervol-
    gens naar een milieustraat. Mors geen olie op de
    V- s n a r e n .
    2. Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de ve-
    zelpakking en de ring in de plug onbeschadigd zijn
    en op hun plaats zitten.
    3. Verwijder de oliepeilstok en vul de machine met
    nieuwe olie.
    Oliecapaciteit:
    Senator, President - 1,4 l
    Pro16, Pro20 - 1,7 l (incl. oliefilter)
    Olietype zomer (>4 ºC): SAE-30
    (U kunt ook SAE 10W-30 gebruiken. Het oliever-
    bruik kan echter iets toenemen als u 10W-30 ge-
    bruikt. Controleer het oliepeil vaker als u dit type
    olie gebruikt.)
    Olietype winter (
    						
    							16
    NEDERLANDSNL
    deze 30 seconden stationair draaien. Zet de motor
    af. Wacht 30 seconden en controleer dan het olie-
    peil.
    Controleer of er een olielek is. Indien nodig de olie
    bijvullen tot aan de aanduiding FULL.
    MOTOROLIE (Royal)
    Verversdeolievoordeeerstekeerna20werkuren
    (of tijdens de eerste maand) en dan na 100 werk-
    uren of na elke 6 maanden.
    Ververs de olie wanneer de motor warm is. Ge-
    bruik olie van goede kwaliteit (serviceklasse SF,
    SG of SH).
    Direct na het stoppen van de machine
    kan de motorolie erg heet zijn. Laat de
    motor daarom een paar minuten afkoe-
    lenvoordatudeolieaftapt.
    Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de
    leiding los (afb. 17).
    Vang de olie op in een vat. Breng die olie vervol-
    gens naar een milieustraat. Mors geen olie op de
    V- s n a r e n .
    Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de vezel-
    pakkingenderingindeplugonbeschadigdzijnen
    op hun plaats zitten.
    Verwijder de oliepeilstok en vul olie bij tot de aan-
    duiding UPPER.
    Oliecapaciteit:
    Royal - 0,9 liter (= hoeveelheid olie bij verversen.
    De totale inhoud bedraagt 1,15 liter).
    Olietype voor alle seizoenen: SAE 10W-40.
    Voor extreem lage temperaturen (
    						
    							17
    NEDERLANDSNL
    maanden of om de 25 werkuren, afhankelijk van
    wat het eerst van toepassing is.
    1. Verwijder het deksel door met een schroeven-
    draaier of iets dergelijks de borging in te drukken
    (afb.
    2. Verwijder het schuimplastic filter en reinig het
    met vloeibaar schoonmaakmiddel en water. Wring
    het filter uit tot het droog is. Het filter niet oliën.
    3. Zet het filter terug en maak het deksel vast.
    BOUGIE
    Gebruik uitsluitend een Briggs & Stratton ontste-
    kingstester om de vonk bij de bougie/bougies te
    controleren (afb. 23).
    Vervang de bougie om de 100 werkuren of één
    keer per seizoen. Voor het vervangen van bougies
    zit in de accessoirezak bougiebus A en draaipen B.
    De motorfabrikant raadt het volgende aan:
    Senator-President: Champion J19LM.
    Royal: NGK BPR5ES of DENSO W16EPR-U
    Pro16-Pro20: Champion RC12YC
    Elektrodenafstand: 0,75 mm.
    KOELLUCHTINLAAT - MOTOR
    De motor is luchtgekoeld. Door een verstopt koel-
    systeem raakt de motor beschadigd. De motor
    moet om de 100 werkuren of ten minste eenmaal
    per jaar schoongemaakt worden.
    Maak de ventilatorkap los. Maak de koelribben
    van de cilinder, de ventilator en het draaiende roos-
    ter schoon (afb. 24-25). Vaker schoonmaken als u
    droog gras maait.
    ACCU
    De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft
    eenuitgangsspanningvan12V.Deaccuisonder-
    houdsvrij. U hoeft het electrolytniveau niet te con-
    troleren of te verhogen.
    U vindt de accu bij aflevering in de doos met ac-
    cessoires.
    De accu moet volledig zijn opgeladen
    voordat u deze voor de eerste keer gaat
    gebruiken. De accu moet altijd volledig
    opgeladen worden bewaard. Als de
    accu volledig leeg wordt bewaard kan
    deze permanent beschadigd raken.
    Als de machine voor langere tijd (meer dan 1maand) niet wordt gebruikt, moet de accu worden
    opgeladen, worden verwijderd en dan worden be-
    waard op een koele, droge en veilige plaats. Laad
    de accu helemaal op voordat u hem terugplaatst.
    De accu kan op 2 manieren worden opgeladen:
    1. Met een acculader (aanbevolen). De oplader
    moet een constante spanning hebben. De accu
    kan beschadigd raken als er een standaard opla-
    der (voor zure accus) wordt gebruikt.
    Stiga raadt de acculader met artikelnummer
    1136-0602-01 aan, die u kunt bestellen bij een
    erkende leverancier.
    2. U kunt de accu ook via de motor opladen. In dit
    geval is het heel belangrijk dat wanneer u de
    machine voor de eerste keer start en wanneer hij
    lange tijd niet gebruikt werd, de motor ten min-
    ste 45 minuten ononderbroken loopt.
    Zorg dat de accu geen kortsluiting
    maakt. Dan kunnen er vonken en brand
    ontstaan. Zorg dat metalen sieraden
    niet in contact kunnen komen met de
    contactpunten van de accu.
    Als er schade is ontstaan aan de behui-
    zing, het deksel of de contactpunten van
    de accu of als er interferentie optreedt
    bij de strip die over de kleppen ligt,
    moet de accu vervangen worden.
    Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze
    schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met
    een staalborstel en smeer ze in met vet.
    SMEREN
    Het gelede midden van de machine heeft vier
    smeernippels die om de 25 werkuren gesmeerd
    moeten worden met universeel vet
    (afb. 26).
    Opmerking: De vierde smeernippel is niet zicht-
    baar op de afbeelding. Deze zit aan de onderzijde,
    bij de voorste kogellager van de rotatie-as.
    Senator-President-Royal:
    Smeer de stuurketting enkele keren per seizoen
    met kettingspray.
    Pro16-Pro20:
    Smeer de stuurkettingen enkele keren per seizoen
    met kettingspray. Indien de stuurkettingen erg vuil
    zijn moet u deze demonteren, schoonmaken en
    vervolgens opnieuw smeren.
    Senator-President-Royal: 
    						
    							18
    NEDERLANDSNL
    De naaf van het voorwiel heeft smeernippels die
    iedere 50 werkuren gesmeerd moeten worden (afb.
    30).
    Alle kunststoflagers moeten een paar keer per sei-
    zoen gesmeerd worden met universeel vet.
    De verbindingen van de spanarm moeten een paar
    keer per seizoen gesmeerd worden met motorolie.
    Druppel enkele keren per seizoen een beetje mo-
    torolie in beide uiteinden van de bedieningskabels.
    Senator:
    De versnellingsbak is bij aflevering van de fabriek
    gevuld met olie (SAE 80W-90). Als hij niet ge-
    opend wordt (mag uitsluitend door een vakman ge-
    beuren), hoeft u in de regel geen olie bij te vullen.
    (President - Royal - Pro16 - Pro20):
    De versnellingsbak is bij aflevering van de fabriek
    gevuld met olie (10W-40). U hoeft normaal gezien
    geen olie bij te vullen, tenzij de versnellingsbak
    wordt geopend (mag uitsluitend door een vakman
    gebeuren), of er lekkage optreedt. De olie hoeft in
    de regel niet ververst te worden.
    STUURKABELS
    (Senator - President - Royal)
    Stel de stuurkabels de eerste keer na 2 - 3 uur rijden
    bij, vervolgens om de 25 werkuren.
    Zet de machine in de recht vooruit-stand.
    Span de stuurkabels door de moeren aan de onder-
    kant van het gelede midden (afb. 27) aan te draai-
    en. De schroefuiteinden van de stuurkabels moeten
    tijdens het bijstellen worden vastgehouden, zodat
    de kabels niet draaien. Pak de schroefuiteinden
    beet met een tang of iets dergelijks. Span aan tot er
    geen speling meer is.
    Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand
    van het stuur niet verandert.
    Als het bijstellen klaar is, draai dan het stuur in bei-
    de richtingen zover u kunt. Let erop dat de ketting
    niet in de kabelwielen loopt en dat de kabels niet in
    de stuuraandrijving lopen.
    Span de stuurkabels niet te strak. Daarmee wordt
    het sturen zwaarder, terwijl de slijtage van de ka-
    bels toeneemt.
    STUURKETTINGEN (Pro16 - Pro20)
    Stel de stuurkettingen de eerste keer na 2 - 3 uur
    rijden bij, vervolgens om de 50 werkuren.Zet de machine in de recht vooruit-stand.
    Span de stuurkettingen door de moeren aan de
    onderkant van het gelede midden (afb. 27). Span
    aan tot er geen speling meer is.
    Stel de beide moeren evenveel bij, zodat de stand
    van het stuur niet verandert.
    Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daarmee
    wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van
    de kabels toe.
    OCTROOI -
    ONTWERPREGISTRATIE
    Deze machine of onderdelen van deze machine
    valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer-
    pregistratie:
    9900627-2 (SE), SE00/00250 (PCT), 9901091-0
    (SE), SE00/00577 (PCT), 9901730-3 (SE), SE00/
    00895 (PCT), 9401745-6 (SE), SE95/00525
    (PCT), 595 7497 (US), 95920332.4 (EPC).
    99 1095 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734
    (IT), 577 251-253 (FR), 115325 (US).
    GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande
    aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen. 
    						
    							19
    NEDERLANDSNL 
    						
    							MOWING AHEAD
    BOX 1006 · SE-573 28 TRANÅS
    www.stiga.com 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Tractor 8211 0276 04 Stiga Park Pro20 Pro16 Royal President Senator Operators Manual Dutch Version