Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Mower 8211 3036 03 Stiga Park 107M Operators Manual Dutch Version

Lawn Mower 8211 3036 03 Stiga Park 107M Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Mower 8211 3036 03 Stiga Park 107M Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							8211-3036-03
    STIGA PARK
    107M 
    						
    							2
    1. Park -1993
    2. Park -1993
    3. Park -1993
    4. Park -19935.
    6.
    7.
    8. 
    						
    							3
    A+5
    A
    B+5
    B
    L R
    Y
    V
    W X Z
    L
    9a.
    13.
    14. 10.
    11.
    15.
    12.16.9b. Pro 18-Pro 20 
    						
    							5
    NEDERLANDSNL
    SYMBOLEN
    De volgende symbolen staan op de machine om u
    eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
    tendheid bij gebruik vereist zijn.
    De symbolen betekenen:
    Waarschuwing!
    Lees vóór gebruik van de machine eerst
    het instructieboek en de veiligheidsvoor-
    schriften.
    Waarschuwing!
    Steek uw hand of voet niet onder de kap
    als de machine loopt.
    Waarschuwing!
    Pas op voor het uitwerpen van voorwer-
    pen. Houd omstanders op afstand.
    Waarschuwing!
    Vóór het verrichten van reparaties eerst de
    bougiekabel losmaken van de bougie.
    VOORBEREIDING
    Park tot en met modeljaar 1993:
    Om het aggregaat te kunnen gebruiken, moet de
    machine worden aangepast:
    1. Demonteer de retourveer voor de knikbesturing
    (afb.1).
    2. Zaag de veerbevestiging bij de framebalk af
    (afb. 2).
    3. Boor een nieuwe opening (Ø 8 mm), 8 mm
    vanaf de onderkant van de framebalk (afb. 3).
    4. Monteer de veer in de nieuwe opening (afb. 4).
    MONTEREN
    AGGREGAATARMEN
    1. Monteer de linker en de rechter aggregaatarm
    aan de beide voorste hoeken van het maaiaggre-
    gaat. Gebruik de bestaande bouten en sluitringen
    (afb. 5). Haal de bouten aan. Na aanhalen moeten
    de aggregaatarmen naar boven en beneden kunnen
    worden bewogen.2. Haak het achterste deel van de aggregaatarmen
    nog niet vast in het aggregaat (zie “Maaiaggre-
    gaat”, punt 4 hieronder).
    MAAIAGGREGAAT
    1. Neem de gebruikelijke gereedschapsbevestigin-
    gen weg, indien deze op de machine gemonteerd
    zijn (afb. 6).
    2. Plaats het maaiaggregaat voor de machine. Stel
    de hoogste maaihoogte in.
    3. Steek de ene aggregaatarm op het vooraseind
    van de machine (afb. 7). Plaats de sluitring op het
    aseind en zet het geheel vast met een sluitnaald.
    Doe hetzelfde aan de andere kant.
    4. Til het achterste deel van het aggregaat op tot
    voorbij de vergrendeling, tot het naar beneden valt.
    Wanneer het gewicht van het aggregaat op de
    bovenzijde van de vergrendeling rust, is de mon-
    tage juist uitgevoerd (afb. 8).
    5. Haak de ketting (Pro18-Pro20) en hefveer (Sen-
    ator-President-Royal-Pro16) vast in de maai-ag-
    gregaat (afb. 9a-b).
    V- R I E M
    1. Breng de V-riem aan op de centrumpoelie van de
    machine (afb. 10).
    2. Span de riem aan met behulp van de spanrol. De
    spanrol moet vanuit de positie van de bestuurder
    gezien aan de linkerkant van de riem liggen (afb.
    10).
    3a. Park -1999:
    Haak de spanrolveer aan de rechterkant vast aan de
    bodem (afb. 10).
    3b. Park 2000-:
    Haak de spanrolveer vast aan de bevestiging schu-
    in achter het rechter voorwiel (afb. 10).
    AFSTELLEN
    Voor een mooi en gelijkmatig maairesultaat, moet
    het aggregaat goed afgesteld zijn:
    1. Zorg ervoor dat de luchtdruk van de banden cor-
    rect is:
    Vooraan: 0,6 bar (9 psi).
    Achteraan: 0,4 bar (6 psi).
    2. Zet de machine op een vlakke vloer. Maak de
    schroeven aan weerszijden van het aggregaat los
    (afb. 11). 
    						
    							6
    NEDERLANDSNL
    3. Aan de zijkant van de aggregaatarm staan vier
    korte en twee lange streepjes. Het bovenste lange
    streepje (A) is de basisinstelling voor een machine
    met 16” banden. Het onderste (B) voor een ma-
    chine met 17” banden (afb. 12).
    Opm. De Park Pro16, Pro18 en Pro20 van het mod-
    eljaar 2000 en 2001 hebben 17” wielen. Alle over-
    ige modellen hebben 16” wielen.
    Al naargelang de lengte van het gras kan het aggre-
    gaat op verschillende manieren worden afgesteld:
    4a. Maaien van gras van normale lengte:
    Stel het aggregaat zo af, dat de voor- en achterkant
    van de kap zich op dezelfde hoogte boven de grond
    bevinden. Gebruik respectievelijk stand A of B.
    Deze stand geeft het beste “Multiclip-resultaat”,
    d.w.z. het gras wordt het beste vermalen.
    4a. Maaien van lang gras:
    Stel het aggregaat zo af, dat de achterkant van de
    kap verder omhoogkomt dan de voorkant. Gebruik
    respectievelijk stand A+5 of B+5. Deze stand zorgt
    ervoor dat het aggregaat het gras gemakkelijker
    aan de achterkant kan uitwerpen.
    5. Haal de bouten na het instellen goed aan.
    GEBRUIK
    MAAIHOOGTE
    De maaihoogte kan variëren tussen een aantal
    vaste standen tussen 30 tot 75 mm.
    Opm. De aangegeven maaihoogtes zijn van toe-
    passing wanneer de machine op een vaste onder-
    grond staat.
    MAAITIPS
    Volg de volgende tips op voor het beste “Multi-
    clip”-resultaat:
    - maai vaak.
    - laat de motor met volgas draaien.
    - houd de onderkant van het maaiaggregaat
    schoon.
    - gebruik scherpe messen.
    - maai geen nat gras.
    - maai het gras twee keer (met verschillende
    maaihoogtes) indien het lang is.
    SERVICE EN ONDERHOUD
    VOORBEREIDINGEN
    Tenzij anders aangegeven moeten service- en
    onderhoudsbeurten uitgevoerd worden bij een stil-
    staande machine, waarvan de motor niet draait.
    Voorkom dat de machine gaat rollen
    door altijd de parkeerrem aan te
    trekken.
    Voorkom dat de motor onbedoeld start
    door altijd de motor uit te zetten, de
    bougiekabel los te nemen van de bougie
    en deze te aarden. Neem de minkabel
    los van de accu.
    ONDERHOUDSTIPS
    Om schoonmaken en uitvoeren van onderhoud te
    vergemakkelijken, kan het maaiaggregaat omhoog
    geklapt worden:
    1. Haak de spanrolveer los (afb. 10).
    2. Verwijder de riem van de centrumpoelie.
    3. Zet de maaihoogte-instelling op de hoogste
    maaihoogte.
    4. Til de achterkant van het aggregaat met één hand
    op (afb. 13).
    5. Schuif de vergrendeling omhoog en laat de
    achterkant van het aggregaat zakken (afb. 13).
    6. Herhaal deze procedure aan de andere kant.
    7. Klap het aggregaat omhoog totdat het loodrecht
    staat (afb. 14).
    Wanneer het aggregaat wordt neergeklapt tot in de
    werkstand, denk er dan om dat de vergrendeling in
    positie komt wanneer de achterkant van het aggre-
    gaat wordt opgetild (afb. 8).
    SCHOONMAKEN
    Na elk gebruik moet de onderkant van het maaiag-
    gregaat afgespoeld worden.
    Als het gras aangekoekt is, moet u de onderkant
    schoonkrabben.
    Werk indien nodig de lak aan de onderkant bij om
    corrosie te voorkomen. 
    						
    							7
    NEDERLANDSNL
    MESSEN
    Draag veiligheidshandschoenen om sn-
    ijwonden te voorkomen wanneer u mes-
    sen vervangt.
    Let erop dat de messen altijd scherp zijn. Dat komt
    het maairesultaat ten goede.
    Controleer altijd de messen als u ergens tegenaan
    bent gereden. Als het messensysteem beschadigd
    is, moeten defecte delen vervangen worden.
    Gebruik altijd originele reserveonder-
    delen. Andere dan originele reserveo-
    nderdelen kunnen tot schade leiden,
    ook als ze op de machine passen.
    De messen draaien tegen elkaar in. Dat
    houdt in dat er een linker- en een rech-
    termes is. Let er bij het vervangen van
    messen op dat ze op de juiste manier
    gemonteerd worden.
    Monteer de messen conform afbeelding 15, waar
    het snijvlak gemarkeerd is. De omgebogen kant
    van het mes moet naar binnen toe geplaatst
    worden, tegen de mesbevestiging aan.
    Het maaisysteem bestaat uit twee maaibalken met
    twee vervangbare maaibladen Y (afb 16). Als men
    één maaiblad moet vervangen, moet men ook het
    andere vervangen, zodat er geen onbalans ontstaat.
    Monteer de nieuwe messen. Haal de schroeven V
    een W goed aan. Aanhaalmoment: V - 9.8 Nm, W
    -24Nm.
    Als men hard tegen iets opbotst, kunnen de messen
    gebogen worden. Maak de borgmoer X los en buig
    de messen terug in hun normale stand. Monteer en
    nieuw schroev V. Haal de borgmoer X en Z aan.
    TANDRIEM
    De beide messen worden in het aggregaat aange-
    dreven door een tandriem.
    Indien één van de messen een vast voorwerp (bijv.
    een steen) heeft geraakt, kan dit de riemspanning
    veranderen. Dit kan ertoe leiden dat de tandriem
    “tanden overslaat”, wat op termijn tot beschadig-
    ing van de messen kan leiden.
    Als u ergens hard tegenaan bent gere-
    den, dient u altijd te controleren of de
    messen haaks op elkaar staan (afb. 15).De respectievelijke werkterreinen van de messen
    overlappen elkaar. Als de onderlinge stand van de
    messen is gewijzigd, is de kans groot dat ze tegen
    elkaar aan slaan. Dit leidt tot ernstige schade aan
    het maaiaggregaat.
    Indien dit het geval is, moet u de machine met
    maaiaggregaat voor reparatie en inspectie naar een
    servicewerkplaats brengen.
    RESERVEONDERDELEN
    Originele STIGA-reserveonderdelen en acces-
    soires zijn speciaal gemaakt voor STIGA- ma-
    chines. Denk erom dat “niet originele”
    reserveonderdelen en accessoires niet door STIGA
    gecontroleerd en goedgekeurd zijn.
    Het gebruik van dergelijke onderdelen
    en accessoires kan invloed hebben op
    functioneren en veiligheid van de ma-
    chine. STIGA aanvaardt geen
    aansprakelijkheid voor schade door
    dergelijke producten veroorzaakt.
    ACCESSOIRES
    Voor maaien vlak bij funderingen en tuinmuren
    kan het maaiaggregaat ter bescherming tegen be-
    schadigingen op de voorste hoeken worden uit-
    gerust met steunrollen.
    OCTROOIEN -
    BESCHERMING MODELLEN
    Deze machine of delen daarvan vallen onder de
    volgende octrooien en modelbescherming:
    9902299-8 (SE), SE/00/01222 (PCT).
    99 1161 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734
    (IT), 577 439-443 (FR), 115326 (US).
    STIGA behoudt zich het recht voor om het product te
    wijzigen zonder aankondiging vooraf. 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Mower 8211 3036 03 Stiga Park 107M Operators Manual Dutch Version