Lawn Mower 8211 3011 10 Stiga Park 121m Operators Manual Dutch Version

							
STIGA PARK
121 M
8211-3011-10 
						

							
D
H
FG
I
I
1. Park -1993
2. Park -1993
3. Park -1993
4. Park -1993 5a.
6a. Park -1999
7.
8.
6b. Park 2000-
5b.  
						

							
J
V
Z
Y X
W
Denna produkt, eller delar därav, omfattas av följande
mönsterskydd:
This product, or part of it, is covered by the following
design registration:
Sverige/Sweden 62 435
Tyskland/Germany M97 07 997.9 (pending)
9. 13.
14.
10.
11 . 15.
12. 
						

							
NEDERLANDSNL
SYMBOLEN
Op de machine ziet u de volgende symbolen om u 
eraan te herinneren dat voorzichtigheid en 
oplettendheid bij gebruik geboden is.
Betekenis van de symbolen:Waarschuwing!
Lees vóór gebruik van de machine de 
gebruikershandleiding en de 
veiligheidsvoorschriften.
Waarschuwing!
Zorg dat uw handen of voeten niet onder 
de kap komen als de machine loopt.
Waarschuwing!
Kijk uit voor weggegooide voorwerpen. 
Houd omstanders op afstand.
Waarschuwing!
Vóór het verrichten van reparaties de 
bougiekabel loskoppelen van de bougie.
INLEIDING
Dit maaidek mag alleen wo rden gebruikt met Park-
machines met een vermogen van minstens 16 pk. 
Het maaidek is standaard leverbaar in twee versies:
- met mechanische instelling van maaihoogte (artikelnr. 13-2915).
- met in de fabriek geïnstalleerde, elektrische 
instelling van de maaihoogte (artikelnr. 13-2921).
VOORBEREIDING
Park, modellen tot en met het jaar 1993:
Om de eenheid te kunnen gebruiken moet de 
machine worden aangepast: 
1. Verwijder de springveer van het verbindingsstuk
(afb. 1).
2. Zaag de veerbevestiging eraf
(afb. 2).
3. Boor een nieuw gat (Ø 8 mm), 8 mm van de 
onderste rand van het frame (afb. 3). 
4. Monteer de veer in het nieuwe gat (afb. 4). 
MONTAGE
MAAIDEK
1. Bevestig het maaidek aan de beugel en schroef 
het met bout D vast (afb. 5a). 
2. Bevestig de liftveer aan de liftinrichting (afb. 
5b).
3. Monteer de liftcilinde r in de voorste liftarm. 
Steek hiervoor het bijbe horende afstandsstuk door 
de opening in de liftcilinder en draai daarna op 
beide uiteinden van het afstandsstuk twee 
afdichtringen.  Vastzetten met een schroef en een 
moer (geldt alleen  voor artikelnr. 13-2921).
4. Steek de stekker in het stopcontact op de 
machine (geldt alleen voor artikelnr. 13-2921), 
(afb. 6).
V- R I E M
1. Stel de maaihoogte in op een tussenstand.
2. Span de V-riem op middelste poelie F van de 
machine (afb. 7). 
3. Span de riem met spanner G. De spanner moet 
zich links van de riem be vinden (gezien vanuit de 
positie van de bestuurder). 
4. Park - 1999:
Haak de veer van de riemspanner H rechts in de 
onderzijde van de machine (afb. 7). 
AFSTELLING
Voor een mooi en gelijkmatig maairesultaat moet 
de machine juist worden afgesteld: 
1. Zorg voor een juiste bandenspanning:
Voor: 0,6 bar (9 psi).
Achter: 0,4 bar (6 psi). 
2. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Draai 
de schroeven I los (afb. 8). 
3. Zorg dat de voor- en achterzijde van het maaidek 
even hoog zijn ingesteld. 
4. Draai de schroeven vast. 
GEBRUIK
MAAIHOOGTE
De maaihoogte is variabel tussen 30 en 80 mm.
- artnr. 13-2915 heeft 17  vaste standen voor 
						

							
NEDERLANDSNL
maaihoogte.
- artikelnr. 13-2921 heeft een traploos instelbare
maaihoogte. 
Opmerking: De gegeven maaihoogtes zijn van 
toepassing bij gebruik van de machine op een 
stevige ondergrond. 
MAAITIPS
Gebruik deze tips voor  een optimaal Multiclip-
effect:
- maai regelmatig.
- gebruik de motor op volle kracht.
- houd de onderzijde van het maaidek schoon.
- zorg dat de messen scherp zijn. 
- maai niet als het gras nat is.
- maai twee keer (met verschillende maaihoogte) 
als  het gras lang is. 
ONDERHOUD
VOORBEREIDING
Tenzij anders aangegeven moet alle service en 
onderhoud worden uitgevoerd als de machine stil 
staat en de motor niet draait.
Zorg dat de machine niet kan 
wegrollen, gebruik daarom altijd de 
parkeerrem.
Voorkom dat de motor onbedoeld start 
door altijd de motor uit te zetten, de 
bougiekabel los te koppelen van de 
bougie en deze te aarden. Maak de 
minkabel los van de accu. 
ONDERHOUDSTIPS
Om het het schoonmaken en onderhoud van de 
machine te vergemakkelijken kan het maaidek 
worden opgeklapt: 
1. Stel de maaihoogte in op een tussenstand 
(=minimale spanning van de aandrijfriem). 
2. Maak de arm vast in de haak.
3. Maak de riem van de middelste poelie F los.
4. Maak beide pennen J los (afb. 9). 
5. Pak het frame vast (afb. 10). 
6. Klap de het maaidek in tot het rechtop staat en 
op de steunen rust (afb. 11). 
SCHOONMAKEN
Na ieder gebruik moet de onderzijde van het 
maaidek worden schoongespoten. 
Gedroogd en vastgekoekt gras kan door 
losschrapen van de onderzijde worden verwijderd. 
Indien noodzakelijk kunt u  de onderzijde bijlakken 
om roest te voorkomen.
AANDRIJFRIEM
Als één van de messen op een hard voorwerp (bijv. 
een steen) stoot, kan de riemspanning veranderen. 
Dit kan ertoe leiden dat de riem slipt, wat de 
messen op de lange termijn kan beschadigen. 
Stel de riemspanning indien nodig bij: 
1. Maak de arm vast in de haak. 
2. Maak de riem van de middelste poelie F los.
3. Maak de kap open. 
4. Draai spanningsarm K los (afb. 12). 
5. Draai de schroeven van L los (afb. 13). 
6. Breng de aandrijfri em op spanning door de 
spanningsarm naar achteren te duwen. 
7. Draai de schroef van de spanningsarm vast. 
8. Draai de schroeven L ook weer vast. 
9. Herhaal dit voor de andere aandrijfriem.
Zorg bij het vervangen van 
aandrijfriemen dat de twee buitenste 
messen altijd in een rechte hoek ten 
opzichte van het middelste mes liggen 
(zie afb. 14). 
Als de aandrijfriemen onj uist gemonteerd zijn, 
raken de messen elkaar omdat ze elkaar 
overlappen. 
Controleer daarom altijd de positie van de messen 
na het vervangen van de riem of het bijstellen van 
de riemspanning. 
MESSEN VERVANGEN
Gebruik werkhandschoenen bij het 
verwisselen van de messen: deze zijn 
scherp!
Zorg dat de messen altijd scherp zijn. Zo krijgt u 
het beste maairesultaat. 
Controleer de messen alti jd als u ergens opgestoten 
bent. Als de messen zijn beschadigd, moeten de  
						

							
NEDERLANDSNL
beschadigde onderdelen worden vervangen.Gebruik altijd originele onderdelen. 
Niet-originele onderdelen kunnen 
verwondingen veroorzaken, ook al 
passen deze in de machine.
Het maaisysteem bestaat uit drie mesbladen met 
ieder twee vervangbare messen Y (afb. 15). Bij het 
vervangen van de mesbladen vervangt u beide 
messen om onbalans te voorkomen.
Monteer de nieuwe messen. Draai de schroeven V 
en W goed aan. Aanhaalmoment: V - 9,8 Nm, W - 
24 Nm.
Bij een krachtige botsing kunnen de messen 
worden verbogen. Draai moer X los en duw het 
mes terug. Plaats een nieuwe originele schroef V. 
Draai moeren X en Z aan.
RESERVEONDERDELEN
Originele STIGA-onderdelen en accessoires zijn 
speciaal ontworpen voor STIGA-machines. Niet-
originele onderdelen en accessoires zijn niet 
gecontroleerd of goedgekeurd door STIGA. Het gebruik van dergelijke onderdelen 
kan de werking en veiligheid van de 
machine aantasten. STIGA is niet 
verantwoordelijk voor schade of 
verwondingen die zijn veroorzaakt 
door dergelijke producten.
GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande 
aankondiging wijzigingen in het product aan te 
brengen.  
						

							
www.stiga.com
GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS