Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Mower Stiga 41el Dutch Version Manual

Lawn Mower Stiga 41el Dutch Version Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Mower Stiga 41el Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							
    41EL
    COLLECTOR
    71503801/0  
    						
    							
    2
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 2  
    						
    							
    3
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 3  
    						
    							
    4
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 4  
    						
    							
    5
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 5  
    						
    							
    6
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 6  
    						
    							
    7
    
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 7  
    						
    							32
    NEDERLANDSNLNL
    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
    1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg
    dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in
    staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken.
    Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen.
    2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waar-
    voor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en
    het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de gras-
    maaier wordt gebruikt en dat niet in de gebruiksaanwij-
    zingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toe-
    brengen aan personen en/of voorwerpen.
    3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwij-
    zing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken.
    De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglemen-
    teerd zijn.
    4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
    – als er personen, met name kinderen of dieren in de
    buurt zijn;
    – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent
    omdat deze uw reactievermogen kunnen verminderen. 
    5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aan-
    sprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurte-
    nissen die personen of hun eigendommen kunnen over-
    komen.
    1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en
    een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet
    met blote voeten of met open sandalen. 
    2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien gron-
    dig en verwijder alles wat de machine zou kunnen
    beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten
    e.d.).
    3) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal
    even te controleren, met name de toestand van de mes-
    sen en de staat en slijtage van de schroeven en messen
    of het messysteem niet versleten of beschadigd zijn. 
    De beschadigde of versleten messen en schroeven die-
    nen in één geheel vervangen te worden om de balans in
    stand te houden. 
    4) Vóórdat u begint te maaien dient u de beveiligingen te
    monteren (zak of deflector).
    5) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet
    met elkaar in aanraking komen:
    – u dient de elektrische snoeren met droge handen vast
    te pakken en aan te sluiten; 
    – leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer
    nooit op een natte plek (in een plas water of op nat gras);
    – de elektrische snoeren en de stekkers moeten water-
    dicht zijn. Gebruik enkel verlengsnoeren waarvan de
    stekker volkomen waterdicht en goedgekeurd is, die
    normaal in de handel verkrijgbaar zijn. 
    – Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalscha-
    kelaar (RCD – Residual Current Device) met een ontze-
    keringsstroom van max. 30 mA.
    6) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit
    zijn, d.w.z. niet minder dan het type H05RN-F of H05VV-
    B) VOOR HET GEBRUIK
    A) VOORBEREIDING
    F, met een minimale doorsnede van 1,5 mm2en een
    maximaal aangewezen lengte van 25 m.
    7) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de
    haak te koppelen. 
    8) De permanente aansluiting van een elektrisch appa-
    raat op het elektriciteitsnet in het gebouw dient door
    een vakbekwaam electricien gedaan worden, die daarbij
    de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften dient
    na te leven. Indien het apparaat niet goed aangesloten
    wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de
    dood tot gevolg hebben.
    1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
    2) Het gras niet maaien als het gras nat is of als het
    regent.
    3) Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer
    heen rijden. 
    Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat
    het snoer achter de grasmaaier sleept en steeds aan de
    kant waar het gras reeds gemaaid is. De haak vor de
    kabel gebruiken zoals aangegeven in bijgaande
    gebruiksaanwijzing om te vermijden dat het snoer per
    ongeluk losschiet. Eveneens controleren of de trekont-
    lasting goed gemonteerd is zonder het stopcontact te
    forceren. 
    4) De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektri-
    sche snoer te trekken en nooit aan het snoer trekken om
    het snoer uit het stopcontact te halen. 
    Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie,
    oplosmiddelen of scherpe voorwerpen brengen. 
    5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoen-
    de steunpunten hebt.
    6) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet
    voorttrekken door de grasmaaier;
    7) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van
    boven naar beneden.
    8) Pas goed op als u op een helling van richting veran-
    dert;
    9) Niet maaien op bijzonder steile hellingen.
    10) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt;
    11) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin
    gehouden moet worden, of als u de grasmaaier over een
    terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de gras-
    maaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient
    u het mes vast te zetten.
    12) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als
    de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de grasop-
    vangbak of deflector.
    13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u
    de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 
    14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen
    en houd uw voeten uit de buurt van het mes. 
    15) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te
    zetten, tenzij dit niet anders kan. In dergelijk geval wordt
    alleen het deel opgetild dat zich het verst van de gebrui-
    ker bevindt. Zorg ervoor dat beide handen zich in de
    werkingspositie bevinden, alvorens de grasmaaier te
    laten zakken.
    16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of
    onder de draaiende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van
    de uitwerpopening. 
    17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier
    niet terwijl de motor draait.
    C) TIJDENS HET GEBRUIK
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 32 
    						
    							33
    NEDERLANDSNLNL
    18) De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppe-
    len:
    – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek
    uitvoert of vóórdat u het uitwerpkanaal leegt;
    – vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of
    ermee werkt;
    – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, con-
    troleer of de grasmaaier beschadigd is en voer de nodi-
    ge reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt;
    – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te
    trillen, probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen
    te achterhalen en te verhelpen.
    – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;
    – tijdens het verplaatsen van de grasmaaier.
    19) Schakel de motor uit:
    – iedere keer als u de grasopvangbak verwijdert of
    opnieuw aanbrengt;
    – vóórdat u de maaihoogte afstelt.
    20) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsaf-
    stand van het roterende mes in acht te nemen, afhanke-
    lijk van de lengte van de handgreep. 
    1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten
    om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een vei-
    lige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud
    aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier
    veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven. 
    2) Om het gevaar van brand tot een minimum te beper-
    ken, dient u restanten gras, bladeren of te veel vet van
    de grasmaaier en met name de motor, te verwijderen.
    Geen bakken met gemaaid gras in een afgesloten ruim-
    te laten staan.
    3) Controleer de deflector en de opvangbak regelmatig
    op slijtage en beschadigingen.
    4) De elektrische snoeren regelmatig controleren en als
    de snoeren niet meer in goede staat verkeren of als de
    isolatie beschadigd is dient u de snoeren te vervangen.
    Pak een elektrisch snoer dat onder stroom staat nooit
    vast als het snoer niet goed geïsoleerd is. Het snoer
    eerst uit het stopcontact halen vóórdat u welke hande-
    ling dan ook wilt verrichten.
    5) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demon-
    teert en opnieuw monteert. 
    6) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt
    gebracht nadat het mes geslepen is.
    D) ONDERHOUD EN OPSLAG
    HET MILIEU
    Omwille van het milieu willen wij de volgende pun-
    ten graag speciaal onder uw aandacht brengen: 
    • Gooi gebruikte loodaccus niet een afvalbak.
    Lever deze in bij een accuverzameldepot voor
    recycling (dit betreft door accus aangedreven
    machines en machines met accustart).• Wanneer de machine na een groot aantal jaren
    trouwe dienst moet worden vervangen of niet
    langer nodig is, raden wij u aan de machine voor
    recycling in te leveren bij uw dealer.
    SERVICE 
    ACCESSOIRES/RESERVEONDERDELEN
    Gebruik altijd originele reserveonderde-
    len en accessoires. Niet originele reser-
    veonderdelen en accessoires zijn niet
    door de fabrikant van de grasmaaier
    gecontroleerd en goedgekeurd. Het
    gebruik van andere dan originele reser-
    veonderdelen kan tot schade leiden,
    ook als ze op e machine passen. De
    fabrikant van de grasmaaier aanvaardt
    geen aansprakelijkheid voor schade
    door dergelijke onderdelen of accessoi-
    res veroorzaakt.
    Originele reservedelen zijn verkrijgbaar bij de
    erkende servicestations en bij vele handelaars.
    We raden u aan de machine één keer per jaar naar
    een erkende servicewerkplaats te brengen voor
    service, onderhoud en controle van de veiligheids-
    voorzieningen.
    PRODUCTIDENTITEIT
    De identiteit van het product wordt bepaald door
    het onderdeel-en serienummer van de machine.
    Zijn terug te vinden op deze sticker die op het
    chassis van de machine zit geplakt:
    Gebruik deze twee identiteitsaanduidingen bij al
    uw contacten met de servicewerkplaatsen en wan-
    neer u reserveonderdelen koopt.
    Na het uitpakken van de machine moet u deze
    nummers zo snel mogelijk op de laatste bladzijde
    van dit boekje schrijven.
    De fabrikant behoudt zich het recht voor om de
    producten te wijzigen zonder aankondiging voor-
    af.
    ART. NR➔SERIE NR.
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 33   
    						
    							34
    NEDERLANDSNLNL
    SYMBOLEN 
    De volgende symbolen staan op de machine om u
    eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
    tendheid bij gebruik vereist zijn.
    De symbolen betekenen:
    Waarschuwing!Lees vóór gebruik van
    de machine eerst het instructieboek en
    de veiligheidsvoorschriften.
    Waarschuwing!Houd omstanders op
    afstand. Pas op voor het uitwerpen van
    voorwerpen.
    Waarschuwing!Vóór het verrichten van
    reparaties eerst de stekker uit het con-
    tact nemen.
    Waarschuwing!Houd het verlengsnoer
    uit de buurt van het maaisystem.
    Waarschuwing!Steek uw hand of voet
    niet onder de kap als de machine loopt.
    Waarschuwing!Het mes draait nog
    even door nadat de machine is uitgezet.
    MONTERING 
    ONDERDELEN DIE GEMONTEERD MOETEN
    WORDEN
    Wielen type I (fig. 1)
    Wielen type II (fig. 2)
    Stuur type I (fig. 3)
    Stuur type II (fig. 4)
    Stuur type III (fig. 5)
    GEREEDSCHAP OM MEE TE MONTERENWIELEN type I (fig. 6)
    1. Druk de lagers F in het wiel.
    2. Bevestig de onderdelen B, (F) en A op de wiel-
    bout.
    3. Schroef het wiel vast.
    WIELEN type II (fig. 7)
    1. Druk de lagers F in het wiel.
    2. Bevestig de onderdelen B, G, E, (F) en A op de
    wielbout.
    3. Schroef het wiel vast.
    STUUR type I (fig. 8)
    1. Duw de stuurbuis in het bovenste gedeelte van
    het stuur.
    2. Monteer de schroeven. Haal goed aan.
    3. Duw de stuurboog in de gaten in het chassis.
    4. Monter de schroeven. Haal goed aan.
    5. Monteer het stuur op de stuurboog met behulp
    van de schroeven, plaatjes en borgwieltjcs.
    Door de borgwieltjcs een stukje uit te draaien
    kan het bovenste deel van het stuur naar voren
    worden geklapt. De maaier neemt dan minder
    plaats in, bijv.. bij transport.
    6. Bevestig de elektrische kabel in de kabelhou-
    ders.
    7. Zet de elektrische kabel vast met een bevesti-
    gingsband.
    STUUR type II (fig. 9)
    1. Druk de pluggen in de stuurbevestigingen. Let
    erop dat de pluggen in het juiste einde worden
    gezet.
    2. Druk de stuurbevestigingen in de gaten in het
    chassis.
    3. Monter de schroeven. Haal goed aan.
    4. Monteer het stuur op de stuurbevestigingen
    met schroeven, volgringen en borgwieltjcs.
    Door de borgwieltjcs een stukje uit te schroe-
    ven kan het  stuur naar voren worden geklapt.
    De maaier neemt dan minder plaats in, bijv.. bij
    transport.
    5. Zet de elektrische kabel vast met een bevesti-
    gingsband.
    STUUR type III (fig. 10)
    1. Let erop dat de openingen in het stuur aan de
    rechterzijde zitten. Doc de tappen op de scha-
    kelaar in de openingen in het stuur. Let erop
    dat de kabel niet beklemd raakt en dat de knop
    naar boven zit. Klem de bevestiging voorzich-
    tig vast, zodat deze goed op het stuur aansluit.
    Monteer de schroeven. Haal ze goed aan.
    2. Druk de stuurboog in de openingen op het
    chassis.
    CG rsb STIGA-71503801/0  22-12-2003  9:28  Pagina 34   
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Mower Stiga 41el Dutch Version Manual