Honda Engine Gx25u Gx35u Owners Manual Dutch Version
Have a look at the manual Honda Engine Gx25u Gx35u Owners Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 328 Honda manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.
µ µ µ NEDERLANDS BOUGIE Aanbevolen bougie: Inspectie KOELRIBBEN BOVENDEKSELMASSA-ELEKTRODE 0,60 0,70 mm AFDICHTRING 5 mm ZESKANTBOUT BOUGIE BOUGIEDOP KOELRIBBEN BOUGIEDOP 11 Inspecteer de bougie. Vervang hem als hij beschadigd is of erg vervuild en als de afdichtring in slechte conditie is of als de elektrode versleten is. Meet de elektrodenafstand met een voelermaat van het draadtype. Corrigeer de elektrodenafstand zo nodig door de zijelektrode voorzichtig iets te buigen. De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale bedrijfstemperatuur van de motor. Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen. Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn. Verwijder het bovendeksel. Draai de 5 mm zeskantbout los met een moersleutel en haal dan het bovendeksel los. U kunt gewond raken door draaiende onderdelen of zich branden aan de uitlaatdemper. Trek niet aan de starterhandgreep wanneer het bovendeksel is verwijderd. Gebruik de motor niet wanneer het bovendeksel is verwijderd. Haal de bougiedop los van de bougie en verwijder eventueel vuil direct rondom de bougie. Verwijder de bougie met een 5/8-inch bougiesleutel.CM5H (NGK) CMR5H (NGK) Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast. Breng de bougiedop weer aan. Bevestig de bougiedop op de bougie. Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen. Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de cilinderkop worden beschadigd. Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten. Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 5/8-inch bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten. Monteer de bougie zorgvuldig met de hand, om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen. 0,60 0,70 mm De elektrodenafstand moet zijn: Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast met een moersleutel. Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los. Haal de bougiedop los. Inspecteer de koelribben aan de motor en haal eventuele vervuiling zo nodig weg. 2.4. 3.5. 6. 7. 8. 9. 2. 3. 1. 4. 5. 10. 11. 1., 06/11/07 13:10:57 39Z6J600_011
NEDERLANDS Inspectie & reiniging van vonkenvanger VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen) BRANDSTOFFILTER EN BRANDSTOFTANK Inspectie brandstoffilter en reiniging brandstoftank Verwijderen van vonkenvanger Standaard/pomptype: GX25 BRANDSTOFVULPIJP BRANDSTOFFILTER4 mm-SCHROEVEN VONKENVANGERSCHERM OLIEVULDOP BOUGIE UITLAATDEMPER VONKENZANGER 12 Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast (zie pagina ). Bij het monteren van de vonkenvanger moet de vonkenvangeruitlaat naar de zijde tegenover de bougie gericht zijn. Monteer de vonkenvanger in omgekeerde volgorde van verwijderen. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet. De vonkenvanger is een standaard of optioneel onderdeel, afhankelijk van de motoruitvoering. In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende Honda onderhoudsdealer. Inspecteer het brandstoffilter. Als het brandstoffilter vuil is, spoel dit dan rustig schoon in een niet of moeilijk ontvlambaar oplosmiddel. Vervang het brandstoffilter als dat sterk vervuild is. Trek het brandstoffilter uit via de brandstofvulhals door aan de zwarte brandstofslang een stuk draad vast te maken, bijvoorbeeld een gedeeltelijk recht gemaakte paperclip.Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open vuur uit de buurt. Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine bezig bent. Verwijder de brandstofvuldop en laat de brandstof uitstromen in een geschikte opvangbak, door de motor te kantelen richting brandstofvulhals. Controleer of de motorolievuldop stevig is bevestigd.Veeg gemorste benzine direct weg. Werk met benzine alleen in de buitenlucht. Steek het brandstoffilter weer in de brandstoftank en zet de brandstofvuldop stevig vast.Verwijder de 4 mm schroeven uit de vonkenvanger en haal de vonkenvanger los van de uitlaatdemper. Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los (zie pagina ). Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht. De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking te behouden. Verwijder het in de tank achtergebleven water en vuil door de ruimte in de tank schoon te spoelen met een niet of moeilijk ontvlambaar oplosmiddel.1. 2. 4. 3. 5. 6.1. 2. 3. 1. 2. 11 11 06/11/07 13:11:25 39Z6J600_012
· · · · NEDERLANDS Standaarduitvoering: Tuinfreestype Verwijderen van vonkenvanger Verwijderen van vonkenvanger Inspectie & reiniging van vonkenvanger Inspectie & reiniging van uitlaatgasfilter Inspectie & reiniging van vonkenvanger GX35 3 6 mm PLAATSCHROEF VONKENVANGERSCHERMUITLAATDEMPER UITLAATGASFILTER VONKENVANGERSCHERM VONKENZANGER UITLAATDEMPERBOUGIE UITLAAT VAN VONKENVANGER 46mm PLAATSCHROEVEN VONKENZANGER 13 Verwijder de 4 6 mm plaatschroeven uit de vonkenvanger en haal de vonkenvanger en het uitlaatfilter los van de uitlaatdemper. Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los (zie pagina ). Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los (zie pagina ). Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast (zie pagina ). Monteer de vonkenvanger in omgekeerde volgorde van verwijderen. Verwijder de 3 6 mm plaatschroeven uit de vonkenvanger en haal de vonkenvanger los van de uitlaatdemper. Pak het uitlaatgasfilter beet, tik er met uw vinger licht tegenaan en verwijder zo de koolaanslag. Wees voorzichtig dat u niet te hard tikt. Het uitlaatgasfilter mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Als het filter te zeer beschadigd of vervuild is, laat het dan vervangen door uw Honda dealer. Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast (zie pagina ). Bij het monteren van de vonkenvanger moet de vonkenvangeruitlaat naar de zijde tegenover de bougie gericht zijn. Monteer het uitlaatfilter en de vonkenvanger in omgekeerde volgorde van verwijderen. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet. 1. 2. 3. 2. 3.1. 2. 1. 2. 1.11 1111 11 06/11/07 13:11:47 39Z6J600_013
· · HANDIGE TIPS & SUGGESTIES UW MOTOR STALLEN Voorbereiding op stalling Brandstof Tuinfreestype: Verwijderen van vonkenvanger Inspectie & reiniging van uitlaatgasfilter Inspectie & reiniging van vonkenvangerReinigen Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen NEDERLANDS BOUGIE UITLAATGASFILTER VONKENZANGERUITLAATDEMPER 46mm PLAATSCHROEVEN VONKENVANGERSCHERM 14 Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten. Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen. Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los (zie pagina ). Verwijder de 4 6 mm plaatschroeven uit de vonkenvanger en haal de vonkenvanger los van de uitlaatdemper. Pak het uitlaatgasfilter beet, tik er met uw vinger licht tegenaan en verwijder zo de koolaanslag. Wees voorzichtig dat u niet te hard tikt. Het uitlaatgasfilter mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Als het filter te zeer beschadigd of vervuild is, laat het dan vervangen door uw Honda dealer. Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast (zie pagina ). Bij het monteren van de vonkenvanger moet de vonkenvangeruitlaat naar de zijde tegenover de bougie gericht zijn. Monteer het uitlaatfilter en de vonkenvanger in omgekeerde volgorde van verwijderen. De vonkenvanger mag geen scheurtjes of gaten vertonen. Vervang de vonkenvanger als deze beschadigd is. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in met olie. Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger, kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder terechtkomen en schade veroorzaken. De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine. Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw was. Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de garantie van de dealer (Distributor’s Limited Warranty) . U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de brandstoftank en de carburateur af te tappen. Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen. Zet de motor af. 1. 2. 3. 2. 3. 1. 1. 2. 11 11 06/11/07 13:12:13 39Z6J600_014
Voorzorgen bij stalling Brandstoftank en carburateur aftappen MotorolieVERVOER Uit stalling nemen NEDERLANDS BRANDSTOFRETOURSLANG OLIEVULDOP OPVOERKNOP BRANDSTOFVULPIJP 15 Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur, moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt gebruikt. Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine bezig bent. Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open vuur uit de buurt. Nadat alle brandstof is afgetapt brengt u de brandstofvuldop weer stevig aan. Kantel de motor weer richting brandstofvulhals om de brandstof uit te laten stromen. Druk een paar keer op de opvoerbol tot er geen brandstof in de brandstofterugvoerleiding meer aanwezig is. Verwijder de brandstofvuldop en laat de brandstof uitstromen in een goedgekeurde opvangbak, door de motor te kantelen richting brandstofvulhals. Controleer of de motorolievuldop stevig is bevestigd.Veeg gemorste benzine direct weg. Werk met benzine alleen in de buitenlucht. Trek het startkoord langzaam uit totdat u weerstand voelt. Breng het bovendeksel aan en zet de 5 mm zeskantbout stevig vast (zie pagina ). Verwijder het bovendeksel en breng dan de bougie weer aan. Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te verdelen. Breng het bovendeksel tijdelijk aan. Breng een paar druppels schone motorolie aan in de cilinder. Verwijder de bougie (zie pagina ). Draai de 5 mm zeskantbout los en haal dan het bovendeksel los (zie pagina ). Ververs de motorolie (zie pagina ).Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller. Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er brandstof- of olielekkage ontstaan. Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest en corrosie. Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen ontbranden. Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor kort roken bij de eerste start. Dat is normaal. Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten wordt bemoeilijkt. Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf GEBRUIKSCONTROLES VOORAFin deze handleiding (zie pagina ). 2. 1. 3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 4. 5. 7. 8. 9.9 11 11 114 05/12/16 19:45:03 39Z6J600_015
µ ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN TECHNISCHE & GEBRUIKERSINFORMATIE MOTOR WIL NIET STARTENMogelijke oorzaak Correctie TECHNISCHE INFORMATIE Locatie serienummer Verbinding voor externe bediening Standaard/tuinfreestype: Correctie Mogelijke oorzaak MOTOR HEEFT GEEN VERMOGEN NEDERLANDS MOTORTYPE MOTORNUMMER KABELBEVESTIGINGSPUNT BORGMOER STEUN STELMOER GASKABEL 16 Aanschafdatum: ______ / ______ / ______Motortype: ___ ___ ___ ___ Motorserienummer: __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ De gashendel is uitgevoerd met een bevestigingspunt om een kabel te kunnen bevestigen. Verwijder het luchtfilterdeksel (zie pagina ) voor de toegang tot de gashendel en het kabelbevestigingspunt. Bevestig de gaskabel zoals getoond in de afbeelding. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de apparatuur om de gaskabel te bevestigen. Noteer het motorserienummer, de uitvoering en de aanschafdatum in de ruimte hieronder. U heeft deze informatie nodig bij het bestellen van onderdelen en bij vragen over technische kwesties of over de garantie. Controleer de brandstof. Verwijder en inspecteer de bougie.Choke open. Motorschakelaar in OFF. (aan de apparatuur) Geen brandstof. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte brandstof. Verkeerde bougie, vervuild of foutieve elektrodenafstand. Bougie nat door brandstof (motor verzopen). Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc. Filterelement verstopt. Slechte brandstof; motor gestald zonder voorbereiding of aftappen van brandstof, of bijgetankt met slechte brandstof. Brandstoffilter verstopt, defect in carburateur, defect ontstekingssysteem, hangende kleppen, etc. Controleer het luchtfilter. Controleer de brandstof.Zet hendel in de stand CLOSED, behalve als de motor warm is. Zet motorschakelaar in de stand ON. Brandstof bijvullen (p. 8). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 15). Bijvullen met nieuwe brandstof (p. 8). Vervang de bougie of stel elektrodenafstand opnieuw af (p. 11). Laat de bougie drogen. Monteer de bougie nadat deze droog is en start de motor (p. 4). Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. Reinig of vervang filterelement (p. 10). Tap de brandstoftank en de carburateur af (p. 15). Bijvullen met nieuwe brandstof (p. 8). Vernieuw of repareer defecte onderdelen zoals vereist. 1. 2. 3. 4. 1. 2. 3.10 Controleer de bedieningsstanden. Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. Neem de motor mee naar een erkende Honda onderhoudsdealer of zie het werkplaatshandboek. 05/12/16 15:36:52 39Z6J600_016
NEDERLANDS Carburateurmodificaties voor werking op grotere geografische hoogte Informatie over emissieregelsysteem Emissiebronnen De wetgeving op luchtverontreiniging in de Verenigde Staten en de staat Californië en de milieuwetgeving in Canada Onkundig gesleutel en wijzigingen Problemen die emissie kunnen beïnvloeden Vervangingsonderdelen 17 De werking op grotere geografische hoogte kan worden verbeterd door specifieke modificaties aan de carburateur. Als u uw motor altijd gebruikt op een hoogte boven 1.500 meter, laat deze carburateurmodificatie dan uitvoeren door uw onderhoudsdealer. Als u deze motor op grotere hoogten gebruikt na de daarvoor bedoelde carburateurmodificatie, zal gedurende de gehele levensduur aan de emissienorm worden voldaan. Op grotere geografische hoogte is het lucht/brandstof mengsel van de standaardcarburateur te rijk. De motor presteert dan minder en het brandstofverbruik neemt toe. Als het mengsel erg rijk is, raakte ook de bougie vervuild en zal de motor moeilijker starten. Bij langdurig gebruik op een afwijkende geografische hoogte dan waarvoor deze motor is gecertificeerd, kan de emissie toenemen.In het verbrandingsproces komen koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen vrij. Minder emissie van koolwaterstoffen en stikstofoxiden is zeer gewenst, omdat deze stoffen onder sommige omstandigheden bij blootstelling aan zonlicht reacties aangaan en dan een fotochemische smog vormen. Koolmonoxide reageert niet op dezelfde wijze, maar is een giftige stof. Honda gebruikt arme carburateurinstellingen en regelsystemen om de emissie van koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te beperken. De regelgeving van de overheid in Californië en Canada en van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) verplicht alle fabrikanten om schriftelijke instructies op te stellen die de werking en het onderhoud aan emissieregelsystemen beschrijven. De volgende instructies en procedures moeten worden opgevolgd om te zorgen dat de emissie van uw Honda motor aan de emissienormen voldoet. Ook met de carburateurmodificatie neemt het motorvermogen af met ca. 3,5% per elke 300 meter toename in hoogte. De geografische hoogte werkt echter extra nadelig voor het motorvermogen dan zonder deze carburateurmodificatie. Als de carburateur is gewijzigd voor gebruik op grotere geografische hoogte, is het lucht/brandstofmengsel te arm voor gebruik op lagere hoogten. Als u een gewijzigde carburateur gebruikt beneden 1.500 meter, kan de motor oververhit raken en kan er ernstige motorschade ontstaan. Laat bij gebruik op lagere hoogten uw onderhoudsdealer de carburateur weer wijzigen volgens de originele fabrieksspecificaties. Door onkundig sleutelen aan of wijzigen van het emissieregelsysteem kan de emissie toenemen tot boven de wettelijk toegestane grenswaarde. Onder zulk onkundig gesleutel wordt o.a. verstaan: Het verwijderen of wijzigen van delen van het inlaat-, brandstof- of uitlaatsysteem. Het wijzigen of buiten werking stellen van het regelmechanisme of toerentalverstelmechanisme waardoor de motor kan functioneren buiten de originele ontwerpparameters. Als u een van de volgende symptomen opmerkt, laat uw motor dan inspecteren en repareren door uw onderhoudsdealer. Moeilijk starten of afslaan na de start. Onregelmatig stationair draaien. Overslaan of terugslaan onder belasting. Naverbranding (terugslaan). Zwarte rook uit de uitlaat of een hoog brandstofverbruik. De emissieregelsystemen op uw Honda motor zijn ontworpen, gebouwd en gecertificeerd om te voldoen aan de emissienormen van de EPA, Californië en Canada. Wij raden aan om bij alle onderhoud originele Honda onderdelen te gebruiken. Deze door Honda ontworpen vervangingsonderdelen zijn geproduceerd volgens dezelfde normen als de originele onderdelen, zodat u kunt vertrouwen op een goede werking. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een ander ontwerp of van mindere kwaliteit, kan de effectieve werking van uw emissieregelsysteem nadelig beïnvloeden. Een fabrikant van een los verkrijgbaar onderdeel is ervoor verantwoordelijk dat het onderdeel de emissieprestaties niet nadelig zal beïnvloeden. De fabrikant van het onderdeel of het revisiebedrijf moet aantonen dat het gebruik van het onderdeel niet betekent dat de motor niet meer aan de emissienormen kan voldoen. 06/11/07 17:38:53 39Z6J600_017
· · · · NEDERLANDS Air Index (luchtindex) Beschrijvende term Van toepassing op emissieduurzaamheidsperiode Specificaties Onderhoud GX25 (Basisuitvoeringen) GX35 (Basisuitvoeringen) 18 Volg het onderhoudsschema op pagina . Denk eraan dat dit schema uitgaat van de veronderstelling dat u uw machine gebruikt volgens de gebruiksbestemming. Vaker onderhoud is vereist bij langdurig gebruik onder hoge temperaturen of hoge belasting of onder ongewoon vochtige of stoffige omstandigheden. Een label/sticker met luchtindexinformatie (Air Index Information) is bevestigd aan motoren die zijn gecertificeerd volgens een emissieduurzaamheidsperiode overeenkomstig de eisen van de California Air Resources Board (Californisch instituut voor schone lucht). Verlengd Gemiddeld Matig De duurzaamheidsbeschrijving is bedoeld om u te informeren over de duurzaamheid van de motoremissie. De beschrijvende term geeft de nuttige gebruiksduur aan van het motoremissieregelsysteem. Zie de garantie voor uw emissieregelsysteemvoor nadere informatie. De staafgrafiek is bedoeld om u als klant de mogelijkheid te geven de emissieprestaties van verkrijgbare motoren te vergelijken. Hoe lager de luchtindex, hoe minder de vervuiling. Type S3 (Standaard) Type T3 (Tuinfrees) TR3 (Tuinfrees) S3 (Standaard) GCART 192 mm 221 mm 230 mm 2,78 kg 4-slag, overhead nokkenas, ééncilinder 25 cm [35 26 mm] 0,72 kW (1,0 PS) bij 7.000 min (omw/min) 1,0 N·m (0,10 kgf·m) bij 5.000 min (omw/min) 0,08 0,54 /h bij 7.000 min -1 (omw/min) Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok GCAST 198 mm 234 mm 240 mm 3,33 kg 198 mm 243 mm 242 mm 3,52 kg 198 mm 243 mm 242 mm 3,52 kg 4-slag, overhead nokkenas, ééncilinder 35,8 cm [39 30 mm] 1,0 kW (1,4 PS) bij 7.000 min (omw/min) 1,6 N·m (0,16 kgf·m) bij 5.500 min (omw/min) 0,10 0,71 /h bij 7.000 min -1 (omw/min) Geforceerde koeling Transistor-magneetontsteking Tegen de richting van de wijzers van de klok Beschrijvingscode voor aandrijfapparatuur Lengte Breedte Hoogte Droog gewicht (zonder koppeling) Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring Slag] Max. vermogen Max. koppel Motorolie-inhoud Brandstoftankinhoud Brandstofverbruik Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie Beschrijvingscode voor aandrijfapparatuur Lengte Breedte Hoogte Droog gewicht (zonder koppeling) Motoruitvoering Cilinderinhoud [Boring Slag] Max. vermogen Max. koppel Motorolie-inhoud Brandstoftankinhoud Brandstofverbruik Koelsysteem Ontstekingssysteem Aftakasrotatie W3 (Pomp) T3 (Tuinfrees) 247 mm 221 mm 192 mm 210 mm 236 mm 2,96 kg 230 mm 3,10 kg 0,58 0,63 50 uur (0 t/m 80 cm) 125 uur (meer dan 80 cm ) 125 uur (0 t/m 80 cm ) 250 uur (meer dan 80 cm ) 300 uur (0 t/m 80 cm ) 500 uur (meer dan 80 cm ) 1.000 uur (meer dan 225 cm ) 0,57 0,70 Het label/sticker met luchtindexinformatie moet aan de motor bevestigd blijven tot deze wordt verkocht. Verwijder het hanglabel voordat u de motor gaat gebruiken.7 (zonder tankbescherming) (zonder tankbescherming) 06/11/07 13:12:49 39Z6J600_018
µ ¶ ¶ ¶ NEDERLANDS Afstelspecificaties Bedradingsschema’s CONTROLEPUNT SPECIFICATIE ONDERHOUD Beknopte naslaginformatie Pomptype: Standaard/tuinfreestype: 19 Elektrodenafstand Stationair toerental Klepspeling (koud) Overige specificaties0,60 0,70 mm 3.100 200 min (omw/min) INL: 0,08 0,02 mm UITL: 0,11 0,02 mmZie pagina: 11 Neem contact op metuwerkende Honda dealer Geen overige afstellingen vereist. Brandstof Motorolie Bougie OnderhoudLoodvrije benzine (zie pagina 8) VS Behalve VSPompoctaangetal (PON) van 86 of hoger RON-octaangetal van 91 of hoger Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger CM5H (NGK) CMR5H (NGK) SAE 10W-30, API SJ of hogere klasse, voor algemene gebruiksdoeleinden. Ziepagina8. Vóór elk gebruik: Controleer het motorolieniveau. Zie pagina 9. Controleer het luchtfilter. Zie pagina 10. Eerste 10 uur: Ververs motorolie. Zie pagina 9. Vervolgens: Volg het onderhoudsschema op pagina 7. UIT AAN Bl ZwartBOUGIE BOBINE Motorschakelaar aan de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven. CONTACTSLOT (1) (2) (3) (4) 06/11/07 13:13:02 39Z6J600_019
¬ Canada: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: Informatie over dealerzoekfunctie GEBRUIKERSINFORMATIE Voor Europese gebiedsdelen: Klantenservice-informatieCanada: Honda Canada, Inc. Voor Europese gebiedsdelen: Honda Europe NV. Alle overige gebieden: American Honda Motor Co., Inc. Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden:Het Honda-kantoor Alle overige gebieden: Verenigde Staten, Puerto Rico en Amerikaanse Maagdeneilanden: NEDERLANDS20 of bezoek onze website: www.honda.ca Bel (888) 9HONDA9 of bezoek onze website: www.honda-engines.com Bel (800) 426-7701 bezoek onze website: http://www.honda-engines-eu.com De onderhoudsmonteurs bij uw dealervestiging zijn goed opgeleide vakmensen. Zij zullen vrijwel elke vraag waarmee u zit kunnen beantwoorden. Als u een probleem heeft dat uw dealer niet naar tevredenheid oplost, bespreek dit dan met het management van de dealervestiging. De werkplaatsmanager, algemeen manager of de eigenaar kunnen u helpen. Vrijwel alle problemen worden op deze wijze opgelost.715 Milner Avenue Toronto, ON M1B 2K8 Telefoon: (888) 9HONDA9 (888) 946-6329 (416) 299-3400 (416) 287-4776 (877) 939-0909 (416) 287-4776Kosteloos Netnummer Toronto Netnummer Toronto Kosteloos Netnummer Toronto Fax:Engels: Frans: European Engine Center http://www.honda-engines-eu.com Neem contact op met de Honda dealer in uw gebied voor assistentie. Of bel: (770) 497-6400, 8:30 am - 8:00 pm EST Power Equipment Division Customer Relations Office 4900 Marconi Drive Alpharetta, GA 30005-8847 Een gedetailleerde beschrijving van het probleem Uw naam, adres en telefoonnummer Aanschafdatum Naam, adres en contactpersoon van de dealer die het onderhoud aan uw motor verricht Naam van de dealer die de motor aan u verkocht Motoruitvoering, serienummer en type (zie pagina ) De naam van de fabrikant en het modelnummer van de apparatuur waaraan de motor is gemonteerd Als u schrijft of belt, geef dan de volgende informatie door: Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met het vermelde Honda kantoor. Als u ook na een gesprek met de regiodealer (Regional Engine Distributor) nog ontevreden bent, kunt u contact opnemen met het vermelde Honda kantoor. Als u niet tevreden bent met een beslissing van het management van de dealervestiging, neem dan contact op met de regiodealer voor Honda motoren in uw gebied (Honda Regional Engine Distributor). 16 05/12/16 15:38:28 39Z6J600_020