Home > Stiga > Lawn Mower > Lawn Mower 8211 3028 04 Stiga Villa 102M Operators Manual Dutch Version

Lawn Mower 8211 3028 04 Stiga Villa 102M Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Lawn Mower 8211 3028 04 Stiga Villa 102M Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							8211-3028-04
    STIGA VILLA
    102M 
    						
    							O (x4)
    M (x4)
    N (x4)
    P (x4)
    Q (x4)J (x2)
    S (x4)
    U (x2)
    T (x2)X (x2)
    V (x2)
    Y (x2)
    O
    M
    N
    P
    Q
    J
    T
    U
    S
    R
    S
    1.
    2. 
    						
    							B
    C
    D C
    F
    G
    3.
    4.
    5.
    6.7.
    8.
    9.
    10. 
    						
    							Z
    X
    Y V
    W
    11.
    15.
    16.
    12.
    13.
    17.
    14.
    18. 
    						
    							NEDERLANDSNL
    SYMBOLEN
    De volgende symbolen staan op de machine om u er-
    aan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettend-
    heid bij gebriuk vereist zijn.
    De symbolen betekenen:
    Waarschuwing!
    Lees vóór gebruik van de machine eerst het
    instructieboek en de veiligheidsvoorschrif-
    ten.
    Waarschuwing!
    Steek uw hand of voet niet onder de kap als
    de machine loopt.
    Waarschuwing!
    Pas op voor het uitwerpen van voorwerpen.
    Houd omstanders op afstand.
    Waarschuwing!
    Vóór het verrichten van reparaties eerst de
    bougiekabel losmaken van de bougie.
    MONTEREN - BASISMACHINE
    Bij het maai-aggregaat zit een plastic zakje met daar-
    in de voor montage benodigde onderdelen (zie afb 1
    en 3).
    Monteer de aggregaatbevestigingen op de basisma-
    chine:
    1. Zet een ring C op de astap van het voorwiel (afb 4).
    2. Monteer daarna een aggregaatbevestiging D
    (afb 5).
    3. Plaats een tweede ring C aan de buitenkant van de
    aggregaatbevestiging.
    4. Borgen met splitpen B.
    Doe hetzelfde aan de andere kant van de machine.
    De aggregaatbevestigingen zijn voorzien van smeer-
    nippels (zie afb 5).
    Smeer ze om de 25 draaiuren (of tenminste eenmaal
    per seizoen) met universeelvet.
    MONTEREN -
    MAAI-AGGREGAAT
    AGGREGAATSTOPPEN
    Schroef de beide aggregaatstoppen V met behulp van
    de bouten X en de moeren Y op de kap van het maai-
    aggregaat (afb 6).
    STEUNROLLEN
    Monteer de vier steunrollen M op het frame van het
    maaiaggregaat (afb 2).
    De achterste steunrollen moeten normaliter in de
    middelste opening worden geplaatst.
    AGGREGAATARMEN
    1. Schroef de aggregaatarmen R met behulp van de
    schroeven S en de borgmoeren U vast op het frame
    van het maaiaggregaat (afb 2). Niet te strak aanhalen.
    De aggregaatarmen moeten naar boven en beneden
    kunnen worden bewogen.
    2. Zet de aggregaatarmen aan de achterkant vast met
    de pennen J.
    3. Monteer het maaiaggregaat met behulp van de
    schroeven S en de moeren T in de aggregaatbevesti-
    gingen D van de machine (afb 7).
    4. Haak hijsveer E van het aggregaat vast in de ge-
    reedschapslift (afb 7).
    V-RIEM
    1. Zet de hendel voor de hoogte-instelling in stand
    5.
    2. Demonteer de transmissiekap.
    3. Breng de V-riem aan op de poelie van het maai-
    aggregaat (afb 8).
    4. Let erop dat spanrol F aan de buitenkant van de V-
    riem ligt (afb 9).
    5. Haak de veer vast aan bevestiging G (afb 9 - 10).
    AFSTELLEN
    Voor een mooi en gelijkmatig maairesultaat, moet het
    aggregaat goed afgesteld zijn:
    1. Zorg ervoor dat de luchtdruk van de banden correct
    is:
    Vooraan: 0,4 bar (6 psi).
    Achteraan: 1,2 bar (18 psi). 
    						
    							NEDERLANDSNL
    2. Zet de machine op een vlakke vloer. Maak de
    schroeven I los (afb 10).
    3. Stel het aggregaat zo af dat de achterkant van
    de kap aan beide zijden 10 mm hoger komt te
    zitten dan de voorkant.
    4. Haal de schroeven aan.
    GEBRUIK
    MAAIHOOGTE
    Het maai-aggregaat heeft 17 vaste maaihoogtepo-
    sities, van 30 tot 80 mm.
    Opm. De aangegeven maaihoogtes zijn van toe-
    passing wanneer de machine op een vaste onder-
    grond staat.
    Vóór het oprijden op een brug, aan-
    hangwagen o.i.d. moet de laagste maai-
    hoogte worden ingesteld.
    Anders bestaat het gevaar dat de kap van het maai-
    aggregaat wordt vervormd wanneer de aggregaat-
    stoppen de onderkant van de basismachine raken.
    MAAITIPS
    Volg de volgende tips voor het beste Multiclip
    resultaat:
    - maai vaak
    - laat de motor op volle gas draaien
    - hou de onderkant van het aggregaat schoon
    - gebruik scherpe messen
    - maai geen nat gras
    - maai het gras twee keer (met verschillende
    maaihoogtes) indien het lang is.
    SERVICE EN ONDERHOUD
    VOORBEREIDINGEN
    Tenzij anders aangegeven moeten service- en on-
    derhoudsbeurten uitgevoerd worden bij een stil-
    staande machine, waarvan de motor niet draait.
    Voorkom dat de machine gaat rollen
    door altijd de parkeerrem aan te
    trekken.
    Voorkom dat de motor onbedoeld start
    door altijd de motor uit te zetten, de
    bougiekabel los te nemen van de bougie
    en deze te aarden. Neem de minkabel
    los van de accu.
    ONDERHOUDSTIPS
    Om het schoonmaken en het uitvoeren van onder-
    houd te vergemakkelijken kan het maai-aggregaat
    omhoog geklapt worden:
    1. Zet de hendel voor de hoogte-instelling in stand
    5.
    2. Haak hijsveer E van het aggregaat los van de ge-
    reedschapslift.
    3. Demonteer de transmissiekap.
    4. Verwijder de V-riem van de poelie van het maai-
    aggregaat.
    5. Maak de beide pennen J los (afb 11).
    6. Grijp het frame van het aggregaat vast (afb 12).
    7. Klap het aggregaat omhoog tot het loodrecht op
    de achterste steunplaten staat (afb 13).
    Omterugtezettenindewerkstand:Leteropdat
    spanrol F aan de buitenkant van de V-riem ligt
    (afb 9).
    SCHOONMAKEN
    Na elk gebruik moet de onderkant van het maai-
    aggregaat afgespoeld worden.
    Als het gras vastgedroogd is, moet u de onderkant
    schoon schrapen.
    Werk indien nodig de lak aan de onderkant bij om
    corrosie te voorkomen.
    Zet geen hogedrukstraal op de lagerdo-
    zen aan de bovenzijde van het aggre-
    gaat wanneer de transmissiekap
    gedemonteerd is (afb 14). Het water zou
    de kogellagers kunnen binnendringen.
    TANDRIEMEN
    Als één van de messen een vast voorwerp (b.v. een
    steen) geraakt heeft, kan dit de riemspanning ver-
    anderen. Dit kan ertoe leiden dat de tandriem tan-
    den overslaat, wat tot beschadiging van de
    messen kan leiden.
    Stel indien nodig de riemspanning bij:
    1. Demonteer de transmissiekap.
    2. Maak de spanarm K los (afb 15).
    3. Maak de bevestigingsschroeven L van de lager-
    doos los (afb 16).
    4. Span de tandriem aan door de spanarm naar ach- 
    						
    							NEDERLANDSNL
    ter te drukken.
    5. Haal de bevestigingsschroeven van de spanarm
    aan.
    6. Haal de bevestigingsschroeven van de lagerdoos
    aan.
    7. Doe hetzelfde met de andere tandriem.
    Wanneer u de tandriemen vervangt,
    moet u ervoor zorgt dat de buitenste
    messen altijd loodrecht op het middel-
    ste staan (zie afb 17).
    Als de tandriemen verkeerd gemonteerd worden,
    slaan de messen tegen elkaar omdat ze elkaar over-
    lappen.
    Controleer altijd de positie van de messen nadat u
    de riemen vervangen heeft of de riemspanning bij-
    gesteld heeft.
    HET VERWANGEN VAN MESSEN
    Draag veiligheidshandschoenen wan-
    neer u het mes/de messen vervangt, zo-
    dat u geen snijwonden oploopt.
    Let erop dat de messen altijd scherp zijn. Dat geeft
    de beste maairesultaten.
    Na een aanrijding moeten het mes/de messen altijd
    gecontrolleerd worden. Als het messensysteem be-
    schadigd is moeten de defecte delen verwisseld
    worden.
    Gebruik altijd originele reserveonder-
    delen. Andere dan originele reserveon-
    derdelen kunnen tot schade leiden, ook
    als ze op de machine passen.
    Het maaisysteem bestaat uit 3 maaibalken met
    twee vervangbare maaibladen Y (afb 18). Als men
    één maaiblad moet vervangen, moet men ook het
    andere vervangen, zodat er geen onbalans ontstaat.
    Monteer de nieuwe messen. Haal de schroeven V
    een W goed aan. Aanhaalmoment: V - 9.8 Nm, W
    -24Nm.
    Als men hard tegen iets opbotst, kunnen de messen
    gebogen worden. Maak de borgmoer X los en buig
    de messen terug in hun normale stand. Monteer en
    nieuw schroev V. Haal de borgmoer X en Z aan.
    RESERVEONDERDELEN
    Originele STIGA reserveonderdelen en accessoi-
    res zijn speciaal gemaakt voor STIGA machines.Denk erom dat niet originele reserveonderdelen
    en accessoires niet door STIGA gecontroleerd en
    goedgekeurd zijn.
    Het gebruik van de dergelijke onderde-
    len en accessoires kan invloed hebben
    op functioneren en veiligheid van de
    machine. STIGA aanvaardt geen aan-
    sprakelijkheid voor schade door derge-
    lijke produkten veroorzaakt.STIGA behoudt zich het recht voor om zonder medede-
    ling vooraf wijzigingen aan te brengen in het produkt. 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Lawn Mower 8211 3028 04 Stiga Villa 102M Operators Manual Dutch Version