Indesit Iwc 5125 Instructions For Use
Have a look at the manual Indesit Iwc 5125 Instructions For Use online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 260 Indesit manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
31 NLInstellen van de temperatuur Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen (). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van de centrifuge Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrif\ uge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1200 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 800 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool . De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewen\ ste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatu\ ur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , . Bleken Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”). ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , . Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , . Uitgestelde Start Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit. Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op de toets wordt de functie uitgeschakeld. N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het ingestelde programma van start doet gaan. ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. Persoonlijke instellingen
32 NL Wasmiddelen en wasgoed Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be- ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau- tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of het bakje 4 is verwijderd. bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel Bleekcyclus ! Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmid- del geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1. Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het nive- au “max”, aangegeven op de centrale pin, niet wordt overschreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” en activeert u de functie “Bleken” (. Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de functie “Bleken” (. Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit. 12 3 4 Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 5 kg Synthetische stoffen: max 2,5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1 kg Zijde: max 1 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Bijzondere kledingstukken Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden. Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever- de zak. Gebruik het programma 8. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 9. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
33 NL Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Het apparaat mag niet worden gebruikt door perso- nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be- schadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me- chanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi- ne komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima- liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van ver- nietiging van hun oude apparaat.
34 NL Onderhoud en verzorging Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkza- amheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder- kant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpane- el aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve- stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de water- toevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen.
35 NL Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgen- de lijst. Storingen: De wasautomaat gaat niet aan. De wascyclus start niet. De wasautomaat heeft geen water- toevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. De wasautomaat lekt. De controlelampjes van de “Fun- cties” en het controlelampje “START/PAUSE” gaan knipperen, en een van de controlelampjes van de “lopende fase” en van “deur geblok- keerd” blijven vast aanstaan. Er ontstaat teveel schuim. Mogelijke oorzaken / Oplossing: • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. • De deur zit niet goed dicht. • De ON/OFF toets is niet ingedrukt. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De waterkraan is niet open. • De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. • De buis is gebogen. • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. \ Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale b\ eluchters te koop. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In- stallatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasauto- maat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
36 NL Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasa\ utomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open- doet. 195093014.00 06/2011 - Xerox Fabriano