Lawn Mower 8211 3037 01 Stiga Villa 92M Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual Lawn Mower 8211 3037 01 Stiga Villa 92M Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
5 NEDERLANDSNL SYMBOLEN De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet- tendheid bij gebruik vereist zijn. De symbolen betekenen: Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine eerst het instructieboek en de veiligheidsvoor- schriften. Waarschuwing! Steek geen hand of voet onder de kap als de machine draait. Waarschuwing! Pas op voor het uitwerpen van voorwer- pen. Houd omstanders op afstand. Waarschuwing! Voordat u met reparatiewerkzaamheden begint, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie. MONTEREN AGGREGAATARMEN 1. Monteer de linker en rechter aggregaatarm in de beide voorste hoeken van het maaiaggregaat. Ge- bruik aanwezige schroef en plaatje (fig. 1). Haal de schroef aan. Na het aanhalen moet u de aggregaat- armen op en neer kunnen bewegen. 2. Haak het achterste deel van de aggregaatarmen nog niet in het aggregaat vast (Zie “Maaiaggre- gaat” onderstaand punt 7). MAAIAGGREGAAT 1. Plaats het maaiaggregaat vóór de machine. Stel de hoogste maaihoogte in. 2. Verwijder de borgnaald en het buitenste plaatje van de voorastap van de machine. 3. Steek de ene aggregaatarm op de voorastap. Plaats het plaatje op de astap en borg met de borg- naald. Voer dezelfde handelingen aan de andere kant uit (fig. 2). 4. Wiebel de V-snaar op riemschijf A van de ma- chine (fig. 3).5. Span de riem met spanrol B. De spanrol moet aan de binnenzijde van de riem liggen en naar bui- ten (links) worden getrokken (gezien vanaf de po- sitie van de bestuurder). 6. Haak spanrolveer C vast in de bevestiging (fig. 3). 7. Breng het achterste deel van het aggregaat voor- bij de vergrendeling omhoog, totdat deze naar be- neden valt. Als het gewicht van het aggregaat op de bovenzijde van de vergrendeling rust, is de montage correct uitgevoerd (fig. 4). 8. Schroef de hefveer vast in de hefarm van de ma- chine (fig. 5). INSTELLEN Om ervoor te zorgen dat het aggregaat gelijkmatig en netjes maait, moet u het correct afstellen: 1. Let erop dat de banden de juiste luchtdruk hebben: Voor: 0,4 bar (6 psi). Achter: 0,6 bar (9 psi). 2. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Maak de schroeven aan beide zijden van het aggregaat los (fig. 6). 3. Aan de kant van de aggregaatarm bevinden zich vier korte en twee lange strepen. De bovenste lan- ge streep (A) is de basisinstelling voor een machi- ne met 16” banden. De onderste (B) is voor een machine met 17” banden (fig. 7). Opm. De Villa heeft 16” wielen. Afhankelijk van de lengte van het gras kunt u het aggregaat op verschillende manieren afstellen: 4a. Gras met normale lengte maaien: Stel het aggregaat zodanig af dat de voor- en ach- terkant van de kap op dezelfde hoogte boven de grond komen. Gebruik stand A. Deze stand zorgt voor het beste “Multiclip-effect”, d.w.z. dat het gras optimaal wordt fijngemaakt. 4b. Lang gras maaien: Stel het aggregaat zodanig af dat de achterkant van de kap hoger ligt dan de voorkant. Gebruik stand A+5. Deze stand zorgt ervoor dat het aggregaat het gras makkelijk aan de achterkant kan laten vallen. 5. Na het instellen moet u de schroeven zorgvuldig aanhalen.
6 NEDERLANDSNL GEBRUIK MAAIHOOGTE De maaihoogte kan in een aantal vaste standen van 30 tot 75 mm worden gevarieerd. Opm. De aangegeven maaihoogtes zijn van toepas- sing als de machine op een vaste ondergrond staat. MAAITIPS Voor het beste “Multiclip”-effect moet u de vol- gende tips opvolgen: - maai vaak. - gebruik volgas op de motor. - houd de onderkant van het maaiaggregaat schoon. - gebruik scherpe messen. - maai geen nat gras. - maai twee keer (met verschillende maaihoogtes) als het gras hoog is. SERVICE EN ONDERHOUD VOORBEREIDINGEN Tenzij anders aangegeven moeten service- en on- derhoudsbeurten uitgevoerd worden bij een stil- staande machine, waarvan de motor niet draait. Voorkom dat de machine gaat rollen door altijd de parkeerrem aan te trekken. Voorkom dat de motor onbedoeld start door altijd de motor uit te zetten, de bougiekabel los te nemen vade bougie en deze te aarden. Neem de minkabel los van de accu. SMEREN De aggregaatarmen zijn voorzien van smeernip- pels (fig. 8). Smeer deze om de 25 draaiuren (of minimaal één keer per seizoen) met universeel vet. ONDERHOUDSTIPS Om het schoonmaken en onderhouden te vereen- voudigen, kunt u het maaiaggregaat openen: 1. Stel de maaihoogte-instelling op de hoogste maaihoogte in.2. Breng de achterkant van het aggregaat met één hand omhoog (fig. 9). 3. Verwijder de vergrendeling en laat de achterkant van het aggregaat zakken (fig. 9). 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant. 5. Maak de spanrolveer los (fig. 3). 6. Wiebel de riem van de riemschijf op de machine. 7. Open het aggregaat naar de verticale stand (fig. 10). Als u het aggregaat in de werkstand zet, let er dan op dat de vergrendeling in de stand valt als de ach- terkant van het aggregaat omhoog wordt gebracht (fig. 4). SCHOONMAKEN Spoel de onderkant van het maaiaggregaat na elk gebruik af. Als het gras vastzit, moet u de onderkant schoon- schrapen. Indien nodig moet u de onderkant verven om roest- vorming te voorkomen. MESSEN Draag veiligheidshandschoenen als u de messen vervangt. Hierdoor voorkomt u snijwonden. Let erop dat de messen altijd scherp zijn. U heeft dan het beste maairesultaat. Controleer na een aanrijding altijd de messen. Als het messysteem beschadigd is, moet u defecte on- derdelen vervangen. Gebruik altijd originele reserveonder- delen. Als u geen originele reserveon- derdelen gebruikt, kan er schade ontstaan, ook al passen deze onderdelen op de machine. Monteer de messen volgens afbeelding 11 waarop de messnede is gemarkeerd. Plaats de omgevou- wen kant van het mes in de mesbevestiging. Het maaisysteem bestaat uit twee mesbalken met twee verwisselbare mesbladen Y (fig. 12). Om on- balans te voorkomen moet u beide mesbladen tege- lijkertijd vervangen. Monteer de nieuwe messen. Haal de schroeven V en W zorgvuldig aan. Aanhaalmoment: V – 9,8 Nm, W - 24 Nm.
7 NEDERLANDSNL Bij een zware aanrijding is het mogelijk dat de mesbladen omvouwen. Maak borgmoer X los en vouw de mesbladen om. Monteer een nieuwe, ori- ginele breekbout V. Haal borgmoer X en Z aan. GETANDE RIEM De beide messen worden binnenin het aggregaat door een getande riem aangedreven. Als één van de messen een vast voorwerp (bijv. een steen) heeft geraakt, kan de riemspanning verande- ren. Hierdoor kan de getande riem “tanden over- slaan” en daardoor kunnen de messen beschadigd raken. Controleer na een zware aanrijding al- tijd of de beide messen loodrecht op el- kaar staan (fig. 11). De werkterreinen van de afzonderlijke messen overlappen elkaar. Als de onderlinge stand van de messen is veranderd, is de kans groot dat ze elkaar raken. Hierdoor wordt het maaiaggregaat ernstig beschadigd. Als dit het geval is, moet u het maaiaggregaat voor reparatie en controle naar een servicewerkplaats brengen. RESERVEONDERDELEN De originele reserveonderdelen en accessoires van STIGA zijn speciaal voor STIGA-machines ver- vaardigd. Merk op dat “niet-originele” reserveon- derdelen en accessoires niet door STIGA zijn gecontroleerd of goedgekeurd. De werking en veiligheid van de machine kunnen door het gebruik van zulke onderdelen en accessoires worden beïnvloed. STIGA is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door zulke producten. OCTROOI – BESCHERMING MODELLEN Deze machine of delen daarvan vallen onder de volgende octrooien en modelbescherming: 9902299-8 (SE), SE/00/01222 (PCT) STIGA behoudt zich het recht voor om de producten zonder aankondiging vooraf te wijzigen.