Home
>
Stiga
>
Lawn Mower
>
Lawn Mower 8211 0223 09 Stiga Multiclip 46 EURO Pro 46 Operators Manual Dutch Version
Lawn Mower 8211 0223 09 Stiga Multiclip 46 EURO Pro 46 Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual Lawn Mower 8211 0223 09 Stiga Multiclip 46 EURO Pro 46 Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
2 SVENSKA S STOP B* G G EURO ADD FULL FULL ADD 12 34 2. 8.7. Honda 6. Briggs & Stratton5. 3. PRO 464. PRO 46 A 1.
3 SVENSKAS 3x 9. Briggs & Stratton10. Honda 11 .12. Briggs & Stratton 13. Honda 0,75 mm 14. Briggs & Stratton : 0,76 mm Honda: 0,7-0,8 mm 15a. 40 Nm 15b. 40 Nm
4 NEDERLANDSNL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet- tendheid bij gebruik geboden is. Betekenis van de symbolen: Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine de gebruikershandleiding en de veiligheidsvoorschriften. Waarschuwing! Houd omstanders op af- stand. Kijk uit voor uit de machine wegge- slingerde voorwerpen. Waarschuwing! Zorg dat uw handen en voeten niet onder het maaidek kunnen ko- men als de machine loopt. Waarschuwing! Vóór het verrichten van reparaties eerst de bougiekabel losmaken van de bougie. BELANGRIJK Sommige modellen hebben geen gashendel. Het toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgas- sen minimaal is. MONTAGE DUWBOOM Klap het onderste gedeelte van de duwboom in. Bevestig daarna het bovenste gedeelte van de duw- boom. Zet dit gedeelte vast met schroeven, af- standsringen en afsluitknoppen (afb. 1). De duwboom heeft vier verschillende standen. Maak de vergrendeling met uw voet los en zet de duwboom in de gewenste stand (afb. 2). 1. Normaal maaien. 2. Maaien onder bomen, struiken, etc. 3. Parkeerstand. 4. Positie bij aflevering en opslag. De duwboom neemt minder ruimte in als de draaiknoppen zijn losgedraaid en de duwboom is ingeklapt.PRO 46 Til het bovenste gedeelte van de duwboom op en plaats het achter de grasmaaier. Klap het onderste gedeelte van de duwboom in en draai de draai- knoppenAaan (afb. 3). Bevestig daarna het bovenste gedeelte van de duw- boom. Aan de rechterzijde bevindt zich een oog voor de gashendel (afb. 1). Opslagpositie: Draai de knoppen op het onderste gedeelte van de duwboom los en klap dit gedeelte naar voren. Draai daarna de knoppen op het boven- ste gedeelte van de duwboom los en klap dit ge- deelte naar achteren (afb. 4). LET OP! Zorg dat de kabels niet beklemd raken of knappen bij het naar voren of naar achteren klap- pen van de duwboom. KABELGELEIDER Zet de kabels vast in de kabelgeleiders (afb. 5): GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER VOOR HET STARTEN VUL HET CARTER MET OLIE De grasmaaier wordt geleverd zonder olie in het motorcarter. Voordat de mo- tordeeerstekeerwordtgestartmoethet carter met olie worden bijgevuld. Verwijder de oliepeilstok (afb. 6, 7). Vul het carter van de motor met 0,55 liter olie van goede kwaliteit (serviceklasse SE, SF of SG). Ge- bruik SAE 30 of SAE 10W-30 olie. Vul voorzichtig tot ‘FULL/MAX’. Overvul niet. CONTROLEER HET OLIEPEIL Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het oliepeil tussen “FULL/MAX“ en “ADD/MIN“ staat (afb. 6, 7). De maaier moet horizontaal staan. Verwijderdeoliepeilstokenveeghemschoon (afb. 6, 7). Breng de stok weer aan en draai hem vast. Trek de stok er weer uit. Lees het oliepeil af. Als het peil te laag is, vul dan olie bij tot de marke- ring “FULL/MAX“.
5 NEDERLANDSNL VUL DE BENZINETANK Vul benzine bij voor u de motor start. Verwijder nooit de vuldop en vul de ma- chine nooit met benzine wanneer de mo- tor loopt of nog warm is. Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. Laat wat ruimte over zodat de benzine nog wat kan uitzetten. Gebruik bij voorkeur milieuvriendelijke benzine, d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling die minder schadelijk is voor mens en milieu. Deze benzine bevat geen toevoe- gingen als lood, oxygenatoren (alcohol en ethers), alkenen en benzeen. LET OP! Als u overstapt op milieuvriendelijke brandstof met een motor die altijd op gewone lood- vrije benzine heeft gelopen (octaangehalte 95), moeten de aanwijzingen van de brandstoffabrikant zorgvuldig worden opgevolgd. Er kan ook gewone loodvrije benzine met octaan- gehalte 95 worden gebruikt. Gebruik nooit twee- takt motorolie. LET OP! Denk erom dat benzine beperkt houdbaar is. Koop niet meer benzine dan u binnen 30 dagen gebruikt. STARTEN VAN DE MOTOR (Briggs & Stratton) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- grond. Start niet in lang gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op de bougie. 3. Als de grasmaaier is voorzien van een gashen- del, zet u dezeBin de stand volgas (afb. 8). 4. Koude motor starten: Druk de pompballon 6 keer goed in (afb. 9). Als men een warme motor start, hoeft men de pompballon niet in te drukken. Als de motor ge- stopt is door gebrek aan brandstof, vul dan nieu- we brandstof bij en druk de pompballon 3 keer in. 5. Knijp de start/stop-beugelGtegen de duw- boom. LET OP! De start/stop-beugelGinge- drukt houden, zodat de motor niet afslaat (afb. 8). 6. Pak de starthendel vast en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. 7. Voor de beste maairesultaten de motor altijd op volgas gebruiken.Houd handen en voeten uit de buurt van het roterende mes. Steek uw handen of voeten nooit onder de meskap of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. STARTEN VAN DE MOTOR (Honda) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- grond. Start niet in lang gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op de bougie. 3. Open de benzinekraan (afb. 10). 4. Zet de gashendelBin de chokestand . LET OP! De choke hoeft niet gebruikt te worden als de motor warm is (afb. 8). 5. Knijp de start/stop-beugelGtegen de duw- boom. LET OP! De start/stop-beugelGinge- drukt houden, zodat de motor niet afslaat (afb. 8). 6. Pak de starthendel vast en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. 7. Als de motor loopt, de gashendel naar achteren bewegen tot volle kracht. LET OP! De motor altijd op volle kracht gebruiken om abnormale trillingen van de machine te voorkomen. Houd handen en voeten uit de buurt van het roterende mes. Steek uw handen of voeten nooit onder de meskap of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. MOTOR STOPPEN Direct na gebruik kan de motor bijzon- der heet zijn. Raak de demper, de cilin- der of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken. 1. Laat de start/stop-beugelGlos om de motor te laten stoppen. Deze beugel niet losmaken (bijv. door deze in de ingedrukte positie tegen de duwboom vast de zetten), omdat u de motor zo niet kunt uitzetten. Honda:Sluit de brandstofkraan. 2. Als u de machine zonder toezicht achterlaat, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie.
6 NEDERLANDSNL Wanneer de start/stopbeugel niet meer werkt, stop dan de motor door de bou- giekabel los te maken van de bougie. Breng de grasmaaier onmiddellijk naar een erkende werkplaats voor reparatie. TIPS BIJ HET MAAIEN Denk eraan, alvorens het gras gemaaid wordt, ste- nen, speelgoed en andere harde voorwerpen te ver- wijderen. Een machine met MULTICLIP-systeem maait het gras, hakt het fijn en blaast het daarna in de grasmat. Het afgeknipte gras hoeft niet verwijderd te worden. Het beste MULTILIP-effect verkrijgt u als de vol- gende regels in acht genomen worden: 1. Gebruik hoog motortoerental (volgas). 2. Maai niet als het gras nat is. 3. Maai het gras niet te kort. Maai hoogstens 1/3 van de lengte af. 4. De onderzijde van de kap altijd schoon houden. 5. Altijd een scherp mes gebruiken. MAAIHOOGTE Schakel de motor uit voordat u de maai- hoogte instelt. Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het mes (de messen) in contact komt(en) met oneffenheden op de grond. Het is mogelijk de maaihoogte te variëren omdat de wielassen in vier standen gezet kunnen worden (afb. 11). ONDERHOUD De motor moet altijd eerst uitgescha- keld worden en de bougiekabel moet al- tijd eerst gedemonteerd worden voor men service aan de motor of de maaima- chine verricht. Schakel de motor uit en demonteer de bougiekabel voordat u de grasmaaier optilt, bijv. om hem te transporteren. Als de grasmaaier gekanteld moet wor- den, moet de brandstoftank leegge- maakt worden en moet de bougie rechtop gehouden worden. SCHOONMAKEN Na ieder gebruik de grasmaaier schoonmaken. Vooral de onderkant van de kap is belangrijk. Met de tuinslang schoonspoelen. Dan blijft de maaima- chine langer goed en werkt beter. De verf aan de onderzijde van het maaidek slijt na verloop van tijd af. Om roestvorming tegen te gaan de onderzijde bijlakken. Maak de geluiddemper en de directe omgeving regelmatig schoon en verwij- der gras, vuil en brandbaar materiaal. KOELSYSTEEM Het koelsysteem van de motor dient alvorens de maaier wordt gebruikt telkens te worden schoon- gemaakt. Verwijder gras, vuil e.d. van de koelrib- ben en de luchtinlaat van de cilinder. OLIE VERVERSEN Vervang de olie wanneer de motor warm is en de benzinetank leeg is. Warme olie loopt gemakkelijker uit de motor. Ter voorkoming van brandwonden goed op- letten bij het aftappen van hete olie. Vervangdeoliedeeerstekeerna5uurgebruik, daarna om de 50 werkuren of één keer per seizoen. Verwijder de oliepeilstok, laat de grasmaaier voor- over hellen en laat de olie uit de maaier in een em- mer lopen. Zorg ervoor dat de olie niet op het gras loopt. Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W- 30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0,55 liter. Vul olie bij tot aan de markering “FULL/MAX“ op de oliepeilstok. Overvul niet. LUCHTFILTER Een vervuild luchtfilter vermindert het motorver- mogen en veroorzaakt slijtage aan de motor. Briggs & Stratton:De luchtreiniger voorzichtig de- monteren, zodat er geen vuil in de carburateur valt (afb. 12). Verwijder het schuimplastic filter en reinig het met vloeibaar afwasmiddel en water. Het filter drogen. Giet wat olie op het filter en knijp het erin. De luchtreiniger weer monteren. Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffige ondergrond gebruikt.
7 NEDERLANDSNL Honda:Verwijder het deksel en neem het filter uit. (afb. 13). Controleer het filter zorgvuldig op gaten of beschadigingen. Een defect of beschadigd filter moet vervangen worden. Om vuil te verwijderen, klopt u het filter verschei- dene malen tegen een hard oppervlak of blaast u met luchtdruk vanaf de achterzijde van het filter. Probeer het filter niet schoon te borstelen, aange- zien hierdoor vuil in de vezels komt. Een zeer vuil filter dient te worden vervangen. Reinig het licht- filter na 25 werkuren of één keer per seizoen. Va- ker als u de grasmaaier op een stoffige ondergrond gebruikt. BOUGIE De bougie of bougiekabel niet verwijde- ren als u wilt zien of er een vonk is. Ge- bruik altijd een goedgekeurd testgereedschap. Maak met regelmatige tussenpozen de bougie schoon (iedere 100 bedrijfsuren). Gebruik een staalborstel voor het schoonmaken. Stel de juiste elektrodeafstand in (afb. 14). Verwissel de bougie als de elektroden al te veel verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De aanbevelingen van de motorfabrikant : Briggs & Stratton:Champion J19LM (RJ19LM), elektrodeafstand 0,76 mm. Honda:BPR6ES (NGK). Elektrodeafstand 0,7-0,8 mm. VERWISSELEN VAN DE MESSEN Gebruik werkhandschoenen bij het ver- wisselen van de messen: deze zijn scherp! Botte en beschadigde messen trekken aan het gras en geven een lelijk maairesultaat. Nieuwe scherpe messen snijden het gras. Het resultaat is een groen en fris uitziend gazon. Controleer de messen altijd als deze ergens tegen hebben gestoten. Verwijder eerst de bougiekabel. Als de messen zijn beschadigd, moeten de bescha- digde onderdelen worden vervangen. Gebruik al- tijd originele reserveonderdelen. Maak de schroef los om het mes te vervangen. Monteer het nieuwe mes zo dat het gestanste STI- GA-logo naar boven naar de mesbevestiging ge-richt is (niet naar het gras). Monteer opnieuw zoals aangeven op de afbeelding. Draai de schroef stevig vast. Aanhaalmoment 40 Nm (afb. 15). Bij het vervangen van een mes moet ook de mes- bout worden vervangen. Valt niet onder garantie: schade veroorzaakt door het maaien tegen harde voorwerpen. Bij het vervangen van messen, meshouders en mesbouten altijd originele reserveonderdelen ge- bruiken. Niet-originele reserveonderdelen kunnen verwondingen veroorzaken, ook al passen ze in de machine. HET SLIJPEN VAN MESSEN Eventuele slijpwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een wet- of slijpsteen (nat slijpen). Uit veiligheidsoverwegingen mag het mes niet worden geslepen op een amarilschijf. Een te hoge temperatuur kan het mes broos maken. Na het slijpen moet het mes uitgebalan- ceerd worden om schade door trillingen te voorkomen. OPBERGEN WINTERSEIZOEN Maak de brandstoftank leeg. Start de motor en laat die lopen totdat hij afslaat. Dezelfde benzine mag niet meer dan één maand in de tank blijven. Kantel de maaier en draai de bougie eruit. Giet een lepel motorolie in het bougiegat. Trek langzaam de starthendel uit, zodat de olie zich door de motor kan verspreiden. Bougie opnieuw plaatsen. Maak de grasmaaier goed schoon en zet hem bin- nenopeendrogeplaats. ONDERHOUD Originele reserveonderdelen worden geleverd door servicewerkplaatsen en een groot aantal dealers. Eenlijstvandezedealersenwerkplaatsenistevin- denopdewebsitevanSTIGA:www.stiga.com.
MOWING AHEAD GGP Sweden AB·Box 1006·SE-573 28 TRANÅS www.stiga.com