Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Mower Stiga Silex 500-G Silex 500R-G Dutch Version Manual

Lawn Mower Stiga Silex 500-G Silex 500R-G Dutch Version Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Mower Stiga Silex 500-G Silex 500R-G Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							STIGA
    Silex 500-G
    Silex 500R-G
    8214-2210-80
    BRUKSANVISNING
    KÄYTTÖOHJEET
    BRUGSANVISNING
    BRUKSANVISNING
    GEBRAUCHSANWEISUNG
    INSTRUCTIONS FOR USE
    MODE D’EMPLOI
    GEBRUIKSAANWIJZING
    ISTRUZIONI PER L’USO
    INSTRUCCIONES DE USO
    INSTRUÇõES DE UTILIZAÇÃO
    INSTRUKCJA OBS£UGI
    »HC“P”K÷»fl œOÀ‹«Œ¬¿“EÀfl
    NÁVOD K POU®ITÍ
    HASZNÁLATI UTASÍTÁS
    NAVODILA ZA UPORABOSV .... 4
    FI ... 10
    DA .. 16
    NO . 22
    DE ... 28
    EN... 35
    FR.... 41
    NL... 49
    IT..... 56
    ES .... 63
    PT ... 70
    PL .... 77
    RU... 84
    CZ .. 92
    HU .. 98
    SL ..105 
    						
    							2
    C AB D
    E
    HK
    J
    G
    F
    K F GJ
    A
    F
    G B
    1
    23 
    						
    							3
    E CD
    F
    G
    H
    I
    J
    12
    34
    4
    6
    85
    7 
    						
    							49
    NEDERLANDSNL
    1 SYMBOLEN
    Op de roterende frees en in deze instructies ziet u 
    de volgende symbolen om u eraan te herinneren 
    dat voorzichtigheid en oplettendheid bij gebruik 
    geboden is. Als een van de symbolen ontbreekt, is 
    beschadigd of onleesbaar is geworden moet dit on-
    middellijk worden vervangen door een nieuw sym-
    bool.
    Betekenis van de symbolen:
    Waarschuwing! Lees de gebruiksaanwijz-
    ing voordat u de machine gaat gebruiken.
    Waarschuwing! Draaiend mes.
    Waarschuwing! Dit symbool geeft belan-
    grijke informatie in deze instructies weer. 
    Als de instructies niet worden opgevolgd, 
    bestaat er risico op lichamelijk letsel of be-
    schadigingen aan de machine.
    2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT-EN
    2.1 ALGEMEEN• Lees dit instructieboek zorgvuldig door voordat 
    u de grondfrees gebruikt.
    • Gebruik de grondfrees alleen voor grondbew-
    erking. 
    • Laat kinderen niet in aanraking met de grond-
    frees komen. 
    • Kinderen of personen die de gebruiksaanwijz-
    ing niet hebben gelezen, mogen de grondfrees 
    niet gebruiken.
    • De grondfrees is conform geldende normen 
    vervaardigd en mag niet worden veranderd of 
    omgebouwd.
    • Zorg ervoor dat alle symbolen op de grondfrees 
    onbeschadigd zijn. 
    • De gebruiker is verantwoordelijk voor letsel 
    toegebracht aan derden.
    WAARSCHUWING met betrekking tot de ben-
    zine. Benzine is een zeer brandgevaarlijke stof: 
    • Bewaar de benzine in daarvoor bestemde reser-
    voirs. 
    • Tank altijd buitenshuis en schakel de motor 
    daarbij uit. 
    • Rook niet tijdens het tanken. • Houd geen open vuur of andere warmtebronnen 
    in de buurt van de benzine.
    • Start de motor niet als u benzine heeft gemorst. 
    Verplaats de machine en laat de benzine ver-
    dampen voordat u de machine start.
    • Draai de tankdop er na het tanken goed op. 
    • Zet de gasregelaar in de stand Stop en sluit de 
    benzinekraan als u de machine heeft uitge-
    schakeld.
    • Schakel de motor uit voordat u de machine ver-
    voert. Til de machine nooit alleen op. Til de ma-
    chine met twee personen op, één bij het stuur en 
    één bij de rotoras. Draag veiligheidshandsch-
    oenen en houd de machine bij het optillen rech-
    top.
    • Als de machine op een aanhangwagen of laadv-
    loer wordt geladen, moet u de grondfrees met 
    behulp van het wiel via een oprit omhoogrijden.
    2.2 VOORBEREIDING• Voordat u met de werkzaamheden begint, moet 
    u vreemde voorwerpen zoals stenen, glas, ka-
    bels, metalen voorwerpen en andere losse voor-
    werpen verwijderen.
    • Speelgoed, slangen en andere voorwerpen kun-
    nen beschadigd raken. 
    • Controleer of de grondfrees in goede staat is 
    voordat u deze gebruikt.
    • Controleer of alle schroeven en moeren zijn 
    vastgedraaid.
    2.3 RIJDEN• Rijd altijd met lage snelheid bij werkzaamh-
    eden in een steenachtige grond. 
    • Wijzig de toerentalinstelling van de motor niet. 
    De motor mag geen overtoeren maken.
    • Het werkgebied moet tijdens de werkzaamh-
    eden goed verlicht zijn. 
    • Gebruik de grondfrees niet als andere personen, 
    met name kinderen, in de buurt zijn.
    • Gebruik de grondfrees niet zonder spatlap of 
    beschermkap.
    • Gebruik de grondfrees niet als u ziek bent, 
    medicijnen heeft ingenomen of onder invloed 
    bent van substanties die het reactievermogen 
    verminderen.
    • Gebruik de grondfrees niet op terreinen met 
    hellingen groter dan 20°.  
    						
    							50
    NEDERLANDSNL
    • De gebruiker moet alle risicos op het te bew-
    erken terrein evalueren en maatregelen nemen 
    om ongevallen te voorkomen. Dit geldt vooral 
    op hellende, gladde of losse terreinen.
    • Start de motor voorzichtig volgens de instruc-
    ties in deze handleiding. Zorg dat lichaamsde-
    len niet in contact met de rotors komen.
    • Start de motor nooit in een afgesloten ruimte. 
    De koolmonoxide in de uitlaatgassen van de 
    motor is giftig en kan de dood tot gevolg heb-
    ben.
    • Draag nauwsluitende kleding en stevige sch-
    oenen die de voeten helemaal bedekken.
    • Bij het rijden op hellingen mag de tank slechts 
    voor de helft gevuld zijn. Anders kan er benzine 
    uit lekken.
    • Schakel de motor in de volgende gevallen uit: 
    • Als u de machine onbewaakt achterlaat. 
    • Voordat u gaat tanken. 
    • Zorg altijd voor een goed steunpunt voor de 
    voeten, speciaal op hellingen. 
    • Controleer of niemand zich voor of naast de 
    machine bevindt als u de bladen start. Houd het 
    stuur stevig vast. De machine komt omhoog als 
    u de rotors start. Wees vooral voorzichtig bij het 
    achteruitrijden.
    • Houd tijdens de werkzaamheden altijd een veil-
    ige afstand tot de rotors aan. Door het stuur op 
    de beoogde manier vast te houden, voldoet u 
    aan deze veilige afstand. 
    • Bij werkzaamheden op hellingen moet iedereen 
    op een afstand van 20 m van de machine bli-
    jven. De gebruiker moet het stuur voortdurend 
    met beide handen stevig vasthouden.
    • Let bij werkzaamheden in een steenachtige of 
    harde grond nog beter op. De machine is dan 
    namelijk onstabieler. 
    • Raak de motor tijdens of na het rijden nooit aan. 
    Kans op brandwonden!
    2.4 NA HET RIJDEN• Laat de motor afkoelen voordat u de machine 
    opslaat. Kans op brand! 
    • Verwijder vuil en vreemde materialen voordat u 
    de machine opslaat. Houd het gebied rondom de 
    benzinetank en de geluidsdemper schoon van 
    bladeren, olie, benzine of andere vreemde ma-
    terialen. Kans op brand!
    • Als u de benzinetank wilt legen, doe dat dan 
    buitenshuis en als de motor koud is. Kans op 
    brand!• Bewaar de machine op een droge plaats. Sla de 
    machine niet met brandstof in de tank op in 
    ruimtes waar vuur, vonken of sterke warmte-
    bronnen voorkomen.
    2.5 ONDERHOUD• Voer regelmatig onderhoud uit. Zorg ervoor dat 
    alle schroeven en moeren altijd vastgedraaid zi-
    jn.
    • Gebruik altijd goede, originele reserveonderde-
    len. U mag reserveonderdelen niet repareren. 
    Bij gebreken moet u ze vervangen. Inferieure 
    reserveonderdelen kunnen letsel veroorzaken. 
    Als de geluidsdemper beschadigd raakt, moet u 
    deze vervangen.
    • In de volgende gevallen moet u eerst de motor 
    uitschakelen en vervolgens de bougiekabel 
    loskoppelen: 
    Als de rotors moeten worden afgesteld.
    Als de machine moet worden gereinigd of 
    gerepareerd. 
    Bij de controle na een botsing met vaste, harde 
    voorwerpen. Voer de noodzakelijke reparaties 
    uit 
    voordat u met de werkzaamheden doorgaat.
    Als de machine abnormaal begint te trillen. 
    Voer de 
    noodzakelijke reparaties uit voordat u met de 
    werkzaamheden doorgaat.
    • Draag veiligheidshandschoenen bij werkzaam-
    heden aan de rotors.
    3 MONTAGE
    3.1 SteunwielMonteer het steunwiel (2:F) in het voorste gat en 
    zet het vast met de borgpen (2:A).
    3.2 DieptepenMonteer de dieptepen (3:G) in het middelste gat 
    achter en zet deze vast met de borgpen (3:B).
    3.3 HandgrepenMonteer de handgreepsteun (4:G) met de handgre-
    pen (4:E) als volgt:
    1. Plaats de steun (4:G) op de machine.
    2. Verwijder de vier bouten (4) met de ringen 
    (4:H). Zet de bouten nog niet vast.
    3. Breng de rechter en linker handgreep (4:E ) in 
    positie en plaats de twee bouten (4:F) met hun 
    ringen en moeren (4:C+D). Zet de bouten vast.
    4. Stel de handgrepen in op een comfortabele 
    werkhoogte en zet de bouten (4:H) vast. 
    						
    							51
    NEDERLANDSNL
    3.4 GasregelingMonteer de gasregeling (1:A) op de rechter hand-
    greep. Zie afb. 6.
    3.5 Gaskabel1. Bevestig de gaskabel aan de motor (als dit nog 
    niet is gebeurd). Zie de gebruiksaanwijzing van 
    de motorleverancier.
    2. Bevestig de kabel aan de gasregeling. Zie afb. 
    7.
    3.6 Kabel voor achteruithendelGeldt alleen voor de 500R-G.
    De kabel is voorzien van de aanduiding R.
    1. Haak de kabel de achteruithendel (1:C) en voer 
    de kabel door de opening in de kabelbehuiz-
    ingsbevestiging aan de linker handgreep.
    2. Stel zo nodig de kabelhuls af.
    3.7 Aandrijfkabel1. Haak de kabel in de aandrijfhendel (1:D) en 
    voer de kabel door de opening in de kabelbehu-
    izingsbevestiging aan de linker handgreep.
    2. Stel zo nodig de kabelhuls af.
    3.8 VoorbeschermerMonteer de voorbeschermer (5:J). Gebruik de 
    meegeleverde bouten.
    4 BESCHRIJVING
    De frees wordt aangedreven door een viertaktmo-
    tor en is bedoeld voor het frezen van tuingrond. Hi-
    eronder worden de belangrijkste onderdelen en 
    bedieningselementen van de frees beschreven.
    4.1 Achteruithendel (1:C)Geldt alleen voor de 500R-G.
    De hendel wordt gebruikt om de rotor in de achter-
    uitstand te zetten terwijl de motor loopt.
    De achteruithendel en aandrijfhendel (1:D) mogen 
    nooit tegelijkertijd worden geactiveerd.
    Hendel in stationairstand (naar voren) - 
    geen aandrijving.
    Hendel naar achteren - de machine gaat 
    achteruit.
    4.2 Aandrijfhendel (1:D)De hendel wordt gebruikt om de rotor in de 
    vooruitstand te zetten terwijl de motor loopt.
    De achteruithendel (1:C) en aandrijfhendel mogen 
    nooit tegelijkertijd worden geactiveerd.
    Hendel in stationairstand (omlaag) - geen 
    aandrijving.
    Hendel ingeknepen - aandrijving vooruit.
    4.3 Gas- en stopregeling (1:A)De regeling regelt het motortoerental en heeft een 
    start- en stopstand.
    4.4 Handgreep (1:B)De handgrepen zijn voorzien van handvatten 
    waarmee de frees over het te frezen oppervlak 
    wordt geleid.
    4.5 TankdopZie de meegeleverde motorhandleiding.
    Verwijder de tankdop om benzine bij te vullen. Ti-
    jdens het frezen moet de tankdop altijd gesloten zi-
    jn.
    4.6 Hoek handgrepen instellen (1:E)Draai de knop terug en stel de handgrepen in op de 
    gewenste hoek.
    Draai vervolgens de knop weer vast.
    4.7 Hoogte handgrepen instellen 
    (1:F)
    Draai de bouten terug en stel de handgrepen in op 
    de gewenste hoogte.
    Zet de bouten vervolgens weer vast.
    4.8 Olie bijvullen/aftappenControleer altijd het olieniveau alvorens 
    de motor te starten.
    Zie de meegeleverde motorhandleiding.
    Dop voor het controleren van het olieniveau en het 
    bijvullen van olie.
    Om de olie af te tappen moet de machine worden 
    gekanteld zodat de olie uit de opening stroomt. 
    						
    							52
    NEDERLANDSNL
    4.9 Steunwiel (1:H)Het steunwiel vergemakkelijkt het transport van de 
    machine en heeft twee posities.
    • Het steunwiel moet worden verwijderd voor het 
    uitvoeren van werkzaamheden.
    • Bij transport van de machine moet het steun-
    wiel zijn gemonteerd. 
    Verwijder/monteer het steunwiel als volgt:
    1. Trek de borgpen uit (2:A).
    2. Verwijder het steunwiel door het omlaag te be-
    wegen.
    3. Plaats de borgpen terug in de steunwielarm.
    Monteren gebeurt in de omgekeerde volgorde.
    4.10 Rotors (1:J)Zorg dat tijdens het gebruik niemand in 
    de buurt van de rotors komt.
    De rotors zijn gemaakt van speciaal staal en 
    zorgen zowel voor de freeswerking als voor de 
    voortbeweging van de machine. 
    4.11 Snijschijf (1:K)Zorg dat tijdens het gebruik niemand in 
    de buurt van de snijschijven komt.
    De snijschijven bevinden zich aan de beide 
    rotorassen en dienen ervoor om het werkgebied af 
    te bakenen en de machine beter bestuurbaar te 
    maken.
    4.12 ChokeDe choke mag tijdens het gebruik nooit 
    worden geactiveerd. Hierdoor raakt de 
    motor beschadigd.
    Zie de meegeleverde motorhandleiding.
    De choke mag alleen worden geactiveerd bij koude 
    starts.
    4.13 Startkoord
    Zie de meegeleverde motorhandleiding.
    Koord voor het starten van de motor.
    4.14 Dieptepen (1:G).De dieptepen heeft als taak de machine stabiel te 
    houden, zodat de grond kan worden gefreesd.
    De dieptepen heeft drie standen. Het instellen gaat 
    als volgt:
    1. Trek de borgpen uit (3:B).
    2. Trek de dieptepen uit en zet deze vervolgens in 
    de gewenste stand.
    3. Breng de borgpen weer aan.In de volgende tabel zijn de verschillende standen 
    toegelicht:
    5 GEBRUIK
    5.1 Brandstof
    Lees alle veiligheidsinstructies 
    zorgvuldig door.
    Rook niet en vermijd open vuur in de 
    buurt van benzine.
    Gebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 
    92-95. 
    Voeg nooit mengsmering voor tweetaktmotoren 
    aan de benzine toe.
    Vu l l e n
    Lees alle veiligheidsinstructies 
    zorgvuldig door.
    Als de motor heeft gelopen, laat deze 
    dan enkele minuten afkoelen alvorens 
    benzine bij te vullen.
    Ga bij het vullen voorzichtig te werk om 
    morsen van brandstof te voorkomen.
    Zet de frees minstens 3 meter van de 
    plaats waar u de tank hebt bijgevuld 
    alvorens deze te starten.
    Zo gaat u te werk:
    1. Maak het gebied rond de tankdop schoon.
    2. Draai de tankdop los.
    3. Vul de tank met behulp van een trechter of 
    gebruik een jerrycan met een tuit om morsen te 
    voorkomen.
    4. Draai de tankdop vast.
    5. Zet de frees minstens 3 meter van de plaats waar 
    u de tank hebt bijgevuld alvorens deze te 
    starten.
    Gat Eigenschap
    Links De machine werkt zich naar 
    voren en helt daarbij naar links 
    over.
    Midden De machine werkt zich naar 
    voren en helt naar geen van 
    beide zijden over.
    Rechts De machine werkt zich naar 
    voren en helt daarbij naar rechts 
    over. 
    						
    							53
    NEDERLANDSNL
    Zet de frees minstens 3 meter van de 
    plaats waar u de tank hebt bijgevuld 
    alvorens deze te starten.
    5.2 Motorolie
    Controleer altijd het olieniveau alvorens 
    de frees te starten. Anders is er een risi-
    co op ernstige motorschade.
    Zie ook 4.8. Controleer het olieniveau als volgt:
    1. Plaats de machine zo dat de motor horizontaal 
    staat.
    2. Draai de olievuldop los en controleer of het ol-
    ieniveau bij het bovenste merkteken op de peil-
    stok staat. Zie de meegeleverde 
    motorhandleiding.
    3. Vul indien nodig olie bij. Gebruik normale mo-
    torolie met de aanduiding SAE 10W-30.
    4. Draai de olievuldop weer vast.
    Zet de frees minstens 3 meter van de 
    plaats waar u de tank hebt bijgevuld al-
    vorens deze te starten.
    5.2.1 Koude motor starten
    1. Zet de choke in de stand CHOKE. Zie de 
    meegeleverde motorhandleiding.
    2. Zet de gasregeling (1:A) in de stand START.
    3. Houd met één hand de handgreep vast en trek 
    met uw andere hand langzaam aan het startk-
    oord. Zie de meegeleverde motorhandleiding. 
    Als het startmechanisme aangrijpt, trekt u het 
    startkoord snel en krachtig uit totdat de motor 
    start.
    LET OP! Trek het koord niet hard tot aan de 
    aanslag en laat het niet los in de uitgetrokken 
    stand. Hierdoor kan het startmechanisme be-
    schadigd raken.
    5. Zet de choke na 3-5 seconden terug in de uit-
    gangspositie.
    5.2.2 Warme motor starten
    Start een warme motor volgens punten 2 en 3 hi-
    erboven. Gebruik de choke/primer niet.
    5.3 Bediening
    1. Kantel de frees iets achterover zodat de rotor 
    boven de grond is.
    2. Activeer de aandrijfregeling (1:D).
    3. Laat de frees naar voren zakken zodat deze zich 
    in de grond kan graven.
    4. Als de machine is voorzien van een achteruit-
    regeling (1:C), activeer deze dan.
    5.4 StoppenStop de frees door de gas- en stopregeling (1:A) op 
    STOP te zetten.
    5.5 BedieningstipsDe rotors trekken de machine naar voren. De 
    snelheid van de rotors wordt geregeld met de 
    gasregeling (1:A).
    Blijf met handen en voeten uit de buurt 
    van draaiende onderdelen (1:J, K).
    De optimale freesdiepte is afhankelijk van de 
    toestand van de grond. De freesdiepte wordt 
    bepaald door de druk waarmee de dieptepen 
    tijdens het frezen omlaag wordt gedrukt. 
    Bediening en test.
    Frees voor de beste resultaten 2-3 banen in 
    verschillende richtingen.
    Gebruik de machine nooit in natte grond. Hierdoor 
    ontstaan kluiten die vervolgens moeilijk fijn te 
    krijgen zijn. Harde en droge grond vereist een 
    extra freesbeurt, dwars op de eerste.
    WAARSCHUWING! Overbelast een 
    nieuwe machine niet. Gebruik de 
    machine de eerste vijf uur voorzichtig.
    6 STALLING
    Stal de frees op een droge plaats. Zie ook de 
    paragraaf Veiligheidsinstructies. 
    Start na het aftappen van de benzine de motor en 
    laat deze draaien totdat de brandstof op is.
    7 ONDERHOUD
    WAARSCHUWING!Reparaties moeten 
    worden uitgevoerd door de dealer. 
    Anders wordt de garantie ongeldig.
    WAARSCHUWING!Maak voordat u 
    reparaties of onderhoud uitvoert de 
    bougieverbinding los.
    7.1 Periodiek onderhoudVoor ieder gebruik
    • Controleren op benzinelekkages.
    • Controleren of alle schroeven zijn aangedraaid.
    Na ieder gebruik
    • Frees schoonmaken.
    • Controleren op benzinelekkages. 
    						
    							54
    NEDERLANDSNL
    Elke 25 bedrijfsuren en elke 3 maanden
    • Luchtfilter controleren, schoonmaken of 
    vervangen.
    • Controleren of alle schroeven en moeren zijn 
    aangedraaid.
    7.2 Luchtfilter
    Zie de meegeleverde motorhandleiding.
    Gebruik voor de reiniging geen 
    ontvlambare vloeistoffen.
    Het gebruik van de machine met een 
    defect of verstopt luchtfilter kan 
    resulteren in ernstige motorschade.
    Het papierfilter mag niet met 
    vloeistoffen worden gereinigd.
    De machine is voorzien van een voorfilter 
    (schuimrubber) en een hoofdfilter (papier).
    Reinig/vervang het luchtfilter elke 3 maanden of 
    elke 25 bedrijfsuren. Bij gebruik in droge en 
    stoffige omgevingen moet het luchtfilter elke dag 
    worden gereinigd/vervangen.
    Reinig/vervang het luchtfilter als volgt:
    1. Maak de schroeven of vergrendelingen los en 
    verwijder het filterhuis.
    2. Verwijder het hoofdfilter (papier) en tik er 
    enkele malen mee tegen een hard oppervlak of 
    blaas het van binnenuit schoon met perslucht.
    3. Was het voorfilter (schuimrubber) in water met 
    een vloeibaar reinigingsmiddel. Wring het filter 
    vervolgens voorzichtig uit en laat het drogen.
    4. Plaats de filters in de omgekeerde volgorde van 
    het verwijderen als het voorfilter droog is.
    Als de filters erg vuil of defect zijn, moeten deze 
    worden vervangen.
    7.3 BougieZie de meegeleverde motorhandleiding.
    In de volgende gevallen moet de bougie worden 
    vervangen: 
    • Als de elektroden zijn verbrand.
    • Als de porseleinen isolator tekenen van bescha-
    diging vertoont.
    • Als de frees moeilijk te starten is.
    De elektrodeafstand moet 0,7-0,8 mm bedragen.
    Gebruik een bougie van het type Champion 
    QC12YC of een vergelijkbaar exemplaar.
    7.4 Olie verversenVervers de olie voor de eerste keer na 2 bedrijf-
    suren en vervolgens na elke 25 bedrijfsuren of 
    minimaal één keer per seizoen. Ververs de olie bij 
    een warme motor.
    Direct na het stoppen van de machine kan 
    de motorolie erg heet zijn. Laat de motor 
    daarom een paar minuten afkoelen voor-
    dat u de olie aftapt.
    1.  Draai de olievuldop los. Zie 4.8.
    2.  Plaats een opvangbak op de vloer.
    3. Kantel de machine zodat de opening zich boven 
    de opvangbak bevindt. Zie afb. 8.
    3.  Laat de olie in de opvangbak lopen.
    5.  Vul nieuwe olie bij: Zie 5.2.
    7.5 Reiniging
    Gebruik nooit hogedrukreinigingsappa-
    ratuur om de frees te reinigen. Hierdoor 
    kan water de afdichtingen binnendrin-
    gen en schade aan de machine veroorza-
    ken.
    Veeg eerst al het vuil af. Veeg de frees daarna met 
    een vochtige doek schoon. De onderzijde kan 
    worden schoongespoeld met water.
    7.6 Problemen oplossenProbleem: Moeilijk te starten
    Oorzaak: De benzine is te oud.
    Oplossing: Laat de tank leeglopen en vul deze met 
    nieuwe benzine.
    Oorzaak: De bougie is defect.
    Oplossing: Vervang de bougie.
    Probleem: De motor loopt onregelmatig
    Oorzaak: De brandstof is vervuild.
    Oplossing: Reinig de benzinetank en de 
    carburateur.
    Oorzaak: De bougie is defect.
    Oplossing: Vervang de bougie.
    Probleem: De motor heeft weinig vermogen en 
    wil niet volgas draaien
    Oorzaak: Het luchtfilter is verstopt.
    Oplossing: Reinig of vervang het luchtfilter.
    Probleem: De frees stopt tijdens het gebruik
    Oorzaak: Geen brandstof.
    Oplossing: Vul benzine bij. 
    						
    							55
    NEDERLANDSNL
    8 SERVICE
    Voor reparatie en onderhoud kunt u bij erkende 
    servicecentra terecht. Ze gebruiken altijd originele 
    reserveonderdelen. 
    Gebruik onder geen enkele voorwaarde 
    andere dan originele reserveonderdelen. 
    Dit is een eis die door de 
    keuringsinstantie wordt gesteld. De 
    machine is goedgekeurd en getest met de 
    originele onderdelen.
    Als er onderhoud of reparaties moeten 
    worden uitgevoerd waarbij de kap moet 
    worden verwijderd, moet dit worden 
    gedaan door een erkend 
    servicecentrum.
    De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder 
    voorafgaande aankondiging wijzigingen in het 
    product aan te brengen.
    9 AANKOOPVOORWAARDEN
    Fabricagefouten en materiaaldefecten vallen 
    volledig onder de garantie. De gebruiker dient de 
    instructies in de bijgeleverde documentatie 
    zorgvuldig op te volgen.
     Garantieperiode
     De nationale wetgeving is van toepassing.
    Uitzonderingen
    De garantie geldt niet in de volgende gevallen:
    - Niet lezen van de bijgeleverde documentatie 
    door de gebruiker.
    - Onachtzaamheid. 
    - Onjuist en ongeoorloofd gebruik of onjuiste en 
    ongeoorloofde montage.
    - Het gebruik van andere dan originele 
    reserveonderdelen.
    - Het gebruik van niet meegeleverde of 
    goedgekeurde accessoires.
    De garantie geldt ook niet voor:
    - Aan slijtage onderhevige onderdelen
    - Normale slijtage
    Op alle aankopen is de nationale wetgeving in het 
    land van de koper van toepassing. De rechten die 
    de koper aan de nationale wetgeving in zijn land 
    kan ontlenen worden door deze garantie niet 
    beperkt.GGP behoudt zich het recht voor zonder 
    voorafgaande aankondiging wijzigingen in het 
    product aan te brengen.  
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Mower Stiga Silex 500-G Silex 500R-G Dutch Version Manual