Home
>
Stiga
>
Lawn Mower
>
Lawn Mower Stiga 40, 45, 45 Combi 45S, 45S Combi, 45SE Combi Dutch Version Manual
Lawn Mower Stiga 40, 45, 45 Combi 45S, 45S Combi, 45SE Combi Dutch Version Manual
Have a look at the manual Lawn Mower Stiga 40, 45, 45 Combi 45S, 45S Combi, 45SE Combi Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
40 45 - 45 Combi 45S - 45S Combi 45SE Combi COLLECTOR 71503802/0
48 NEDERLANDSNLNL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschake- len. 2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maai- en en het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt dat niet uitdrukkelijk in de gebruiksaanwijzing wordt vermeld kan gevaarlijk zijn en zou de machine kunnen beschadigen. 3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwij- zing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebrui- ken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk geregle- menteerd zijn. 4) Gebruik de grasmaaier in geen geval: – als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn; – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw reactievermogen kunnen vermin- deren. 5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. 1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen. 2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien gron- dig en verwijder alles wat de machine zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.). 3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brand- baar: – bewaar de brandstof in speciale tanks; – giet de brandstof, met behulp van een trechter en alleen in de open lucht, in de tank. Tijdens deze han- deling en bij het hanteren van de brandstof is het ver- boden te roken. – giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aan- zet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen ben- zine toevoegen of de dop van de benzinetank afdraai- en; – als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet starten maar dient u de grasmaaier uit de buurt van de plek waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te wachten totdat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn; – draai de dop altijd weer goed op de benzinetank op de grasmaaier en het benzineblik. 4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn. 5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten en dient u met name de toestand van de messen te controleren en dient u te kontroleren of de bouten en de messen niet versleten of beschadigd zijn. Vervang het beschadigde of versleten mes en/of B) VOOR HET GEBRUIK A) VOORBEREIDING bouten altijd samen, om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans blijft. 6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de beschermingen te monteren (opvangzag en afscherm- kap). 1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ontwikkelen. 2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is. 4) Kontroleer op een glooiend terrein altijd of u vol- doende steunpunten heeft. 5) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de grasmaaier; 6) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden. 7) Pas goed op als u op een helling van richting veran- dert; 8) Maai geen gazons die een helling van meer dan 20° hebben. 9) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt; 10) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet worden, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien terrein ver- plaatst dient u het mes vast te zetten. 11) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de gras- opvangzak of zonder de deflector. 12) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen. 13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzin- gen en houd uw voeten uit de buurt van het mes. 15) Houd de grasmaaier niet schuin bij het inschake- len. Schakel de grasmaaier op een vlakke ondergrond in waar geen obstakels zijn of hoog gras. 16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de roterende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening. 17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor draait. 18) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los: – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u het uitwerpkanaal leegt; – vóórdat u de grasmaaier kontroleert, schoonmaakt of ermee werkt; – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de grasmaaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt; – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen (probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen). 19) Schakel de motor uit: – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achter- laat. Haal bij de modellen die elektrisch bestuurd wor- den ook de sleutel eruit; – vóórdat u benzine bijtankt; – iedere keer als u de grasopvangzag verwijdert of opnieuw aanbrengt; – vóórdat u de maaihoogte afstelt. C) TIJDENS HET GEBRUIK CG rsb STIGA-71503802/0 26-01-2004 9:25 Pagina 48
49 NEDERLANDSNLNL 20) Neem gas terug vóórdat u de motor uitschakelt. Draai na het maaien de benzinetoevoer dicht, waarbij u de aanwijzingen in het motorinstructieboekje nauw- keurig dient op te volgen. 21) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsaf- stand van het roterende mes in acht te nemen, afhan- kelijk van de lengte van de handgreep. 1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier veilig blijven en zal het prestatieniveau gelijk blijven. 2) Zet de grasmaaier niet met benzine in de tank in een ruimte waar de benzinedampen met vlammen, vonken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen. 3) Laat de motor afkoelen vóórdat u de grasmaaier opbergt. 4) Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dient u de motor, de geluiddemper van het uitwerpme- chanisme, de accubak en de benzinetank vrij te hou- den van gras, bladeren of teveel vet. Laat geen zakken of bakken met gemaaid gras in de opslagruimte ach- ter. 5) Controleer de deflector en de opvangzag regelma- tig zodat u kunt controleren of deze onderdelen ver- sleten of beschadigd zijn. 6) Als u de tank moet legen, dient u dit in de open lucht te doen en terwijl de motor koud is. 7) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demon- teert en opnieuw monteert. 8) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het mes geslepen is. D) ONDERHOUD EN OPSLAG HET MILIEU Omwille van het milieu willen wij de volgende punten graag speciaal onder uw aandacht brengen: • Gebruikte altijd acrylaatbenzine (zgn. milieubenzi- ne). • Gebruikte altijd een trechter en/of een benzinejerry- can met een beveiliging tegen overlopen teneinde morsen bij het vullen van de benzinetank te vermij- den. • Vul de benzinetank niet helemaal tot aan de rand. • Vul niet teveel motor- en/of transmissieolie bij (zie de gebruiksaanwijzing voor de juiste hoeveelhe- den). • Vang bij verversen alle gebruikte olie op. Niet mor- sen. Lever de olie in bij een recyclingsstation. • Gooi gebruikte oliefilters niet een afvalbak. Lever deze in bij een recyclingsstation. • Gooi gebruikte loodaccu’s niet een afvalbak. Lever deze in bij een accuverzameldepot voor recycling (dit betreft door accu’s aangedreven machines en machines met accustart). • Vervang de geluiddemper als deze kapot is. Gebruik bij reparatie altijd originel reserveonderde-len. • Als de machine oorsprnkelijk is uitgerust met een katalysator en deze is kapot, monteer dan bij het vervangen een nieuwe katalysator. • Laat de carburateur indien nodig altijd door een vakman afstellen. • Reining hat luchtfilter ivereenkomstig de gegeven instructies (zie de gebruiksaanwijzinf). • Wanneer de machine na een groot aantal jaren trouwe dienst moet worden vervangen of niet lan- ger nodig is, raden wij u aan de machine voor recy- cling in te leveren bij uw dealer. SERVICE ACCESSOIRES/RESERVEONDERDELEN Gebruik altijd originele reserveonderdelen en accessoires. Niet originele reserve- onderdelen en accessoires zijn niet door de fabrikant van de grasmaaier gecontro- leerd en goedgekeurd. Het gebruik van andere dan originele reserveonderdelen kan tot schade leiden, ook als ze op e machine passen. De fabrikant van de grasmaaier aanvaardt geen aansprake- lijkheid voor schade door dergelijke onderdelen of accessoi- res veroorzaakt. Originele reservedelen zijn verkrijgbaar bij de erkende servicestations en bij vele handelaars. We raden u aan de machine één keer per jaar naar een erkende servicewerkplaats te brengen voor serv- ice, onderhoud en controle van de veiligheidsvoorzie- ningen. Voor service en reserveonderdelen moet u zich wen- den tot de winkel waar u de machine gekocht heeft. PRODUCTIDENTITEIT De identiteit van het product wordt bepaald door twee delen: 1. Het onderdeel- en serienummer van de machi- ne: Zijn terug te vinden op deze sticker die op het chas- sis van de machine zit geplakt: 2. Model-, type- en serienummer van de motor: Staat op het ventilatorhuis van de motor (Briggs & Stratton) of op het motorblok (Tecumsen), zoals aan- ART. NR➔SERIE NR. CG rsb STIGA-71503802/0 26-01-2004 9:25 Pagina 49
NEDERLANDSNLNL gegeven op de schets: Gebruik deze twee identiteitsaanduidingen bij al uw contacten met de servicewerkplaatsen en wan- neer u reserveonderdelen koopt. Na het uitpakken van de machine moet u deze num- mers zo snel mogelijk op de laatste bladzijde van dit boekje schrijven. De fabrikant behoudt zich het recht voor om de pro- ducten te wijzigen zonder aankondiging voor-af. SYMBOLEN De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettend- heid bij gebruik vereist zijn. De symbolen betekenen: Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine eerst het instructieboek en de vei- ligheidsvoorschriften. Waarschuwing! Houd omstanders op afstand. Pas op voor het uitwerpen van voor- werpen. Waarschuwing! Steek uw hand of voet niet onder de kap als de machine loopt. Waarschuwing! Vóór het verrichten van repa- raties eerst de bougiekabel losmaken van de bougie. BELANGRIJK Uitrusting die gemerkt is met (*) is uitsluitend op bepaalde modellen of in bepaalde landen standaard. MONTAGE STUUR Klap de stuurboom uit (fig. 1). Haal de borgknoppen aan om het bovenste gedeelte van de stuurboom vast te zetten (fig. 2). Tenslotte de kabels strak langs het stuur spannen met behulp van de spanbandjes (fig. 3). OOG VOOR STARTHANDVAT Bevestig het starthandvat in het oog van het stuur (fig. 4). ACCU (*) Het elektrolyt in de accu is giftig en bij- tend, en kan zware brandwonden veroor- zaken. Zorg dat het niet in contact komt met uw huid, ogen en kleren. De accu mag pas voor het starten gedurende 24 uur opgeladen worden. Zie verder ook onder “ON-DER- HOUD, ACCU”. Stop de startsleutel in het startslot. GEBRUIK VAN DE MACHINE ALGEMEEN Uw nieuwe maaier combineert twee verschillende functies in één en dezelfde machine: 1. MULTICLIP (*) - COMBI Bij aflevering is de machine voorzien van een inzet- stuk (P), dat in de uitwerpopening is gemonteerd (fig. 28). De machine kan worden gebruikt voor Multiclip, d.w.z. bij maaien wordt het gras door het mes verma- len. Het gras valt vervolgens op het gazon en vergaat daar. Zo krijgt uw gazon aanvullende voeding. Om het inzetstuk uit te nemen, drukt u vergrendeling (S) in. Denk erom dat bij terugplaatsen van het inzet- stuk beide pinnetjes in de gaten worden gedrukt, zodat het goed vastklikt. 2. OPVANGEN Zet de bijgevoegde grasvangbak (fig. 5) in elkaar. Open de klep, verwijder het inzetstuk en hang in plaats daarvan de vangbak achterop de machine. Bij maaien wordt het gras opgevangen in de bak. Leeg deze boven de composthoop of verspreid de inhoud als bemesting over een bloemenperk. Met deze machine kunt u in het najaar ook prima blad ver- zamelen. 50 CG rsb STIGA-71503802/0 26-01-2004 9:25 Pagina 50
NEDERLANDSNLNL VOOR HET STARTEN VUL HET CARTER MET OLIE De grasmaaier wordt geleverd zonder olie in het motorcarter. Het carter moet met olie worden gevuld voor de motor de eer- ste keer wordt gestart. Verwijder de oliepeilstok (fig. 6, 7). Vul het carter van de motor met 0,6 liter olie van goede kwaliteit (serv- iceklas SE, SF of SG). Gebruik SAE 30 of SAE 10W- 30 olie. Vul langzaam tot aan het teken “FULL/MAX”. Doe er niet te veel olie in. CONTROLEER HET OLIEPEIL Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het olie- peil tussen “FULL/MAX” en “ADD/MIN” staat. Maak oliepeilstok (fig. 6, 7) los en droog hem af. Stop de stok er weer helemaal in en schroef hem vast en trek hem er weer uit. Lees het oliepeil af. Als het peil te laag is, vul dan olie bij tot de “FULL/MAX”-aandui- ding. VUL DE BENZINETANK Vul brandstof bij voor u de motor start. Verwijder nooit de vuldop of vul nooit ben- zine bij wanneer de motor draait. De benzinetank nooit geheel vullen. Laat altijd wat ruimte voor de benzine om te expanderen. Gebruik altijd zuivere loodvrije benzine. U mag geen met olie gemengde tweetaktbenzine gebruiken. N.B.! Vergeet niet dat benzine oud kan worden. Koop slechts benzine voor maximum 30 dagen. MOTOR STARTEN 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- grond. Start niet in hoog gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op de bougie. 3. Koude motor starten: druk de pompballon (de Primer) 3 keer goed in (fig. 8, 9). Als men een warme motor start, hoeft men de pompballon (de Primer) niet in te drukken. Als de motor gestopt is door gebrek aan brandstof, vul dan nieuwe brand- stof bij en druk de pompballon 3 keer in. 4. Druk de Start/Stop-beugel Gtegen het stuur. N.B.! De Start/Stop-beugel Gmoet ingedrukt gehouden worden opdat de motor niet zou stoppen (fig. 10). 5a Manueel starten:Grijp het starthandvat beet en start de motor door een snelle ruk aan het start- snoer.5b Elektrisch starten (*):Start de motor door de startsleutel met de klok mee te draaien. Laat de sleutel los wanneer de motor start. Doe altijd korte startpogingen zodat de accu niet leegloopt. Om het starten te vereenvoudigen moet de duw- boom ists naar benaden duwen zodat de voorwie- len van de grond los zijn. Start niet in hoog gras. 6. Voor een zo goed mogelijk maairesultaat, moet de motor altijd draaien op volle toeren. Houd handen en voeten uit de buurt van het/de roterende mes(sen). Steek uw han- den of voeten nooit onder de machine of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. MOTOR STOPPEN Na het maaien is de motor erg warm. Raak de geluiddemper, de cylinders of de koelribben niet aan. Anders kunt u brand- wonden oplopen. 1. Laat de Start/Stop-beugel G(fig. 10) los om de motor te stoppen. Deze beugel mag niet buiten werking gesteld worden (b.v. door hem in inge- drukte stand tegen het stuur te vergrendelen), omdat de motor dan niet kan stoppen. 2. Als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie. Neem ook de sleutel (*) uit het startslot. Indien de start-/stopbeugel niet langer functioneert, moet u de motor afzetten door de bougiekabel los te nemen van de bougie. Breng de maaier direct voor repa- ratie naar een erkende werkplaats. ACHTERWIELAANDRIJVING (*) Schakel de aandrijving in door de koppelingsbeugel I tegen het stuur te drukken. Schakel de aandrijving uit door de koppelingsbeugel Ilos te laten (fig. 10). SNIJHOOGTE Schakel de motor uit voor u maaihoogte instelt. Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het mes/de messen in contact komen met oneffenheden op de grond. De maaier is uitgerust met een éénhendelmecha- nisme voor het instellen van de maaihoogte (fig. 11). Trek de hendel naar buiten en stel de maaihoogte in op de stand die het beste bij uw gazon past. N.B.! Wanneer de machine wordt gebruikt voor Multiclip mogen de twee laagste maaihoogtes niet gebruikt worden. De Multiclip-functie werkt niet als het gras te kort wordt gemaaid. 51 CG rsb STIGA-71503802/0 26-01-2004 9:25 Pagina 51
NEDERLANDSNLNL ONDERHOUD U mag geen service uitvoeren op de motor of de grasmaaier voor u de bougie- kabel losgemaakt heeft van de bougies! Schakel de motor uit en demonteer de bougiekabel voor u de grasmaaier optilt om hem te transporteren. Verwijder de oliepeilstok, laat de gras- maaier vooroverhellen en de olie uit de maaier in een emmer lopen. SCHOONMAKEN Na gebruik moet de maaimachine iedere keer schoongemaakt worden. Vooral de onderkant van de kap is belangrijk. Met de tuinslang schoonspoelen. Dan blijft de maaimachine langer goed en werkt beter. U mag geen hogedrukreiniger gebruiken. Als het gras vastgedroogd is, kunt u de maaikap schoonschrapen. Werk indien nodig de onderkant bij met lak om roest- beschadigingen te voorkomen. Maak de geluiddemper en de directe omgeving regelmatig schoon en verwijder gras, vuil en brandbaar materiaal. Eén keer per seizoen moeten de aandrijfwielen (*) inwendig schoongemaakt worden. Demonteer de beide wielen. Borstel of blaas het tandwiel of de tand- krans van het wiel schoon zodat gras en vuil verwij- derd worden. Monteer het wiel terug op zijn plaats (fig. 12). BESCHERMGRILLE Maak na elk gebruik de beschermgrille Fschoon zodat er geen gras en vuil achterblijven wat tot over- verhitting en motorbeschadigingen leidt (fig. 13, 14). KOELSYSTEEM De motor is luchtgekoeld. Gras en vuil kunnen het koelsysteem verstoppen en de motor beschadigen. Het koelsysteem moet minstens één keer per seizoen of om de 100 werkuren worden schoongemaakt. Maak vaker schoon als u droog gras maait. Briggs & Stratton mod. LS45: Demonteer de 3 schroeven A(fig. 13) en til het venti- latorhuis eraf. Maak de gebieden binnen de lijn schoon (fig. 15). Bij LS45-motoren komt u gemakkelijker bij de schroe- ven Aals de motorkap eerst wordt losgeschroefd. Briggs & Stratton mod. ES40: Demonteer de beschermgrille en maak het aangedui- de gebied schoon (fig. 16).AANDRIJFAS SMEREN (*) Eén keer per seizoen moet de wig van de aandrijfas ingevet worden. Demonteer het wiel (naafdop, schroef en ring). Demonteer daarna de borgring en de ring zodat het tandwiel gedemonteerd kan worden van de as. Vet de wig in met universeel vet. Monteer de wig terug op zijn plaats (de wig wordt niet op dezelfde manier gemonteerd aan de rechter- en de linker kant, fig. 17, 18). Monteer het tandwiel zo dat de aanduiding L aan de linkerkant naar buiten toe wijst en dat hetzelfde het geval is met de aanduiding R aan de rechterkant. (Machine van achteren gezien). OLIE VERVERSEN Vervang de olie wanneer de motor warm is en de benzinetank leeg is. Wees voor- zichtig wanneer u de olie aftapt, want de olie is warm en kan brandwonden veroor- zaken. Vervang de olie de eerste keer na 5 uur rijden, daarna om de 50 werkuren of één keer per seizoen. Verwijder de oliepeilstok en laat de olie weglopen in een emmer of iets ergelijks. Zorg ervoor dat de olie niet in het gras loopt. Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W-30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0.6 liter. Vul bij tot de olie tot aan de markering “FULL/ MAX” op de oliepeilstok komt. LUCHTFILTER Een vervuilde luchtfilter vermindert de kracht van de motor en veroorzaakt slijtage van de motor. Reinig het filter eens in de drie maanden of na elke 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Doe dit vaker als de maaier op stoffige grond wordt gebruikt. Briggs & Stratton mod. LS45: De luchtreiniger voorzichtig demonteren, zodat er geen vuil in de carburateur valt (fig. 19). Het schuim- plastic filter eruit nemen en in vloeibaar detergent en water wassen. Het filter afdrogen. Giet wat olie op het filter en knijp het erin. De luchtreiniger weer monteren. Briggs & Stratton mod. ES40: Draai de schroef los en klap het deksel voor de lucht- reiniger naar beneden. Neem voorzichtig het filterin- zetstuk uit (fig. 20). Klop dit uit tegen een plat opper- vlak. Vervang het filterinzetstuk als het nog steeds vuil is. BOUGIE Probeer nooit te ontdekken of er vonken zijn door de bougie of de bougiekabel te verwijderen. Gebruik een goedgekeurd testapparaat. 52 CG rsb STIGA-71503802/0 26-01-2004 9:25 Pagina 52